slordig mens - flodder, flodderkous, kea, knoeier, lellebel, morsebel, ordeloze, slodder, slodderkous, sloddervos, sloerie, slons, slordervos, viespeuk,
slordig schrift gekrabbel
slordige vrouw del, flodder, floddermadam, kladdeboter, morsebel, sloddervos, sloerie, slons, sloor, totebel
slordigheid onachtzaamheid, haveloosheid,onnetheid
slordig iemand - sloddervos
slordig wijf - totebel, morsebel
slorp - opslurping
slorpen - lurken
slosse - notebolster, sloester
slot afloop, afsluiting, besluit, burcht, citadel, clausuur, coda (muz.), deursluiting, eind, eindcijfer, einde, end, ende, finale, finisch, grendel, grond, kasteel, knip, reden, saldo, sluiting, staart, stins, toestand, uiteinde, uitkomst, uitslag, vesting, zin
slot - zie ook, burchten, kastelen, vestingen
slot aan boek - fermoir, krap
slot bij Amerongen Zuylensteijn
slot bij Arnhem Rosendael
slot bij Bemmel Doornenburg
slot bij Boxtel Stapelen
slot bij Breda Wolfslaar
slot bij Breukelen Nijenrode
slot bij Deil Bulgersteijn
slot bij Delden 't Wickel
slot bij De Steeg Middachten
slot bij Doetinchem Slangenburg
slot bij Gorkum Loevestein
slot bij Haarzuilen De Haar
slot bij 's Heerenberg Bergh
slot bij Heino Nijenhuis
slot bij Lage Vuurse Drakensteyn
slot bij Loosdrecht Sijpesteijn
slot bij Muiden Muiderslot
slot bij Otterlo St. Hubertus
slot bij Renkum Doorwerth
slot bij Santpoort Brederode (ruïne)
slot bij Tegelen Holtmühle
slot bij Tiel Soelen
slot bij Vaassen Cannenburgh
slot bij Vorden Wildenborch, Hackfort, Onstein
slot bij Wijk bij Duurstede De Kieftenkamp
slot of burcht - kasteel
slot of einde - afloop
slot of kasteel - burcht
slot van een lied naspel
slot van een muziekstuk - coda, finale
slot van gebed amen
slotband - ligament
slotbewoner - burchtheer, drost, kasteelheer, kastelein, ridder, slotvoogd
slotconclusie - eindoordeel, eindresultaat
slotdeel van een concert of sonate - rondo
slotdeel van een lierdicht - epode, slot
slotdeel van een muziekwerk - finale
sloteffect apotheose
slotenmaker - smid
slotformule - amen
slotgedeelte - finale
slothaak - haaksleutel, loper
slotheer - burchtheer, drost, kasteelheer, kastelein, slotvoogd
slotklinker - eindklinker
slotletter - eindletter
slotnotering - eindnotering, slotkoers
slotopener loper, sleutel
slotplaat kram
slotplein binnenplaats, binnenplein, voorplein
slotrede epiloog, narede, nawoord, peroratie
slotsom apercu, beslissing, besluit, bevinding, conclusie, eindgevolg, einduitkomst, gevolg, gevolgtrekking, konklusie, overzicht, resolutie, resultaat, saldo, samenvatting, summarium, syllogisme, uitkomst, uitspraak
slotstrofe in afwijkend metrum - epode
slotstuk apotheose, finale
slotter - tuigage
slottoneel - apotheose
slotuil - kerkuil, torenuil
slot van een lied - naspel
slot van een gebed - amen
slot van miziekstuk - finale
slotvers districhon, epode, slotzang
slotvonnis einduitspraak, eindvonnis
slotvoogd drost, kastelein, slotheer
slotwedstrijd - eindstrijd
slotwoord amen, epiloog, narede, peroratie, slotrede,
slotzang eindzang
slotzuster - non
sloven - beulen, ploeteren, sappelen, tobben, wurmen, zwoegen
slover - zwoeger
Slovenië, hoofdstad van - Ljubljana
Slovenië, rivier in - Drava, Sava, Soca
Slowakije, hoofdstad van - Bratislava
sluier - floers, lamfer, mantilla, rouwfloers, voile, waas, wa, wade, wijl, wijle
sluier (Turks) - tsjadra
sluier of overkleed van een Arabische vrouw haik
sluiereffect - fäding, verpakking
sluieruil - kerkuil, torenuil
sluiervis - sluierstaart (siervis)
sluif dopje, foedraal, gleuf, groef, huls, kluut, overtrekje, vingerling, vingerovertrek
sluik - heimelijk, plataf hangend, gladaf, gladafhangend, (neer)hangend, ongemerkt, verholen
sluiken - smokkelen, verklikken
sluiker - smokkelaar
sluikerij - minnehandel, smokkelarij
sluikgoed - contrabande, smokkelwaar
sluikhandel - fraude, smokkel, smokkelarij
sluikhandel bedrijven - lorredraaien
sluikharigheid - lissotrichie
sluikswijs - heimelijk, steelsgewijs, stiekem, tersluiks
sluim - erwtenpeul
sluimen - gappen, loeren
sluimer - dutje, slaap, slaapje, tukje
sluimeren dutten, doezelen, dommelen, slapen
sluimerend latent
sluimerig dommelend, slaperig
sluimering - doezel(ing), dommel(ing), druil, dutje, gesluimer, hazeslaapje, middagslaapje, siësta, slaapje, somnolentie, tukje
sluimerrol slaapkussen
sluimerzucht - slaapzucht, slaperigheid
sluipdeurtje achterdeurtje, klinket, vestingpoor je, uitvlucht, winket
sluipen (mil.) - tijgeren
sluipend voortbewegen - kruipen, tijgeren
sluiper indringer
sluiphaven - vooronder
sluipkever - meelkever, meeltor
sluipmoordenaar bravo, doder, sniper
sluipmoordenaar bravo (It.), sluipschutter, sniper
sluippoortje - achterdeurtje, klinket, vestingpoortje, uitvlucht
sluipschutter - moordenaar, scherpschutter, sluipmoordenaar, sniper
sluipswijze - steelsgewijs, tersluiks
sluip, ter - verholen
sluipveest - kousevoeter
sluipvliegen - tachinidae
sluipwesp - dolkwesp, ichneumon, spinnendoder
sluis brug, doorlaat, duiker, kolk, rabot, schutkolk, sas, sluiskolk, spui, verlaat, zijl
sluis, deel van en - achterkar, broekbalk
sluis voor te ontwateren - verlaat
sluisbalk - slagbalk
sluisband - hoepel
sluisdeur - draaideur, ebdeur, sasdeur, schuifdeur, schutdeur, spuideur, valdeur, vloeddeur
sluisdeurtje rinket
sluisje in een dijk - doorlaat
sluiskamer - schutkolk
sluiskolk - sas, schutkolk
sluismeester - sasmeester
sluispoortje - sas
sluisteren - ontbolsteren, snoepen
sluistocht - vaarsloot
sluis voor schepen - doorvaart
sluiswachter - sasmeester, sasser, sessenier, sluismeester
sluiswachterswoning - sluishuis (Z.N.)
sluit alles in - al, geheel
sluit alles uit niets
sluit niets uit alles
sluitband hoepel
sluitband (judo) - obi
sluitbeugel haak, knip
sluitboom - afsluitboom, barrière, bout, hamei, klink, overval, sluitbout, spagnolet, staaf(nagel), stang,
sluitboom aan poort - klink
sluitbout - klink, overval, sluitijzer (vallend)
sluitdeel van een fles - kurk
sluitdeksel - klep
sluitdop - schroefdeksel
sluiten - aangaan, be(ëindigen), deftig, dichtdoen, dichten, dichtgaan, dichtmaken, dichten, eindigen, grendelen, knopen, luiken, opbergen, raken, statig, toedoen, treffen, wegsluiten
sluiten de ramen af - ruiten
sluiter in een leiding - kraan
sluitgesp - agrafe
sluithaak - gesp, klamp, spang
sluithaak aan boek - krap, slot
sluithaak voor boeken - klamp
sluithek met ijzeren punten - hamei
sluithoutje - wervel
sluitijzer grendel, klink
sluiting deksel, drukker, gesp, grendel, gulp, haak, hangslot, klep, klink, knip, knoop, luik, opheffing, rits, ritssluiting, schalm, slot
sluiting van brandkast - letterslot
sluiting van een broek - gulp, rits
sluiting van een deurklink - gek
sluiting van een jas - knoop, rits
sluiting van een kist - deksel
sluiting van een muziekstuk - autentiek
sluiting van een riem - gesp
sluiting van een toegang - hek
sluitkade - afsluitdam
sluitkool - boes, kabuis(kool), kopkool
sluitlusje - trens
sluitmand - sluitben
sluitmiddel - deksel, deur, deurknop, dop, espagnolet, frontmuur, gesp, grendel, kapsule, ketting, klep, klink, knoop, kroonkurk, kurk, lid, mousqueton, rits, slot, sluithaakje, sluitstang, zegel, zipp
sluitmuur - frontmuur
sluitnagel - sloopnagel, toognagel
sluitnota - handpolis, hoek, punt, slip, spits, spleet, split, tip
sluitprop - pakker
sluitrede epiloog, logisme, narede, ratiocinatie, redenering, slotrede, slotwoord, syllogisme
sluitrede, valse - sofise
sluitredenering - syllogisme
sluitregel - refrein, slotrijm
sluitschalm - beugel, harp
sluitspeld doekspeld, fibula, veiligheidsspeld
sluitspier - constrictor, maagpoort, maagspier, sfincter, sphincter
sluitstaaf van een raam espagnolet, spanjolet
sluitsteen sluitstuk
sluitsteen van een metsellaag - klesoor, klezoor
sluitstop van het bonigat - bom, spon
sluitstuk - bouterolle, finale, klep, sluitsteen
sluitstuk op een opening - klep
sluitstuk van een metsellaag - klesoor
sluitteken - punt
sluittoestel - grendel
sluitwerk - blind, espagnolet, espanjolet, grendel, haak, keg, ketting, klamp, klink, knip, opsluitwig, raamboom, schuif,
sluitwig, spanjolet, spie
sluitijzer - bout, fazel, grendel, klink, overval, schuif, sluitbout, sluitstang
sluizen - schutten
slum (Eng.) - achterbuurt, slop
slump - koersdaling
slungel bonenstaak, klungel, lange, lijs, lurk, schlemiel, sladood, slamier
slungelachtig persoon - lijs
slungelig - lijzig
slurf - pijpenla, slang, slorp, slurp, snuit, steegje, tromp
slurf van een hoos - trombe
slurf van een olifant - slop, snuit, tromp
slurfdier - Manmoet, olifant, proboscodeum, tapir
slurfdieren - rondoorolifant, slurfdragenden, soedanolifant
slurfdragende - slurfdieren
slurp slok, teug
slurpen - drinken, slobberen, slorpen, zuipen
slurpend opdrinken - opslurpen
sluw - achterbaks, arg, arglistig, artificieus, astutieus, betjoegd, captieus, doortrapt, gemeen, geniepig, geraffineerd, geslepen, gevat, gewiekst, glad, goochem, helder, leep, link, listig, loos, pienter, politiek, schrander, slim, slinks, snugger, uitgekookt, uitgeslapen
sluw en slim - leep en link
sluw meisje heks
sluw mens leperd, rat, vos
sluwe handeling - streek
sluwe kamerdienaar - figaro
sluwe kerel rat, vos
sluwe streek - list, reinardie, toef, treek, truc
sluwe tegenwerking - cabaal, complot, gekonkel, intrige, kuiperij, samenspanning
sluwe trek kneep
sluwe vondst list
sluwheid calliditeit, doortraptheid, finesse, geslepenheid, gewiekstheid, gladheid, leepheid, list, listigheid, loosheid, raffinement, reinardie, slimheid, slimmigheid, uitgeslapenheid
sluw iemand - leperd, rat, vos
slijk - bagger, blubber, dras, drek, flodder, goor, koolzaad, mergel, modder, moer, moeras, prut, slat, slib(ber), slik, vuil, vuilslat
slijkachtig - modderig
slijkgeus - contra-remonstrant
slijkgras - spartina
slijkgroen - limosella
slijkig - modderachtig
slijkspringer - springgrondel
slijkstroom - lahar, ribine
slijk uit sloot - slat
slijkvis - smeerling
slijkvulkaan - maccaluba, sals
slijm - mucus, spuwsel
slijm (Gr.) - muxa
slijm- of draadvorming in melk - leng
slijmachtig - pituitalr
slijmachtige stof uit een plant - salep
slijmbal - slijmerd
slijmbeursontsteking - bursitis
slijmdeel - fluim
slijmdiertje - amoebe, wisseldiertje
slijmen - pluimstrijken, strooplikken
slijmerig - glibberig, kruiperig, nederig, onderdanig, week
slijmerige klei - slemp
slijmerig vocht - kwijl, snot
slijmgezwelziekte - myxomatosis
slijmjurk - pluimstrijker, vleier
slijmlozing - expectoratie
slijmoplossend middel - salmiak
slijmprik - myxine
slijmstof - mucine
slijmvis - botervis, lomp, lump, magge, puitaal, rotvis, zeewolf
slijmvlies - mucosa
slijmvliesgezwel - poliep
slijmvliesontsteking - catarre, difterie, neuscatarre, (neus)-katar, neuscathar, spruw, zinkings
slijmvlok - fluim
slijmzwam - myxomycrtum, runbloem
slijpbewerking - honen
slijpen - aanzetten, fijnmaken, polijsten, scherpen, spitsen, wetten
slijphout - strekel
slijplak - grondvernis
slijpmiddel - abrasiet, amaril, diamantin, schuurpapier, slijpplank, slijpsteen, slijpzand, smergel, strekel, wetstaal, wetsteen
slijppoeder - amaril, slijpsel, smergel
slijpsel - slijppoeder
slijpsteen - amaril, wetsteen
slijpvlak - facet
slijpvorm van een diamant - baguette
slijtachtig - sleets
slijtage - afslijting, aftakeling, sleet, slijting, usuur
slijten - afdragen, afnemen, doorbrengen, leuren, oogsten (vlas), roesten, scenken, venten, verkopen, verminderen, verslijten
slijter - debitant, verkoper
slijterij - drankwinkel, saloon, wijnhandel
slijting - slijtage, vlasoogst
slijtplek - gaal, glee
smaad - affront, bejegening, belediging, beschimping, bespotting, eerroof, hoon, laster(ing), oneer, schande, schimp, sneer, spot
smaad tegen beter weten in laster
smaadschrift hekelschrift, libel, pamflet, schotschrift
smaadtaal - palinodle
smaak - aroma, eetlust, gastus, geest, genot, genre, goesting, goût, keus, kunstzin, lust, meug, mode, neiging, schoonheidsgevoel, trant, trek, voorkeur, welbehagen, wijze
smaak op kunstgebied - artisticiteit
smaakje - bijsmaak, toevoegsel
smaakknoppen, samenstel van - papil
smaakorgaan papil, tong
smaakstof essence, kruid, kruiden, specerij
smaakt best lekker
smaakvol artistiek, beelderig, beeldig, beeldschoon, bekoorlijk, charmant, chic, elegant, esthetisch, flatteus, fraai, fijn, geestig, honneponnig, keurig, lekker, liefjes, luisterrijk, modieus, mooi, onberispelijk, piekfijn, prachtig, sierlijk, snoezig, specieus, subliem, succulent, wonderschoon, zwierig
smacht, op de - lopen - klaplopen
smachten begeren, dorsten, haken, hunkeren, reikhalzen, smoren, snakken, vergaan, verlangen, wegkwijnen, (ver)zuchten
smachtend begerig, dorstig, kwijnend, langoureus, languissant, verlangend
smadelijk beledigend, honend, injurieus, kwetsend, onterend, vernederend
smadelijk bejegenen - beschimpen
smadelijke bejegening belediging, hoon
smaden beledigen, beschimpen, honen, kwetsen, smalen, verachten, vernederen
smadend - beledigend, honend, schamper
smak bons, buiteling, dreun, klap(zoen), plof, slag, val
smakelijk aangenaam, aanlokkelijk, aantrekkelijk, appetijtelijk, begeerlijk, fijn, heerlijk, lekker, perfect, savoureus, smeuïg, zalig
smakelijkheid - succulentie
smakeloos - banaal, boers, fade, flauw, laf, lelijk, ordinair, saai,
vervelend, zouteloos
smakeloosheid - lafheid, onsmakelijk, vies
smaken - bevallen, genieten, gouteren, gustatie, keuren, monden, nuttigen, proeven
smakken - dreunen, gooien, kwakken, mieteren, neergooien, neerkwakken, neersmijten, smekken, smijten
smakkerd - kus, zoen
smakwater - slagzee
smal bekrompen, benepen, dun, eng, fijn, gering, iel, klein, mager(tjes), nauw, onaanzienlijk, schriel, slank, tenger
smal bloembed - border, rabat
smal boordsel - bies
smal boordsel om hoed - kreel
smal bruggetje - kwaak, passerelle, plankbrug, steg, til, vlonder, vonder
smalbladig wollegras - lok
smaldeel - eskader, flottielje, onderafdeling, onderdeel
smaldelen - onderverdelen, splitsen
smal diep water - geul
smaldoek - vlag
smalen - beschimpen, honen, smaden, schimpen
smalend - schamper
smalende bejegening - ironie, kleinering, sarcasme, scherts, spotternij
smal en klein - nauw
smal en kort - klein
smal en puntig - spichtig, spits
smal en recht rank, slank, tenger
smal en slank - mager
smal en tenger - rank
smaler - kleineerder, sarcast, spotter
smal gewelf boog
smalhart - lancetvis
smal koord voor schoenen - veter
smal linnen - smaldoek
smal paadje - hazenpad
smal slootje grep, grup
smal stilstaand water - kreek, poel, slootje
smal straatje - doorloop, glob, slob, steeg steg,
smal stromend water - beek, sloot, spreng, vliet, waterloop
smal stuk hout lat
smal stuk ijzer - strip
smalstuk land - repel
smal stuk leer riem
smal stuk papier reep
smal stuk stof - strook
smal stuk textiel afzetband, biaisband, band, elastiekband, galon, lint, passement, tres, passement
smal water beek, grep, kreek, sloot, wetering
smal stuk weefsel - lint
smal tapijt - loper
smal toelopend stuk stof - geer
smal toelopende strook doek - geer
smal tuin- of bloembed - rabat
smal uiteinde - kapje, spits, timp, tip
smal vaartuig - kajak, kano
smal visnet - zegen
smal water - kreek, sloot, vaart, wetering
smal waterloopje - beek, beekje, geul, greppel, kanaal, kreek, sprank, spreng
smal watertje - sloot
smal weefsel - lint
smal weggetje - paadje, pad, steg
smal zeilschip klipper
smal zijvlak van een steen - streksmal
smalle band lint
smalle band rond een zuil - annulet
smalle bergpas - bergengte, engte, kloof
smalle bloemenrand - border
smalle brug vlonder, vonder
smalle diepte geul, gleuf, grebbe, grep, greppel, voor, vore,
smalle dikke beitel - schietbeitel
smalle doorgang bergpas, engte, gangpad, pad, pas
smalle doorgang in de bergen - pas
smalle doorgang op zee - straat
smalle doorgang tussen rotsen - canyon, kloof
smalle draaizaag - afzetzaag
smalle dunne lat - richtel
smalle gang - steeg
smalle groef - gleuf, sleuf
smalle hoge voetbrug - vonder
smalle houtbeitel - steekbeitel
smalle inham - kreek
smalle landverbinding istmus, landengte
smalle lange lap - reep
smalle lat tengel
smalle leest - wespetaille
smalle lichtstraal - laserstraal
smalle loopbrug - passerelle
smalle onderzeese rug rif
smalle ondiepte - gleuf, klip, mui, rif
smalle ondiepte langs het strand - zandbank
smalle ondiepte van verharde grond - klip
smalle opening gleuf, kier, reet, richel, sleuf, spleet
smalle opstaande rand richel
smalle plank van boven toegespitst - rachel, rafter
smalle plank lat, plint, rachel, rachter, tengel,
smalle rand of lijst richel
smalle reep stof - bies
smalle reep zijde - lint
smalle roeiboot - wherry
Dostları ilə paylaş: |