Kabbala Les 1

Kabbala Les 1

07.10.2004

Maak je klein. Stribbel niet tegen en schakel je verstand uit. De Kabbala noch de spreker hebben het over deze wereld. De buitenkant is schijn en heeft niets met kabbala te maken. De les spreekt enkel over het innerlijke. De Joden werden over de wereld verstrooid om de vonken in heiligheid; mensen die klaar zijn voor het spirituele, er uit lichten en bij de ESK (Enig Scheppende Kracht) te brengen. Het spirituele kan je enkel bij een jood leren. Maar deze jood is een deel van onze IM (innerlijke mens). Het doel van ons leven is innerlijke overeenstemming qua eigenschappen met de Schepper bereiken. Wil je spiritueel iets ervaren, moeten je innerlijke eigenschappen overeenstemmen met de wetten van het heelal. De goddelijke wereld is goed. Een goddelijke straf bestaat niet. Joodse wetten hebben absoluut niets met de fysieke Joden te maken maar met de IM. Voel je ‘het’ aan, dan voel je de Joodse wetten. Je moet niet de uiterlijke tradities naleven maar de wetten van het heelal of de Joodse wetten. Deze werden aan Mozes gegeven. Het was voor hem alsof hij in een onbekend land ging leven. Je moet ook daar leren hoe je leven moet. Op deze cursus moet je de houding van een kind aannemen dat graag in een ander, in een spiritueel land wil gaan leven.
1 Wie ben ik?
Met ‘ik’ wordt de IM bedoel. Als je de wetten van het heelal bestudeert, word je Jood. Jood komt van het woord Jihoed of eenheid, (ook meditatie). De Jood is een mens die de eenheid met de ESK nastreeft. Alleen door de Jood in jezelf ben je tot de Schepper komen. Veel kabbalaproffen weten helemaal niets over de kabbala.

Jezus zie: ‘Niemand komt tot de vader dan door mij’, door een Jood, door de Jood in jezelf te vinden. Alle uiterlijkheden tonen het kinderlijke van de mens. Wij zijn voldoende egoïstisch geworden (= compliment) om het spirituele te kunnen gaan nastreven. Er staat geschreven dat vanaf 1995 kabbala door de massa begrepen zal worden. Dit is de eerste generatie, enkele uitverkoren individuen in het verleden uitgezonderd, die deze mogelijkheid kent om massaal tot de ESK te komen. Alles is een verhouding tussen het innerlijke en het uiterlijke. ‘Hoog’ betekent dicht bij het licht; ‘Laag’ is aardser.

De Innerlijke structuur van de mens op aarde.

1° Centraal zit het Ejnsof of oneindig stralend licht. Het is een schittering van het diepste diepste van jezelf; van Adonai. De God van de Joden is de eigenschap ‘absolute onzelfzuchtigheid’, uitgegoten in het heelal en weergeven als een spirituele ladder. Hoe meer naar binnen, des te hoger. Hoe meer naar buiten, des te lager, dikker, met filters bekleed en bedekt. In elke mens zit licht, maar is de mens voldoende ontwikkeld om het te ervaren? Elke mens zal het ooit ervaren. Kabbala verkort de weg daarnaar.

2° Het eerstvolgende rond het Ejnsof is de IM. Het zit zoals schillen rond een ui.

3° De zone van goed en kwaad zit voorbij de IM. Het is een neutrale zone waar de mens deze twee krachten voelt.

4° De UM (uiterlijke mens) volgt op de zone van goed en kwaad. Het is niet het vlees, maar het zijn de uiterlijke waarnemingslagen. Het innerlijke deel van de UM is verhaal, culturele bovenbouw, maatschappelijke norm van welk volk ook, religie. Het weerhoudt ons om tot vervulling komen.

5° Ook buiten ons zit licht, in de hoedanigheid van de natuur. Het is zwaar of omringend licht, dat we van buiten ervaren. Alles wat ik ervaar is van binnen mijn huid. Het is de reactie van iets op mijn zintuigen.

Goed is leven in de IM. – Kwaad is leven in de UM.
2 Waar ben ik?
Mijn verhaal is de innerlijke kant van de UM. De Tora zegt geen woord over het fysieke Jodenvolk maar over spirituele innerlijke correcties, geschreven in de vorm van een verhaal. Zonder zijn strenge regels of inquisitie waren we weliswaar wilden gebleven, maar religie is en blijft een verhaal van de UM. Het heeft niets met het spirituele te maken. Je kiest tussen goed en kwaad, maar het is niet jouw goed of kwaad. Het is slechts je persoonlijke ervaring. We moeten doordringen tot onze IM. Vandaag komen we niet tot de waarneming van het goed en het kwaad. Daarom maakten we een verhaaltje dat we overnamen, aan de binnenzijde van de UM. De IM houdt zich bezig met het spirituele. De UM moet luisteren. Michael geeft vanuit zijn IM aan jou. Eenmaal tot de kabbala gekomen, dring je geleidelijk tot je eigen goed en kwaad door. Tot zolang ben je nog een kind, al ben je 70 jaar.
Waar zit mijn ware ik? Waar zit mijn vrije keuze? Het is niet het Ejnsof. Het Ejnsof is de schittering die wij van binnen ervaren. De IM is een Jood die aanleunt bij het Ejnsof; bij het licht waar alles absoluut goed ervaren wordt. De UM is absoluut kwaad. ‘Je zult niet doden.’ Fysiek gaan doden verduistert je wel maar is in de eerste plaats een spirituele wet. Terroristen leven in de UM. Jezus is een Europees verhaal. Het is goed om er in te geloven. Men bouwt er iets mee op, maar dat gebeurt vooral in je UM. Het is cultuurgoed dat je niet verder brengt. Het was nodig om het te ondergaan, maar nu kan je naar binnen komen, naar de waarneming van die ene brok ‘ongedifferentieerd gevoel’. Wat ervaar je als je hier niet zou komen? Dan zou je aan de koninklijke tafel zitten en enkel patat met mayonaise eten terwijl er zoveel meer is. Je proeft het spirituele niet. Tot zolang ben je een georganiseerd dier. Mens word je pas als je in je IM aankomt. Zolang je een uiterlijk verhaal volgt, zit je in je UM; zit je in de wereld van de 5 zintuigen zoals een dier, maar met een drang daarbovenop naar rijkdom, macht, wetenschap… Het kwaad is structureel bedoeld om je het binnenkomen te beletten. Tolerantie in Nederland valt allemaal binnen ‘het kwade’. Kabbala zegt niet ‘leefbaar Nederland’, maar ‘levend Nederland’. Een niet-kabbalist binnen een religie kan een ander wel menen lief te hebben, maar het is, gezien vanuit de IM onzin. De niet-kabbalist heeft zijn verhaal lief. Hij zit in het kwaad en heeft er geen waarnemingsorganen voor. Hij handelt voor een beloning en dat is het kwaad. Jezus zei: ‘Doe wat ik doe.’ want hij bereikte het, maar men maakte er een verhaal van. Een verhaal maken was in de tijd van Jezus noodzakelijk voor het gewone volk. Onze generatie evenwel kan worden gewekt. We revalideren.
Zelfdoding is een tijdgebonden idee. In coma leef je nog steeds absoluut voor de Schepper. Euthanasie is humaan maar Kabbala is niet menselijk. De UM kan nooit tot vervulling komen maar tot doorboring. Geloven in 40 jaar woestijn is kinderlijk. We moeten innerlijk werk doen, naar innerlijke waarheid zoeken. Dat kan niet verstandelijk. De UM is kwaad naar waarneming. Hij heeft geen vrije keuze. Hij is onderworpen aan cultuur, school, geboorteplaats, eten en drinken. Zo kom je niet tot je vervulling tenzij zeer langzaam. Kabbala verkort de weg tot de ware mens. De IM is goed. Door correcties bereik ik mijn goede kant of IM. Hier smelt ik samen met het licht van de Schepper. De Schepper is altijd 2 uitersten. We leren wat goed is door het kwade. Goed begint wanneer ik iets van mijzelf wil opofferen dat van buiten mezelf is. Vanuit slavernij bereikt men de grens van het ware goed en kwaad en niet je eigen beeld van goed en kwaad. De kabbalales volgen bv., betekent dat je iets al van binnen voelt van je punt in het hart. De zone goed en kwaad is de mens. Hier zit de weerstand en het werk dat hij verrichten moet. Sfirot zijn emanaties van het licht. De mens heeft een enorme weerstand tegen het spirituele. De IM is veel zwakker dan de UM. Het goede is zwakker dan het kwade, maar het zwakke zal finaal overwinnen. Het verhaal van Joshje of Jezus is een spiritueel verhaal. Geloven dat hij over water kon lopen is afgoderij. Joshje preekte en trok zich nadien terug in de bergen om zich met het licht weer op te laden.

Michael herhaalt veel in de les want elke dag zijn we weer anders, vernieuwd.

Fazen van menselijke ontwikkeling.
1° Fase: De pasgeborene. Het is de UM met 5 zintuigen. Deze fase kan vele generaties duren. Mensen in deze fase hebben van binnen geen gevoel. De UM is een dierlijke ziel die enkel voor zijn zintuigen leeft. Hij wil 100% ontvangen. Hij ziet in de anderen geen mensen, want zij zien in zichzelf geen mens. Hier zitten de terroristen.
2° Fase: Plots ervaart de mens in zichzelf de punt in het hart; de ziel of het epicentrum van alle waarnemingen. Met de ervaring van dit punt ontstaat er een mens, en gaat hij zoeken naar het spirituele. Hij trekt naar Tibet of gaat hare krsna zingen. Het ontwaken van de punt is van boven gegeven. De kabbalales volgen is een begin. Er wordt geen reclame gemaakt, want voor anderen bestaat kabbala niet. Voor de Schepper zijn alle mensen natuurlijk OK. Het licht ziet van A tot Z. De mens is goed maar nog niet ontwikkeld. Hij ziet in zichzelf geen licht. Volgens zijn aardse wetten zijn sommigen schuldig, maar dat hoeft spiritueel helemaal niet zo te zijn. Schuldig, dan kom je in de hel.(?) Wat is de hel? Onder de 10 sfirot zitten 4 sfirot als absoluut kwaad maar door religie kom je er niet aan. Men kan er zich niet corrigeren.
*Wil je spiritueel vooruitkomen, moet je bij 1 partner blijven zoniet rek je je correctietijd nodeloos. 1 partner volstaat. Hoe meer je verschillende mensen probeert, hoe meer je bewijst dat je uiterlijke liefde of kinderlijke genegenheid zoekt.

*Je kunt ook nooit met je UM mens geven. Geven kan je alleen vanuit je IM. ‘Heb je naasten lief’ is niet een andere UM liefhebben maar je eigen IM. We zijn bereid om alles voor andere UM te doen, maar dat, zonder je IM er bij te betrekken, is absoluut zonde. Talmoed: ‘Barmhartigheid van volkeren is zonde. Het is egoïsme.’ Leer geven aan je IM. Dan pas kan je geven aan anderen. Vanuit je UM geven is zonde omdat je denkt dat het ook nog jezelf zou kunnen overkomen. Kijk steeds wie geven wil wanneer je geeft, je UM of IM? Geeft je UM, dan corrumpeer je de omgeving en de wereld want de mens moet zelfstandig aan zichzelf werken. Geven mag enkel vanuit de IM. Religieuze giften worden door de ESK niet gezien. Het is een spelletje. Het is allemaal kwaad. Eten, drinken en rijkdom, macht, wetenschap, terrorist tot hoofdrabbijn, Einstein, paus… allemaal leven ze in het absoluut kwaad; in een verhaal van schijn. Het is kwaad vanuit het gezichtspunt van de waarheid. Het punt in het hart kan men niet bereiken door egoïstische wensen of giften, maar met altruïstische die van boven zijn gegeven. Dan pas is men rijp om kabbala te leren; ga je zoeken en kom je tot wanhoop. Wanhoop is goed want zo kom je dichter tot het licht. Je moet komen tot absolute teleurstelling, want dan pas kun je het absolute licht zien. Je kunt het niet ontlopen. De UM leeft met de lagere krachten naar zijn sensuele aura, maar geen één komt tot het ware licht. We moeten leegte in onszelf maken. Het lukt niet door in lotushouding aan de Ganges te gaan zitten. Het is afgoderij. Zij die zich voor 40 dagen ingraven en zo overleven bereiken een toestand van steen of aarde. Als je licht wil zien, moet je je schikken naar de eigenschappen van het licht en niet naar die van een steen.

Eerst moet je leren geven zonder iets terug te willen. Zelfopoffering. Dan ben je klaar voor de kabbala; het spirituele. Geen zelfopoffering voor vaderland of zo, want dat is absolute onzin. De Schepper wil dat je je UM opoffert ten dienste van je IM. Alles wat je doet vanuit je UM wordt door ‘boven’ niet gezien. Na de dood kom je zogenaamd in je hiernamaals. De enige vraag die men er stelt is wat je aan je IM deed. Leefde je naar een verhaal of naar je ware IK. Het is belachelijk om herboren te worden in de aardse wereld. Het is herboren worden in jezelf, met het ervaren van het punt in je hart. Begin met: ‘Niets is goed in mij.’ Maak jezelf ontvankelijk voor het licht. Licht is al wat we ontvangen. Het is goed. Al het andere is kwaad. Dat wil de Schepper van ons.

Alles is in tweevoud geschapen. Goed en kwaad. Je kwaad overheerst. In de Tora zegt de Schepper ‘Mijn kinderen hebben mij overwonnen.’ Het is mijn egoïstische natuur. De Joden brachten het idee onder de mensen om de Schepper met geven te overwinnen. Door geven overwin je je egoïstische natuur. Zo kom je definitief tot vervulling. Men krijgt geen kanker met kabbala. Kanker komt alleen naar die cellen die niet in overeenstemming zijn met je innerlijke; als je de IM niet waarneemt. Het licht straalt altijd maar je ervaart het niet. Alle genezing komt van het licht, van boven, van binnen jezelf. Wij denken niet aan eigenhandige genezing van het lichaam, maar indirect via aardse pilletjes. Van zodra je kabbala leert, doorboort het licht je. Kanker betekent je niet door het licht laten doorboren. Het uiterlijke vlees gaat dan voor zich zelf leven. Naarmate je leert geven, krijg je leven in jezelf. Van rode koordjes rond je polsen wordt alleen de verkoper beter.
3° Fase. Het punt in het hart gaat uitzetten.

Blijf bij één vrouw en er komt enorme genezing. Je mag vrouwen zien, maar prijs de Schepper dat hij zoiets mooi schiep ipv van haar te nuttigen. De Jood zegt eerst een zegening over alles wat hij ziet en nuttigt dan pas. Zo ontloop je het oordeel.

Door je IM op te bouwen kan je het uiterlijke overwinnen. Je wordt baas over je eigen lot. Astrologie bepaalt de UM. De punt in het hart komt van de spirituele wereld. Hier begin je het hele plaatje te zien. Je IM wil niet direct die nieuwe vrouw. Deze beheersing bereik je door de innerlijke kracht. Geen uiterlijk doel kan me dan nog overheersen. Niets is verkeerd. Elke terroristische aanslag heeft zijn doel. De UM moet elke terroristische aanslag erg vinden. Een beetje verdrietig zijn mag. De IM daarentegen moet altijd absolute vreugde beleven. Als je alleen verdriet voelt, zit je in de UM. Van binnen hebben we een pakket wensen gekregen. 23,5h/d moet je met je innerlijke bezig zijn; een 1/2h/d met je vrouw praten. Vrouw betekent jouw linkerkant. Het is je UM. De rechterkant is je mannelijke kant.

Alles buiten mij is de Schepper. Kan ik dan Bin Laden haten? De IM mag niet haten want dat zou gericht zijn tegen de Schepper. Daarom moeten we altijd in vreugde leven. Buiten de mens verandert er niets. Enkel de waarneming veranderde.

Kabbala Les 2

14.10.2004

Het gebruik van Joodse wetten buiten Israël is een repetitie voor het geweldige dat gebeuren gaat wanneer de Messias komt. De 3° tempel is geen fysieke tempel maar de Joodse wetten spiritueel vervullen. Een fysiek vervullen van de wetten door Joden buiten Israël is absoluut zinloos. Binnen het land Israël zijn de Joodse wetten van toepassing omdat daar een bepaalde straling neerkomt. Je kunt niets leren van het fysieke verblijf van de Joden in de woestijn. Het is een spiritueel ondergaan om zich qua eigenschappen met de Schepper in overeenstemming te brengen. De Tora als fysiek object aanbidden is afgoderij. Mozes is een absolute kracht. De Tora beschrijft één enkele ziel. Abraham is Chesed of een kracht in mij om de structuur van de wereld in mij op te bouwen. Sara is ook zo’n kracht die ieder van ons moet opbouwen. Geen mens komt tot vervulling zonder zijn linker- en rechterzijde te ontwikkelen. We moeten zowel de mannelijke als de vrouwelijke kant vervullen. ‘De rechtvaardige zal bloeien als een tamar, palmboom.’ Als men enkel zijn mannelijke of vrouwelijke kant zou ontwikkelen, komen enkel misdadige zijden naar boven. Door beide zijden te vervullen bevrijd je jezelf van dierlijke verlangens. Een vrouw moet getrouwd zijn en kinderen hebben. Je moet geen relatie hebben met je man of vrouw. Je kijkt naar je vrouw en je ziet je vrouwelijke kant. Men mag zijn fysieke deel en emoties ontwikkelen. Het is UM. Het interesseert ons niet. Organen kan je vervangen, maar je ziel niet. Innerlijk kunnen wij helemaal niets van ons geslacht naar eigen inzicht ontwikkelen. Wanneer de IM zich niet ontwikkelt, is er een projectie naar de UM. Seksualiteit, aantrekkingskrachten, homoseksualiteit is allemaal manifestatie van UM. Je mag de paus zijn of een geleerde, slechts 1 vraag telt: ‘Waarvoor zitten wij hier?’ We zijn hier absoluut niet voor kennis maar om contact te leren hebben met het spirituele.

Joodse gebruiken zijn allemaal spiritueel maar de betekenis werd vergeten. Het werd cultuur. Naar de synagoog gaan brengt ons absoluut niets dichter bij de ESK. De grootste Joodse schurk heeft nog altijd schrik voor de Schepper maar het maakt niets uit voor zijn IM. Het is immers allemaal UM. Enkel een begeleiding naar de IM zal je doen stoppen met knoeien. De UM mag alles doen. De IM is mannelijk. De UM is vrouwelijk.

Wat is de correctie van een homofiel? Wanneer in dit leven het ‘homofiel zijn’ aan jou werd gegeven, moet je dit verlangen naar een man trachten te overwinnen. Dat is de taak. (Net zoals een hetero zijn drang naar het andere geslacht moet overwinnen of de hebzuchtige zijn drang naar macht!) De innerlijke roeping van de mens is om de verlangens van de UM te weerstaan. In de IM ontwikkel je je rechtvaardigheid. Dat is heiligheid. Het is evenwicht tussen man en vrouw, want man en vrouw zijn in eenheid geschapen.
Manieren van geven en ontvangen.
1° Ontvangen om te ontvangen is alles wat je doet met het doel te ontvangen. Verkrachten is meteen nemen zonder meer. Het is UM. Het is dierlijk egoïsme.

2° Geven om te ontvangen is UM. Het is een deal maken. Het is cultuuregoïsme. Ik duld jou en jij duldt mij. Het is een kinderlijke houding. Deze mensen staan nog niet open voor de kabbala.

3° Geven om te geven. Hier ligt een begin van correctie, maar het is nog niet de uiteindelijke correcties. Je put immers plezier uit het geven zoals anderen plezier uit iets anders putten. Je geeft nog steeds om te ontvangen, nl. het plezier.

4° Ontvangen om te kunnen geven. Dit is het doel van de Schepper. Het is absolute volmaaktheid of overeenstemming qua eigenschappen met de Schepper. Hoe de Schepper is weten we niet. We kunnen Hem alleen zien door de manifestatie van zijn eigenschappen in de Schepping, nl. de onzelfzuchtigheid. Als de Schepper of absolute onzelfzuchtigheid het heelal vult, moet ook ik mij die eigenschap eigen maken. Maar Hij wil alleen geven terwijl wij zijn gemaakt om te ontvangen. Hem interesseert niet hoe wij ontvangen. Hoe wij ontvangen is ons absoluut gegeven. De 1° manier van geven is geen leven. De 2° is een absolute leugen. Geven aan Afrika of aan een nierstichting is onzin omdat men er iets voor in ruil wil, nl. geholpen worden wanneer ons iets zou overkomen. Het is zoals elke religieuze mens geeft nl. omdat zijn verhaal dat voorschrijft. De 4° manier van geven is die van een gast die bij zijn gastheer neemt om zijn gastheer te plezieren. Het is een cadeau van boven. Onze taak is te leren ontvangen om te geven.
Binnen de mens zit de schittering van het licht, Ejnsof zoals dat in alle leven zit, bekleding, werelden, partsoefiem. Het is niet van ons. Het is een gat in onszelf van waaruit het licht schittert. Je moet het ervaren en niet met je hoofd trachten te begrijpen. Voor het spirituele moet je geloof boven je verstand gaan en je weerstand daartegen opofferen. Je aardse verstand niet willen opofferen omwillen van het hogere verstand is de steen des aanstoots. Het zijn immers offergaven aan jezelf. Alles gebeurt binnen jou. Alle offergaven in de tempel waren uitsluitend voor de IM bedoeld. Door ze aan de UM te offeren brachten ze niets op. De mens is nog kinds. Hij offert een lam maar begrijpt niet dat het symbool staat voor zijn eigen dierlijkheid of UM dat hij offeren moet. Dat komt omdat de kind-mens het verschil niet kent tussen zijn I- en UM. Deze generatie kan het spirituele wel beleven. In zijn tijd reeds had Abraham de schittering van het spirituele, maar de mensheid bezat nog een te kleine keliem. Een vat of keliem is een leegte in mij om het spirituele mee op te vangen. Hun ego was onderontwikkeld. Wanneer ik water wil maar geen vat heb om het op te vangen, is het zinloos om mij water te blijven sprenkelen. Ons ego daarentegen; mijn vaten zijn wel sterk ontwikkeld. Wij kunnen wel iets opvangen.

Hoe ontwikkelen we zo’n vat? Een keliem ontwikkelen we door diep in onszelf te verzinken. Dan ervaren we onze absolute onmacht; dat we absoluut geen kans maken om uit onze eigenliefde te komen. Het is absoluut wanhoop. Maar die absolute wanhoop is schitterend want dan pas kunnen we ons leeg maken om iets van het spirituele te kunnen ontvangen. Tot dat ogenblik zaten we immers helemaal vol van je zelf.
De opbouw van de mens.

1. 
   Ejnsof
   
2. 
   De IM is de goddelijke ziel.
   
3. 
   Het neutrale gebied van goed en kwaad. Dit is de corrigerende mens. Alleen dit gebied is het onderwerp voor correctie.
   
4. 
   De UM is niet de fysieke mens. Het bevat alle werelden en wensen naar eten, drinken, macht en wetenschap. Quasi iedereen zit hier.
   

Aan de binnenzijde van de UM zit religie, traditie en verhaal. Maar met religie komen we er niet uit omdat de UM handelt met handen en voeten. De Kabbalist gelooft niet in het verhaal. Hij gaat met zijn geloof boven het verstand. Kabbala begint in zone 3 waar men goed en kwaad ervaart. De Schepper wil niet dat we liegen. Geld geven is een spelletje. Zo komen we niet dichter bij de Schepper als wij niet aan onszelf werken. Als het Joodse volk ‘overgave’ zou hanteren komt er vrede over de wereld. De Messias komt over de wereld wanneer we mesiroth nefesh.

Mesiroth betekent opgeven; jou UM of nefesh opgeven ten gunste van je IM.

Nefesh is de dierlijke ziel; de dierlijke mens. Nesjama is de IM.

Waarom doen we niet mesiroth nefesh? Alles is immers van en in jou. Waarom offeren we de UM niet op? We offeren onszelf makkelijker voor ons land dan voor de IM. De UM offeren daarentegen, is pas de echte offergave. De mens is bereid om alles te doen, behalve om aan zichzelf te werken. Het is de steen des aanstoots. We kunnen de echte offergave enkel bereiken door boven het verstand te gaan. De Talmoed is 100% spiritueel, maar fysieke Joden trachten haar met het hoofd te doorboren. Ze projecteren het verhaal op onze wereld.

1995 kreeg Michael een innerlijke leegte. Hij kreeg de absolute leegte en O op het rekest voor al de tot dan geleverde prestaties. Onze generatie is de pionier voor de massa.

Leer aan je IM geven. Echt geven kan je aan niemand anders dan aan je IM. Al de rest is geven aan de UM. Het is tijdverlies en verspilling van energie. Een moeder geeft aan haar kind. Het is UM. De grote overwinning is gaan bedeffen dat je absoluut niets kan geven. Als je denkt dat je nog iets kan geven, denk je dat je nog iets goed hebt in jezelf. En dat is het grote probleem. Verbeeld je daarom dat je niet kan geven. Eerst moet je geven aan je IM door zelfopoffering; door de je UM dunner te maken.

De Zohar is commentaar op de boeken van Mosje, de Tora, Pentateuch, alsook op de Talmoed en de 24 boeken van de Tanach.

Kabbala Les 3

21.10.2004

In Israël zijn de kabbalalessen dansen en wodka drinken. Het is UM. Het is mooi; zorgt voor verbondenheid; troost… Het is er knus. Het is Michael Portnaar evenwel niet gegeven. Wij zoeken innerlijke samenhang. Je mag innerlijk borg staan voor elkaar. Al je wensen staan borg voor elkaar. Als 1 van je wensen niet gecorrigeerd is, moeten de anderen die zich structureel naast je bevinden die wens te hulp schieten, (arwoed) vertaald naar maatschappelijke verbanden. Het is macrokabbala die Michael niet kent noch begrijpt. Het is een kabbalistenstaat met kabbalistische ministers. Maar het corrumpeert de hoge kabbalisten. Alles ligt in jezelf. Word liever minister van je IM. Je levenstaak is je IM te corrigeer en te veroveren. De beweging ‘kabbala’ bestaat niet. Een beweging of groepering is immers allemaal UM. Kabbala is persoonlijke ontwikkeling. Het start met grote teleurstelling, nl. met het onvermogen om iemand lief te hebben. Dat is het uitgangspunt. Dit besef is het begin van je succes. ‘Je kunt het niet.’ Ook de grote kabbalisten is het niet gegeven. De Schepper wil dat je dat voelt. Anderen willen liefhebben maar niet je IM kunnen liefhebben is een spelletje spelen. 1° moeten we onze IM liefhebben. Hoe kan je anderen liefhebben als je al die tijd je IM verwaarloosde? Je moet tot 0 komen, voelen, ervaren en tot echt gebed komen; een soort schrei waarop de Schepper niet anders kan dan antwoorden. Anderen lief hebben is niet je vrouw, kinderen, buren liefhebben. Het is kinds. Liefde is… een krachtige al meer gecorrigeerde wens die een niet-gecorrigeerde wens helpt. Dat is geven wat de Schepper opmerkt. Alles is innerlijk. Alle andere vormen van geven is kinderspel. Het is corrupt geven. Dat is het verschil tussen kabbalistische- en huishoudthora.