Het beroeps- en technisch onderwijs in Duitsland verschilt grondig van dat in Vlaanderen. Het is een “duaal systeem” met ruime leerstages voor de leerlingen in de bedrijven en een nauwe samenwerking tussen scholen en bedrijven. In tegenstelling tot het algemeen vormend onderwijs, dat tot de verantwoordelijkheid behoort van elk van de 16 Länder, wordt de beroepsopleiding federaal georganiseerd en beheerd. Verder informatie kan gevonden worden op de website van het BMBF, het Bundesministerium für Bildung und Forschung (http://www.bmbf.de/).
Beleidselementen uit het Berufsbildungsbericht van 1 April 2003
Elk jaar stelt de federale minister verantwoordelijk voor beroepsopleidingen op 1 april een beleidsdocument voor – “Berufsbildungsbericht” – dat informatie geeft over het voorbije jaar en de nadruk legt op wat moet gebeuren.
Het meest recente rapport benadrukt de volgende uitdagingen voor het Duitse beroepsonderwijs:
het te lage aantal stageplaatsen in het bedrijfsleven (in totaal 572.227 wat 42.000 minder betekent dan in 2001); de stageplaatsen zijn echter van cruciaal belang in het Duits duale systeem
meer nadruk leggen op de competentiegerichte kwalificatiestructuur die beantwoordt aan de noden van de arbeidsmarkt
de totale ontwikkeling van de jongere binnen de beroepsopleiding vetrekkend van al zijn mogelijkheden
nadruk op sleutelvaardigheden: sociale vaardigheden, werken in team, onafhankelijk werken
meer actiegeoriënteerd leren, gecombineerd met leren vanuit praktijk en gericht op de toepassing van kennis en vaardigheden
verbetering van het niveau van de leerlingen die uit het algemeen onderwijs naar het beroepsonderwijs komen om de overgang te vergemakkelijken
ontwikkelen van profielen voor nieuwe beroepen en het updaten van bestaande profielen
vergroten van de permeabiliteit (flexibiliteit) van de leerroutes binnen beroepsonderwijs en vorming
meer modulaire systemen in de beroepsopleiding
meer mogelijkheden om vanuit beroepen door te groeien naar hoger onderwijs (naar een credit systeem in de beroepsopleiding!)
verhogen van de kwaliteit van beroepsonderwijs en beroepsopleidingen
stimuleren van de Europese en internationale dimensie van de beroepsopleiding
meer nascholing voor allen
speciale aandacht voor bepaalde groepen zwakkere jongeren en volwassenen
herziening van de wetgeving rond beroepsonderwijs en beroepsvorming, de Berufsbildungsgesetz (BBIG).
Volgens onderwijsexpert Dr. Ulrich Thünken zijn vier prioriteiten in alle Duitse Länder terug te vinden voor wat onderwijs en vorming betreft:
geven van meer autonomie aan de scholen
bevorderen van de samenwerking met het bedrijfsleven om goede stageplaatsen te vinden en de kwaliteit van onderwijs en vorming te verbeteren
verbeteren van de stageplaatsen in bedrijven; alle jongeren moeten voor 16 jaar een stage van twee tot drie weken lopen of kunnen dit langer doen als ze dit wensen
verbetering van de kwaliteit van de leraren; scholen kunnen nu leraren kiezen als ze dat wensen; het strakke statuut van de leraar ambtenaar wordt ietwat doorbroken.
Initïeren van innoverende projecten
Innoverende projecten in het onderwijs en de beroepsopleiding – soms Modellvorhaben, Einzelvorhaben of Versuchschulen73 genoemd – kunnen op twee manieren geïnitieerd worden. Enerzijds is er de BLK (Bund-Länder Kommission) en anderzijds nemen de afzonderlijke Länder initiatieven tot vernieuwing. Scholen kunnen zich aanmelden of worden soms uitgenodigd een project in te dienen. Er zijn ook dergelijke projecten op andere onderwijsniveaus zoals het hoger onderwijs en het volwassenenonderwijs.
De Modellschulen of Versuchschulen krijgen een speciaal statuut voor een bepaalde periode van 3 tot 5 jaar (soms zelfs langer), en krijgen bijkomenden middelen om te experimenteren met nieuwe vormen van leren, onderwijzen en besturen. Naar verluidt slaagt dit zeer uitgebreide systeem van experimenterende scholen er echter niet in om het cruciale probleem van de verspreiding of disseminatie van de resultaten van innovatie te bevorderen.
We wijzen er nog dat er in Duitsland verschillende Stichtingen actief zijn op gebied van onderwijs en vorming. Een van de meest bekende, die ook ruim wordt aangehaald in de studie van de OESO van 2003 “Networks of Innovation”, is de Bertelsmann Foundation74 met onder andere de INIS schools (International Network of Innovative Schoolsystems75).
De Bund-Länder Kommission (BLK)
Aspecten betreffende onderwijsvernieuwing worden bediscussieerd op het niveau van de Duitse federale regering en/of op het niveau van de regeringen van alle Länder. De BLK bundelt de reflectie van de twee op federaal niveau.
Voor wat betreft innovatie in onderwijs werkt de BLK met een reeks transregionale netwerken of programma’s die ongeveer drie tot vijf jaar lopen en die belangrijke innoverende impulsen willen geven aan onderwijs en vorming. Het initiatief wordt hier dus genomen door de overheid.
De grote programma’s en de daarbij horende concrete regionale netwerken of projecten krijgen financiële ondersteuning en wetenschappelijke begeleiding door een universiteit. Een zekere regelluwheid is eveneens van toepassing in sommige gevallen. Er zijn pilootprojecten zowel voor het lager en algemeen secundair als voor het beroeps- en/of technisch onderwijs zoals duidelijk blijkt op de website: http://www.eduserver.de/index_e.html Deze innoverende activiteiten en projecten spitsen zich toe op de hieronder vermelde gebieden:
verbetering van het onderwijs van wiskunde en wetenschappen
gebruik van media en ICT bij het bevorderen van het leren en onderwijzen
modularisering van cursussen
nieuwe leerconcepten in het duale onderwijs en vormingssysteem
verbetering van de kwaliteit van onderwijs en onderwijssystemen
nieuwe curricula
samenwerking tussen onderwijs en bedrijf in beroepsonderwijs en –beroepsvorming
culturele opvoeding in het computertijdperk
levenslang leren
innoverende bijscholing van leraren in de beroeps en technische scholen
ondersteuning bij het herstructureren van het hoger onderwijs
democratie leren en beleven
Er zijn ook afzonderlijke initiatieven voor het hoger onderwijs en voor de beroepsopleiding.
Scholen van alle Länder kunnen deelnemen aan deze prioritaire innoverende pilootprojecten. Op de website http://dbs.schule.de/blk_98.html is een overzicht te vinden van alle innoverende projecten op elk van deze gebieden. Tevens verschaft deze website toegang tot verdere informatie en details over alle projecten. De meeste projecten zijn in 1998 gestart en lopen tot 2003 of tot 2004. Al de grote prioritaire projecten, die zelf nog eens bestaan uit kleinere concrete projecten, worden wetenschappelijk begeleid, meestal vanuit universiteiten.
De goede-praktijkvoorbeelden die terug te vinden zijn in de BLK databank of op de websites van de afzonderlijke Länder, zijn minder goed uitgewerkt dan de voorbeelden van de AXIS databank in Nederland.
De zogenaamde “regionale leernetwerken” zijn meestal samengesteld uit 4 of 5 partnerscholen die rond hetzelfde thema werken en tussen elkaar innovatieve ideeën en toepassingen uitwisselen over hoe ze de vernieuwing en de verandering in de afzonderlijke scholen doorvoeren. Deze regionale netwerken hebben regelmatig contactvergaderingen en organiseren studiebezoeken bij elkaar76. Vanuit deze regionale leernetwerken wordt de innovatie verspreid naar andere scholen.
Overzicht van de BLK-programma’s77
Neue Lernkonzepte in der dualen Berufsausbildung (http://www.blk-bonn.de/modell versuche/neue_lernkonzepte.htm). Het programma behelst 24 projecten uit 14 Länder en richt zich tot beroepsscholen, instituten voor beroepsopleiding en tot instellingen voor de initiële opleiding en bijscholing van de leraren. Het hoofddoel is de kwaliteit en de efficiëntie van het beroepsonderwijs te bevorderen, door te werken aan innoverende vakmethodische aanpakken en de modularisering van de beroepsscholen. Nadruk wordt ook gelegd op het gebruik van ICT, van organisatieontwikkeling en van schoolorganisatie in verband met het invoeren van nieuwe leerconcepten.
KOLIBRI: Kooperation der Lernorte in der beruflichen Bildung (http://www.blk-kolibri.de/). 27 projecten uit 12 Länder zijn bij dit programma betrokken. Het programma werkt rond de volgende aspecten: ontwikkeling van coöperatieve concepten van curriculumverfijning, het ontwikkelen van procesbegeleidende beoordeling van sociale vaardigheden, modulaire aanpakken, integratie van praktijk in de vorming op school, aanpakken voor bijzondere groepen leerlingen, versteviging van samenwerking school en bedrijf.
Innovationen im Buildungswesen: Modellversuch Mokk@ (http://www.learn-line.nrw.de/ angebote/mokka/). Doel is het ontwerpen en ontwikkelen van modellen om de communicatie en de samenwerking te verbeteren op het vlak van ICT. Onderwerpen omvatten coöperatief leren met het Net, modellen voor synchrone communicatie, …
SINUS: Steigerung der Effizienz des mathematisch-natuurwissenschaftlichen Unterrichts
(http://www.ipn.uni-kiel.de/projekte/blk_prog/blkstefr.htm). Dit is een programma ter verhoging van de efficiëntie in onderwijs van wiskunde en natuurwetenschappen. Een netwerk van 180 scholen over geheel Duitsland werkt voor 5 schooljaren samen rond deze thematiek. Het project eindigt in 2004.
SEMIK: Systematische Einbeziehung von Medien, Informations und Kommunikationstechnologien in Lehr- und Lernprozesse (http://www.fwu.de/semik/index.html). Dit programma heeft tot doel de nieuwe informatietechnologieën ten dienste te stellen van de leer- en onderwijsprocessen. Het werd in de herfst van 2003 afgesloten. Informatie is beschikbaar op de website in het Engels. 24 projecten werden in de 16 Länder opgezet.
QuiSS: Qualitätsverbesserung in Schulen und Schulsystemen (http://www.blk-quiss.de/ frameset.htm). Een programma gericht op de verbetering van de kwaliteit van onderwijs door het stimuleren van vernieuwing en zelfwerkzaamheid. Het programma bestaat uit dertien subprojecten.
Innovative Fortbildung der Lehrerinnen und Lehrer an beruflichen Schulen (http://www. ipts.de/innovelle/inhalt.htm). Een programma ter bevordering van innovatieve bijscholing van leraren in de beroepsscholen. In totaal zijn er 23 pilootprojecten opgestart binnen dit programma.
Programme 21: Bildung für eine nachhaltige Entwicklung(http://www.blk21.de/). Dit programma bevordert de opvoeding op school tot duurzame ontwikkeling. Het is volledig geïntegreerd in de nieuwe tendensen binnen schoolontwikkeling. Het is gekoppeld aan de activiteiten rond Agenda 21 van de VN78.
EXIL-CLUB (http://www.exil-club.de/). Leerlingen worden uitgenodigd na te gaan welke schrijvers, journalisten, kunstenaars enz. in verbanning (Exil) leven in Duitsland en waarom. Dit project laat toe rond verschillende competenties en vaardigheden te werken: communicatievaardigheden, sociale vaardigheden, contacten met de buitenwereld en de wereld binnen de school brengen, burgerzin enz.
Demokratie lernen und leben (http://www.blk-demokratie.de/). Het doel van dit programma is op school een democratische cultuur te bevorderen, en democratie op school en daarbuiten leren ervaren. Daartoe worden de sociale instellingen en organisaties die rond de school werken, erbij betrokken.
KUBiM: Kulturelle Bildung im Medienzeitalter (http://www.kubim.de/indexie.html). Dit programma met 23 afzonderlijke pilootprojecten uit 13 Länder wil het gebruik van ICT bevorderen in de culturele opvoeding. De projecten werken rond kunst, cultuur, media en ICT. Er zijn afzonderlijke websites beschikbaar voor bijna elk van deze deelprojecten.