In de tekst ‘Technical and Vocational Education and Training in Austria: training for the future, opportunities for life’156 worden de kernelementen benadrukt die deel dienen uit te maken van de beroeps- en technische vorming voor de toekomst.
Naast de praktische professionele beroepsvaardigheden dienen jongeren ook de volgende vaardigheden te verwerven: persoonlijkheidstraining, communicatieve vaardigheden, de competentie om in team te werken, flexibiliteit, bereidheid tot mobiliteit, en sociaal engagement. Om deze elementen te bevorderen zal het accent worden gelegd op:
het invoeren van training firms als een onderdeel van de opleiding in het hoger secundair; verplicht voor sommige, optioneel voor andere richtingen
wetenschappelijke projecten die in teamwork moeten worden afgewerkt in het laatste jaar
SITTAL: Simulated teaching, training and learning door het uitbreiden van de idee van de training firm naar alle types van het VET.
POTTAL: Project-oriented teaching, training and learning o.a. door het opzetten van technologiecentra waar de transfer van know-how kan gebeuren tussen onderwijs en bedrijf. Het uitvoeren van projecten voor bedrijven moet het praktijkgeoriënteerd leren bevorderen.
MATTAL: Media-aided, computer-based, web-based en video-based training, met het oog op meer geïndividualiseerde vormen van onderwijs en vorming en om beter te kunnen inspelen op de noden van de lerenden.
LATTAL: Language teaching, training and learning met het oog op internationalisering; o.a. het onderwijzen van beroepsgerichte vakken in een vreemde taal.
MOTTAL: Modularised teaching, training and learning. Een gedeeltelijke modulariteit zal uitgebouwd worden rekening houdend met de noden en behoeften van elke jongere en om doorstroming te vergemakkelijken.
COTTAL: Client-oriented teaching, training and learning. De leerlingen dienen geholpen te worden bij de uitbouw van hun individuele leertrajecten.
De leraar als facilitator, als raadgever en als coach; de nood aan aangepaste in-service training om deze functie op zich te kunnen nemen.
Het aanpassen van bestaande cursussen en opleidingen en het creëren van nieuwe.
Het bevorderen van kwaliteitszorg en het uitbouwen van de VET school tot een lerende organisatie.
Het uitbouwen van de VET-scholen als lokale of regionale onderwijs- en trainingcentra om beter bij te dragen tot de economische ontwikkeling.