Klein APPELTEREN
Cleyn Apelteren 1393 (FS).
APPELTERENSESTEEG
Tot opt Appelterenstege 1592 (RA 56 fol.95v).
AREND
Antonie Knicknie bakker winkelier en tapper wonende in de Arend 1876 (NAA inv.nr.25).
Herbergnaam.
ARENDONK
Een akker teullant met twee hooijcampkens genaemt de Arendonk int Eldt 1790 (RA 177 fol.234).
Een mogelijke verschrijving van Orendonk Het kan ook verband houden met ‘aar’ een in de meeste Germaaanse talen voorkomend hydroniem [= waternaam] dat waarschijnlijk etymologisch verwant is aan * ahwo = water of de uitgang * ara. Met dit ‘ara’ in combinatie met ‘in’ ontstonden in het verleden nederzettingsnamen als Du – arin > Doeveren = aan de zwarte beek en Wis – arin > Wezeren = aan de goede beek. Tot deze groep zouden ook behoren waternamen als Gender, Itter, Jeker en Suster. Moerman suggereert ook de betekenis van arend. (Moerman 1956:24).
ARIAAN VAN DER AAKAMP
Een stuk teulants Ariaen van der Aacamp 1599 (RA 59 fol.199).
Afleiding van een PN.
ARIEN LAMBERTSAKKER
Over het Elderbroek genaamt Arien Lambersacker groot een loopense ene eijnt den Dungensecamp 1780 (RA 170 fol.98).
Afgeleid van een PN.
ARIENSAKKER
Eenen acker teullant in Teuwishoek onder den gehugte Lutteleijnt groot twee of drie loopense genaamt Ariensakker 1765 (RA 164 fol.267); een perceel teulland en groese onder Elschot in de Lariestraat genaemd Ariensakker 1790 (RA 177 fol.278).
Akker in bezit (geweest) van Arien of Ariens, voornaam of patroniem, afgeleid van Ariaan vgl. Adrianus. (Valkenswaard - 66)
ARKBEEMD
Land d’Arckbeemt 1416 (FS).
Het element ‘ark’ treft men aan in de plaatsnaam Arkel. Het kan een afleiding zijn van het germ. * arga = slecht + lo = bos, gelegen op een oeverwal. Men kan echter ook denken aan de PN Arke of Erke (v. Berkel & Samplonius 1989).
ARMENAKKER
Armenakker sectie C 1275 (b;-.58.40), 1875 (b;-.65.80).
Akker in bezit (geweest) van het Burgerlijk Armbestuur, in de volksmond genoemd "de armen". Het Armbestuur bezat vele landerijen, waaronder een dertigtal dat gelegen was in het Wijbosch.
ARMENBRAAKSKE
Het Armenbraakske 1779 (CBP).
ARMENFUNDATIE vgl. Armenhuisje(s)
De Armefundatie van Anthoni Peters van der Sande 1714 (HH 162); ter plaatse het Venusstraatje ene zijde de Armefundatie van Anthony van der Zanden
De ligging van deze fundatie hoeft niet per definitie het Venusstraatje te zijn; het kan hier gaan om een stuk grond wat in eigendom toebehoort aan de fundatie.
ARMENHOEF
Verpachting van de Armenhoef in het Hermalen nummers C 1739 – 1745 e.a. groot ruim 7 hectare 1927 (NAA mapnummer 321)
Een hoeve gesticht door het Burgerlijk Armbestuur.
ARMENHUISJE
De provisoren van seecker Armenhuysken ondert Lutteleijnde aenden Heijcant gefondeert bij Jenneken van Berckel omme van tijt tot tijt bij twee vrome vrouwkens bewoont te worden 1709 (RA 193 fol.81v); onder den Borne naest de Armenhuyskens 1720 (RA 150 fol.181v); seecker Armenhuysken op de Schoot 1728 (RA 101 fol.9v); het Armenhuiske in Lutteleind 1760 (RA 208 fol.93).
Vgl. Armenfundatie.
ARMENKAMP
De Armenkamp 1894 (NA) E 319-326, 352-353 (w;2.75.50), 331-337 (w;1.18.30).
ARMENLAND
Het Armelandt 1757 (J.W.) tiendklamp 31; teullant onder het Weijbosch omtrent drie groote loopense genaemt het Armelandt 1765 (RA 164 fol.229v); het Armenland op de Schoot 1875 (NAA 416); Armenland 1897, 1986, (NA) C 561-563 (b,og;-.91.00), E 1175 (b;-.25.20); het Armenland in het Achterste Hermalen 1904 (NAA inv.nr.722).
Algemene aanduiding voor land dat in eigendom was van het burgerlijk armbestuur. In elk gehucht lagen wel landerijen van dat armbestuur.
ARMENPERCELEN
In de Armenpercelen nabij de Zeilkampjes 1906 (NAA inv.nr.722); de Armenpercelen nabij de Oude Zeilkampjes 1906 (NAA inv.nr.722).
Een groep percelen behorende aan het armbestuur.
ARMENSTEEGJE
Ermensteegske (vm) E 2123.
ARMENVELD
Armenveld (vm) D 1261-1262 (b,ob;-.69.30).
ASSELEN
Ex hereditatatem Asselen 1406 (HH 127).
Het element ‘as’ komt normaliter voor in de betekenis van esseboom. In Assum bv. ziet men ‘ask’ = esseboom + heem = woonplaats. Ook de plaatsnaam Overasselt kan geanalyseerd worden als bestaaande uit Asle of Asselt – essenbos. In Ast afgeleid van Asch is het bekende collectief t- suffix aanwijsbaar = plaats waar essen staan vgl. andere namen als Berkt, Eekt, Boekt e.d. Het element ‘ - elen’ verwijst over het algemeen naar bosontginningen (Moerman 1956:29, Buiks 1988 dl.4:9, v. Berkel & Samplonius 1989:21).
ASSELENAKKER
Ex bonis d’Asselenecker 1421 (HH 127).
BAAN
z.o.: Kolfbaan, Speelbaan.
BAARS(KE) zie ook onder BORNE
Onder de prochie van Schijndel in den hoeck den Baers 1658 (RA 77 fol.40).
Een andere benaming voor het gehucht de Borne.
BAARSKE
Henrick Bogertscamp genoemt het Baersken 1596 (RA 58 fol.43v).
Grote BAARS
Den Grooten Baars 1754 (RA 160 fol.60).
Kleine BAARS
Onder den Borne ter plaetse in de Cleijne Baers 1741 (RA 103 fol.103).
BAARSDONK
Erf die Barsdonc tot den Haerbeempt 1430 (SS); die Lengenbeemt bij die Hodonc tussen die Aa en den Langen Beempt en strekkende van erf die Barsdonc tot de Haerbeempt 1430 (BP 1200).
Het element ‘bar of baar’ kan in relatie met de grondstructuur verwijzen naar gebarsten land (Verdam 587). Ook kan het afgeleid zijn van het mnl. ‘baer’= naakt, open, kaal of uitgeschuurde plaats (de Vries 24).
BAARSENAKKER
De Baarsenacker (CBP – RA 179 fol.207)
BAARSKEN
Eenen camp genoemt het Barsken 1618 (RA 64 fol.138v).
BAARSSTRAAT
Onder den Borne de (gemeijne) Baerstraet 1699 (RA 145 fol.6v)
BAARSVOORVELD
Een stuck teulants int Borsche Voorvelt 1653 (RA 77 fol.15); onder den Borne in Barsvoorvelt a.z. den Groenenwech 1690 (RA 93 fol.79v); het Baarsvoorveldt (CBP – RA 215 fol.131); ontrent den Huygenwilg genaemt Baarsvoorvelt (CBP – RA 215 fol.188); den Doornacker oft Baarsvoorvelt (CBP – RA 215 fol. 208); ontrent de Kercke in Baersvoorvelt 1729 (RA 101 fol.20).
BAASAKKER
Baasakker 1894 (NA) V.- C 2283 (b,w;-.37.20).
Mogelijk in eigendom (geweest) van Sebastiaan van Heertum, aldus kan 'baas' een vervorming zijn van Bastiaan.
BAKEL
Bakel 1861 (NA).
Waarschijnlijk in bezit (geweest) van Johannes van Bakel, geboren in 1846 in Schijndel.
BAKKENDIJK
Bakkendijk 1832 (kad) E 2125-2198.
De vraag is gerechtvaardigd of de Bakkendijk wel de juiste benaming is op de kadastrale minuutplans. Al eeuwenlang is in dat gebied de veldnaan ‘de Beuken’ gebruikelijk en we vermoeden dat de benaming ‘Beukendijk’ eerder in aanmerking komt.
BAKKERSHOEFKE
Drie stucken teulants met houtwasch onder Lutteleynde int Backershoeffken 1685 (RA 142 fol.91).
Afleiding van de beroepsnaam ‘bakker’ of een afleiding van ‘bagher, baggaert’= modder, slik. Deze benaming is ook bekend geweest als klot, moergrond. (Zonhoven-291). Komt overeen met de grondstructuur ter plaatse.
BAKKERSKAMP
Onder Elschot Backerscamp genoemt 1637 (RA 71 fol.155); een derde in eenen hooijcamp genaemt den Backerscamp groot int geheel twee mergen beide sijden den H.Geest van Den Bosch 1717 (RA 131 fol.175); Bakkerskamp 1836, 1879 (NA) A 32 - 40 (w;-.1.43).
BAKSDIJK
Wouter Bac van Broeckhoven bezat vroeger 5 buunder beemd in die Hautart tussen 't erf Berlaer en Bacsdijc 1406 (FS); seven morgen land genaemt Berlaer in die Hautart 1406 (BP 1184); een stuck beemd in Bacxhove aan Bacxdijck 1451 (BP 1221); die stege geheiten Baeckxdijck 1542 (RA 43 fol.43v); eenen dijck gemeynlick genoemt Baxdijck 1596 (RA 58 fol.57); eenen camp hoijlants met gerechtigheden en houtwas groot vierdalve mergen in de Bacxdijck, aen een sijde Peeter van den Acker en de andere sijde seeckeren wegh genaemt Bacxdijck 1703 (NA 7158/101); Baxdijk 1757 (J.W.); Baksdijk onder Elschot 1816 (GA 141 1/4683); Baksdijk 1832, 1834, 1875, 1886, 1986 (kad) (NA) V.- A 1303 (w,b;1.59.50), 1900-2112, 1910 (w;-.61.10), 1938-1940 (w,b;-.94.50), 1941 (b;-.16.80), 2066 (w;-.74.-), overpad langs de Baksdijk , 2052-2074-2084.
Uit een akte van 1406 blijkt dat de gronden ter plaatse eigendom zijn geweest van Wouter Bac van Broechoven, " 5 buunder beemd in die Hautart tussen't erf Berlaer en Bacsdijk". De dijk zal dus benoemd zijn naar Wouter Bac.
Kleine BAKSDIJK
Een kampken met een acker daeraen in den Klijne Baksdijck 1795 (RA 179); 1897 (NA) A 1994-1996 (w, hh, s;-.45.80).
Kleine perceeltjes grond gelegen nabij de Baksdijk.
BAKSDIJKKAMP
Bakdijkkamp 1875 (NA) A 1902 (w;-.64.20).
Ontginning nabij de Baksdijk.
BAKSHOEVE
Ex bonnario in Baxhove 1320 (HH 125); 1 ½ buunder beemd te Eirde in Bacshoeve 1399 (BP 1181); een huis erf hof en aangelag Baxhove in Delschot 1431 (BP 1201); een hoeve geheten Bacxhoeve in die Hautart 1451 (BP 1221); een buunder land in Baxhove 1501 (BP 1270); Baxhove 1507 (HH 133 - 9); camp landts genoempt Baxhoeve twee bunder landt aent Elschot 1557 (CvB 424); uit erfenis in Broeckhoven en uit Bacxhoven 1620 (HH 146 fol.9); het convent van den Uilenborghcamp in de Bacxhoef 1635 (RA 71 fol.44); 0,5 mergen groes hey en wey ondert Elschoth in Bacxhoeve 1662 (RvS fol. 46); ex Baxhoeve en in Broechoven 1714 (HH 162 fol. 9); land in de Bacxhoef 1750 (CvB 594); 1,5 kamp hooiland onder Elschot genaamd Bakshoef 1772 (NA 7165/103); ter plaetsche genaemt Bakschehoeff 1774 (RA 168 fol.6); eenen camp hooijlands genaamt Bakxhoeff groot ontrent drie karre hooijgewas 1781 (RA 171 fol.52).
Hoeve, in bezit (geweest) van Wouter Bac van Broechoven.
Dostları ilə paylaş: |