Biochemische logica? Het brandje blussen?
Dr Thomas Levy, internist, cardioloog en auteur van het boek 'Vitamin C, Infectious Diseases & Toxins', legt het duidelijk uit.
“In de eerste plaats is goed aangetoond dat vitamine C in therapeutische doses antibiotische en antivirale capaciteiten bezit. Hoge concentraties blokkeren zelfs HIV, in de zelfde mate als farmacologische aidsremmers. Verder is het immuunsysteem volkomen afhankelijk van het spul. Maar de rappe levensreddende werking bij acute infectieziekten berust op het vermogen van ascorbinezuur om elektronen te doneren aan zogenoemde vrije radicalen.
Elke infectieziekte gaat gepaard met een gigantisch oxidatieproces. Het is dat proces, die brand zo je wilt, die het organisme uiteindelijk de das om doet. Ascorbinezuur doet in feite weinig anders dan het stabiel maken van die vrije radicalen. Als er voldoende elektronen worden aangeboden, in de vorm van massa’s ascorbinezuur, dooft de infectie en krijgt het immuunsysteem een faire kans om af te rekenen met de ziekmaker. Is de infectie mild, dan heb je betrekkelijk weinig ascorbinezuur nodig. Is de infectie heftig, dan moet je véél meer gebruiken.
Infuusflessen tegelijk. Je kunt het uitstekend vergelijken met een uit de hand lopend houtvuur. Niemand bestrijdt een flinke fik met een waterpistooltje. Je gooit er een paar emmers water op, of roept de brandweer erbij en dan pas dooft het. Dit is brugklas-scheikunde, geen ingewikkelde geneeskunde. Het is weinig sexy, je kunt er geen stoere referaten over houden en je verdient er geen Mercedes mee. Misschien dat collega-artsen er daarom zo moeilijk over doen".
Dostları ilə paylaş: |