HULPENAKKER
Aent Elschot geheiten ghemeindelick Hulpencamp 1536 (RA 42 fol.56).
Identiek aan Helpakker en Helperik ?
HULSBERG
Aen den Borne in den Hulsberch 1471 (BP 1240).
Afgeleid van het germ.* hulisa- m. "hulst" + berga- m. "berg" (M. Gysseling 523); huls = "steekpalm" en gedijt bij voorkeur op lichte zandgronden (J. Molemans Zonhove 432). In de spreektaal werd de s veelal als z uitgesproken, vandaar de samentrekking 'hulze(n)braak.
HULSDONK
Die Hulsdonc 1348 (GZG).
HULZEBRAAK
Een huis hof en land in Wybossche in die Hulschebrake 1392 (BP 1178); een stuk land in de Hulsbrake en nog een dito ernaast 'desen brieff vermelt van den landt in de Hulsschebraeck aent Wijboss' 1456 (IS 27); aen Wijbosch geheyten die Haulschebraeck d’een sijde Sunte Barbaragilde binnen Schijndel in der Kercken 1533 (RA 41 fol.51); uit een stuk land in het Wijbosch in de Hulschebraecken 1620 (HH 146); twee hont saetlants ondert Wijbosch in de Hulsebraeck 1662 (RvS 2); een stuck ackerlants in de Huelssebraek 1680 (RA 385.3); uit bezit in Wijbosch in de Hulschebraeck 1714 (HH 162); de Hulssebraak 1757 (JW); eenen acker teulland groot ontrent drie lopensen op den gehugten van Wijbos in de Hulsebraak ene zijde de gilde van St. Barbara 1783 (HH 165); Hulzebraak 1832 (kad); D 1372 - D 1451; de Hulsebraak, de Hulssebraak, de Hulschebraak N.1834, 1866, 1881; D 1372, (he: 16.30), D 1377 (he: 18.30); D 1379 (b: 49.20); D 1404 - D 1405 (b, sb: 26.57); D 1430 (b: 40.40); verklaring tot het overgaan van scheiding en verdeling van bouwland de Hulstbraak 1912 (HB 1554 fol.195v) E 3452.
Achterste HULZEBRAAK
De Achterste Hulschebraak N.1866; D 1438 (b: 32.20).
Hoge HULZEBRAAK
Een parseel akkerland genaamt den Hooge en Laage Hulsebraak groot omtrent twee loopense 1790 (RA 176 fol.130).
Lage HULZEBRAAK
Een parseel akkerland genaamt den Hooge en Laage Hulsebraak groot omtrent twee loopense 1790 (RA 176 fol.130).
HULZESTEEG
Aent Wijbossche die Hulschestege int Sandt 1539 (RA 42 fol.95).
HULZESTRAAT
In die Hulschestrate 1423 (FS).
HULSKAMP
Hebben opgemeten 12 bakens of heuveltjes in een rechte lijn tusschen de Couvringsemeulen en een camp genaempt Hans in den Hulscamp bij de Beijndersehoeve zuidelijk van den Heesacker gelegen 1650 (IS 12)
HUPPELSTEEGJE
De Huppelsteegd 1757 (JW); een parceel akkerland onder het Elschot genaamd Huppelsteegje 1815 (NA 16 no.723); huis bestaande in ene landmanswoning koestal schuur dorsvloer klein huis achterhuis hof boomgaard en bouw- en weiland onder Elschot in het Huppelsteegje N.1827; aan het Huppelsteegje N.1849; A 699 (b: 46.20); het Huppelsteegje N.1875; A 691 (w: 33.60); Huppelsteegje 1941 (CS).
Huppel als plaatsnaam (Gld) 1168-1173 Huppelo; een samenstelling van germ.* huppan = "hoppe" en 'lo' "bosje" (Plaatsnamenboek 91); hubbel, hobbel, hobbelig, springen, huppelen (Etym. Wb.). Deze steeg is gelegen aan de Boschweg; mensen van de Boschweg werden vroeger "kikvorsen" genoemd (Hr. Timmermans, Schijndel)
HURK
Land in den Hoernic 1426 (SS).
Een hurk is een uithoek.
Kwade HURK
Een stuk bouwland in den Quaden Hoerinc 1475 (Archief van het Minbroederklooster ‘sBosch).
Een kwaliteitsaanduiding van slechte of onvruchtbare grond.
HURKAKKER
Den Hurkakker onder Borne 1816 (GA 141).
Het oude hoernik en hork werd via palatisering 'hurk'. Het is de geassimileerde vorm van hornik "hoek". Nederzettingsnamen met een bestanddeel hork zijn gewoonlijk gelokaliseerd in een uithoek van de gemeente en liggen in hoekvorm tussen wegen (Mélotte - Molemans 137). Zo komt hork ook voor als nederzettingsnaam in Sint Huibrechtslille, (Molemans 1976b 138).
HUTTEN
De Hutten; nabij de Hutten N.1892, 1896; C 564 - C 565 (b, w: 34.30)
Een kleine primitieve of armoedige woning van hout, riet, stro of plaggen gebouwd (van Dale 1146); ook schuilhut voor herders, heideplaggers?Rond de jaren ’30 van de vorige eeuw woonde een zekere Marinus van Boxtel alias Kop Emmes in een soort plaggenhut nabij de Beek. Het was niet meer dan een overkapping van hout, fitselstek, stro en plaggen (Maas 1991: 9).
IKENSAKKER
Eenen acker aent Wijbossche gheheiten opt Houbraecken die men noempt ghemeindelick Ykensacker 1536 (RA 42 fol.63v).
Iken is afgeleid van de vrouwelijke voornaam Ida vgl. Idake = Iken.
JAANTJESAKKER
Een perceel bouwland genaamd Jaantjesakker N.1886; A 2378 - A 2379 (b: 88.30).
Afgeleid van de PN Jaantje = Adriana
JAANTJESKOOP
Een perceel bouwland genaamd Jaantjes - of Voetsekoop N. 1875; A 2378 - A 2379 (b: 88.30).
JACHTHUIS
Huis met binnenveld in het Wijbosch genaamd het Jachthuis 54 aren 30 ca, 1911 (HB 1528 fol.18) E 3658.
Het huis van waaruit de jacht georganiseerd werd.
JACOB MEUSSENLAND
Een stuck lants genoemt Jacob Meussenlant 1600 (RA 59 fol.256v).
Afleiding van een PN Meussen komt van Bartholomeus.
JACOB MEYSSENHOEKAKKER
In Elde opt Oetelaer genoempt Jacob Meyssenhoeckacker 1571 (RA 52 fol.40).
Afleiding van de voornaam Ameijs.
JACOBSBUNDER
Jacobsbuenre 1382 (BP 1176); vijff strepen land die Meeubuenre in die Scoetschehoeve tussen Willem Tolinck en 't erf Jacobsboenre 1383 (BP 1176).
Afleiding van de PN Jacob
JACOBSHOEFKE
Aen den Boors geheiten Coppenhoefken 1545 (RA 43 fol.138v).
JACOBSHOF
Ter plaetssen Larystraet genaempt Coppenhoff 1546 (RA 43 z.f.).
JACOB VAN HEESHOEFKE
Aen den Bors geheiten Coppen van Heeshoefken 1545 (RA 43 fol.137v).
Coppen is een afleiding van de voornaam Jacob of Jacop.
JAGERSAKKER
Hun recht op een huis enz. aan den Born genaamd des Jegersakker 1488 (IS 32/122).
Jegen vgl. jagen en jegere of jeger; hij die jacht maakt op wild (Verwijs en Verdam 1007) Er bestaat in die periode ook een FN Jegers, in gelatiniseerde vorm Venatoris.
Dostları ilə paylaş: |