KERKENLAND
Huys hoff ende lande in de Broecstraet onder de prochie Schijndel ene einde het Kerckelant van Gemonden 1657 (RA 78 fol.139v); voor in de Beempt agter het Choir onder Elschodt andere eijnt het Kerckelantt 1779 (RA 170 fol.67).
Het land in eigendom van de Gemondese kerk en in de tweede notitie dat van de Servatiuskerk te Schijndel.
KERKHOF
Land bij den Kerchoff 1413 (BP 1188); die ghemeynden ghewijden Kerckhooff ende die kerckmuer vanden Kerckhoof 1541 (RA 43 fol.60v); huijsken op de Kerkhoff aen het Raadhuijs 1774 (CvB); voor het Kerkhof N.1900; E 1121, E 1124 - E 1125, E 1127 (b: 38.60).
Nieuw KERKHOF
Achter den Nieuwen Kerkhof N.1836, 1842; E 1122 (b: 09.10).
KERKKAMP
Eenen camp hoylants gemeynlick genoemt den Kerckencamp int Wout 1596 (RA 58 fol.52); aan de Breestraaat, west de Papencamp, zuyd de Kerkkamp 1802 (RA 136 fol.81v).
Een stuk land wat tot de kerkgoederen behoort.
KERKKLUIS
Seekere hoff liggende agter de huyse van Peter van de Sande tegenover de Kerckecluyse alhier langs de straet 1707 (Prinsen bloc 3 fol.51).
Het gedeelte van de Kluis het dichtst tegen de kerk aan gelegen.
KERKPAD
Kerkpad 1832 (kad); C 436.
KERKSTRAAT
De gemene Kerckstraet 1380 (GBB); een hofstad tussen Gerit Duijsch en den Kerckstraet 1380 (BP 1176); huys hoff ende aengelag ontrent de Kercke 60 roijen Rijnlantsche maate ene zijde het Kerckstraetje 1717 (RA 99 fol.144); de gemeene Kerckstraet 1740 (RA 103 fol.41v); Louisa Comperle wonende onder het gehucht Elschot in de Kerkstraat no. Y 599 (NA 17 no.868); de Kerkstraat 1904 D 3357; Kerkstraat 1937 (CS.5).
De straat die aansloot op de Pompstraat en naar de kerk leidde.
KERKSTUKSKE
In die Gemeyn Eckeren geheiten dat Kerckstucksken deen sijde die Kerckhooff van Schijndel 1545 (RA 43 fol.137).
KERKVELD
Land die Cloet in dat Kercvelt 1382 (BP 1176); twee stukken land opt Kerckvelt 1398 (BP 1181).
KERKWEG
Die Scerpacker strekkende van den Olaxgrave tot den Kerckwech 1445 (BP 1216); huys schuer hoff aende Kercke andere einde den Kerckwegh 1700 (RA 96 fol.45v).
KERKWEI
Ter plaetse genoempt den Erdenborch dander sijde beneven de Kerckweij van Heeswijck genoempt 1571 (RA 52); den Blakkencamp in den Eerdenburgh groot ontrent tien karren hoygewas ene eijnt de Kerkeweij ander eijnt de camp St. Bastiaen 1770 (RA 166 fol.194v); Kerkenwei onder Weibosch zijnde een houtbosch twee loopense twaalf roeden 1816 (GA 141).
KESSELSBRAAK
Aent Wijbosch geheiten Kesselbraeck 1544 (RA 43 fol.96v).
Afgeleid van de FN van Kessel.
KETELAARSERF
Huys hoff met enen esthuys metten landt ende erffenissen hautwasch daer aen gelegen int Eelschot in eender straeten genaempt die Larystraet gemeindelic genaempt Ketelerserff 1552 (RA 45 fol.8v).
Afgeleid van de FN Ketelaars.
KETTER
Eenen camp hoylants vier mergen lants in de Houtert genoemt den Ketter 1687 (RA 142 fol.170v); eenen kamp hoijlants met sijn houtwasch en verder gerechtigh. ontrent twaelff karren hoijgewas t.er plaetse in de Lieckendonk genoemt den Ketter, aen een sijde den Quaden Camp N.1726; vijftien carren hoijgewasch onder Elschot genoemt den Cetter 1736 (RA 154 fol.78v); hooijland genaamt de Ketter onder Elschot aan de Liekendonksesteegt 1807 (RA 18 fol.4); de Ketter onder Elschot 1816 (GA 141); een bosch beplant met opgaande bomen en schaarhout en twee parceeltjes weiland genaamd de Ketter ter plaatse de Liekendonk 1900 A 1856-1863 (HB 1423 fol.183).
Aangenomen mag worden dat we hier te maken hebben met een algemeen scheldwoord. Het mnl. ketter ook sodomiet, verwijst gewoonlijk naar de sekte der Cathari, die in de 12e eeuw uit het oosten naar Italië kwam (afgeleid van Gr. 'katharos' 'rein'). De heftige vervolging door de kerk gepaard met een sterke diffamatie gaf aan het woord de bet. 'verworpeling', wat dan leidde tot 'sodomiet' (J. de Vries, Ned.EtymWb. 315).
Of stamt de naam uit de periode dat andere geloofsgenoten ‘ketters’ werden genoemd en behoorde deze grond aan iemand die als ketter bekend stond?
Achterste KETTER
Twee kampen hooijlant genaemt den Voorsten en Agtersten Ketter in den Liekendonk groot te saeme twaelff karren hooijgewasch jaerlijcx 1773 (RA 167 fol.341).
Voorste KETTER
Twee kampen hooijlant genaemt den Voorsten en Agtersten Ketter in den Liekendonk groot te saeme twaelff karren hooijgewasch jaerlijcx 1773 (RA 167 fol.341).
KEULSE KAR
Seeckeren huysinge staende hier in de Straet tegenover de Ceulse Karre toebehoort hebbende Daniel Wouter Pennincx 1665 (RA 90 z.f.); huijs hoff schuer stallinghe boomgaert en aengelegen landerijen ontrent seven loopense onder Lutteleijnde ontrent de Kercke genaemt de Cuelse Carre 1685 (RA 142); huijs hoff schuer stallinge en landerijen genaemt de Ceulse Karre onder Lutteleijnde ontrent de Kercke N.1686; Francois van der Eerde hospes in de Keulse Kar 1737 (CvB 350); een huis bestaande in een winkeliers - of nering doende woonhuis van ouds genaamd de Keulsche Kar met schuur hof en aangelag in de kom van het dorp in de Groote Straat N.1838; D 25 - D 27 (hu: 24.86)
Veel dorpen en steden in Brabant hebben een uitspanning binnen hun gemeentegrenzen met deze naam. De naam is afkomstig van een handelsroute die in Keulen eindigde en al in de 17e eeuw gebruikt werd, vooral om het linnen van de vlasboeren naar Duitsland te brengen. Deze handelsroute is komen te vervallen na 1866 vanwege de aanleg van de spoorweg 's-Bosch-Eindhoven-Venlo (J. v.d. Ven, Brabants Dagblad, 31.12.1987). De herbergen hebben hun naam overigens behouden.
KEUNENAKKER
Een acker teulants genaemt Keunenacker onder tLutteleijndt 1644 (RA 73 fol.63).
Afgeleid van de FN Keunen.
KEUR
Onder dLutteleynde opten Keur 1591 (RA 56 fol.63); aen die gemeyn straete genoemt den Kuer 1608 (RA 61 fol.76); drie streepen gelegen ter plaatse genoemt d'Lutteleijnd in Joordens Hoeve en tegenwoordelijck genoemt op den Keur 1643 (CvB); saetlants gelegen ondert Lutteleijnde opte Ceur 1662 (RvS 19); eenen acker teullants drije lopense gelegen op de Cuer langxt de gemeijnte met den houtwasch 1685 (RA 142); huijse, esthuijs, hoff, boomgaart ende lande dien aengelegen met henne gerechtigheden ontrent 6 lopensen op te Cuer N. 1700; de Keur 1757 (JW); Keur 1803 (HV); Keur 1832 (kad): C 1605 - C 1699; op de Keur N. 1834; C 1632 - C 1634 (voorh.: 02.32); C 1637 (b: 26.90).
Het element core, coore, coire, keure, kuere, cure, ook coor of coir. Het gebied, waarbinnen eene keur geldt, 'grond- en rechtsgebied' (Verwijs en Verdam 1895 kolom 1905. Naar men aanneemt vormt de Keur een latere afsplitsing van het gebied Schrijvershoef.
Dostları ilə paylaş: |