Preposiciones y posposiciones
Consolidación en los diferentes usos de las preposiciones. Regencias frecuentes: refuerzo y consolidación. Expresión de relaciones locales: naar / bij (con nombres de personas, profesiones o cargos) la expresión de relaciones temporales con preposiciones: diferencia entre (in een jaar, binnen een jaar, over een jaar) y adverbios de significado próximo tot / pas (hasta) (We komen tot volgend jaar niet terug. / We komen pas volgend jaar terug).
Revisión y ampliación del uso de de las preposiciones de movimiento, estado y tiempo.
-
Locuciones preposicionales habituales: construcciones lexicalizadas formadas por preposición + grupo nominal + preposición (in plaats van; in geval van; ten koste van);
-
Nombres, adjetivos, verbos y adverbios con preposición: tras nombres habituales: invloed op (Ze heeft een slechte invloed op haar zoontje), belangstelling voor (Hij heeft veel belangstelling voor kunst); tras adjectivos habituales goed in (Hij is goed in schilderen), dankbaar voor (Ze is dankbaar voor de hulp); tras verbos: genieten van (Ze genoten van de maaltijd), tras adverbios (Hij is weg van de filmster).
-
Posposiciones de uso frecuente, repaso y ampliación (niet ver hier vandaan), con door (we lopen het park door), con in (we rijden de stad in); insistencia en la diferencia entre la preposición y la posposición con verbos de movimiento.
Dostları ilə paylaş: |