schutsheilige der jagers St. Hubertus
schutsheilige der kooplieden Martinius
schutsheilige der kruisvaarders Joris
schutsheilige der padvinders Joris
schutsheilige der schilders Lucas
schutsheilige der schoenmakers - Antonius
schutsheilige der smeden - Elois
schutsheilige der tandartsen Apollonia
schutsheilige der timmerlieden Jozef
schutsheilige van Amsterdam Nicolaas
schutsheilige van Ierland Patrick
schutsluis kolk, sas, spui, stuw, verlaat, zijl
schutspatroon beschermheilige
schutsvrouw beschermheilige, patrones
schutswacht - fylacterion
schutten afsluiten, afwenden, afweren, beletten, beschermen, insluiten, keren, opsluiten, sluizen, stuiten, tegengaan, tegenhouden, verhoeden
schutter - klovenier, musketier, onhandige, sagittarius, scherpschutter, schieter, stakker, stumper
schutter Sagittarius
schutteren - knoeien, stuntelen
schutter op wild - jager
schutters, oefenplaats voor de - doelen, schietbaan
schuttersvis - toxotes
schutterig klunzig, lomp, onbeholpen, onhandig, stuntelig, zenuwachtig
schutting - afbakening, afrastering, afsluiting, beschot, (om)heining, hek, planket, scheiding, schot, schutsel, stakt
schuur barak, berging, bergplaats, boede, boet, hok, hut, keet, korenschuur, kot, loods, silo, stal, veem
schuurbiezen - schaafstro
schuurborstel - draaischuier
schuurdoek - schuurlinnen
schuurklank - fricatief
schuurlinnen - amarilkatoen
schuurpaal wrijfpaal
schuurpapier, zeer fijn - botnul
schuurpoeder amaril, vim
schuursteen puimsteen
schuurtje - berghok, boet, hok, keet, kombof (buiten), kot, stal
schuur voor graan - silo
schuw - angstig, bang, beangst, bedeesd, beschroomd, bevreesd, bleu, eenkennig, erg, geweldig, ombrageus, ril, schichtig, schuchter, timide, verlegen, vrees, vreesachtig, wild
schuw dier - hert, hinde, ree
schuw roofdiertje - wezel
schuwen - mijden
schuwheid - schichtigheid, schuchterheid
schuw en slank dier - ree
schuw dier - fret, hert, ree, wezel
schuwen - mijden, ontwijken, vermijden, vrezen
schuw roofdiertje wezel
schwadronneren opsnijden, snoeven, pochen, uitsloven
schwung gang , kracht, vaart
schijf - damsteen, discus, end, geldstuk, moot, part, plak, snede, speeltuig (dammen), spoorwegsignaal, stuk, werptuig
schijfkwallen - scyphozoa
schijfraket - erucastrum
schijftol - gyroscoop
schijf vis - filetmoot
schijfvormig - platrond
schijfzwammen - discomycetes
schijn - aanzien, air, alsof, dekmantel, glans, glimp, klatergoud, kwasi, leuze, licht, maneschijn, mine, pseudo, quasi , reflex, schim, schijnsel, spoor, voorkomen, voorwendsel, waan, waas, zweem,
schijnas - sympodium
schijnbaar - alsof, bedrieglijk, denkbeeldig, kwansuis, kwanswijs, kwasi, loos, ogenschijnlijk, onecht, onwerkelijk, pseudo, quasi, verbeelden, virtueel, zogenaamd
schijnbaar bekeerde Moor of Jood - maraan
schijnbaar levensloze toestand - abiose, schijndood
schijnbare tegenstrijdigheid - paradox
schijnbeeld - begoocheling, drogbeeld, fantasma, fantoom, fatamorgana, hallucinatie, hersenschim, illusie, simulacre, spook, utopie, zinsbedrog
schijnbekleding - morisk
schijndood - abiose, asfysie, asfyxie, lethargie
schijnen - glanzen, gloeien, lichten, lijken, schitteren, stralen, verlichten
schijngestalte van de maan - fase, EK, LK, NM, VM
schijngevecht - schermoefening, spiegelgevecht, steekspel, toernooi, tournooi, wapenspel
schijngoud - doublé, semilor, similor
schijngras - blauwgras, zegge
schijngrond - pretext, sofisme, spitsvondigheid, voorwendsel
schijnheilig - beaat, bigot, dubbelhartig, effen, farizees, femelachtig, gehuicheld, geveinsd, huichelachtig, hypocriet, hypocritisch, hypokriet, kalm, schijnvroom, uitgestreken, veinsaard, verheerlijkt, vroomprater
schijnheilige - Beata, farizeeër, femel, femelaar, gluiperd, hypocriet, huichelaar, kwezel, tartuffe, valsaard
schijnheiligheid - beatisme, bigotterie, farizeïsme, hypoctrisie
schijnkrans - verticillaster
schijnmengsel - emulsie
schijnoorlog - manoeuvres
schijnrat - koeroero
schijnreden - drogreden, sofisme, voorwendsel
schijnredenering - schijnbetoog, sofisme
schijnsel - glans, glimp, gloor, licht, reflex, schijn, straalflikkering, straling, weerschijn, zweem
schijnsel van een lamp - licht
schijnspurrie - spergularia
schijnstoot - fint
schijnstrijdig - paradoxaal
schijnstrijdigheid - paradoxie
schijntje - halfhemdje, zier
schijnverpopping - pseudonimfose
schijnvertoning - enscenering, simulacre
schijnvertoon - bluf, humbug
schijnvol - voos
schijnvoetje - pseudopodium
schijnvrome - femelaar, huichelaar, kwezel, pilaarvrome
schijnvrome huichelaar - farizeeër
schijnvroom - hypocriet, onoprecht, schijnheilig
schijnvrucht - aardbei, ananas, botte, kalebas, kwee, moerbei, rozebottel, vijg
schijnvrucht van een roos - bottel, mispel,
schijnweerstand - reactantie
schijnwerper - spot, spotlight, zoeklicht
schijnwetenschap - filosofaster, filosofist, galantisme
schijnwijsgeer - filosofaster, sofist, sophist
schijnwijsheid - pedanterie, pedantisme, verwaandheid, waanwijsheid
schijnwijze - filosofaster, filosofist
schijnzedig - preuts, prude
schijnzedigheid - pruderie
schijnzwangerschap - mola
schijthak bij een paard - krab
science fiction - sf
scilicet sc., namelijk
Scilla-eilanden - Sorling
Scilly-eilanden, een der - Annet, Bryher, Gugh, Samson, St-Agnes, St-Martin’s, St-Mary’s, Tresco
scintillatie flikkering, fonkeling, schittering
sciopticon - projectielantaarn, toverlantaarn
sclereiïde - steencel
scopolamine - hyoscinum
scorbuut scheurbuik
score - stand, uitslag
scoren - doelpunten, doelpunt maken
scorpio schorpioen
scout – padvinder, verkenner
scouting - padvinderij
screenen - onderzoeken
sculpsit sc., sculps
scriba secretaris
scriban - schrijfkabinet
scribent - prulschrijver, schrijvelaar,
scrip - bewijsstuk,
scripsit scr.
script - manuscript, tekst
scriptie - opstel, verhandeling
scriptorium schrijfvertrek
scriphulariacee -
6 hengel
7 ereprijs, linaria, mimulus, nemesia
8 gratiola, ratelaar, veronica
9 aronsstaf, beekpunge, digitalis, helmkruid, limosella,
slijkgroen, stalkaars, verbascum
10 kartelblad, leeuwenbek, ogentroost
11 genadekruid, maskerbloem, mottenkruid, schubwortel
12 koningskaars
16 vingerhoedskruid
scrofelkruid helmkruid
scrofulose - klierziekte
scrotum - balzak
scrupule - gewetensbezwaar
scrupuleus angstvallig, gewetensvol, zwaartillend
scrutineren onderzoeken, uitvorsen, nasporen
scrutinium - onderzoek, stemmenverzameling
Seatslands, een der Amerikaanse - Cumberland, Edisto, James, Ossabaw
sculpsit - sculps, se.
sculptuur - beeldhouwkunst, beeldhouwwerk, snijkunst
seance - voorstelling, zitting
Seba, gastheer van de koningin van – Salomo
sec - dry, droog, naturel, naturel, onvermengd, onversneden, puur
secans sec., snijlijn
seceren opensnijden, ontleden
secessie - afscheiding
seclusie - uitsluiting
secondant helper
seconde even, moment, mum, ogenblik, sec, tel
seconderen bijstaan, helpen
secreet - ellendeling, geheim, kreng, lamstraal, mispunt, naarling, speeksel
secretaire - bureau, schrijfkast, schrijftafel
secretariaat -griffie, secretarie
secretarie van de Provinciale Staten griffie
secretarie van een rechtbank griffie
secretaris - abactis, geheim, schrijver, scriba
secretaris van Alexander de Grote -Eumenes
secretaris van een college -griffier
secretarisambt - secretarispost
secretarisvogel - slangenvreter
secretie - afscheiding
sectarische bijeenkomst - conventokel
secte -afsplitsing, gezindte
sectie - afdeling, insnijding, lijkopening, onderdeel, operatie
sectie verrichten - seceren
sector - afdeling, zone
seculair - honderdjarig, wereldlijk
secularisatie - verwereldlijking
seculier - wereldlijk
secundair - secondair, symptomatisch
secundair (geol.) Mesozoïcum
secundaire periode Jura, Krijt, Trias
secundaire waterkering - slaperdijk
secureren - beveiligen, verzekeren
secuur - nauwgezet, nauwkeurig, nauwlettend, stellig, stipt, vast, wis, zeker
sedatief - kalmeermiddel
sederen - kalmeren
sedert anno, gedurende, her, sinds, vanaf
sedert de schepping van de wereld - am
sedert de stichting van Rome 753 voor Christus - auc
sedert de 17e eeuw uitgestorven vogel dodo
sedertdien - nadien, sinds
sedert kort - kortelings, onlangs, zonet, zopas
sedes ontlasting (geneesk.), pauselijke stoel, woonplaats, zetel
sediment afzetting(sgesteente), bezinksel, neerslag
sediment van organische oorsprong - bioliet
sedimental klei, leem,
sedimentair gesteente - grind, klei, leem, zand, zavel
sedimentatie afzetting
sedimentgesteente - arkose, bauxiet, gneissegregatie
seductie verleiding .
seduisant verleidelijk, verlokkelijk
sedum - vetkruid
seef - bier
seffens aanstonds, dadelijk, direct
segment - geleding, metameer
segmentering - metamerie
segregatie afscheiding, afzondering, apartheid, ontmenging
segregeren afscheiden, afzonderen
segreren - filteren, zakken, zuiveren
seibel - bedrog, zwendel
seibelaar - knoeier, reut, zanik, zeur
seibelen - knoeien, teuten
seigneur - edelman, heer, sinjeur, sinjoor
sein - hint, signaal, teken, tip, wenk
sein dat er storm komt - stormsein
sein op een blaasinstrument - hoornsignaal
sein op trommel roffel
sein tot verzamelen - appèl
sein voor oplettendheid - attentiesein
sein voor vertrek - startsein
seinapparaat - seintoestel
seinen - berichten, signaleren, telegraferen, waarschuwen, wenken
seiner marconist, signalist, telegrafist
Seine-et-Marne, hoofdstad van het departement -Melum
Seine-et-Oise, hoofdstad van het departement -Versailles
Seine-Maritime, vissersplaats in het departement - Dieppe, Fécamp, Rouen
seingever starter
seingever bij de spoorwegen - signalist
seingever bij de telegraaf - manipulator
seinhuisje - cabine, seinpost, wachthuisje
seinlicht - fanaal, vuurbaken, vuurtoren
seinontvanger - receptor
seinpaal - semafoor
seinpost semafoor
seinschip adviesjacht
seinsleutel - morsesleutel
seinspiegel heliograaf
seintaal code, morse
seintje hint, raad, tip, wenk
seintoestel heliograaf, morsetoestel, seinapparaat, seinlamp, semafoor, telegraaf, telex
seintoestel aan de kust - semafoor
seintoestel op schepen - nautafoon
seintoren seinpost, semafoor
seinvlag - geus, pitsjaar, wimpel
seinvlag voor lettertekens - codevlag
sein voor vertrek - startsein
seizen - beleggen, vastbinden, vastsjorren
seizoen getij(de), herfst, jaargetijde, lente, moesson, najaar, passaat, tijd, voorjaar, winter, zomer
seizoenopruiming - uitverkoop
seizoenstalwoning - boe, boo
séjour - verblijf
sekreet - bestekamer, gemak
sekretaris - abactis, griffier
seks - erotiek
sekse geslacht, kunne, sexe,
sekslokstof - feromoon
seksualitiet - erotiek, sex
seksueel - erotisch, geslachtelijk
seksuele onthouding - continentie
seksuele opwinding - afrodisie
seksuele reinheid - kuisheid
seksuologie - geslachtsleer
sekt - champagne
sekte - aanhang, darbisten, gezindte, geloofspartij, kaste,
sekte betreffend - sektarisch
sektegeest sectarisme, sektarisme
sekuur - nauwgezet, nauwlettend, stellig, stipt, zeker, zorg
sekwester - opsluiting, sekwestratie
sela - pauzeteken, rustteken
seladon zeegroen
selderij - apium, eppe, juffrouwmerk
select uitgekozen, uitgelezen, uitgezocht, uitverkoren
selecte groep bloem, elite, puik, upperten
selecteren - scheiden, schiften, uitzoeken
selectie - elite, keur, keuze, selektie, teeltkeus, uitkiezing
selectief uitkiezend
Selene maan(godin)
seleniasis - maanziekte
seleniet maansteen
selenium se., seleen
selenografie maanbeschrijving
selenotypie - chaostypie
selfmade man autodidact
selve - salie
selve, wilde - wilgenroosj
Sem, afstammeling van - Arabier, Israëliet, Semiet
Semasiologie - semantiek
semester halfjaar
semestraal halfjarig
semestrieel halfjaarlijks
semi - half
semilor - halfgoud
semiologie - symptomatologie
Semitische godheid - El
Semitische talen Arabisch, Aramees, Assyrisch, Babylonisch, Ethyopisch, Ethiopisch, Fenitisch, Hebreeuws, Punisch, Syrisch
Semitische talen, kenner der - Semitist
Semitische talen, wetenschap der - semitistiek
Semitische volken - Phoeniciërs
semmel - geteem, gezanik, gezemel
semmelen - brommen, dralen, mopperen, talmen, temen, treuzelen, zeuren
Semnonen - Alamannen
semper - steeds
semper crescendo - aanzwellend
semper virens - altijdgroen, immergroen
senaat s., senatus
senaat, lid van de - senator
senaatsbesluit - senatus-consult
senang - lekker
senatus - senaat
Senegal, deel van - Cap-Vert, Casamanca, Diourbel, Fleuve, Sine-Saloum, Thiës
Senegal, eilandje behorende bij - Gorëe
Segal, hoofdstaf van - Dakar
Senegal, stad in - Diourbal, Kaolack, Saint-Louis, Siguinchor, Tambacounda, Thiës
seneplant cassia
senestruik - senne
seniel - afgeleefd, afgetakeld, aftands, kinds
seniel zijn - seniliteit
seniele aftakeling ouderdomszwakte
senior oudere, sr., oudste
sennhut – berghut, herdershut
senor - mijnheer
sensatie beroering, beweging (alg.), gevoel, gewaarwording, indruk, ontsteltenis, opschudding, opwinding, opzien, spanning, verwondering
sensationeel enerverend, opzienbarend, opwindend, spannend
sensibel aandoenlijk, gevoelig, voelbaar, waarneembaar
sensibiliteit - gevoeligheid, prikkelbaarheid
sensualisme - zinnelijkheid
sensualiteit - geslachtsgenot, zinnelijkheid
sensueel wellustig, zinnelijk
sent gording, lijst
sententie - kernspreuk, uitspraak, vonnis, zedespreuk, zinspreuk
sententieus - bondig, kernachtig, leerrijk, pittig, spreukmatig
sentiment - aandoening, gevoel, gevoelen, mening, opinie
sentimentaliteit - gevoeligheid, weemoedigheid
sentimenteel (over)gevoelig
separaat - afgescheiden, afzonderlijk, apart, gescheiden, gesepareerd
separatie afscheiding, scheiding
separator (zuivelber.) - melkontromer
separeren afzonderen, scheiden
sepia inktvis, octopus, poliep, verfstof
sepositie - sepot
seppoekoe - harakiri
sepsis rotting
september herfstmaand
septennaal - zevenjaarlijks
septicaemie - sepsis
septictank rottingsbak
septik(a)emie - bloedvergiftiging, ettervergiftiging
septine - leidtoon
septum koorafsluiting
septum nasi - neustussenschot
sepulcrum - graf
sequeel aanhangsel, gevolg, toebehoren
sequens kerkgezang, seq:, volgend(e)
sera bloedwater
seraf(ijn) engel
serail - harem
Seram, bewoner van - Alfoer
Serawak, hoofdstad van - Kuching
sereen helder, kalm, klaar, louter, luchtig, ongerept, onbewolkt, ongesoord, puur, rein, zuiver
serenade - muziekhulde, muziekhulde, zanghulde
sereniteit - helderheid, kalmte
sereus - waterachtig, waterig, weiachtig
sergeant - lijmklem, lijmknecht, O.O-rang
sergen alpaca
Sergipe, hoofdstad van - Acuraju
serie - cyclus, heat, manche, opeenvolging, reeks, rij, ris, scala, schakel, sleep, sliert
serie van vier bijeenhorende drama's - tetralogie
serieus bezonnen, echt, ernstig, gemeend, oprecht, saai
serieus bedoelen - menen
seriewerk - trilogisch
serigrafie - zeefdruk
serinette - kanarieorgeltje
sering - syringa
seriositeit - ernst, serieusheid
sermoen bedsermoen, betoog, predicatie, predikatie, preek, toespraak, vermaning
seroen - emballagemat
seroet - seroetoe, sigaar
serpeling - gruis
serpent adder, feeks, furie, heks, helleveeg, karonje, kreng, prij, slang, tang, xantippe
serpentijnsteen - ofriet
serpentine - slangenlijn
serpentisch - boos, kwaadaardig
serpentig boosaardig
serpentslook - berglook, slangelook
serpentijn - ofiet, ophiet, slangesteen, talksteen (zw., gr. of donkergr.)
serre broeihuis, (broei)kas, kweekplaats, orangerie, plantenhuis, tuinkamer, veranda, warenhuis
serre waarin de oranje bomen bewaard worden - oranjerie
serum antistof , (bloed)wei, entstof, injectiestof
serum tegen difterie - tan
serum tegen slangengif antivenine
serum tegen tuberculose - B.C.G.
serumbereider - seroloog
serumleer serologie
serval - boskat, tijgerkat
serve - opslag
serveerblad - theeblad
serveerboy - dienwagentje
serveerder - kellner
serveerjuffrouw - serveerster, serveuze
serveren - aanbieden, opdienen, opdissen, bedienen
servet - feitel, hulpdienst, monddoek, morsdoekje, tafeldoek, vingerdoek
service bediening, dienst(betoon), opslag
Servië, hoofdstad van - Beograd
serviel dienstbaar, kruipend, kruiperig, nederig, onderdanig, slaafs
servies - vaatwerk
serviesgoed - aardewerk, bord, kom, kop, schaal, schotel
Servisch ruiter - huzaar
Servische sandaal - opank(a)
Servietenorde S.B.M.V.
Servilisme slaafsheid, kuiperij, laagheid
Serviliteit - kruiperij, laagheid, slaafsheid
Servisch ruiter - huzaar
Servisch snaarinstrument - gusla
Dostları ilə paylaş: |