REINSENLAND
Eenen acker teulants gemeynlick genoemt Reysenlant int Hermalen 1638 (RA 71 fol.225v).
REINSHOVENERF
Reijnshovenerf in Borne 1816 (GA 141).
Bekend is uit die periode dePN Hendrik Reijnshoven, landbouwer in 1832 (kadaster).
REK
Bouwland de Rek onder Borne 1816 (GA 141); de Rek N.1836, 1855, 1877, 1879; B 490 - 494, 502 (b: 1.53.30), 495 - 501 (b: 1.61.30).
Een 'rek' of 'rak' is een 'rechte strook grond'.
RENIERENSTRAATJE
sRenierenstraatje (vm) vanaf ca. 1902.
Een oude benaming voor de Verlengde Kloosterpad. Het herinnert aan een zekere Renier Steenbakkers, die in 1902 de dochter huwde van de familie Knicknie uit de Arend. Eerst heette het voetpadje in de volksmond Knikkenstraatje naar de FN Knicknie. In 1921 werd het uiteindelijk Verlengde Kloosterpad.
RETIRADE
Huizen, erven stalletje tuin en retirade N.1897; D 195 - 198 (: 8.31).
Een retirade is een plaats om zich terug te trekken (tuinhuisje, prieel, paviljoen, toilet).
RICARTSBEEMD
In Rycartsbeemt 1391 (GBB).
Afgeleid van de PN Ricart of Ricout. Later werd dat Rijck > Rijk en tenslotte ontstond de FN Rijkers.
RICHTWEG
Een huis en hof aen den Richtwech tussen Rycart van der Voert en de gemeijnt 1391 (BP 1179).
Richten betekent : recht maken, rechte weg. Is hier de Rechtestraat, de latere Grotestraat of Hoofdstraat bedoeld ?
RIELANSHEKKEN
Juxta Rielantshecken 1498 (HH 131); uit bezittingen nabij Rielanshecken 1507 (HH 133); uit bezit nabij Rilantshecken in de Buenders bij de Pastorij 1620 (HH 146); uit bezit nabij Rilandhecken 1714 (HH 162); uit bezit nabij Rijlanshecken 1783 (HH 165).
De benaming 'rielans' (vgl. rylans) betekent : rietland, vegetatie (riet), waterloop (M. Schonfeld, 68); ryele, riele, rile, vermoedelijk een waternaam, afgeleid met een suffix -l- van idg. *ri 'stromen' (v. Berkel, Samplonius 153). De 'hekken' ter afsluiting van een bepaald gebied waren veelal te vinden bij grenspunten aan de uiteinden van de gehuchten.
RIETAKKER
De Rietakker groot 31.50 aren B 1940 (NAA 1930-1960 inv.nr.77).
Akker gekenmerkt door begroeiing met riet.
RIETBEEMD(EN)
De helft van die Riedebeemt in die Hardebeemde 1389 (BP 1178); eenen halven buynder beempt in die Hardebempt gheheiten den Rietbempt 1536 (RA 42 fol.58); verpachting van een stuck hoybeempts vander Kercken wegen, der Kercken toebehorende genoempt den Rietbeempt 1574 (RA 53 fol. 130v); uit die helft van een bempt in de Hardebempt den Rietbempt genampt 1620 (HH 146); vier mergen lants gemeynlick genoemt den Rietbemdt onder tWijbosch in de Beemde andere zijde de guldebroeders van St. Catarina 1647 (RA 74 fol.121v); twee perceeltiens groeslants gelegen aent Broeck in de Rietbemde saemen groot agt hont 1662 (RvS); uit halve akker in de Hardebempt genaemt den Rietbemt 1714 (HH 162); onder het Wijbosch genaamt in de Drie Kampen off Rietbeemt 1751 (RA 159 fol.53v); Rietbeemden 1757 (JW); bouwland onder Weibosch in de Blakke - of Rietbeemden belend aan een eind aan de schutterij van St.Katharina N.1830; bouwland onder Weibosch genaamd Croogsbosch of de Rietbeemd N.1832; de Rietbeemd 1832 (kad); E 1445 - 1592; de Rietbeemd N.1835, 1847, 1851, 1896; E 1370 - 1372, 1379 - 1380 (b, w: 97.80), 1498 (w: 32.00), 1507, 1517, 1582 (b: 65.20), 1520 (b: 37.30); Rietbeemd of Kwade Straat N.1834; E 1586 (b: 31.40).
De Rietbeemdweg leidt nu naar het kerkhof van de Servatiusparochie. In de Middeleeuwen lagen de bekende 'Hardebeemden' achter het koor van de kerk, zoals dat destijds werd geformuleerd, dus achter de oostelijke kerkmuur. In het parochiearchief bevindt zich een register van het O.L.Vrouwe-altaar met gegevens over verpachtingen van de Rietbeemd waarvan de inkomsten bestemd waren voor versiering en onderhoud van dat altaar.
Grote RIETBEEMD
De Groote Rietbeemd 1904 (HB 1402 fol.28); E 1373.
RIETKAMPJE
Eenen camp groesvelts gemeynlick genoempt het Rietcampken 1600 (RA 59 fol.235); eenen camp genoemt den Rietcamp 1633 (RA 68 fol.35v); in de Liekendonk genoemt het Rietcampken 1707 (RA 97 fol.146v); een camp hooijland genaamt het Rietcampke onder Elschot 1802 (RA 182); het Rietkampje onder Elschot hooiland, 1816 (GA 141).
RIJKAMPJE
In de Laveredonk genaamd het Rijkampje (PB 1817).
Een stuk hooiland het ene jaar toebehorend aan de ene en het andere jaar aan de andere eigenaar vgl. rijbeemden of wisselbeemden.
RIJKENDONK
Rykendonc 1428 (FS).
Hier kan het gaan om een afleiding van de PN Rijk van Ricardus of van het naamselement ‘rik’of ‘rek’ in de betekenis van = streep land.
RIJKERS
Wei – en bouwland ter plaatse de Vossenberg genaamd bij Rijkers 1910 (HB 1515 fol.122a) A 3182. Bij herleiding blijkt het volgende: A 3182 = A 595, 596 en 613.
Afgeleid van de FN.
RIJKERSLAND
Rijkersland N.1886; B 1620 - 1626 (b: 1.31.70).
Maria Jan Rijkers had eigendommen onder het gehucht Borne (1832, kad).
RIJ(S)BOS
Ex bonis de Rijsbos 1421 (HH 127); uit land in Rijbosch; uit een akker genaemt Rijsbosch 1507 (HH 133); uit goet genampt Rijsbos 1620 (HH 146); uit akkers in Rijbos 1714 (HH 162); uit een akker genaemt Rijsbosch 1783 (HH 165); het Rijsbosch N.1871, 1877, 1882, 1885, 1889, 1904; C 1104 (b: 30.40), 1164 (b: 30.40), 1215 - 1219 (w, sb, we: 86.00), 1231 (bos: 1.16.10), 1241, 1241a, 1242 (w, hh, og: 33.30); onder het gehucht Elde ter plaetse genaamd het Achterste Hermalen aan het Reisbosch N.1840; C 1232 (b: 49.60).
Rijshout; rijs, takken en twijgen van bepaalde bomen (Verdam, 6,1401); bos waar rijshout groeide/ gekapt werd. Rijshout is een benaming voor laag struikgewas in het algemeen, (Mélotte-Molemans, 219).
RIJSBRAAK
Land die Rijsbrake 1413 (BP 1188); uit een akker die Rijsbraeck 1500 (PAS 417).
.
RIJSKAMPJE
Den Muggenbeemt ter andere sijde streckende aen eenen camp het Rijscampken genoemt 1600 (RA 59 fol.217); hooiland het Reiskampje onder Weibosch 1816 (GA 141).
RIJSSELBRAAK
Land die Rijselbrake 1463 (BP 1232).
Mogelijk identiek aan Rijsbraak.
RIJT
Neevens de Rijdt 1754 (RA 160 fol.106); bij de Rijt N.1869; F 503 (he:1.12.00); bij van de Rijt N.1896; E 3236 (w: 42.70).
Van de(r) Rijt is duidelijk een FN. De andere betekenis van 'rijt' is waterloop of beekje.
Stille RIJT
Stille Rijt (vm); (detailkaart, ged. St. Oed.).
Het gaat hier om de omgeving van een klein beekje in de hei, waar in de winter alles onder water liep en men er naar hartelust kon schaatsen en 'slibberen'. In de oorlog 1914-1918 mochten wij (C. v. Weert) met vader mee en vele soldaten van de Gele Rijders kwamen dan schaatsen. Ook dokter van Oppenraay. Ik zag voor de eerste keer een echte kwatta met soldaatjes erop en een baanveger met grote ijsbezem al roepend: "Denk om de baanveger van Doorn". In 1914-1918 waren in Schijndel de Gele Rijders, in St.Oedenrode de Rode Huzaren en in Veghel de Blauwe Huzaren gelegerd. (vm.29).
Dostları ilə paylaş: |