HEITHOF
Ex petia terre dicta Heithoff 1406 (HH 127).
HEIVELD
Lant dat Heijtvelt 1389 (BP 1178); het Heiveld 1832 (kad); D 1452 - D 1508; het Heiveld; het Heideveld N. 1817, 1852, 1853, 1863, 1871, 1873, 1877, 1885, 1886, 1887; A 898 - A 903 (b: 61.60), B 416 - B 419 (b: 55.58), C 932 (he: 92.00), D 1489, D 1515, D 1618 (sb: 41.00); Heiveld 1966 (CS).
Een veld in de primaire betekenis van "open, onbebouwd land", in recenter tijd meestal ontgonnen. (Valkenswaard 138).
Achterste HEIVELD
Het Achterste Heideveld N.1868, 1886; D 1489, D 1515 (he: 2.00.00).
De adjectieven achterste, grootste, kleinste en voorste, betreffen percelen ontgonnen uit de heide sectie D 1489, 1515, waarna afhankelijk van ligging t.o.v. de weg of oppervlakte benamingen zijn ontstaan.
Grootste HEIVELD
Het Grootste Heiveld N.1896; D 1489, D 1515 (he, d: 2.00.00).
Kleinste HEIVELD
Het Kleinste Heiveld N.1896; D 1489, D 1515 (he, d: 79.90).
Voorste HEIVELD
Voorste Heiveld; het Voorste Heiveld op het Hoeves N.1868, 1896; D 1489, D 1515 (he: 2.80.00), (he: 1.7.00).
HEK(KEN)
In dat Lutteleind bi een Hecken 1389 (SS); prope Hecken 1406 (HH 127); aent Wijbossche aent Hecken 1542 (RA 43 fol.47); uit een erf aent Hecken in die Cule genoemt 1552 (IS 39).
Hek, latwerk tot afsluting dienende. Heeke, ook hecke, mnl. heck, hd. hecke, ohd. hecka, hegga; eng. heck, hatch. Bijvormen wijzen wel op verwantschap met heg en haag (Verdam 291).
Hoog HEKKEN
Aent Wijbosch by dat Hoech Hecken op die Wytackeren 1544 (RA 43 fol.101); opte Wytecker aent Hoochhecken 1646 (RA 74 fol.55v); aan het Hooghekken, 't Hoog hekke 1757 (JW); Hooghekke 1832 (kad); D 1444 een parceel bouwland onder Weibosch ter plaatse genaamd Hoevenbraak ten zuiden de weg naar het Hooghek (D 1007), N.1849; Hooghek N.1895 ; D 1009 (b: 26.60); Hooghekke 1966 (CS 121).
Benaming voor een uit latwerk bestaand hek, hoog van afmeting, dat stond op de weg nabij de dorpsgrens bij de Rooiseheide.
HEKKENGAT
Seven buenderen ontrent tHeckengat deen sijde aent Wijboschbroek ingenoemen anno 1484 (HC 196 fol.1v).
Laag HEKKENGAT
Het Laag Hekkengat N.1863, 1900, 1905; A 422 (b: 59.60), A 502 (b: 34.40).
Laag gelegen. Gat = laagte; ook doorgang, deur, hol.
HEL
Tot de plaats genaamd die Helle ende tot aan den Eghenswech 1500 (PAS 417); die Helle by die Larystraet 1500 (PAS 417); een stuck land aent Elschot in die Haerdebemptde aen die Helle ghenoempt 1536 (CvB); in den Born ter plaetse genoemt die Hel 1547 (RA 44 fol.27v); aen enen wech genaemt die Hell 1582 (RA 54 fol.176); een stuck lants ses loopensaet. van een meerdere stuck lants onder dLutteleijnde aen die Helle genoempt, aen een sijde beneven eenen gemeijnen wech genoempt den Gruenenwech 1576, (CvB); aan het stuk land genaamt de Hel toebehorende aan Geertruij A. Wijnen 1790 (CvB).
Kan duiden zowel op een hoge als een lage ligging. In het onl. lo "bos" en met helle < germ. *halja "laagte, poel". Evenwel ook helle (<* helde) "helling" (Lexicon Ned.Toponiemen blz. 172).
HELAKKER(S)
Uit een beemd in Delschot en uit die Helecker aldaar 1448 (BP 1219); een acker 29 roeijde in de Boers after die Cluijse genoempt den Helaecker 1537 (CvB); land aent Elschot in die Laristraet geheiten de Helacker 1544 (CvB); den Helacker ter plaetssen genoempt Elschot 1546 (RA 44 fol.10); achter de Kercke genoemt den Helacker 1687 (RA 142 fol.169); een parseel teulland genaemt den Helakker onder Elschot 1790 (RA 177); Helakkers 1832 (kad); E 1070 - E 1134 ; Helakker 1833 (GA); E 1087 (b: 1950); Helakkers N.1821, 1834, 1835, 1839, 1842; E 1071 (b: 44.50), E 1075 (b: 12.30), E 1086 (b: 26.30), E 1089 (b: 57.00), E 1126 (b: 22.30)ter plaatse de Helakkers achter de Kerk 1900 E 1103-1104 (HB 1321 fol.160a); ter plaatse de Helakkers voor het Kerkhof 1900 E 3671 (HB 1321 fol.160a). Bij herleiding blijkt het volgende: E 3671 = E 1121, 1124 en 1127.
Hoger gelegen akkergebied nabij de kom van Schijndel, een van de oude open akkercomplexen die men rekende tot de dorpsakker.
Grote HELAKKER
Onder d’Elschot genaemt den Grooten Helacker 1705 (RA 147 fol.18).
Kleine HELAKKER
De Cleynen Helacker onder d’Elschot 1705 (RA 147 fol.19v).
HELBRAAK
Helbraak onder Weibosch 1816 (GA 141).
Men moet het gehucht Wijbosch verder zien dan het huidige kerkdorp. De oude kadastrale sectie Wijbosch nl. sectie E liep practisch tot aan de Servatiusstraat, vroeger de Lange Heg genoemd. Deze braak zal vermoedelijk tot de Helakkers behoren.
HELENASKAMP
Een perceel hooi- of weiland met de houtwassen onder Elschot nabij de Kruissteeg genaamd Helenaskamp N.1827.
Benoeming naar de PN Helena.
HELMERDONK
Een stuk land die Helmerdonc ten Borne 1421 (BP 1192).
Genitief van de PN Wilhelmus – zie ook onder Hilmaarsdonk.
HELPAKKER
Ex agro dicto Helpecker 1320 (HH 125); die Helpecker in den Borne 1454 (BP 1224); uit een akker genaamd Helpacker 1507 (HH 133); enen acker aerlants een sestersdaet groot op Helpecker 1530 (RA 41 fol.3); uit de helft van een acker genaamd Helpacker 1620 (HH 162); onder den Borne genoemt den Helpacker hieruyt te vergelden 1 stuyver aant Capittel van St.Jans binnen Den Bosch 1656 (RA 77 fol.199); uit een halve akker de Helpacker 1783 (HH 165d); ex agro dicto Helpacker in de Heijcampen 1783 (HH 165d).
Helpe; benaming van een geneeskrachtige plant, dovenetel, hd. Hilfskraut, Gotteshulfe, mnlo. helpe; lat. marrubium vulgare (Verwijs V. 311). Akker, (mede) begroeid met helpe.
HELPERIK
Land aen den Borre op Helperic 1389 (BP 1178); bouwland den Helperic 1447 (BP 1217).
Rik kan zijn afgeleid van rike in de betekenis van "afschutting of omheining van een eigendom" (Verdam 1407), aldus een perceel waarvan de omheining begroeid is met helpe.
HELSENDIJK
Twee percelen land genaamt den Helssendijk onder Elschot in de Kluijs 1795 (RA 179); een perceel bouwland met de vors naast de oostzijde ter plaatse genaamd de Helakkers naast den Helschendijk N.1844; E 1071 (b: 44.50); den Helschen dijk N.1876; A 1118 (b: 31.30).
Dijk lopende naar het gebied " de Helakkers".
Dostları ilə paylaş: |