9.Bestuur Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
9.1.Secretaris Penningmeester.
In 1980 werd ik verkozen tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, in zeker zin als opvolger van Adriaan de Groot, die vanwege zijn 65 jarige leeftijd overging tot de categorie der rustende leden. Het was een grote eer toe te treden tot het gezelschap van (toentertijd) 180 beoefenaars van de wetenschap, die louter op basis van wetenschappelijke kwaliteiten zijn geselecteerd. Aanvankelijk beperkte mijn KNAW-activiteit zich tot het (trouw) bijwonen van de maandelijkse vergaderingen, deelname aan de beraadslagingen van mijn sectie Gedrags- en Maatschappijwetenschappen en van de subsectie Psychologie, en af en toe een wetenschappelijke voordracht117 of bijdrage in de discussie.
Dat veranderde in het voorjaar 1987. De nieuw gekozen President van de KNAW, de farmacoloog David de Wied benaderde mij met het verzoek mij beschikbaar te willen stellen om onder zijn voorzitterschap Secretaris Penningmeester van het Algemeen Bestuur te worden. Daartoe moest ik tot Secretaris van de afdeling Letterkunde worden gekozen, hetgeen dan automatisch het secretariaat van het Algemeen Bestuur zou impliceren. De bestuursstructuur van de KNAW is namelijk zodanig dat de beide afdelingen Letterkunde en Natuurkunde geleid worden door een Afdelingsbestuur, dat voor drie jaar zitting heeft. De beide afdelingsbesturen vormen tezamen het Algemeen Bestuur, en de President wordt sinds 1973 apart verkozen118. Algemeen Secretaris/Penningmeester is dan steeds de secretaris van het bestuur van de afdeling, waaruit de President niet afkomstig is. Het meeste bestuurlijke werk wordt voorts door het Dagelijks Bestuur gedaan: de President, de Secretaris en de Voorzitters van de beide afdelingen. Het was duidelijk dat het hier weer ging om een zowel verantwoordelijke als tijdrovende taak.
Ik heb over dat verzoek wel getwijfeld. Ik was nog Rector van de VU (tot de Dies op 21 October), en had ook nog recht op een sabbatsjaar. Met het oog op het laatste had ik goede contacten gelegd met het Advanced Study Institute in Palo Alto, USA. Twee overwegingen hebben de doorslag gegeven om voor de KNAW te kiezen: Ten eerste stond mijn vrouw Mieke niet te trappelen om weer een jaar naar de USA mee te gaan. Zij had uitgebreide sociale contacten opgebouwd, was actief met de kinderen, was enthousiast bezig in haar pottenbakkerij en gaf gewaardeerde ceramieklessen. Dat opgeven voor een jaar USA was wel een groot offer. Vervolgens was ik in de zeven jaar sinds mijn lidmaatschap toch wel enthousiast geworden voor de wetenschappelijke missie en taak van de KNAW. Om daarbinnen een bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen leek mij zeker uitdagend, en het was zeer de vraag of zich een dergelijke gelegenheid weer zou voordoen.
Op 30 Maart 1987 werd het nieuwe Dagelijks Bestuur van de KNAW benoemd, dat bestond uit David de Wied, President, Tiemen J. de Boer, Voorzitter afdeling Natuurkunde, Adam S. van der Woude, Voorzitter afdeling Letterkunde en Pieter J.D.Drenth, Algemeen Secretaris/ Penningmeester. Daarmee begon een interessante fase in mijn loopbaan, gewijd aan de behartiging van de belangen van de Akademie in ons land, en later die van de Akademies in Europa. De rol van Secretaris vormt daarbij een prima introductie. Je bent gedwongen veel stukken (nauwkeurig) te lezen, veel vergaderingen bij te wonen en te verslaan en veel commissiewerk te verrichten. Iedere veertien dagen een lange bestuursvergadering met een uitgebreid dossier, en iedere maand een vergadering van het bestuur Letterkunde, met eveneens de nodige stukken. Je houd je bezig met doelstellingen en taken van de Akademie, met haar verantwoordelijkheden en externe contacten, en met het beleid ten aanzien van de onderzoeksinstituten, die onder auspiciën van de KNAW vallen. Je neemt deel aan onderhandelingen en overleg (periodiek overleg met de Minister, regelmatig tripartiet overleg met de VSNU en NWO, halfjaarlijks bestuurlijk overleg met voorzitters en secretarissen van de AWT, NWO, VSNU, WRR en TNO), en aan vertegenwoordigingen in binnen en buitenland.
Bovendien werd ik meteen in het diepe geworpen, omdat net een reorganisatie van het bureau van de KNAW was gestart, en ik voorzitter van de reorganisatiecommissie diende te worden. Voorts was er een vacature Directeur KNAW, omdat de waarnemend directeur Dirk van der Meij directeur van een van de instituten, het Centraal Instituut voor Schimmelcultures (CBS) werd. Na een aantal wervings- en selectierondes is uiteindelijk de (zeer gelukkige) keuze op Chris Moen gevallen, een man met een sterk bestuurlijk inzicht en een scherpe, humoristische pen. Ook startte spoedig na ons aantreden Minister Deetman’s operatie ‘opruiming satellieten’: vele zelfstandige onderzoeksinstituten dienden onder een bestaande koepel te worden ondergebracht: een universiteit, NWO of de KNAW. Bij de KNAW werden onder anderen gevoegd: het Interuniversitair Oogheelkundig Instituut (IOI), het Interuniversitair Cardiologisch Instituut (ICIN), het Roosevelt Study Center (RSC), het Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences (NIAS), de Fryske Akademy. Het aantal instituten binnen de Akademie werd zo groot (18 instituten met een totaal van meer dan 1000 medewerkers), dat voor het bestuurlijk beheer daarvan twee aparte clusterbesturen werden benoemd, waarvan de voorzitters (Joost Joosse voor Natuurkunde en Ruud de Moor voor Letterkunde) al spoedig werden uitgenodigd het beraad van het Dagelijks bestuur bij te wonen.
De Wied heeft een begin gemaakt met het doorbreken van de naar binnen gerichte cultuur van de KNAW, en heeft haar vensters opengezet ook naar het buitenland. Dat streven had mijn volle instemming, en heb ik ook later met kracht voortgezet (zie onder). Vele ‘inter academy agreements’ werden opgesteld en ondertekend, en in verband hiermee werden de nodige buitenlandse academies uitgenodigd naar Amsterdam of ter plaatste bezocht. Samen met de Wied, of alleen, heb ik in deze periode een bezoek gebracht aan de Franse academie in Parijs, de Royal Society en de British Academy in London, de Zweedse academie in Stockholm, de Russische academie in Moskou (tweemaal), de Poolse academie in Warsaw, de Australische academies (voor ‘natural sciences’, en voor ‘social sciences’) in Canberra, en diverse ‘Länder Akademien’ in Duitsland. Ook namen De Wied en ik samen deel aan de (veelal rituele) vergaderingen van de general assembly van de European Science Foundation (ESF) in Straatsburg, waarvan de KNAW (evenals NWO) lid is.