Terwijl Danny een hartaanval kreeg en in Flora’s armen lag gedrapeerd was er (toevallig) een ramp aan het gebeuren in de energie centrale.
‘’Zeg, Nekro heb je al genoeg gehad?’’ ‘’Nooit! Mijn beste Rio!’’ Zei een metafectie met een dubbele stem. Samen joegen ze een groepje arbeiders in een hoek.
‘’Genoeg!’’ Ze draaiden zich om. De stem leek afkomstig te zijn van een woest uitziende jongen met zwart haar. ‘’Waar bemoei jij je mee ettertje?’’ Riep Rio terug.
De jongen keek Rio vernietigend aan en straalde autoriteit uit. Nekro zwoor iets te horen knetteren uit zijn richting. Dodelijk kalm liep Zephyr op Nekro af. Zelfs Nekro kreeg kippenvel, hij ontweek zijn blik. De arbeiders luisterden gespannen, maar het enige wat ze hoorden was een onbekende taal met een metalig accent. ‘’’’ Riep Zephyr opgetogen. In gedachten wilden de gebroeders Nekro en Rio protesteren maar ze durfden simpelweg niet. ‘’Zo dat is dan geregeld’’ Zei Zephyr tevreden. Toen Zephyrs wrede uitstraling buiten bereik was gingen de broeders verder met hun vreselijke ding.
‘’Taejo had me geleerd hoe het stroom circuit werkt omdat ik een technicus opleiding had, nou dat komt nu goed uit!’’ Zei Zephyr breed grijnzend. Zephyr liep regelrecht op zijn bestemming af: de generator. Hij hief zijn armen, genietend sloot hij zijn ogen. De vonken vlogen er letterlijk vanaf. Een diep gekreun ging door de machine heen. Met een vreselijke knal vlogen de splinters in het rond, het knappen van ramen galmde door de lucht. Als een spookgedaante stond Zephyr nog steeds in het midden van de kamer. De wind van de explosie speelde speels met Zephyrs haar. Zephyr sprintte het gebouw uit. ‘’Dat wordt me iets te warm onder mijn voeten.’’ Zei Zephyr. Wat hij zei gebeurde letterlijk. Hij had niet verwacht dat de boel zou ontploffen en verbranden.
Zephyr negeerde het hulp geroep van zowel de broeders als de arbeiders.
‘’Uh Danny zullen we het daar niet over hebben? De zuster is hier.’’ Fluisterde paps. Maar het was al te laat, de zuster kreeg er lucht van. ‘’Wie is Flora meneer? Heeft zij met het incident te maken?’’ Vroeg de zuster gewichtig. ‘’Niets bijzonders zuster, gewoon een school vriendinnetje.’’ Zei pap. Mam drong zich door de anderen om me een grote pakkerd te geven. ‘’O Danny ik was zo vreselijk bezorgd! Gaat alles weer goed met je? Ben je nu buiten gevaar?’’ Mam bleef maar vragen afvuren. ‘’Wow rustig mam alles is goed met me.’’ Zei ik met een glimlach. ‘’Ik heb jou ook gemist hoor.’’ Ik gaf mam een knuffel. ‘’Rustig aan Sandra.’’ Zei pap sussend tegen mam. Danny’s operatie was een succes en hij herstelde voorspoedig en zijn ouders kwamen regelmatig op zieken bezoek.
‘’Mag ik al naar huis?’’ Vroeg ik. ‘’Nu al?’’ Vroeg mam verbaast. ‘’Ja ik voel me beter veel beter. En ook heel anders.’’ Dacht ik. Ik drukte op het belletje, de zuster kwam naar binnen. ‘’En hoe gaat het Danny?’’ Vroeg de zuster. ‘’Geweldig! Ik voel me echt goed!’’ Zei ik enthousiast. ‘’Weet je het zeker?
Zou je al op krukken willen rondlopen?’’ Vroeg de zuster voorzichtig. ‘’O ja graag, echt waar!’’ Riep ik bijna. De zuster verliet de kamer en kwam terug met een paar krukken.
Mam ging koffie halen en pap kwam binnen. ‘’Hoi pap! Ik mag al op krukken lopen!’’ Zei ik. ‘’Wat fijn Danny!’’ Zei pap.
De zuster kwam binnen met de krukken en probeerde mijn gezicht te ontwijken.
‘’Dankjewel!’’ Zei ik. De zuster zei zenuwachtig graag gedaan terug. Ik pakte de krukken; ze voelden aan als een verlengstuk van mijn arm. Behendig wipte ik uit bed. Ik voelde een pijnlijke steek in mijn borst. ‘’Grrra-auw’’ Een beestachtig gegrom ontsnapte uit mijn keel. ‘’Alles oké?’’ Vroeg pap. ‘’Is het misschien niet beter als je wacht met lopen?’’ Vroeg pap. ‘’Ja misschien heb je gelijk.’’ Zei ik. ‘’Mag ik de hechting eens zien?’’ Vroeg pap. ‘’Uh oké?’’ Ik ging terug op bed liggen en ik deed mijn T-shirt uit. ‘’Dat ziet er niet goed uit!’’ Zei pap. ‘’Waarom niet? Het is al bijna helemaal genezen!’’ Vroeg ik. ‘’Daarom juist, je bent gisteren pas geopereerd.’’ Terwijl hij dat zei keek hij me aan met een bang voorgevoel.
‘’Weet je? Jouw pa heeft gelijk Danny, het is inderdaad creepy als je al zo snel geneest van één van de meest intensieve operaties.’’ Zei Isabel. Ik keek Isabel bedachtzaam aan: ze had eigenlijk wel gelijk ja. Samen met Isabel hinkte ik met mijn krukken over het ziekenhuis terrein. ‘’Weet je wat ik nog gekker vind Danny? Al het personeel lijkt zo min mogelijk met je om te willen gaan. Net alsof ze bang zijn voor iets.’’ Merkte Isabel op. Isabel is een echte speurneus, ze weet altijd mijn verloren voorwerpen terug te vinden en verborgen clues. ‘’Denk je?’’ Vroeg ik. ‘’Ik weet het zeker!’’ Zei Isabel. ‘’Ooowww’’ Met een van pijn vertrokken gezicht zakte ik in elkaar. ‘’Aaah Danny! Help’’ Riep Isabel paniekerig. Ik keek Isabel vernietigend aan.
‘’Stop alsjeblieft Danny, ik vind je eng als je zo naar me kijkt!’’ Zei Isabel. Als een val klapte mijn hand zich om Isabels enkel. ‘’Aaaah!’’ Riep Isabel. Ik ontblootte dreigend mijn tanden. ‘’Breng me mijn vaderrr!’’ RATS! Met geweld draaide Isabel zich om; Ik hield alleen nog een stuk spijkerbroek vast. Isabel wist geen woord uit te brengen en vluchtte weg; weg van mij die haar probeerde pijn te doen. Buiten op een bankje zat pap een sigaret te roken. ‘’Danny is doorgedraaid! Hij probeerde me aan te vallen! Help me!’’ Schreeuwde Isabel tegen pap. Als een veer sprong pap op. ‘’WAT?’’ Brulde hij. Samen met Isabel rende pap naar mij toe. Ik zag er vreselijk uit: ik bloedde uit mijn neus en oren. ‘’Hgggh Hafsss’’ Brabbelde ik onverstaanbaar. ‘’Ewww’’ Zei Isabel vies. Ik kokhalsde: er kwam bloed uit mijn mond. Pap tilde mij op en samen met Isabel sprintten ze naar de ingang van het ziekenhuis, onmiddellijk werd ik naar de intensive care gebracht. ‘’Het is toch niet weer zijn hart?’’ Vroeg Isabel. ‘’Nee Isabel dat is het zeker niet.’’ Zei pap diepzinnig. Snikkend zat Sandra steunend op pap in de wachtkamer, ondertussen kreeg Isabel een telefoontje dat ze naar huis moest gaan. De deur van de operatie kamer klapte open: een doktor gehuld in een witte jas inclusief mondkapje bracht nieuws. ‘’We kunnen niet veel meer voor hem doen; hij blijft maar bloed verliezen.’’ Zei de doktor vol berouw. Sandra zag door het kiertje Danny’s bloederige hand bungelen, de druppels parelden over zijn hand. Enkele uren later werd Danny terug gebracht naar de rest van het ziekenhuis maar dit keer was hij de enige in de kamer. Hij had vele infusen en het zag er naargeestig uit. ‘’Weet je? Jouw pa heeft gelijk Danny, het is inderdaad creepy als je al zo snel geneest van één van de meest intensieve operaties’’ Flarden van Isabels gesprek dwarrelden op. ‘’Misschien zijn ze een complot aan het smeden, jouw ouders weten er vast meer van.’’ Zei Isabel. ‘’Weet je wat ik nog gekker vind Danny? Al het personeel lijkt zo min mogelijk met je om te willen gaan. Net alsof ze bang zijn voor iets.’’ Genadeloos bleef de Isabel herinnering hem twijfels toewerpen.
‘’Aww grr wosj’’ Brabbelde Danny hees.
Zwak klauwde hij met zijn hand naar een onzichtbare herinnering. Danny schokte. Zijn bewustzijn zakte weg in een diepe inktzwarte put van niets.
Danny’s mobiel ging af; met die vreselijke ringtone. Danny schrok wakker uit zijn Isabel droom. Met een hand onder de bloederige korsten pakte hij zijn telefoon op. ‘’Ja met Danny Crockerrmount?’’ Vroeg Danny formeel. ‘’Ik ben het, pap. Ik vind dat je iets moet weten zoon.’’ Zei pap. ‘’Wat dan?’’ Vroeg Danny krakerig. ‘’Wel, over Flora; ze is eigenlijk geen mens.’’ Zei pap onhandig. Vreemd genoeg verbaasde me dat niet. ‘’Danny ben je er nog?’’ Vroeg pap. ‘’Ja ik ben er nog.’’ Zei ik. ‘’Ben je dan niet geschokt?’’ Vroeg pap verbaast. ‘’Nee eigenlijk niet ik had het al zien aankomen.’’ Zei ik monotoon. ‘’Danny is alles wel goed met je? Je doet normaal nooit zo onverschillig.’’ Zei pap. Dat klopte maar na alles wat ik had meegemaakt was het logisch dat Flora geen mens was, sterker nog ik had het zelf kunnen raden. ‘’Wat is ze dan wel pap?’’ Vroeg ik nu menens.
‘’Ze, ze is… (pap slikte in brok in zijn keel door.) Half mens half programma.’’ Zei pap met een stem schor van emotie. Het was een bevestiging voor wat ik eigenlijk al wist maar daarom des te pijnlijker. Ik slikte mijn tranen weg, pap hoorde dat door de telefoon. ‘’Het spijt me Danny dat ik het je moest vertellen maar ik zou het toch niet kunnen verbergen.’’ Zei pap droevig. Een lange stilte volgde om te verwerken wat ik zojuist had gehoord. Ik nam een slok van het glas water naast mijn bed. Het koude heldere water voelde als een verlichting door mijn keel, de branderige korsten werden eraf geweekt en voor een moment lang voelde ik me beter dan ooit.
Ik slikte een brok weg en wist nog een laatste vraag uit te brengen. ‘’Flora sprak eens over verschillen tussen haar en mij enzo, ze zei dat ze een meta nog iets was.’’ Vroeg ik. ‘’Een metamorf, Danny, metamorfen zijn de originele bewoners van cyberspace; de plaats waar Syntia verdwaalde.’’ Legde pap uit. Ik zweeg, ik had teveel om niet te vergeten. Hemel, zo onwerkelijk en toch is het waar. Ik schudde mijn hoofd, mijn haar plakte in mijn nek. ‘’Pap ben je er nog?’’ ‘’Ja, en ik zal net zolang wachten als jij nodig hebt Danny.’’ Zei pap vriendelijk. ‘’Wie waren die rare gasten die je achtervolgden toen je uit het vliegtuig kwam?’’ Vroeg ik. ‘’Zij waren metafecties, metamorfen geïnfecteerd door computer virussen.’’ Vertelde pap. ‘’Wat moet ik doen als ik in de problemen kom?’’ Vroeg ik. ‘’Dan moet je als de sodemieter wegwezen en iemand vinden die jou kan helpen.’’ Riep pap bijna door de telefoon. ‘’Hoe vind ik zo iemand?’’ Vroeg ik. ‘’Dat merk je wel als je zo iemand tegen komt.’’ Antwoordde pap geheimzinnig.
Zonder dat ik het merkte parelden er druppeltjes bloed over mijn rug.
Ik had nog één brandende vraag: ‘’Hoe komt het dat Syntia nu geen mens meer is?’’ Mentaal bereidde ik me op het ergste voor maar zelfs dit had ik niet zien aankomen.
‘’Omdat ze nooit een mens is geweest, Danny.’’ Ik keek geschokt naar de telefoon.
‘’Want ik ben ook een metamorf, ik ben Wakuri Hattari.’’ Zei pap. Het werd stil aan de telefoon. ‘’Danny?’’ Vroeg pap. Geen antwoord, alleen het geruis van een telefoon die werd opgehangen.
Dus ik en Syntia waren al die tijd metamorf en mens tegelijk. Ik geloofde het niet, ik vocht tegen de waarheid maar uiteindelijk is daar geen ontsnappen aan. Hoe hard ik ook ontkende, een aantal factoren in mijn leven leken opeens een logische verklaring te hebben. Rust, ik moet rusten als ik wil genezen.
Ik zag het beeld van hoe gelukkig mijn ouders waren op hun trouwdag, en hoe gelukkig ze waren toen ze mij kregen, want ik, ik was gewoon een halfbloed. Toen pas besefte ik dat ze me voor de rest van de wereld verborgen hielden, mij volstopten met pillen zodat ik rustig bleef maar nu, nu eist dat zijn tol.
Krijsend draaide ik me om. En dat noemt mijn biologie leerkracht dus een groeispurt. Zo’n moment in je puberteit dat je al je vergeten centimeters in een korte meestal pijnlijke periode terug krijgt. In dit geval zeer pijnlijk.
Het was bijna vakantie op het internaat. Dan mogen de cadets terug naar huis, naar hun ouders maar die moeten hun kinderen dan wel terug willen. Als je één van de vele pechvogels bent dan blijf je op school, zij het zonder school werk. Of je gaat naar het Donder kamp: dat is speciaal opgericht voor school blijvers om ze meer te laten trainen, te drillen zoals ze op school niet of weinig doen. Flora was één van die pechvogels. ‘’Moet ik nou echt per se naar kamp? Op school ben ik toch ook veilig?’’ Vroeg Flora zeurend. ‘’Niet meer Flora! Sinds kort zijn we onder vuur van vele virussen, het is niet goed als je hier blijft. Dan moet je minstens in klasse C zitten.’’ Zei Shen Hattari onverbiddelijk. ‘’Ik ben bijna C klasse en ik heb al vaak genoeg C klassers verslagen in een duel. Please?’’ Probeerde Flora. Shen keek Flora peinzend aan. ‘’Bovendien, er zijn heel veel cadets weg! Met dat kleine groepje C klassers worden we gauw onder de voet gelopen! Als ik blijf hebben we meer kans!’’ Zei Flora. Dat was een ijzersterk argument waar Shen Hattari niet tegenin kon gaan.
‘’Goed dan, je kunt blijven maar op 1 voorwaarde! Je doet precies wat je wordt gezegd door de mentors!’’ Zei Shen gebiedend. Ik knikte. ‘’Dat is dan afgesproken.’’ Zei ik.
Eenzaam liep ik door de kantine. Het licht stond uit, het kunstmatige zonlicht stroomde zacht door de ramen. De gordijnen wapperden door een briesje. Een lichtgrijze wolk zweefde over de kunstmatige zon. Ik liep niets vermoedend verder naar de bar. ‘’Goh wat is het hier toch eenzaam en stil.’’ Zei ik. Te stil. Nieuwsgierig bukte Flora zich om een zakje met een chip op te rapen. KNOTS! ‘’Auwhauw!’’ Riepen Flora en Dotum tegelijk. ‘’Dat was een harde kopstoot.’’ Zei Flora. ‘’Moet jij nodig zeggen, bah nu krijg ik een bult!’’ Zei Dotum klagend. ‘’Zeg eens, waarom ben jij nog op school? Jij hebt toch ouders die nog leven?’’ Vroeg ik nieuwsgierig. ‘’Dat ze nog niet zijn gedood, wil nog niet zeggen dat ze zin hebben om voor mij te zorgen.’’ Zei Dotum sarcastisch. ‘’Ow sorry dat had ik niet door.’’ Verontschuldigde ik me. ‘’Geeft niet, dat had jij niet kunnen weten.’’ Zei hij. ‘’Is die chip van jou?’’ Vroeg ik.
‘’Uh nee, ik wilde hetzelfde aan jou vragen.’’ Zei Dotum. ‘’Mag ik de chip hebben?’’ Vroeg ik. Hmm, goed als ik tien patronen voor mijn halfgeweer(*) mag.’’ Zei Dotum.
(* semi-automatisch geweer dat energie kogels afvuurt.)
‘’Tien?! Ik heb er zelf ook een hé!’’ Zei ik verdedigend. ‘’Vijf dan.’’ Zei Dotum. ‘’Deal!’’ Zei ik.
‘’Ik wil meer van mezelf en mijn familie te weten komen, misschien dat deze chips er iets mee te maken hebben?’’ Vroeg ik mezelf af. Op mijn stilst sloop ik door de gangen totdat ik bij de database aan kwam: dat is vergelijkbaar met wat de Anderen een bibliotheek noemen. Ik schoof de chip in een willekeurige computer.
Ik sloop naar de zoekmachine. Ik begon te zoeken in het leerlingen bestand:
Flora Lansbergen Typte ik in.
Naam: Flora Lansbergen Sterke kant(en): sluip schieten, leren en ontwijken.
Nummer: cadet5170
Geslacht: Vrouwelijk
Leeftijd Aardse jaren: 13
Lichamelijke leeftijd: 15
Zwakke kant(en): Van dichtbij vechten en uithoudingsvermogen.
Rang: Cadet
Groep: B3
Jaar: 3
Familie: Ja, maar onbeschikbaar.
Klas locatie: B300 t/m B399
Aangemeld: Ja
Slaap ruimte: Room1265
Mentors: Wakuri Hattari, Bianca Spits, Chris Kuissen, Mary King en Jufvrouw Eugenia.
Gemiddelde beoordeling: 8
‘’Dit is niet wat ik zoek.’’ Zei ik.
Syntia Crockermount Typte ik in.
Geen resultaten.
Persoon bestaat niet.
Misschien is deze persoon dood?
Probeert u eens een andere naam.
‘’O hoe kan dat nou toch?’’ Vroeg ik mezelf geïrriteerd af. ‘’Wacht eens… misschien is er toch wel een oplossing! Nee, dat zou belachelijk zijn! Ach, ik kan het altijd proberen.’’ Dacht ik.
Danny Crockermount Typte ik in. Opeens zag ik heel andere informatie.
Naam: Danny Crockermount
Geslacht: Mannelijk
Leeftijd in Aardse jaren: 15
Lichamelijke leeftijd: Onbekend
Lid van Academie: Nee
Ras: Halfbloed
Locatie: Aarde
Familie: Wakuri Hattari, Sandra Crockermount en Syntia Crockermount.
Familie status: Veilig
Woonplaats: Noord-Amerika, Washington DC
‘’Dus pap was al die tijd mijn leerkracht? Dus Syntia was helemaal geen Andere?’’
Toen vielen alle puzzelstukjes in elkaar.
Dostları ilə paylaş: |