Ik leg mij in de handen van de hogere kracht.
Absolute wet. Alles wat groot is op een lagere trede wordt klein op een volgende hogere trede. Je kunt nog niet onderscheiden wat een hogere en wat een lagere trede is. Opeens ga je vooruit en kom je in een hogere trede, maar je weet het zo niet. Je ervaart het eerder als een lagere. Binnen een hogere trede voel je je klein. In een lagere groot. Je kunt beter een staart van AR”I zijn dan een grote rabbi op een lagere trede. Het is dus goed om weten dat als je je klein voelt je op een hogere trede bent beland. Mensen weten dat je hoger bent omdat je hoger komt qua kwaliteit van je innerlijke krachten.
Art. 27. Groot is de Schepper en slechts wie zich van binnen klein maakt zal Hem zien.
Groot is de Schepper, maar wie zich van binnen klein maakt zal Hem zien. Hoe kan een vereniging met de Schepper zijn, wanneer de mens ontvangt en de Schepper geeft? Als de mens zijn natuur tenietdoet, is er geen reden om van de Schepper afgezonderd te zijn. Dan is hij waardig om het licht Chochma te ontvangen en de Schepper te zien. Maar wie zich in zijn eigen Ik bevindt, verwijdert zich van Hem. Het zich verwijderen van of toenaderen tot de Schepper hangt af van de trots in de mens. Als hij dat tenietdoet, nadert hij de Schepper. Trots in volle mate, verwijdert de schepping van de Schepper. De mens dient de Schepper te verheffen en zichzelf te verkleinen. Hoe meer de mens zich verkleint tav de Schepper, hoe dichter hij Hem nadert. De mens moet zichzelf niet tav anderen vernederen, maar wanneer zijn omgeving hem zou vernederen, neemt hij zichzelf als de meest nietige waar. Slechts mensen kunnen aan anderen zowel het gevoel van eigenwaarde geven als een gevoel van nietigheid. De Schepper brengt ons in zulke lage toestanden waarin wij ons schamen. De Schepper doet dat opzettelijk om ons van overtollige trotsheid te behoeden.
In een brief aan zijn zoon gaf de grote kabbalist, Nachmanides (Mozes Nachmanides, Spanje 1194-1270), een verwonderlijk correctiesysteem dat ook vandaag nog actueel is in het spirituele werk.
‘Hoor mijn zoon, de instructie van uw vader en verloochen de leer van uw moeder niet. Praat tegen iedereen altijd kalm. Het behoedt je voor woede, een slechte eigenschap die mensen tot zondigen brengt’ {= het ontvangen voor zichzelf}.
Zoals onze Rabbi’s hebben gezegd: ‘Al wie in woede uitbarst is onderworpen aan de eigenschappen van de hel (Gehinnom)’: ‘Werp de woede uit uw hart en verwijder kwaad uit uw vlees’. Kwaad betekent hier Gehinnom: “…en de kwaadaardige is voorbestemd voor de dag van het kwaad”.
Eens u uzelf van woede hebt verwijderd, zal nederigheid in uw hart opwellen. Het is de fijnste van alle bewonderenswaardige trekken die er zijn. “De hiel van nederigheid is ontzag voor Hasjem”. Door nederigheid zal u ook tot het vrezen van Hasjem komen. Het zal er voor zorgen dat u altijd nadenkt over de kwestie: “waar kwam u vandaan en waar gaat u naar toe. Tijdens het leven bent u slechts een worm zoals na de dood”. Het zal u in de toekomst in herinnering brengen dat U door de Koning van Glorie zal beoordeeld worden: “Ziehier, zelfs de Hemel en de Hemel der hemelen kunt U niet bevatten. Hoeveel minder de harten van mensen!”: “Ben ik niet Degene die de hemel en de aarde vult? zegt Hasjem.’
‘Wanneer u aan al deze dingen denkt, zal u ertoe komen Hasjem, die u creëerde, te vrezen en uzelf te behoeden voor zonden en gelukkig zijn met al wat u overkomt. Wanneer u bescheiden handelt en bent tav iedereen; Hasjem en zonde vreest, zal de schittering van Zijn glorie en de geest van de Sjechiena op u rusten. U zult het leven van de Toekomstige Wereld verkrijgen!’.
‘En nu mijn zoon, begrijp en merk op dat om het even wie die tegen het Koningschap van Hasjem rebelleert, zich grootser voelt dan anderen omdat hij zichzelf met Zijn kledingstukken versiert
Waarom zou iemand trots voelen? Is het vanwege rijkdom? - Hasjem maakt iemand arm of rijk. Is het vanwege eer? - Het behoort Hasjem toe, zoals wij lezen, “Rijkdom en eer komen van U”. Dus hoe kan iemand zichzelf sieren met de eer van Hasjem?’.
‘En degene die trots is op zijn wijsheid weet zeker dat Hasjem “de spraak van verzekerde mensen en het verstand van de grijsaards zal wegnemen”!’
‘Aldus zien wij dat iedereen dezelfde is voor Hasjem, aangezien Hij met Zijn woede de trots neerhaalt en, wanneer Hij wenst, het lage verhoogt. Dus laat uzelf neer en Hasjem zal u opheffen!’
‘Daarom zal ik u nu uitleggen hoe u zich altijd bescheiden kan gedragen. Spreek te allen tijden zachtmoedig met uw hoofd gebogen, met uw ogen naar de grond kijkend en uw hart op Hasjem gericht. Kijk niet naar het gezicht van de persoon tot wie u spreekt. Beschouw eenieder grootser dan uzelf. Indien hij wijs of rijk is, moet u hem respect betonen. Indien hij armer is dan u of wijzer, beschouw uzelf dan schuldiger en waardiger dan u, want wanneer hij zondigt komt het door een dwaling, terwijl het uwe opzettelijk is’.
‘Beschouw uzelf in al uw handelingen, woorden en daden, als staande voor Hasjem, met Zijn Sjechiena boven u, want Zijn Glorie vult de hele wereld. Spreek met angst en ontzag zoals een slaaf die voor zijn meester staat. Handel met terughoudendheid tegenover iedereen. Wanneer iemand u roept, antwoord niet luid maar zacht en zachtmoedig, zoals iemand die voor zijn meester staat.
‘Thora zou altijd ijverig moeten worden geleerd, opdat u in staat zou zijn Zijn opdrachten te volbrengen. Wanneer u van uw leren komt, weerspiegel dan met precisie wat u hebt bestudeerd, om te zien wat u daarvan in praktijk kan brengen.
‘Onderzoek uw acties iedere ochtend en avond. Op deze manier zal iedere dag in teshuva (berouw) worden doorgebracht. Concentreer u op uw gebeden opdat alles aangaande de wereld uit uw hart verwijderen. Maak uw hart gereed voor Hasjem. Zuiver uw gedachten en denk na over datgene wat u gaat zeggen’.
‘Als u dit dagelijks opvolgt zal u niet tot zonde komen. Op deze wijze zal alles wat u doet juist zijn en uw gebed zal puur, helder, rein, toegewijd en acceptabel zijn voor Hasjem, zoals het geschreven staat, “Wanneer hun hart op U gericht is, luister naar hem.’
‘Lees deze brief tenminste eens per week en veronachtzaam niets daarvan. Volbreng het en bewandel, door zo te doen, voorgoed de wegen van Hasjem. Moge Hij gezegend zijn opdat u op al uw wegen zult slagen en de Toekomstige Wereld verdienen, die verborgen ligt voor de rechtvaardigen. Elke dag dat u deze brief leest, zal de hemel de verlangens van uw hart beantwoorden. Amen, Sela!’
Hij leidt ons naar een geleidelijk opgeven van onze natuur om de aard van de Schepper te verkrijgen. In alle laagdunkende toestanden dienen wij de Schepper te danken en te rechtvaardigen. De Schepper brengt de mens steeds lager, tot de menselijke trots in trots voor de Schepper overgaat. Wanneer de mens zijn allerlaagste toestand ondervindt, zal hij de afgrond begrijpen welke hem van de Schepper scheidt en Hem om hulp vragen. Wij moeten de Schepper gaan wensen, de wens gigantisch groot maken om steeds in verbondenheid met Diegene te blijven tot wie wij wensen te naderen.
Uit het Joodse wetboek: Kitsoer Sjoelchan Aroech
Men moet bij alles wat men doet steeds de bedoeling hebben de Hemel te dienen.
1. Onze geleerden, hun aandenken zij tot zegen, hebben gezegd [Berachot 63a]: Wat betekent de korte passage [uit Thora] waarop heel de Thora is gebaseerd? ‘Ken Hem op al je wegen’ [Spreuken 3:6]. Dit betekent dat zelfs al je verzorg je je eigen lichaam, moet je weten wie Hasjem is en dat alles wat je doet om Zijnen wille moet zijn. Zoals eten en drinken, het gaan en liggen, het zitten en opstaan, seksuele relaties en conversaties en alle lichaamsbehoeften moeten gezien worden alsof ze er zijn om de Schepper te dienen, of voor iets wat daartoe leidt.
2. Betreffende het eten en drinken. Het gaat hier natuurlijk niet alleen over verboden voedsel of drank, maar ook over toegestane dingen. Wanneer een hongerige of dorstige eet of drink en daarvan geniet, is dat niet lofwaardig. Tijdens het eten bedenkt men dat men dat doet om zijn krachten ten dienste van de schepper te versterken. Daarom moet men niet alles eten wat men begeert zoals een hond zou doen, maar alleen eten wat goed is voor zijn lichaam. Er zijn verdienstelijke mensen die, voordat zij beginnen te eten, zeggen: „Ik wil nu eten en drinken, opdat ik gezond en sterk zal zijn voor de dienst van de schepper, gezegend zij Zijn Naam”.
3. Betreffende het zitten, staan en gaan. Wij moeten natuurlijk niet in het gezelschap van spotters zitten, niet zoals zondaars staan of gaan waar slechte mensen komen. Maar zelfs in het gezelschap van oprechte mensen zitten, tussen tsaddiekiem {rechtschapenen) staan of de raad van serieuze mensen opvolgen is niet lovenswaardig als men dat doet om daar zelf van te genieten of zijn eigen behoeften te bevredigen. Ook dat moet men ten dienste van de Hemel doen. Als men er niet in zou slagen om zijn aandacht op de Hemel te blijven richten, moet men dat niet nalaten. Al doet men goede dingen voor zijn eigen behoefte, dan zal men ze uiteindelijk ook doen om Hasjem te dienen.
4. Hoe ligt men ten dienste van Hasjem? Wanneer men zich met de Thora en de mitswot {voorschriften} zou kunnen bezigen, maar in plaats daarvan gaat men lekker slapen, is dat niet juist. Ook moe van zijn werk en daarom gaan slapen is niet iets lovenswaardig. Men heeft de bedoeling om zijn ogen te laten slapen en zijn lichaam te laten rusten voor een gezond lichaam opdat iemands aandacht niet van Thora zou worden afgeleid wegens een gebrek aan slaap.
5. Hoe is dit van toepassing op seksuele gemeenschap? Natuurlijk mag men hier geen overtreding maken, de Hemel beware! Maar ook, wanneer men zijn periodieke verplichtingen vervult zoals de Thora die voorschrijft om zijn lichaam of behoeften te bevredigen of te vervullen, is dat iets afschuwelijks. Zelfs als men dat doet om zonen te krijgen die hem kunnen dienen en zijn plaats kunnen innemen, is dat niet iets lovenswaardigs. Men moet men zonen krijgen die de Schepper zullen dienen. Of men doet het voor zijn gezondheid en om de periodieke mitswah uit te voeren, zoals iemand die zijn schuld aflost.
6. Betreffende een conversatie, natuurlijk mag men geen kwaad spreken, roddelen, spotten of onbehoorlijke dingen zeggen. Maar zelfs al spreekt men over wijze dingen, moet men dit doen met de bedoeling om de Schepper te dienen, of voor iets dat daartoe leidt.
7. Hetzelfde geldt voor wie handel drijft of met arbeid zijn brood verdient. Het mag niet uitsluitend geld verzamelen zijn, maar om zijn familie te onderhouden; om tsadaka {liefdadigheid} te geven en zijn zonen groot te laten worden in de Thora. De algemene regel voor dit alles is dat een mens zich verplicht om zijn ogen en zijn hart te richten op wat hij doet en om al zijn daden en handelingen verstandelijk uit te balanceren. Merkt men dat een bepaalde zaak leidt ten dienste van de Schepper, doet men dat. Leidt het niet ten dienste van de Schepper, moet men het nalaten. Wie zich zo gedraagt, dient zijn Schepper voortdurend, zelfs wanneer hij zit, staat of loopt, wanneer hij handel drijft, eet, drinkt of seksuele gemeenschap heeft. Hij dient dan zijn schepper bij alles wat hij doet. Dit is wat onze geleerden, hun aandenken zij ons tot zegen, bedoelden toen zij schreven [in Avot 2:17]: „Al uw daden moeten gedaan worden om de Hemel te dienen”. Het was in dit verband dat de Heilige Rabbi [Jehoedah HaNassie] zijn vingers omhoog stak toen hij op sterven lag en sprak: „Het is U [G-d] onthuld en bekend dat ik deze [vingers] nooit voor iets anders gebruikte dan om de Hemel te dienen.” [Ketoevot 104a]
Eigenschappen die men zich moet aanwennen
1. Mensen hebben verschillende karaktertrekken. Sommigen zijn snel geïrriteerd en daardoor snel kwaad, anderen zijn rustiger van aard en worden nooit boos of zij worden het slechts een enkele keer. Sommigen zijn trots van aard, anderen nederig en bescheiden. Sommigen hebben zo veel en zulke grote behoeften dat zij nooit bevredigd kunnen worden; anderen zijn zuiver van hart en behoeven zelfs geen elementaire benodigdheden voor hun lichaam. Sommigen zouden zelfs met al het geld van de wereld nog ontevreden zijn. Zoals er staat geschreven [in Kohellet 5:9]: „Wie van geld houdt, zal nooit door geld bevredigd worden.” Anderen zijn reeds tevreden met een kleinigheid die eigenlijk niet volstaat. Zij rennen niet achter hun behoeften. Sommigen plagen zich zelf met honger om te sparen. Wat zij eten vinden zij zonde. Anderen spenderen met gemak al hun geld. Zo gaat het met al die eigenschappen. Er zijn vrolijke en sombere mensen, gierigaards en gulle mensen, wreedaards en barmhartige, zachtmoedige en enthousiastelingen, enz.
2. Een mens neemt best de gulden middenweg. Men moet niet andere dingen verlangen dan die welke het lichaam nodig heeft zonder dewelke men niet leven kan, zoals er staat [in Spreuken 13:25]: „De rechtvaardige eet totdat zijn ziel verzadigd is.” Men moet zich ook niet meer met zijn werk bezigen dan nodig om in zijn levensonderhoud te voorzien, zoals er gezegd is [in Psalm 37:16]: „Hoe minder een Tsaddiek bezit, des te beter”. Hij moet niet alles te krampachtig willen vasthouden, maar zijn geld ook niet nonchalant uitdelen. Hij moet wel tsaddaka - aan liefdadigheid – geven overeenkomstig zijn middelen en een gepaste hoeveelheid uitlenen aan wie dat nodig heeft. Hij moet ook niet overdadig vrolijk zijn, al te droevig of neerslachtig, maar altijd opgewekt, gelukkig en met vriendelijk gezicht. Zo is het ook met de meeste andere eigenschappen. Wie altijd de gulden middenweg bewandelt, wordt een wijs man genoemd.
3. Trots is een uitermate slechte eigenschap die men niet moet tonen. Wen je aan om bescheiden te zijn, zoals onze geleerden zeiden: „Wees zeer, zeer bescheiden.” Hoe kan men zichzelf trainen in nederig en bescheiden zijn? Spreek altijd vriendelijk. Houd het hoofd gebogen; richt de ogen naar beneden maar het hart naar boven. Laat iedereen belangrijk zijn in uw ogen, alsof hij groter is dan uzelf. Wanneer hij een groter geleerde is dan uzelf, dan bent u verplicht om hem met eerbied te bejegenen. Ook wanneer hij rijker is dan u moet u hem eerbied betuigen, zoals verteld in traktaat Eroevien 86a: ‘Rabbi [Jehoedah Hanassi] toonde eerbied voor de rijken.’ Bedenk dat Hasjem {HaVaJ”A} hem deze rijkdom schonk, dus moet hij dat wel waard zijn.
Wanneer de ander qua wijsheid of rijkdom op een lager niveau staat dan u, bedenk dan dat hij een groter Tsaddiek {Rechtschapene} is dan u, want wanneer hij een overtreding begaat, wordt dat beschouwd als een vergissing en een onvrijwillige overtreding. Maar u maakt de overtreding welwetend. Wie altijd zo denkt, zal nooit trots zijn en het zal hem goed gaan.
4. Ook boosheid is een zeer slechte eigenschap die men best vermijdt. Ieder moet zich inspannen nooit ergens kwaad over te worden, ook niet over iets dat misschien wel de moeite waard is om kwaad over te worden. Moet men boos zijn tav de kinderen, toon dat dan alleen uiterlijk om ontzag in te boezemen, maar blijf innerlijk ontspannen. In traktaat Berachot 29b zegt [de profeet] Eliahoe tegen Rav Jehoedah, de broer van Rav Sala de Vrome: „Wees niet vertoornd, dan zondig je niet. Bedrink je niet, dan word je niet tot zonden verleid.” En verder [Sjabbat 105b]: „Wie zich kwaad maakt is als een afgodendienaar. Allelei soorten Geihoniem of slechtheden regeren over hem, zoals staat geschreven [Prediker 11:10]: ‘Verwijder de boosheid uit je hart en daarmee de slechtheid uit je lichaam.’ Slechtheid is niet anders dan Geihinnom of hel. Zoals staat geschreven [Spreuken 16:4]: ‘Ook de booswicht is [bestemd] voor de slechte dag.’, want hun [manier van] leven is geen ‘leven’. Daarom moet men boosheid vermijden tot men zich nergens nog aan ergert, zelfs niet aan die dingen die ergerlijk zijn. Dat is de juiste weg, de weg van de Tsaddiekiem, die beschimpt worden maar zelf nooit iemand beledigen; die de smadelijke opmerkingen van anderen aanhoren maar daarop niet reageren. Zij handelen uit liefde en ondergaan hun lijden in blijdschap. Over hen [Sjabbat 88b] staat geschreven [Sjoftiem 5:31]: „Zij die Hem liefhebben zijn als de zon die als maar krachtiger wordt.”
5. Het is altijd beter te zwijgen of weinig te praten, tenzij men over de Thora praat of over zaken die voor zijn levensonderhoud belangrijk zijn. En zelfs over deze laatste dingen moet men niet te veel praten. Onze rabbijnen hebben reeds gezegd dat elke veelpraat zonden met zich meebrengt. Ook zegden ze: ‘Ik heb niets beter gevonden voor het lichaam dan stilte. Rava zei [Arachien15b ]: ‘Wat is de betekenis van [in Spreuken 18:21]: „Dood en leven zijn in de macht van een tong”? Wie het leven wenst is afhankelijk van een tong, wie de dood wenst is ook afhankelijk van de tong.’
6. Men moet zich niet overgeven aan grollen en grappen, noch aan droefheid of depressies, maar gewoon vrolijk zijn. In Pirkei Avot 3:17 staat: Frivoliteit en lichthoofdigheid brengen een mens tot ontucht. Men moet ook niet gierig of hebzuchtig zijn naar geld; droevig noch lui. Men moet er prettig uitzien, weinig met zaken bezig zijn tenzij met de Thora. Wees tevreden met het weinige dat men heeft. Aldus leert ons Pirkei Avot 4:28: ‘Afgunst, begeerte en eerzucht drijven de mens van deze wereld’. Vermijd het.
7. Misschien zegt iemand nu: „Omdat afgunst, begeerte, eerzucht ed. slechte eigenschappen zijn die en mens van deze wereld verdrijven, zal ik extra ver de andere kant opgaan. Ik zal vlees eten noch wijn drinken. Ik zal niet trouwen, niet in een aangename woning wonen en mij ook niet prettig kleden. Ik zal mij in een zak hullen, enz...”. Ook dit is verkeerd. Het is verboden zo te leven. Wie zo leeft is een zondaar. Er staat immers geschreven [Bamidbar 6:11] betreffende een Nazier: „Het zal verzoening voor hem doen omdat hij zondigde tegenover de ziel.” En onze geleerden, hun aandenken zij tot zegen, hebben gezegd [Traktaat Ta’aniet 11a ]: „Wanneer een <
Les 30. 28.04.05. Geld, het kwade.
Je naam door je ouders gegeven wordt van boven bevestigd. In je naam zit je hele weg. De mens kent een vrije wil. In je naam zitten de gevaren die een mens moet mijden of waarop hij letten moet. Het bevat onze bestemming die we verwezenlijken moeten. Christelijk of barbaars is onbelangrijk.
In de bib van de site zitten de boeken van AR”I; de echte kabbala. De rest is commercie. Ets Chaïm: ‘De boom des levens!’ is ons boek dat we moeten leren. In AR”I zit de redding, en nergens werd het vertaald. Kabbala is de geest van de Schepper. Religie komt uit de geest van de mens.
Geld vormt één geheel. Het is de belichaming van het kwaad en is het product van niet-gecorrigeerde mensen. Het kent geen analoog in de geestelijke wereld en is het moeilijkst te corrigeren. Het kwaad voedt zich met onze zondige gedachten, wensen en handelingen. Herken tijdig je gedachten voor het wensen worden. Het kwaad zuigt zich vast en voedt zich aan eigenliefde dat zich uitslooft om zich te behagen met niet-koshere dingen, onzuivere dingen. Het kwaad kan zich ook verkleden als goederik. Het maakt concessies wardoor je het gevoel krijgt dat je iets overwon, maar dan verplaatst het zich in subtielere dingen zoals geld. Wat is er verkeerd aan geld? Je kunt het toch aan armen schenken? Maar het geld wil je overwinnen en je tot slaaf maken. Willen we het eeuwige ingaan, moeten er ons van loskoppelen.
‘Heb de Schepper lief met heel uw hart, ziel en vermogen of bezit.’ Er is niets verkeerd aan geld verdienen, maar je mag er geen waarde aan hechten want je bereikt er geen vervulling mee. Pak het probleem zeer ernstig aan. Geld loslaten is prioriteit nr 1.
Einstein zei: ‘De mens gebruikt zijn denkkracht voor 2%.’ MP. vraagt zich dan: ‘Hoe kan hij dat nou weten? Waarom 2% en geen 3%?’ Adam viel in zijn waarneming, na de zondeval erg ver naar beneden. Er restte hem 2%. Het is Chala, een aandenken aan het vallen. Ook Chawa had deelgenomen aan zijn zondeval. Een Joodse vrouw die brood maakt, moet 1/50 van het deeg afknijpen en verbranden. Het is een groot mitswa indien uitgevoerd met de kavana om die zondeval te corrigeren; zegening; bewust het licht aantrekken. De Joodse wetten zijn de wetten van het heelal. Het kwaad wil dat je zondigt en aandacht besteedt aan het niet-reële. Besteedt geen aandacht aan je geldverlies zoniet leef je in het verleden of toekomst. Het is een meester die je doet leven. Ik zal ik zal ik zal… maar het gebeurt niet in het NU-moment. Als je geld aanbidt heb je al een meerster en redder, dan word je van boven geen redding meer gegeven. Je moet het kwaad niet kapotmaken want het is allemaal geestelijk. Trouwens de Farao is veel machtiger dan Mozes tenzij je met de kracht van de schepper gaat.
Men vroeg een kabbalist waar hij begraven wilde worden, maar een ware heilige heeft geen cent na te laten. Het kwade zal je evenwel influisteren om een prestigieuze of emotionele plaats uit te zoeken maar een ware heilige wordt nooit een groot religieus. Men kan Mosjes’ begraafplaats aanbidden, maar de man deed slechts zijn plicht. Het is kinderlijk om er een kerk rond te bouwen. Men zou op het graf kunnen leven. Afhankelijk van de overgave van de overledene kan er op die plek wel iets blijven hangen. Maar aan die energie heb jij geen verdienste. Het ebt bij jou weg zodra je de plaats verlaat.
Elke mens heeft in zich een ziel. Boven zijn hoofd bestaat nog een ziel, or makief, omringend licht dat voortdurend pusht om binnen te geraken. Werk eraan opdat het binnen zou kunnen komen. Bij zondige mensen zakt die ziel in onreine krachten. Ook de aura of or makief zakt zo mee naar beneden naar binnen, maar niet door hun verdiensten. Het zakt binnen hun ziel in plaats van de ziel en dan is er geen redding meer mogelijk. De redding zit in de aura. Bij aan geldverslaafden wordt de aura gebruikt, maar niets blijft buiten. Er werd gezegd: ‘Boosdoeners zijn bij leven reeds dood.’ Er is geen aura meer. Niets voedt hen nog. Aan de buitenzijde zien we alleen rijke lichamen maar binnen in de eeuwige context is niets. Het zijn mummies. Het aardse geeft hun leven. Investeer je in materie, krijg je materie. Maar je ware lichaam, vervulling, aura verbruik je. Bij je dood komen je eigendommen in andere handen en je zult er niets van rechtvaardigen. Alle zonden komen op rekening van de boosdoeners. Waar echte liefde is, is geen geld.
De 1° correctie: kabbalastudie. Telkens je dien (Li) voelt opkomen, tracht je meteen bij liefde en rechtvaardigheid (Re) aan te sluiten. Hier start elke correctie en je geestelijke groei. Dan werk je aan onthechten en ontkoppelen. Het komt als een partsoefje dat gaat leven van bepaalde van je correcties. Naar rechts leg je je als embryootje dan in het hogere. Beide, Li&Re moeten er zijn, maar genade moet er altijd een tikkeltje meer zijn.
Pesach.
Tijdens een Joods feest trekt je elk jaar krachten aan die een jaar blijven. Elk jaar opnieuw want je verandert de hele tijd. Door het fysieke huis te zuiveren met de kavana om ook ons binnenste te zuiveren, zuiveren we ook ons innerlijke.
De zonde wordt van boven gegeven. Waarom zondigen we om nadien dan heel veel berouw te hebben en voor het goede te kiezen? De uiterlijke beloning is dan veel groter. ‘Waar de zondaar staat die tot inkeer komt, kan geen enkele rechtvaardige komen.’ Oprechte inkeer ontvangt een erg hoge beloning. Met 40 jaar tsaddiek of rechtvaardige te zijn, bereik je minder dan de zondaar die tot inkeer komt. De zondaar breekt alles af en komt in een kuil binnen zichzelf terecht. Indien hij zelfstandig uit zijn dal zou kunnen kruipen, wordt het dal helemaal gevuld en bereikt hij de kroon van de Schepper. Wij hebben de kracht om de grootste rechtvaardige te overtreffen. Draag zonde. Er staat niet om de zonde te vergeven maar om ze te dragen. En dan zal de Schepper mij dragen. Tracht zoveel mogelijk op jezelf te leggen. Wees hebberig naar zonden van je vriend, vijand als je de kracht hebt, tot je de zonde van de wereld kan dragen. Hoe dieper je keliem worden, des te meer werk heb je, hoe meer licht ze hebben dat binnen kan komen. ‘Men geeft alleen het meest noodzakelijke.’ Als je je al goed voelt, laat men je van boven met rust. Je blijkt dan al een meester gevonden te hebben, zoals bv. je meester in geld vinden. In ‘NU’ heeft het kwaad evenwel geen greep op je. Met zelfsuggestie, positief thinking, bouw je niets op. Het gaat door tot de bom barst.
- o –
De indaling van het geestelijk licht. Geestelijke precessen. Vervolg.
Enkele principes.
Hoger kan betekenen kwalitatief hoger, ijler, sterker of hoog qua plaats. Een religieus leider is in de ogen van zijn volgeling hoog maar kan tav een kleine onbekende veel lager staan.
Het heelal wordt door de 10 sfirot bestuurt. Bekijken we porties sfirot, moeten we tegelijk naar plaats en kwaliteit kijken. Wat is kwaliteit? Als we te hoog gaan, moeten we terugkijken naar onszelf.
Waar komt het licht bij ons vandaan? Uit 1° onze ogen. 2° oren en neus. 2 gaten elk. Maar uit de geestelijke oren komt een dikker licht, verruwt, een soort stoom Hawé. Bij vingers in je oren hoor je lawaai. Geluid is een vorm van licht. Alles is opgebouwd uit 10 sfirot. Ogen komt overeen met de plaats Chochma. Biena met de oren. Malchoet van Biena is mond. Met praten komt ‘stoom’ kracht naar buiten. Chesed is vlakbij de mond. De Schepper bekijkt alles tegelijk. Ik herhaal dat het geen fysieke ogen of oren zijn maar krachten.
Een blinde kan hoger zijn dan een ziende. Napoleon was een kleine man waarvoor alle generaals trilden. Hij leefde niet voor zich zelf. Hij werd van boven aangesteld zoals alle grote leiders van boven worden aangesteld, ook Hitler. Geestelijk moeten wij een napoleon zijn om onze kwade krachten te overwinnen. Het komt allemaal van de schepper.
De nazi-dictatuur kwam aan de macht omdat het goede in die tijd verdrukt werd. Daardoor konden de vernietigers aan de slag. We riepen ze zelf op. Het uitverkoren volk, de Joden wilden geld verdienen. Ze hadden adoratie voor de Duitse cultuur. Mengelen, de schepper zelf, voerde de experimenten uit. Als we blijven leven voor assimilatie, geld, carrière, als de Joden gaan leven volgens de aardse wetten ipv voor het besturingssysteem van de ESK, loopt het altijd fout. Bewust de wet nalaten en zich naar het slechte keren riep ‘een’ redding op, hier in de vorm van Hitler. Alle Joden zijn absoluut met elkaar verbonden. Blijven de negatieve krachten overheersen 49%/51%, kan de wereld niet bestaan en komt er een nieuwe redding in de vorm van een nieuwe vernietiger.
WO II was een enorm tikoen of correctie qua krachten. De Schepper gebruikte de brains, de Duitsers om de Joden te corrigeren. Een gojim kan het licht niet ontvangen tenzij via een Jood. Bv. Microsoft. Wij gebruiken het besturingssysteem van Microsoft. Werkt het goed, hebben we geen probleem met Microsoft. Werkt het niet, komen we bij Microsoft aankloppen omdat we onder het toetsenbord niets van het besturingssysteem begrijpen. Zo ook kent de gojim het operationeel systeem OS niet van de Schepper. Ze doen wat aan religie. Maar werkt het niet, is iedereen tegen hun God. De Joden leverden niet genoeg inspanningen om het licht aan te trekken. Maar als ze het goed doen is 1 firma genoeg. Joden vormen een doorgeefluik voor het licht.
Les 31. 05.05.05
Kabbalisten willen het zwakke zenuwstelsel overwinnen. Ze willen zichzelf overwinnen en hogere methoden aanleren. We hebben nog geen keliem om te aanvaarden en te horen. Deze lessen zijn een innerlijke geestelijke beweging.
Over vragen stellen. Zie tek. 31 in bijlage over het correct stellen van vragen.
Bv. Een zakenman stelt zich de vraag hoe hij zich klein kan maken tav klanten.
Het is een variatie op hetzelfde. Als je vragen stelt vanuit het verstand, kan je eindeloos vragen stellen zonder vooruit te komen. Een vraag is een verstandelijk tekort om het operationeel systeem (OS) van het heelal te kunnen rechtvaardigen. Het zegt: ‘Ik heb nog geen kracht om te begrijpen wat er rond me gebeurt.’ Je kan bv. niet aanvaarden of begrijpen dat het OS een schurk als Hitler zijn gang kon laten gaan. Er is maar 1 oplossing. Je moet boven je verstand gaan. Geloven boven verstand. Als je de hogere aanstelling van Hitler niet rechtvaardigt, rechtvaardig je het OS van het heelal niet. Je moet het niet begrijpen. Hitler is een schurk die volgens wereldse wetten berecht moet worden.
‘Een ander vergeven’ is een verstandelijk proces (religieus of psychisch) om je lekker te kunnen voelen. Dan heb je er niets meer mee te maken. Maar de ESK schiep alles naar bestwil. Vergeef boven je verstand en begrijp dat alles goed is, ook Hitler en kom met het eeuwige in het reine. Ben je daartoe bereid, zal kabbala je alles geven. Alles valt onder het OS bestuur. Van boven komt absoluut niets dat niet eerder onderaan werd aangewakkerd!
Oorlog is een reflectie van onze innerlijke toestand. Het mag ons niet interesseren want het is mijn reactie. Al mijn schijnbare ellende is mijn reactie, mijn probleem. Wees in staat om het in absolute vreugde te zien zoniet schiet je tekort. Het is iets waaraan je kan werken; waaraan je moet werken, zolang je het OS van het heelal niet kan rechtvaardigen. Aanvaard! De Schepper is goed en doet goed. Punt! Het is boven het menselijke. Daarom moet je geloven boven het verstand.
Intelligentie is een probleem op je geestelijk pad. Je mag het gebruiken maar voor het geestelijke staat het in de weg. Het is macho, ego, een kick. Overwin je wens om intellectueel te zijn. Je kunt de Talmoed leren en de essentie toch niet begrijpen.
Bv.1 Een wijze Rabbi leerde zijn leerling 400 maal hetzelfde en nog begreep die niet. Hij vroeg zijn vrouw wat hij zou doen. Zijn vrouw adviseerde hem er mee te stoppen. Het staat zo in de Talmoed. Wat is zijn vrouw? Het is zijn verstand. Het is de vrouw in de mens. Zowel man als vrouw hebben een vrouw in zich. Het is het aards verstand. De Rabbi overwon zichzelf en legde het zijn leerling nog een 401° maal uit. De Talmoed zegt niet hoe het verder is afgelopen. Het is voor de Rabbi een tikoen, zijn correctie. De Rabbi begreep niet waarom hij dat doen moest maar het was zijn ziel die de incarnatie was van een erg lastige Rabbi. In een vorig leven pleegde hij een zonde en nu moest hij geduld leren oefenen. Dat moest hij corrigeren. Het intellectuele bedekt de waarheid, maar de waarheid is erg eenvoudig.
Men vroeg Freud op zijn laatste dag wat het nu allemaal was met die man en die vrouw? Maar hij wist het helemaal niet meer. De kleinste die met geloof werkt is groter dan het grootste verstandelijke genie. Ook de Kabbala is met eenvoudige dingen te begrijpen.
Een goede vraag is: ‘Wat moet ik doen om mij in overeenstemming te brengen?’
Als je iemand wil leren moet je de leerling tolleren en blijven uitleggen. **Waarom 401 maal?
Het gebed.
Wil je je verzoek ingewilligd zien, betrek het dan op anderen. Geef het gebed over iemand anders.
Malchoet heeft een gebrek aan licht. Het wil licht en richt tav Z”A een gebed, MA”N. Z”A gaat MA”N opbrengen ten behoeve van Malchoet. Hij krijgt van boven MA”D, vulling. Maar Z”A krijgt meer dan Malchoet aankan. Z”A krijgt maw ook een deel van de vulling voor Malchoet. Daarom, vraag voor anderen, dan ben je een medium. Doe het. Nadien zal je het begrijpen. Betrek de zwakkeren bij je gebed, dan wordt je gebed als eerste beantwoord. Het maakt je gebed veel zwaarder. Doe het buiten je verstand, want iets binnen je verstand doen wordt boven niet gezien.
Vb.2 Toen Abraham volmaakt werd kreeg hij een ‘hey’ in zijn naam, nl. Avraham, of vader van alle volkeren. De grote Rabbies begrepen hem evenwel niet. Ze trachtten hem te begrijpen binnen hun verstand. Avraham ging bv. naar Cara, buiten Israël. Daar waren ze lusitg op mooie vrouwen. Aan de grens loog Avraham over zijn vrouw en zei dat het zijn zuster was. Men zei dat de grote geen vertrouwen in de Schepper had. Hoe kan dat? Maar het is natuurlijk een geestelijk verhaal. Sara werd in de harem van koning Adimelach opgenomen. Nog voor hij haar kon aanraken sloeg de schepper hem met een ziekte en werd impotent. Zijn vrouwen konden niet baren. Als de koning zondigt, is zijn hele volk zondig. Toen had de koning een droom die hem vertelde om Avraham niet meer lastig te vallen, maar Avraham juist te vragen voor hem te bidden, want hij was zijn dienaar. Avraham gaf een inwendig gebed voor de koning om de koning en zijn vrouwen te genezen. Het direct volgende vers vertelt: ‘en Sara (verstand) de vrouw van Avraham werd zwanger.
De joden leren het maar begrijpen het niet. Betrek altijd 3 sfirotlagen bij het correctieproces. Er zijn altijd 3 sfirot aan de correctie verbonden, 3 hoogten. De laagste keert zich naar de hogere. De 2° gaat met dit gebed naar de hogere en de 3° geeft dubbele kracht Ejnsof aan de 2°, voor de 2° en voor de laagste sfirot. De 2° krijgt voor zich zelf het grootste portie want die kan meer hebben.
Kether is de hoogste. Hij is niet bang. Chochma heeft ontzag. Zij heeft niet de kracht om Kether te zijn. Zij heeft ook ontzag voor Biena. Elk sfira rechtvaardigt zijn bestaan. Elk sfira streeft met ontzag naar boven.
Alle ellende is zinvol.
In onze samenleving herdenken we bepaalde gebeurtenissen, vb. WOII, plechtigheden enz… Binnen het aards verstand mag men koppelingen maken. Menselijk gezien is het prachtig. Hoe genieten we toch van die dingen, maar kabbalistisch betekent het minder dan nul. Het is zelfs negatief. Aards verstand, moreel, moraal zijn uitvindingen van het ego. Je streelt het ego. ‘Hoe goed zijn wij toch!’ Het is een bedekkende vorm van goed. Het is selectieve gevoeligheid. Huil niet bij bv. een dode want je zondigt tegen het NU-moment.
Een grote Rabbi zei: ‘Ik zie de boeken. Ik zie mensen, maar de woorden hangen alleen in de lucht.’
Stel dat het de laatste dag van je leven is. Ook dan moet je alle kracht opbrengen en tot inkeer komen om boven het verstand te gaan. Maak je IK, ego, je ongeloof kapot. Geloof boven kennis. Geloof dat alle miserie goed is. Geloof gaat over in ervaring en dan ga je zien.
Josje: ‘Niemand komt in het ervaren van het geestelijke zonder eerst herboren te worden.’ Zelfs op de laatste dag van je leven kan je tot inkeer komen. Geloof of betrouw niet op jezelf maar op je hart en ziel en dan merk je plots dat je toch voortuit gaat. Zoniet sleur je andere mee in de diepte. God zit in jou. Maak je ontvankelijk om God in jou te ervaren. Hoe meer je alles rechtvaardigt, hoe dichter je de Schepper nadert.
Je verstand moet niet met je geloof meelopen, maar boven verstand betekent dat er meer geloof dan verstand moet zijn. In het Westen verkrachtte het verstand het geloof. Het Oosten vergooide het verstand voor het hart. In het Oosten kan en wil men de waarheid niet zien omdat zij pijn doet.
Elke gedachte die niet rijmt met de wetten van het heelal is een zonde. Het is zaad dat door je onreine krachten wordt bekleed. Het geeft leven. Ideeën die je vormt worden bekleed in een lichaam. Het worden maw krachten die zich in lichaam hullen en die van je krachten snoepen.
In het Oosten bouwde men allerlei beelden, waanzinnige ideeën, legendes, mythen, heldendaden, idolen… maar het is afgoderij die niet rijmt met de wetten van het heelal. Als je daar ten gronde aan werkt, breek je die omhulsels en gaan die ideeën van je weg. Ze maken plaats voor de realiteit. Afgoden en idolen moet je afbreken al is het pijnlijk. Het zijn antilichamen en waanbeelden door jou en je voorouders opgebouwd. kabbala breekt eerst alle omhulsels en leugens binnen ons verstand af.
Deuteronomium. Alle vermaningen.
Niemand begrijpt ze. De Thora zegt vermaningen. De Thora spreekt tegen de onreine krachten in de mens, tot de omhulsels, tot de waanideeën.
‘Maak geen beeld tegenover mijn gezicht.’ Het betekent: ‘Maak geen ideeën’, want ze kunnen niet afzonderlijk bestaan als jij er geen lichaam aan geeft. Het idee moet omhuld worden. Waanideeën krijgen een omhulsels door ze naar je toe te trekken, door er aandacht voor te hebben. Onreine krachten geven omhulsels aan waanideeën die je krachten wegzuigen. Als je het toch doet, gebeurt wat de vermaningen in Deteuronomium voorspellen.
Als de Thora spreekt over zegening, spreekt hij tegen de goede kant van de mens; tegen de IM die bereid is om te luisteren. Als een rabbi zegt om iets niet te doen, is dat opdat onreine krachten in jou geen kans zouden krijgen om je energie te ontnemen. Het gaat om eeuwig leven.
Alle zonden die de Thora verbiedt kan men door inkeer teniet doen, behalve één zonde, waar geen remedie tegen bestaat. Deze zonde bekoop je geestelijk met de dood. Met deze zonde verkrijgt of verspilt je eeuwige. Zie volgende les. De correctie is voor later. Het geloof moet groter zijn dan je verstand om het te kunnen vatten. Het is vandaag nog niet zo erg omdat we er ons nog niet bewust van zijn.
Richtlijnen voor het stellen van vragen zowel aan jezelf als aan je leraar
-
Vóór het stellen van een vraag dien je tav je beoogde vraag een innerlijke houding aan te nemen (= kavana) nl. die van een onvoorwaardelijke rechtvaardiging van het OS van het Heelal. Het moet een gebed zijn!
-
Je oriënteert je ‘boven verstand’. Het betekent dat tav je beoogde vraag je geloof je verstand overtreft en wees zeker dat je beoogde vraag niet van je aardse verstand of behoefte uitgaat.
-
Je vraag mag niet louter intellectueel zijn, weten om weten, maar om dichter bij je eeuwige doel te komen; om de Bron des Levens te dienen en Hem ermee behagen te willen geven; om ermee in overeenstemming te komen met de Wetten van het Heelal.
-
Het moet een vraag zijn die voor de overige cursisten niet vreemd in de oren klinkt. Zij moet dus enige bekendheid hebben met het onderwerp.
-
De vraag moet betrekking hebben op het onderwerp van de les of van de les daarvoor. In dat laatste geval stel je je vraag aan het begin van de les en niet tussen nieuwe aspecten.
-
Je beoogde vraag moet absoluut ‘uit liefde’ en ‘geloof’ komen. Zij moet opbouwend zijn; in geen geval uit een andere, negatieve en of destructieve neiging want dat is je ongeloof of om te tonen hoe intelligent je bent of om een cursist of leraar te kwetsen; aandacht naar je persoon te trekken of nog andere onkosjere motieven. Het ergste is je ongeloof!
-
Overweeg of het toch niet beter en verdienstelijker is om te zwijgen en zich te concentreren op het luisteren. Wat is voor je vooruitgang het meest waardevol: je mond openen of sluiten? Eén van de grootste wijzen aller tijde plachtte te zeggen: ‘Kol jamáj gadálti im ha-chochamiem, weló matsáti le-goef tov ela sjtieká’. Alle dagen van mijn leven werd ik grootgebracht onder de grootste wijzen en toch vond ik niets beters dan het zwegen.
-
Pas als je met 100% zekerheid weet en voelt dat je aan deze 7 voorwaarden voldoet, kan je je vraag stellen.
In de Joodse jaartelling is het nu, 2005 5765.
Les 32. 12.05.05 De zonde die alle andere zonden overtreft.
Een verhaaltje.
Ik volgde wat lessen in Jeruszalem. Ik was opzoek. Ik ging van Rabbi naar Rabbi, grote Rabbi’s maar kon nergens iets vinden zelfs niet in Amerika. Ik was helemaal wanhopig want Ik was niet jong meer. Ik wist dat het bestond maar kon niets vinden. Toen in Jeruzalem verwezen ze me naar ergens in een sloppenwijk in een talmoedacademie. Ergens in een verlaten klaszat een oude man, een oude Jood met grote baard. Zijn gezicht was onmenselijk. Het was niet om aan te zien. Ik keek hem aan en kreeg meteen koude rillingen. Ik voelde dat hij de ware kabbalist was. Net zoals wij ontzag moeten hebben voor de Schepper, zo moeten we ontzag hebben voor iemand die echt dicht bij de Schepper staat. Ik zei: ‘Rabbi, ik wil bij je leren.’ Hij had geen woord nodig. Hij antwoordde niet. ‘Ik ga niet weg.’ Mijn houding was van iemand die op het punt stond dood te gaan. ‘Ik heb alles meegemaakt. Leer mij.’ Hij mompelde Jiddisch. Ik praatte nog meer alsof ik terecht gesteld zou worden. Hij zag dat ik hopeloos was. Hij zei: ‘3 à 4 maal per week, intensief. 3h/sessie. 2 maanden. 50$/h. Er was geen klok te zien. Mijn vrouw studeerde in een orthodoxe omgeving. De man was niet aangekleed. Hij wist niet eens wat 50$ was. Hij droeg versleten kleren en schoenen. In die tijd kon ik mijn geldbeugel moeilijk openmaken. In de beste talmoedschool vroeg men immers 300$/m. Halverwege de les stelde ik een vraag over onze wereld. Toen stopte hij opeens. Er was geen contact meer mogelijk. Hij liet mij zien dat de les afgelopen was. Ik tril nog steeds als ik er aan denk. Maar niemand kent zijn naam. Toen ik nadien terugkwam vond ik hem niet terug. Er zijn onder dit volk grote mensen die wij niet kennen, die geen reclame maken; die de schepper zo lief heeft dat de Hij hen onbekend maakt. Alles wat populair is heeft geestelijk immers niets. Je schrikt van die man. Er zit liefde in en absoluut geen interesse voor deze wereld. Ik voelde mij niets in vgl met hem. Ik voelde mij als een bergzak. Ik kon mijn mond niet open doen.
Interpretatie zie bijlage.
In een Russisch Nazikamp werd een kleine oude Joodse Rabbi door een Nazibeul erg mishandeld. Op een bepaald ogenblik werd de Nazi moe van het mishandelen en de Rabbi suste hem in de trend van, rust maar even uit jongen, straks ben je weer beter. De Nazibeul kon deze onvoorwaardelijke liefde niet verdragen na alle wreedheden die hij hem had aangedaan. De Nazi knielde voor de Rabbi en gaf zich gewonnen.
Dit is een voorbeeld van een verhaal dat niet over onze wereld spreekt. De geschiedenis zoals ze zich in de fysieke realiteit afspeelde interesseert ons niet. Over wie spreekt Michaël dan wel? Welke krachten schuilen er achter de personages? Zij bedoelen iets wat een mens naar het hogere brengt. Zie volgende les.
- O -
De zonde die alle andere zonden, van boven gezien althans, overtreft.
Één zonde overdondert alle andere zonden. Haar corrigeren heeft het leven in zich. Het corrigeert alle jeugdzonden. Heb aandacht voor het feit dat het volgende absoluut niets vertelt over onze wereld!! Ga er niet licht overheen. Het klinkt in onze tijd belachelijk. Ben je bereid om het te horen? Sta je er voor open? Simplificeer niet. Wij begingen deze zonde in onze kindertijd allemaal, nl. het verspillen van je zaad op de aarde, telkens het niet van lichaam tot lichaam gaat maar gewoon op de grond. Het gaat hier niet over wereldse dingen want het geldt zowel voor mannen als voor vrouwen!! Ook een vrouw die zich zonder partner opwekt voor de geslachtsdaad met beelden of andere technieken begaat deze zonde. Het is absoluut intrinsiek verboden met het meest diepe; de 4 verbonden, ook het verbond van Jesod.
Adam was de eerste die God erkende. Adam was de eerste mens, clean, schoon. Het eerste wat hij deed was een geestelijke en fysieke zaadlozing, niet in Chawa maar op aarde. Wat is dat voor een zonde? Het is het grootste geheim. Stellen mensen een geslachtsdaad, winden ze zichzelf op, dan gebeurt er iets dat men door zijn verstand en fantasie opwekte. Maar geen enkele daad gebeurt beneden zonder ook correlaties met het hogere te hebben. Elke daad, elke geslachtsgemeenschap, psychisch en fysiek, met anderen of zelf opgewekt, creëert een bepaalde geest. Het is een kracht die omhoog gaat. Het is niet verkeerd maar het heeft geen lichaam. In zaad geloosd buiten een partner kan geen geest of ziel komen. In deze materie die ons omringt, in deze drager van de materie in de pure vorm kan geen geest of ziel komen. Een kracht moet zich altijd kleden in een lichaam. Het hogere kan zich omkleden in een andere kracht wat voor het hogere als een lichaam kan dienen, ook onzichtbare zoals heksen enz… Zaad is een levend iets al kunnen we het niet zien. Zaad in de grond geeft een boompje. Er zit kracht in en een geest.
Op het ogenblik de opwinding omhoog gaat, tracht de onreine kracht die in de wereld bestaat, de wens tot de hogere wereld te brengen. Lilit tracht het zaad een lichaam te geven.
Er bestaan goede mannelijke en vrouwelijke krachten nl. resp. Z”A en Malchoet. Zo ook bestaan er onreine mannelijke en vrouwelijke krachten op alle niveau’s. Zoals de 4 goede werelden Atsieloet, Brieaa, Jetsiera & Asieja, zo bestaan ook de 4 werelden van onreine krachten. Michaël praat er niet over omdat aandacht er voor hebben hen ook leven geeft. Zo brengen we die krachten in de wereld. Maar God schiep hen dus tav het andere. Wij moeten kiezen tussen goede en kwade krachten tot we de grote kracht in ons hebben. Dwz ons corrigeren, waadoor we kunnen gaan putten uit het hogere zodat het onreine onder ons blijft.
Het vrouwelijke element van de onreine kracht die ook gevormd werd om een mens tot het hogere te brengen, heet Liliet; de heks van alle heksen (licht).
Zodra een man zijn zaad lost zonder partner, geeft Lilit de vrouwelijke onreine kracht die geest die hieruit vrijkomt onmiddellijk een lichaam. Het omhult het zaad dat op de mens weerkeert. Het omhulsel waarin de kracht of geest zit, komt op jezelf terug. Dat gaat in jou leven en je gaat het dragen. Het brengt de geestelijke dood aan Adam en Chawa en aan onze generatie. We denken dat het alleen maar fysiek is, maar dat is het niet.
Jesod is niet gecorrigeerd. De onreine kracht maakt omhulseltjes die jij blijft dragen. Daardoor wordt alleen het kwade in de mens geschapen of opgebouwd. We blijven het dragen tot onze laatste snik. Dat is of wordt onze dood, ook in de volgende generatie. Dat is het absolute kwade in jezelf. Deze zonde overtreft alles, moordenaar, kampen enz… het gaat erover. Het is sterker dan genocide.
Een variatie op deze zonde is met een partner geslachtsgemeenschap hebben maar niet-oplettend of onachtzaam een deel van zijn zaad lossen en niet wachten tot de laatste druppel er uit is, die dan op de grond valt. Ook het vocht zelf moet men met dezelfde oplettendheid behandelen. Hier zit de sleutel van slagen of falen. Het is een mindere zonde.
Wat is correctie? Hoe kan een mens zijn zonde corrigeren?
De omhulling is het probleem. De geest op zich zit er in maar vormt geen probleem. Het is de omhulling die het probleem vormt en in de mens blijft leven. Men kan het niet corrigeren. Neem het op in jezelf en stop met zelfbevrediging.
In Jesod zitten de meest fijne energieën maar meest stoute krachten. Stop er mee. Heb steeds geslachtsgemeenschap van lichaam tot lichaam en mors niets. Ook bij orale seks is er vochtverlies.
Bidden: Schreeuw, verlang naar het zuivere. Boven is er een zuivere plaats vanwaar fijn licht komt. Dat licht kan de omhulsels openbreken. Hoe meer je daarnaar verlangt, hoe krachtiger het licht ze kan opbreken. De opzettelijke daad is 100% kwaad dat je leven ontneemt. Daarom moet je er aan werken. Daarmee ga je enorm snel vooruit. Hoe sterker je met het licht werkt, hoe meer je omhulsels je kapot maakt. Ga terug naar de pubertijd en ook vorige incarnaties. Men kan zich enkel corrigeren wanneer men innerlijk in gebed komt tot de wortel van de zonde. Het is Jesod. Daar zit ook de genezing van de zonde. Hoe lager de kracht komt, hoe sterker het licht dat nodig is om te corrigeren. Met deze correctie ontvang je het hoogst mogelijke licht.
Als het probleem zich enkel op niveau ogen of Chochma bevindt, kan je dat makkelijk kort weerkaatsen en corrigeren. Op het niveau mond vergt dat grotere weerkaatsing. Het stijgt nog verder in het hart en in Jesod vergt dat het hoogste licht.
Het is de steen des aanstoots. Wij zijn er klaar voor. We moeten het aankunnen. Als je je overgeeft aan de hogere kracht met het innerlijk verzoek ‘Ik wil het corrigeren. Dat het licht maar op mij af komt als een chemotherapie, dat al die antilichamen verbreekt van wat ik heb gedaan.’ Doe iets anders dan zelfbevrediging. Ga voetballen.
Vragen over dit onderwerp stel je best aan de hogere krachten.
Een mail die Michaël Portnaar van een cursist ontving.
Goedenavond,
Hieronder vind je een e-mailbericht dat ik net van een van onze cursisten heb ontvangen. Lees hem zeer aandachtig!!! Michael P.
"Alles is geestelijk in de kabbala.
Er wordt met geen woord over 'onze wereld' gesproken.
Niet alleen het verhaal over de Rabbi en de kampbeul maar ook het verhaaltje wat je daarvoor vertelde.
Je was op zoek naar het spirituele en kon dit nergens vinden. Totdat je in Jeruzalem kwam, de plaats voor die mensen die zich willen verenigingen met de Enig Scheppende Kracht.
Je vond Hem in een sloppenwijk - het innerlijk wat we tot nu toe verwaarloosd hebben. Pas als we het diepste punt genaderd zijn, de innerlijke schreeuw, gehuil, kunnen we Hem vinden. Hij sprak niet maar je voelde Hem wel. Pas toen je eigen stem - je ego gedoofd was kon je Hem horen.
Hij wilde je wel les geven maar dan moest je wel een grote som geld betalen.
een paar weken geleden vertelde je nog dat geld het grootste kwaad was.
Je kunt les bij Me krijgen als je bereidt ben om met al het kwaad wat je in je hebt, bij Mij te komen. Het was een groot probleem voor je om je portomonne te trekken, om je eigen kwaad onder ogen te zien.
In het tweede verhaal laat je zo mooi zien dat vechten tegen het kwaad absoluut zinloos is.
We kunnen het ego niet overwinnen door te vechten maar juist door te rechtvaardigen, alles te rechtvaardigen - doe maar rustig aan, rust toch even uit.
Door het rechtvaardigen geven we geen voeding meer aan ons ego en het ego buigt, knielt dan voor ons omdat het weet dat het overwonnen is.
Niemand kende Zijn Naam, men vertelde Zijn Naam niet.
Zijn Naam kan en mag niet uitgespoken worden, zodra we er een naam aan geven begrenzen we en Hij is oneiding. Hij is niet te bevatten en een naam geven is het bevatten.
Zodra je vragen stelde over 'onze wereld' stopte Hij. Zodra we in 'onze wereld' komen, verstomd Zijn stem. Dan kunnen we Hem niet meer horen.
Alleen in het geestelijke horen we Zijn Stem.
Dank je wel",
w.g.
Les 33. 19.05.05
Wat te doen, geestelijk bij een zieke?
We komen op bezoek; maken de groetjes over meer niet. Je mag er wel even aan denken maar niet te lang. We komen in zijn persoonlijke sfeer van iemand en dat moeten we niet doen. Breng hem innerlijk niet in verlegenheid door een protocol dat dan weer andere acties uitlokt. Probeer je niet te interesseren voor het leven van een medecursist. Doe het als regel.
De Joodse feesten.
De Joodse feesten komen overeen met krachten van het heelal.
Vandaag leven in de periode van Pesach Pasen, het feest van de uittocht uit Egypte. Bij deze uittocht zijn we nog niet gecorrigeerd, katnoet, kleine toestand. We kunnen de 10 sfirot nog niet allemaal ervaren. Voor de intocht in Egypte, in Israël bevond het volk zich nog in een embryonale toestand. Het was helemaal niet opgewassen tegen de egoïstische krachten. Na de uittocht uit Egypte brak een periode van 50 dagen aan die eindigt met Pinksteren of feest Tsjavot, wekenfeest. Tot Tsjavot heersen Dien en Gvoerot, strengheid. Nadien komen genade, Chesed, kracht Chassidiem.
Vanaf de 2° dag van Pesach tellen we elke dag tot 49 dagen. Elke dag komen er meer krachten binnen. Het is moeilijke periode want de gedachten, aspiraties… zijn nog wild. Wees voorzichtig en neem geen globale beslissingen. Versier niemand. Het is een fenomeen van katnoet en overkomt iedereen, religieus of atheïst. In de herfst bestaat er ook zo’n periode van 1 maand. Het is geen straf. De mens wordt er volwassen door. Het zijn slechts wetten van het heelal die we moeten gehoorzamen. Met katnoet ervaren we de strengheid terwijl alles nochtans volmaakt is en zich boven in sereniteit bevindt. Vraag niet waarom de wereld niet van mij houdt?!! Word ook niet indifferent maar rechtvaardig elke situatie en brengen Sjalom tussen die 2 krachten.
Met Tsjavot komt de tijd van Gadloet, grote toestand of de 10 sfirot kunnen ‘zien’. Het is een geestelijke toestand in de mens van samenvloeiing van krachten, bv. Z”A en Malchoet, man en vrouw, en ook in de mens, hoog en laag.
Genade chassidiem is het goede beginsel in de mens; gvoera gestrengheid is het slechte.
Vb. van de Nazi en de Rabbi. (zie vorige les) In de Kabbala spreken we altijd van 1 mens; nooit van groepen, rechtvaardigen en boosdoeners. Ze staan voor de scheppende krachten in de mens. Ze zijn heilig en eeuwig. Beiden zijn goed, de Nazi en de Rabbi, genade en strengheid. De nazi is evenzeer nodig.
De Thora spreekt altijd van 1 mens, 1 ziel. Mozes, Myriam, de farao… alles zit in 1 ziel. Onze wereld kent uiteraard parallellen. Bv. de Griekse mythologie, de personages van Sheakspear enz… zitten allemaal in 1 ziel. Als we die 2 niet in onszelf onderscheiden, bevinden wij ons nog in een prekabbalistische toestand; voor het geestelijke ontwaken en zijn wij innerlijk nog geen mens te noemen. Vleselijk lijken we erop maar die scheppende werkzame krachten missen we nog. We voelen het goed en kwaad nog. Jetser hara, (ra is slecht) is het slecht beginsel in de mens; Jetser tov het goede beginsel.
Een mens heeft de gestrengheid nodig. Zodra je denkt goed te zijn, ontstaat zelfingenomenheid en is er geen plaats meer om aan jezelf te werken. Je kan altijd nog beter worden. Men kan evenwel niet echt goed worden zonder niet ook het kwade te hebben doorgrond zoniet spreken we van naïeve goedheid. Zij heeft geen grond die vruchten dragen kan.
Enkel de mens ervaart chassidiem en gvoerot. Het is bovennatuurlijk. De beiden krachten heb je nodig. Blijf niet te lang in Gvoerot. Maak meteen de innerlijke beweging naar genade. Je begrijpt niet waarom je ellende ervaart, maar rechtvaardig meteen. Denk er niet logisch over na en wordt ook niet apathisch van alle tegenslagen. Daar zit de kracht van winst of verlies. Het geeft kracht en het wordt alsmaar makkelijker te doen. Een goede daad trekt een nieuwe goede daad aan. En omgekeerd, hoe meer je zondigt, des te lager donder je naar beneden. Je moet de ellende niet opzoeken. Ze komt van zelf.
‘En de tijd van ellende is aan Jacov gegeven want daaruit komt bevrijding.’
Jacov’s broer Esau wenste een directe beloning. Direct na de jacht wilde hij de linzensoep in de tent van Jacov; zo hongerig dat hij anders zou sterven. Jacov daalde in slavernij naar Egypte. Esau bouwde zijn koninkrijk op een berg, maar zolang je naar directe beloningen streeft bouw je niets op. Als je iets wil, moet je je wil tot rust brengen want daar komt anders alle ellende van.
Tsaràh, rà is slecht. Egypte is mitsrahim, benauwdheid. De letters omgekeerd wordt Tsrah ratsah of wensen. Uit je wensen kan ellende voortvloeien. Alles is met elkaar verbonden.
Maar opgepast, niets wensen, bv. van het probleem vluchten in lotushouding, is de linker zijde negeren. Zij gebruiken die de zijde Gvoerot, kwaad, gestrengheid niet. Men kiest er alleen voor genade. Ze zoeken naar Nirvana. De bedoeling is goed, maar ook dat is Tsaràh. Vroeg of laat ontwaakt zij toch. Zie beide onder ogen en leer er mee leven. Breng in elke situatie kracht op om gvoerot over te brengen naar chassidiem. Kan je gvoerot nog niet aan, geloof dan boven verstand en rechtvaardig naar de middellijn, links en rachts in de juiste proporties.
Links gvoera, is Esh, vuur, kracht uit ons ego, kwaad.
Rechts is de kracht van genade, water, sjalom rust vrede, heel.
Links heeft rechts nodig. Water blust een teveel aan vuur.
Rachamiem komt van rechiem, baarmoeder, barmhartigheid. Rechiem, resh 200, chet 8, mem 40 is 248 of het aantal voorschriften van de Thora. 248 is ook de naam van Avraham, volmaaktheid. Alles is met elkaar verbonden. In de baarmoeder zitten liefde, genade, geweldige kracht bij de bevalling. Gebed is gvoerot overhevelen naar genade. Men moet niet direct God om genade bidden om de problemen meteen te ontnemen omdat je keliem moet opbouwen.
De muziektaal is Italiaans. De geestelijke taal is Hebreeuws. Strubbel niet tegen. Breng het meteen naar het kamp van genade. Ik hoef het niet te begrijpen.
Vervolg Les 29. Het doordringen van het licht tot onze wereld.
De plaats waar alles gebeurt is makon. De Schepper is de plaats. Het hele bestuur van het heelal is 10 sfirot. Kether is alleen een skelet. Joed hey vav hey = 10+5+6+5=26. Er zijn nog geen aviejoet; er is nog geen vlees, geen ervaringen, geen verdichtingen. Ejnsof is slechts licht.
1° ontvangst is Galgalta.
2° ontvangst is A”B. Het gebeurt met minder kracht.
3° ontvangst is Sa”G. Het gebeurt met nog minder kracht naar
Het zijn telkens partsoefiem met een kwaliteit van resp. Galgalta, A”B en Sa”G (63).
A”B (72) is een voortbrengsel van Galgalta. Het is de eerste verruwing; 1° bekleding; 1° vulling met vlees. Het heeft iets extra; nl. vulling. Het is zoals de atmossfeer van de aarde; een extraatje.
Joed hey vav hey gevuld in A”B is een vulling met joed:Joed voluit = joed vav dalet.
He voluit = hey joed
Vav voluit = vav joed vav
Alles in de mens, alles in de wensen zijn variaties van de 5 partsoef. De sfirot zijn geestelijk, eeuwig en volmaakt. Elk sfirot bestaat uit 5 en zo verder tot in de eeuwigheid.
De 1° wereld is A”K. Het bestaat boven de taboer, zoals bij de mens boven de navel. Het wordt ter loops bestudeert omdat het er nog ijl is, zonder keliem.
De 1° straal Kether daalt af en raakt bijna onze wereld; tot de taboer. Op deze naam komt het oneindige licht met al de functies binnen. Verder dan taboer komt het licht niet omdat er geen krachten zijn; geen keliem, geen waarnemingsorganen. Als we onze keliem zouden opbouwen, zouden we merken dat we vol licht zitten. In de tijd van de tempel in Jeruzalem moesten we nauwelijks bidden omdat Z”A en Malchoet toen nog in verhouding waren zoals boven. Toch moest men bidden. Zelfs voor de zonde van Adam moest men al bidden. Een mens moet altijd vragen. Daarom zette de Schepper zijn volk op een klein land zonder iets, zelfs geen delfstoffen zodat men alleen maar aan Hem kond vragen.
Sinds de vernietiging van de beide tempels, (ze zijn niet stuk maar beschadigd) bestaat er geen kabbalist noch heilige meer omdat we geen kracht meer hebben. Als een mens gaat bidden volgens de ware formules, verheft hij zich tot Atsieloet. Maar na, zelfs de beste bidsessie, valt men weer terug naar zijn oorspronkelijke positie. Dat maakt het bidden niet waardeloos want in het geestelijke verdwijnt er niets. Het brengt van boven licht mee naar beneden.
Omdat we geen kracht hebben om hier licht van boven te ontvangen, bedacht de Schepper een systeem, een schema. Met een stapsgewijze verruwing van de krachten het licht zoveel als mogelijk naar beneden laten doorkomen. Binnen die wereld wordt de mens geschapen. Eerst moet het de verruwingsvormen doorgaan zodat er een mens in kan ontstaan. De mens is de kroon op de Schepping die tegenover de Schepper kan staan.
ה
|
ו
|
ה
|
י
|
י ה
ej h
10 + 5
|
ו י ו
v a v
6 + 10 + 6
|
י ה
ej h
10 + 5
|
ד ו י
d oe j
4 + 6 + 10
|
=
15
|
=
22
|
=
15
|
=
20
|
+
=
72
נ״ע
2 70
Beth Ain
Als het kind niet eet lijdt de moeder. Als een mens zich niet ontvankelijk maakt voor het licht, geeft hij ergernis aan de krachten van de hoge werelden. Als een mens stijgt door goed te leven en intensief aan zichzelf te werken, worden ook mama en papa opgebouwd. Eigenlijk hebben de ouders niets nodig maar toch bouwen de kinderen de ouder mee op en verblijden zij hen, zoniet is de Shiena in galod of de goddelijke aanwezigheid in ballingsschap. Men ervaart ze dan maw niet. De Shienba lijdt dat wij Hem niet kunnen ervaren. Als we ons 1 ogenblik zouden kunnen voorstellen hoe onmetelijk groot, kwalitatief hoog het geestelijke is, leggen we alles meteen opzij om het te gaan ervaren waarmee niets in onze wereld te vergelijken is. Alles hangt slechts af van ‘ons verlangen’. Verlang je, kan niets je nog kapot maken. Maar gestrengheid staat in de weg omdat je nog kracht hebt, want van boven is alles aan iedereen gegeven. Enkel de vurigste wens heb je nodig om je met het geestelijke in overeenstemming te brengen. Dat is het leven. Maar vandaag denk je nog dat iets uit de fysieke wereld je kan je verblijden. Wacht niet tot je niet meer kan. Een man moet leren nee te zeggen wanneer hij nog potent is.
Kether en Chochma kunnen niet onder de taboer komen. Biena, de kracht van genade, kan dat wel. Onder de taboer ontvangt men niet veel want we ontvagen er voor onszelf en in het geestelijke kan men niet egoïstisch ontvangen. Het is een zichzelf kosjer regulerend mechanisme. Maar van zodra men aanvoelt wat er gebeurt, verwerf men een toestand waarin men niet meer egoïstisch kan ontvangen. Je laat dezelfde structuur en krachten in je kerven waarbij je niet meer instaat bent te zondigen of voor jezelf te ontvangen. Een mens die zich corrigeert valt maar zal wel weer opstaan. Voor een nieuwe toestand hebben we immers nog geen kracht. Het is evenwel geen reden om te zondigen want men weet nu dat het je geestelijk doodt. Het absolute einddoel sijpelt door als druppels die stenen breken. Er is geen andere manier. Er is geen rust. Gebruik de Gvoerot en maak haar niet kapot.
De aard van Biena SA”G is om Z”A en Malchoet te geven. Het dringt door tot de parsa. Omdat er onder de parsa grote onbevredigde wensen van Z”A& Malchoet bestaan, komt er MA”N van beneden naar boven tot de parsa. Door de parsaconstructie kan een stukje van het hoge licht A”B dus verder naar beneden komen. Het is winst.
In het bovenste deel, in Atsiloet is de wereld van correctie. Tot daar, tot de parsa komt immers het licht. Daar ontvangen we al het leven. Het licht van de wereld Atsieloet blijft de keliem bestoken. Het wil altijd doorkomen want de begrenzing komt door de Schepping. Wij maakten ze. Daarna komt er een volgende ontvangst Z”A en dat komt helemaal naar beneden omdat de ervaring van biena hier al was.
Het hoge verstand bedacht om het licht even tot beneden te laten stromen. Als er geen kracht in de wereld bestaat om het te ontvangen, wordt het gebroken en worden de verbanden verbroken. De draadjes verbreken als we zondigen. Maar de ervaring was er plots wel. Men kan bv. uren theoriseren over een banaan. Eenmaal geproefd evenwel is de les geleerd. Om keliem te vormen moet je eerst proeven en het daarna weer weghalen. Dan kan je wat opbouwen. Een mens kan niet tot zijn volmaaktheid komen zonder te zondigen, al moet je het ook weer niet opzettelijk doen. Het aardse behagen hebben we allemaal al wel ervaren. Moeten we het alsmaar blijven herhalen? We hebben de smaak. 1 mannetje en 1 vrouwtje is genoeg en streef vanaf nu naar het hogere. Met verschillende relaties kom je toch nooit klaar. Laat het kleine orgaantje tussen je benen verhongeren, dan komt het tot rust. Hoe meer je geeft, hoe meer het wil. Geef daarom slechts het strikt noodzakelijk en niet meer.
Als ik AR”I leer, betrek ik bepaalde lagen van mij bij mijn studie. Hier in de les moet ik niet zitten zoals ik bij AR”I zit. Mijn taak is om iets over te brengen en door jouw barrières breken. De leraar geeft van het uiterlijk deel van zijn innerlijke mens. dat wordt op zijn beurt het innerlijk deel van de leerlingen.
Les 34. 26.05.05 De 4 AMA.
Kabbala in praktijk (KIP) betreffen regels over hoe men geestelijke aan zichzelf kan werken in de omgang met de buitenwereld. De HIZO is voor innerlijke zuivering. Uit het Joodse wetboek (een vervolg op HIZO) komen geestelijke wetten die een Jood moet naleven en verbinden met de lessen die we tot nu hebben gehad.
We zoeken soms krampachtig een partner omdat we niet alleen kunnen zijn, maar pas op dat de vondst niet leidt tot het einde van je geestelijk werk. Hawaja is je beste partner. De drang naar een ander kan verdwijnen als je geestelijk goed bezig bent.
De jonge AR”I.
Nog in de leer, had AR”I een leraar die zijn vragen ontweek en nooit met ja of nee antwoordde. Hij gaf AR”I een richting maar AR”I moest de inspanning van de oplossing leveren. Een mens moet zelf de antwoorden vinden. De leraar moet de richting geven maar de student moet vanuit zijn wortel bevestigd kunnen worden. Je moet niet zomaar de mening van je leraar aannemen. Je moet het verteren binnen jou unieke structuur van je ziel. Soms gaf zijn leraar hem opzettelijk een verkeerd antwoord om hem aan het denken en werken te zetten tot hij op de fout kwam. AR”I was toen al ver gevorderd in zijn werk uiteraard; hij was de waarheid waardig. Vaak werkte hij dan een week op een vers van de Zohar, maar met de uitkomst ontving hij een geweldige uitstraling. Bv de correctie van je ziel geeft je wortel explosieve antwoorden waardoor je weer andere verzen kan aanpakken.
De mens gezien vanuit zijn geestelijke aspiraties en doel.
Kenmerken van een mens volgens de cursisten:
-
De mens beschikt over en pakket egoïsme dat hij in het goede moet omzetten.
-
Een mens is iemand die het hoge licht kan ontvangen.
-
Mens kan gemis voelen, chesaron.
-
Een mens kan tevreden zijn, niet zoals een dier na het eten, maar ook bij gebrek aan fysieke dingen, eten drinken enz…
-
Bij gemis merken dat ik tekort schiet in mijn geestelijke ontwikkeling, omdat ik tegenover mij het volmaakte zie. Dit heeft een dier niet.
-
Een mens streeft naar het goede in zich zelf.
-
De mens houdt rekening met anderen. Dat is speciaal.
Een zeer speciaal kenmerk is andermans pijn sterker en heftiger kunnen voelen dan je eigen pijn. Wanneer je die pijn hoger dan je eigen pijn kan plaatsen, begint de mens. Het is bijzonder belangrijk om dit te oefenen want het zit niet in onze aard. Denk niet dat wij goed in ons hebben want alleen het licht is goed. Om dit te kunnen gaan ervaren is andermans pijn kunnen voelen en projecteren een belangrijke stap. Dit is een groot geheim. Kan je alleen je eigen pijn voelen, zit je in malchoet de malchoet, in je ego, in je gevangenis. De pijn van anderen aanvoelen betekent je ontvankelijk maken zoals je je voor het licht ontvankelijk moet maken. Je maakt er een keliem door; een speciaal waarnemingsorgaan. Omdat het van anderen komt, kan je er alsmaar meer van hebben en daardoor ook je keliem vergroten. Als je al de pijn en tekorten van de wereld in je op kan nemen, vergroot je behoefte aan gebed om vulling, remedie of medicijn.
Een verhaaltje.
Ik wandelde met mijn vrouw over de Kijzersgracht. Nog 20 meter voor me zag ik een dakloze gewikkeld in een deken mijn kant opgaan. Hij stonk geweldig. Althans, ik ben gevoelig voor slechte geuren. Het is mijn UM. Ik wilde meteen naar de overkant van de brug. ‘Maar zo zal ik hem kwetsen.’ dacht ik plots. Ik had het gevoel van zijn pijn en zei nee dat kan ik niet doen. Ik dacht aan de reden waarom hij niet normaal leven kon, want met een uitkering kan je toch netjes leven. En bij het opnemen van zijn pijn gebeurde iets verwonderlijk. De stank ervoer ik plots niet meer als hinderlijk.
OK, je voelt zijn pijn, maar moet je dan niet iets fysiek geven?
Op een regenachtige dag zag ik tegen een muur een bedelend heroïnehoertje hangen. Ze vroeg geld. We hadden een banaan in onze tas en gaf haar die maar ze gooide de banaan terug. Ik zag wel dat ze liever wat wilde om drugs te kopen. Ze vroeg iets waarvoor ik geen gevoel heb. Ik voelde wel haar pijn, maar om haar van haar pijn te verlossen moest ik iets anders geven. Natuurlijk moet je anderen geven, maar zo dat de ander het niet misbruikt. Maak het OS van het heelal niet corrupt.
Hoe gebeurt het geven en het overnemen van pijn?
Het is een bijzonder belangrijk gegeven. Het moet met de juiste intentie en kracht gebeuren. Je kan de pijn van anderen enkel overnemen als je er open voor staat. Als je dat doet, gebeurt er iets wonderlijks.
De pijnlijder bezorgt als het ware verdriet aan de Shiena, aan de goddelijke aanwezigheid. Wij zijn immers gemaakt naar zijn evenbeeld. De schepper wil dat wij ons ontwikkelen. Schieten wij tekort, doet dat ook de schepper tekort. Als je zo’n pijn overneemt, gaat die omhoog. Die pijn bekleed zich in mijn keliem en ik word een bepleiter bij de hogere kracht voor die persoon. Alhoewel ik pijn heb vraag ik niet om verlichting van mijn pijn. Mijn pijn trekt in mijn gebed zijn pijn omhoog. Ik vraag aan de hogere kracht omwillen van de anderen. Het is mijn MA”N, gebed, vraag. Er geldt een wet: ‘Als je vraagt om een ander krijg jij als eerste.’ Ik wek boven MA”D op; het antwoord. Maar omdat ik de opwekking veroorzaakte ontvang ik kwalitatief het dubbele; dubbele genezing, zegening op mij. Ik ontvang eerst de verlichting van mijn pijn in de mate waarin ik het nodig heb en het stukje voor de ander komt naar hem toe.
Wij voelen noch zien dat geheim maar niets verdwijnt in het geestelijke. Alle krachten komen toe aan zij die iets opwekten.
Krijgt die straatloper van mij dan een loon voor niets? Hij krijgt loon omdat ik de moeite nam om me voor hem open te stellen. Hij leverde geen inspanning. Het kan omdat wij boven allemaal met elkaar verbonden zijn. Een moeder geeft haar kind niet omdat het iets presteerde. Zelfs een stouts kind blijft zij geven. Zo ook gaat het met ons.
Je mag jezelf openstellen voor de pijn van anderen maar je mag niet zijn terrein penetreren. Het mag je niet interesseren. Ook dat is een wet van het heelal. Het berokkent je schade. Omdat wij
Dostları ilə paylaş: |