Innoverende projecten in het onderwijs en de beroepsopleiding – soms Modellvorhaben, Einzelvorhaben of Versuchschulen73 genoemd – kunnen op twee manieren geïnitieerd worden. Enerzijds is er de BLK (Bund-Länder Kommission) en anderzijds nemen de afzonderlijke Länder initiatieven tot vernieuwing. Scholen kunnen zich aanmelden of worden soms uitgenodigd een project in te dienen. Er zijn ook dergelijke projecten op andere onderwijsniveaus zoals het hoger onderwijs en het volwassenenonderwijs.
De Modellschulen of Versuchschulen krijgen een speciaal statuut voor een bepaalde periode van 3 tot 5 jaar (soms zelfs langer), en krijgen bijkomenden middelen om te experimenteren met nieuwe vormen van leren, onderwijzen en besturen. Naar verluidt slaagt dit zeer uitgebreide systeem van experimenterende scholen er echter niet in om het cruciale probleem van de verspreiding of disseminatie van de resultaten van innovatie te bevorderen.
We wijzen er nog dat er in Duitsland verschillende Stichtingen actief zijn op gebied van onderwijs en vorming. Een van de meest bekende, die ook ruim wordt aangehaald in de studie van de OESO van 2003 “Networks of Innovation”, is de Bertelsmann Foundation74 met onder andere de INIS schools (International Network of Innovative Schoolsystems75).