Een uitgave van de Heemkundekring m m. V de Gemeente Schijndel 2003



Yüklə 2,05 Mb.
səhifə66/121
tarix23.01.2018
ölçüsü2,05 Mb.
#40362
1   ...   62   63   64   65   66   67   68   69   ...   121

KUILENAKKER


Twee loopensaaten teulland den Cuijlenacker onder de parochie Schijndel 1680 (RA 132 fol.66v).

De gehuchtakker van het gebied de Kuilen ?


KUILENHEIKE

Die Luesige Heyde ofte Cuylenheyken tussen Gestel ende Schijndel 1658 (NvdH 13 fol.360); Kuilenheike Kuilenheide N. 1871, 1876, 1877, 1901; C 425 (b: 1.57.70), 426 ged. (b, w: 4.70.70); Kuilenheike 1902 (HB 1341 fol.4) C 2707-2713.



Heidepercelen gelegen onder de Kuilen.
KUILENHUIS

Kuilenhuis N.1888; C 458 (hu, b: 37.94); Kuilenhuis 1903 (HB 1351 fol.2a) C 3491-3492. Bij herleiding blijkt het volgende: C 3491-3492 = C 452-458.



Huis gelegen op de Kuilen
KUILENKAMP

Een weijcamp genoemt Cuijlencamp in de parochie van Schijndel in de Cuijlen 1656 (CvB).


KUILERSAKKER

Een acker teulants genoemt Cuijlersacker gelegen in de straet negen loopense 1685 (RA 142); derdalff loopense teulants genoemt den Breedenacker ene zijde Cuylersacker 1696 (RA 143 fol.196); gelegen in de Straet van outs genoemt Cuyldersacker 1705 (RA 146 fol.177v).



Het kan een verwijzing inhouden naar de PN Verkuilen? Ook is bekend de beroepsnaam cuel­naer, colenare, keulenaer, kulengrever, kuilgraver, doodgraver of mnd. kulere, steenhouwer (Verwijs en Verdam 2195)
KUIPERHUIS

Kuiperhuis N.1895, 1896; E 1812 - 1814 (hu, b, w: 73.70).



Afleiding van de PN Kuipers.

KUIPERKESAKKERTJE


Cuperkenseckerken oomtrent de Kerk 1500 (PAS 417).

Het akkertje van het kuipertje, een man die kuipen maakt maar klein van gestalte is.


KUITVELD

Een acker teulland onder het Lutteleijnd genaamt Cuijtveld 1773 (GAH 1).



Het mnl. coyte koyt, kueyte, cuete, cuyte, koeit, keute, keut, keite, kueyt) kuit is de benaming van een soort van inlands bier. Meestal was het dun bier, doch niet altijd, maar steeds zonder hop (Verwijs en Verdam 1680).
KULDERSAKKER

Groesland onder lutteleijnt genaamd Kuldersakker N.1767; een braak teulland onder Lutteleijnde aan den Heijkant genaamt Kuldersak­ker aan de gemeene weg 1807 (RA 184); Kuldersakker onder Luttelein­de 1816 (GA 141).



Is 'kulder' mogelijk identiek aan 'kuilder of kuiler' ? Een andere aannemelijke verklaring vonden we in het tijdschrift van het Brabants Landschap van december 2001 no.133, waar Peter Keij schrijft over de wulp, die dialectisch wordt aangeduid met ‘kulder’, afgeleid van het geluid dat die prachtige vogel laat horen. Hij maakt een vergelijking met het Engelse ‘curlew’ en het Franse ‘courli’. Het zijn alle drie zgn. onomatopeeën, benamingen die zijn afgeleid van het geluid dat iets of iemand voortbrengt. Andere bekende voorbeelden uit de vogelwereld zijn koekoek en tjiftjaf.
KUMMENAKKER

Int Weibos ter plaetse genaamd de Berisakkers genoemd wordende de Kummenakker N.1848; E 1517 (b: 24.60).



Het mnl. cume is bekend onder verklaringen als zwak, gebrekkig, krachteloos, mat, lijdend (Verwijs en Verdam 2204). Slaat het mogelijk op slechte grond ? Of bedoelt men laag gelegen grond in een kom­vorm of komme in de Rietbeemd. Kumpel gaat terug op mnl. comme, com "kom, inzinking", (J. Molemans Zonho­ven 481).Of hebben we te maken meteen verschrijving van de Kromme Akker.
KWADE JAAR

Land dat Quade Jaer bij die Hardbeemde 1392 (BP 1179).



Kwade is te relateren aan de Hardebeemden, waar het gelegen is. Het element 'jaar' is vooralsnog onduidelijk. De mogelijkheid is niet uitgesloten dat het hier gaat om zgn. rijbeemden of wissel­beemden, die het ene jaar aan de ene en het ander jaar aan de andere eigenaar in gebruik gegeven waren of verwijst het naar een jaar van een bijzonder magere oogst?

KWALBEEK


Kwalbeek z.j.

Het grensbeekje tussen Den Dungen en Berlicum dat, lopend door Schijndel en Den Dungen, uitmondt in de rivier de Aa ter hoogte van de watermolen ter Steen.



KWEEKBOS


Versogte permissie en consent tot het aenleggen van een Queekbosch onder het gehucht of hertgank van Elschbosch ter plaatze genaamd de Vossenberg 1774 (RA 349 map 6).

Aanleg van een plantsoen, want in de akte zelf wordt verder gesproken over ‘om het selve met slooten te mogen omgraven tot conservatie van het plantsoen’. De benaming Elschbosch moet natuurlijk zijn Elschot, maar zal onder invloed van “Queekbosch’ per abuis als Elschbosch genoteerd zijn.



KWEEKPUT(TEN)

Eenen halven camp lants onder de Borne byden Queekput 1612 (RA 63 fol.108); op d”Oetelaer genaemt den Queeckput 1705 (RA 147 fol.13v); twee ackers aen de Queecput 1747 (RA 157 fol.6); twee percelen bouwland onder Borne op het Oetelaar in d'Oirendonk genaamd de Kweekputten of Goyaert Korstenveld N.1827; de Kweek­put N.1885; C 2193 - 2195 (b, og: 78.70); de Kweekputten N.1835, 1836, 1857, 1869, 1887, 1900; C 1278 - 1279 (w: 55.30), 2186 - 2192 (b, w, we: 1.54.10), 2193 (vh: 17.32), 2193 - 2195 (b, og: 78.70), 2201 - 2203 (b, og: 83.80).



Hier gaat het om een perceel opgaand geboomte dat was beplant met welwassende eiken. Was de eigenaar soms een bekende boomkweker ?Hier gaat voor wat betreft de betekenisverklaring de voorkeur naar uit.

Putten zijn lager gelegen percelen of er is sprake van een benoeming naar de ligging bij een moerput, zand- of leemput. Put is ook bekend als een min of meer uitgestrekt omsloten water (Lindemans 24). Werden er bepaalde vissoorten in gekweekt ?
KWEEKVELD

Het Kweekveld N.1897; C 1278 - 1279 (w: 55.30).



Het veld gelegen bij de Kweekputten ?
KWINT

Drije loopense genaemt de Quint 1709 (RA 148 fol.82v); int Wijbosch genaemt den Quint 1777 (RA 285 fol.121v); een parseel teullandt zijnde twee akkerkens genaamt de Quint onder Weijbosch twee lopense 1790 (RA 177); 1/6 part int erff gelegen aan de heij onder Wijbosch genaamt de Quint een lopense 1802 (RA 182); erf in de Kwint in Weibosch 1816 (GA 141); erf in de Kwint onder Weibosch 1816 (GA 141); huis bestaande in ene keuterswoning koestal schuur en dorsvloer hof boomgaard en aangelegen bouw- en weilan­den onder Weibosch in het Hoog Weibosch aan de Zandkant genaamd de Kwint N.1828; de Kwint N.1834, 1848, 1851, 1865, 1881, 1898; D 1322 - 1323 (b: 44.70), 1335 (b: 31.40), 1347 - 1348 (b: 35.70), 1357 - 1358 (b: 17.50), 1362 (b: 36.41), 1991 (hu, b: 35.70). Bij herleiding blijkt het volgende: D 1991 = D 1347-1348.



Quint of Quintus is een mansnaam (heiligennaam). Ook bedoelt men soms met quint ' slechte grond ' het 5e element (vuur, lucht, water etc) (van Wij­ck 364).Maas vermeldt in zijn boek dat een zekere Antoon Wouters, de zoon van Caspar, als schilder oog had voor detail. Hij schilderde op een dag het huisje van Piet Duits, gelegen tegen de buurtschap d’n Berg aan, ter plaatse geheten ‘de Kwient’.

Maas 1991: 8.




Yüklə 2,05 Mb.

Dostları ilə paylaş:
1   ...   62   63   64   65   66   67   68   69   ...   121




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©muhaz.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

gir | qeydiyyatdan keç
    Ana səhifə


yükləyin