Basiselementen uit Ontwikkelingsplan Onderwijs en onderzoek: 1999-2004104
Uit dit beleidsdocument kunnen de volgende elementen worden gedestilleerd:
Algemene beleidselementen:
Het algemene doel is alle jongeren uit de ‘comprehensive school’ in het hoger secundair te brengen en ze te doen slagen op dit niveau.
Het hoger beroepssecundair onderwijs moet aantrekkelijk worden gemaakt.
De rol van het hoger secundair onderwijs dient versterkt te worden naar het eindexamen toe en naar het hoger onderwijs toe.
Hoger secundair beroeps- en technisch onderwijs moet degelijk voorbereiden op de arbeidsmarkt maar ook de toegang tot hoger onderwijs mogelijk maken.
De hervorming van hoger secundair beroepsonderwijs wordt geëvalueerd rekening houdend met het bereiken van de doelstellingen op het vlak van stages, beroepscompetenties en beroepsmobiliteit en aansluiting naar verdere vorming.
Het curriculum van de comprehensive school moet herzien worden in het licht van de maatschappelijke ontwikkelingen.
Speciale aandacht wordt gegeven aan de overgang tussen bepaalde klassen: tussen 2 en 3 en 6 en 7 en tot het laatste jaar (10).
De leerlingen moet de mogelijkheid geboden worden om individuele studieprogramma’s samen te stellen over de grenzen van afzonderlijke onderwijsinstellingen heen.
Het onderwijzen van een deel van het curriculum in een andere taal en het organiseren van onderdompelingcursussen voor talen op jonge leeftijd moet meer aandacht krijgen.
Bijzondere aandacht dient gegeven aan leerlingen in het beroeps hoger secundair die vakken in het algemeen secundair wensen te volgen.
De leerlingen moeten combinaties kunnen maken tussen studies in het algemeen hoger secundair en het beroeps- en technisch secundair als voorbereiding op hoger onderwijs.
De actieve rol van de lerende in het analyseren en opbouwen van de eigen kennisstructuur en het ontwikkelen van de eigen creativiteit is belangrijk.
De nadruk moet liggen op de leervaardigheden en op het ontwikkelen bij de leerlingen van zelfvertrouwen en het leren managen van hun eigen leven.
Speciale aandacht dient gegeven aan studie- en beroepskeuze om de hierboven vermelde mogelijkheden te ondersteunen.
Meer speciale voorzieningen organiseren voor leerlingen met speciale noden.
Met betrekking tot de leervormen en evaluatie:
Het verbeteren van de onderwijsmethodes om te komen tot ‘multiform’ (veelvormig) leren.
Work-based leren integreren als een essentieel onderdeel van beroepsonderwijs.
De evaluatie moet overal in alle scholen gelijk geschakeld worden zodat er geen verschil is in onderwijs, in het leren en in de bereikte resultaten over de scholen heen.
De permanente evaluatie van de leerling wordt meer en meer benadrukt.
Er moet meer nadruk gelegd worden op het evalueren van de startkwalificaties vanuit outcome assessment.
Veralgemenen of invoeren van skills tests of projecten op het einde van het programma om de competenties en vaardigheden vast te stellen.
Alle leraren dienen de basiskennis en vaardigheden te hebben om les te geven aan, en remediërend te kunnen optreden naar, leerlingen met bijzondere noden.
Aandacht voor de werkbelasting van de leraar is nodig om de werkomstandigheden te kunnen verbeteren.
Bijscholing organiseren van leraren en instructeurs (mentoren) die bij de on-the-job training betrokken zijn (voor 10.000 leraren!); zo mogelijk bijscholing voor de twee groepen (leraren en mentoren in bedrijven) samen.
Meer kansen bieden aan leraren om gedetacheerd te worden naar bedrijven.
Met betrekking tot de scholen:
In de ‘comprehensive school’ (vanaf 6 tot 16 jaar) ondersteunt de school en moedigt ze het individuele leren aan volgens de nood van elk van de jongeren.
Het model waarbij het curriculum door de school wordt gestuurd moet verdergezet en zelfs uitgebreid worden.
Pilootprojecten worden opgezet om naschoolse activiteiten in schoolclubs te organiseren.
Het bevorderen van samenwerking tussen onderwijsverstrekkers op regionaal vlak moet de regionale ontwikkeling te ondersteunen. Daartoe dient een regionaal netwerk van onderwijsinstellingen ontwikkeld te worden die een gediversifieerd aanbod van onderwijs en vorming garanderen voor alle jongeren.