Achterste LAND
Den Born int Lishaut geheiten dat Afterste Landt 1546 (RA 44 fol.10v).
Hoog LAND
In de Hulsebraeck genoemt het Hooch Lant 1626 (RA 67 fol.22v).
Vgl. Hoogland
.
Middelste of Midden LAND
Het Middenland N. 1868; C 1972 (b: 1.44.70).
Nieuw LAND
Drie ackerkens teulants in de Beemde genaemt Nieulant drie loopense 1685 (RA 142); vier akkeren teullandt nevens malkanderen gelegen genaemt het Nieuwlandt onder den gehugte Lutteleijnde neffens den dijk naar St.Oedenrode 1790 (RA 177); het Nieuw Land onder Borne, Elschot, Lutteleinde, Weibosch 1816 (GA 141); het Nieuw Land N.1835, 1836, 1846, 1855, 1856, 1869, 1871, 1889, 1893, 1895, 1896; A 621, A 623 - A 625 (w, sb: 85.10), A 790 - A 791 (vh: 9.93); B 1019a, B 1023a, B 1023 - B 1024 ; B 2320 (b: 39.60); C 510, C 513 (b: 38.80); C 1294 - C 1298 (b: 1.36.50); C 1331 - C 1335 (b: 1.16.30); C 1335 (vh: 10.60); C 1375 (b: 15.10); C 1376 - C 1378 (vh: 12.25); C 1451 - C 1453 (b, w: 2.20.10); D 1558 (b: 33.20); E 1848 - E 1850 (b, w: 63.90).
Achterste Nieuw LAND
Een parceel teullant met zijn houtwassen zijnde het Agterste Nieuwlandt 1765 (RA 164 fol.229).
Eerste Nieuw LAND
Int Wijbosch genaemt het Eerste Nieuwlandt 1765 (RA 164 fol.228v).
Oud Nieuw LAND
Int Hermalen genaemt het Oud Nieulant 1727 (RA 152 fol.202); aan de Pleijn genaamt het Out Nieuwlandt 1752 (RA 105 fol.153).
Oud LAND
Een acker teulants met houtwasch op het Oetelaer genoemt het Out Lant 1687 (RA 142 fol.128)); in de Beemde genaemt het Oulant 1710 (RA 193 fol.59); opt Oetelaer genaemt het Oudt Lant 1734 (RA 152 fol.202v); het Oud Land N.1888; C 950, C 2875 (b: 82.20). Bij herleiding blijkt het volgende: C 2875 = C 949.
Land in de betekenis van een gedeelte van de bovenste aardlaag, als zijnde de laag, die bewerkt en bebouwd wordt (Goossenaerts 445)
LANDINGSWEG [vm]
Een van de wegen in het gebied Vlagheide die vernoemd is naar de landingsbaan van het militair vliegveld, dat in de Vlagheide ter hoogte van de Eerdse Bergen werd aangelegd door de Geallieerden aan het einde van de Tweede Wereldoorlog.
LANDSTIENDE
Landstiende 1757 (JW).
De tiende toebehorende aan het 'gemene land' ten tijde van Staats Brabant na de val van Den Bosch in 1629 ?
LANDWEER
Aent Vechelsbroeck by die Vechelse Lantwere andere zijde het Schijndelsbroeck 1484 (HC 196); land onder Schijndel aen Wijbosch aen die Lantweere 1533 (CvB); anderhalve bunder weiland genaemt den Knockaert aen den Lantweere off Broeck van Vechel 1658 (RRG 70).
De landweer was een verdedigingslinie, die als zodanig zijn naam kon geven aan naburige landen temeer wanneer die, buiten gebruik gesteld, voor landbouwdoeleinden werd gebruikt (M. Schönfeld 155). In 1447 krijgen de inwoners van Schijndel verlof een landweer op te werpen om diefstal van paarden door de Geldersen te voorkomen (Archief Fundatie Verhagen).
LANGSTRAATAKKER
De Langstraatakker, Langstraatschenakker N.1868, 1889; F 124 (b: 51.00), F 885 (b: 89.50).
Een akker in de Schijndelse heide (1832 Rooise heide), langs de Langstraat.
LARIESTRAAT
Int Elschot omtrent de plaats genaamd die Helle by die Larystraet 1500 (PAS 417); aan Delschot geheiten die Laristraet 1530 (RA 41 fol.35); een hoeijveltken oft weijveltken geheiten de Bloete Camp gelegen aen die Laristraet 1541 (CvB); land int Delschot in der strate genaemt die Larijstraet 1552 (CvB); uit huis en hof in de Laristraat 1620 (HH 146); in de Laeristraet 1700 (RA 96 fol.99); onder Delschot ter plaatse in de Laaristraet 1712 (RA 98 fol.176); ex domo et orto in de Laerestraet 1714 (HH 162); de Larijstraat 1757 (JW); huis bestaande in ene landmanswoning koestal schuur dorsvloer eesthuis hof boomgaard en aangelegen akker - en weilanden onder Elschot genaamd de Lariestraat N.1815; Laristraat 1832 (kad), A 1118 - A 1216; Laristraat 1966 (CS).
De straat waar een looierij(en) stond(en). Zoals in Heeswijk in de Lariestraat waar verschillende looierijen stonden (W. Cornelissen, artikel Wojstap).
LAURENSELAND
Int Hermalen gemeynlicken genoemt Laureijnssenlant 1640 (RA 72 fol.45); twee perceelen lants int Heeremaelen genoemt Laurenssenlant met een streep daer bij gelegen vier hont 1662 (RvS); voor int Agters Hermalen genaamt Lourenseland 1748 (RA 157 fol.85); een enkelde hegh in Louwrenselant 1753 (RA 240 map 4); vier percelen bouwland onder Lutteleinde genaamd Lauerensseland N. 1818.
Afgeleid van de PN Laurens.
LAUWKENSAKKER
Eenen akker teullant met houtwassen ter plaatsen genaampt de Weijdonk off Lauwkensakke rgroot omtrent twee loopense 1771 (RA 166 fol.254).
Afgeleid van de PN Laurens of Lourens, hier de verkleiningsvorm.
LAVERDONK
Lavedonc te Dinther 1312 (LB); de beemd die Lavedonc in Scijnle tussen een steeg en 't erf die Zaert samen met de houtwas 1384 (BP 1177); ter plaetse geheyten die Laefdonck 1445 (BP 1216); in die Laevedonck 1456 (BP 1226); seven buunder broekland die Laefdonck in dat Wijbosch 1525 (BP 1302); huijs hof met ses mergen heij en weij daer inne eenich nieuw gebrocken gelegen int Wijbos in de Laverdoncq 1662 (RvS); land onder Wijbosch ontrent de Laefdonck 1667 (CvB); ter plaetsche genaemt den Laeverdonk 1771 (RA 167 fol.50v); Laverdonk 1832 (kad); E 2283 - E 2416; de Laverdonk N.1833; E 2362 - E 2363 (sb: 21.10); de Laverdonk, 1978 (BNA).
Klein LAVERDONK
In Schijndel een beemd die Cleijn Lavedonc 1423 (BP 1194).
Met betrekking tot het element 'laven' kan een vergelijking getrokken worden met het mnl. loof 'blad, gebladerte. Sommigen gaan uit van een idg. grondvorm lou-bh-o, die hij verbindt met gr.* oloúphein 'plukken, uitrukken'; dan wijst het woord op het afplukken van de bladeren voor het wintervoer van het vee (J. de Vries, 410/411); het element "laven" betekent ook: doorweken (de te looien huiden door zuren doen opzwellen) dus misschien toch samenhangend met Lariestraat:
LAVERDONKSEHOEVE
Idem een hoeve de Laverdonksehoeve onder Schijndel 1779 (RA 135 fol.165).
Een ontginningshoeve in het gebied de Laverdonk tussen Zuid-Willemsvaart en Oude Aa. De Laverdonk is bekend als een hertogelijk leengoed.
LAZARIJ
Inne den Born by die Lazarie rontomme de gemeynt 1554 (RA 45 z.f.).
Huisje waar de leprozen of melaatsen moesten verblijven om medebewoners niet te kunnen besmetten. Ze werden geplaatst aan de rand van het dorp meestal ergens tegen de heide aan. (Buiks 1990:137).
Arme melaatsen mochten, voorzien van een ratel, gaan bedelen. De benaming Lazarij is gekozen naar aanleiding van de in de bijbelse parabel van de rijke en arme man genoemde bedelaar Lazarus, in de Middeleeuwen ook bekend als de patroon van de bedelaars (WP 11:658).
LEEGT zie ook: Laagt
Op de Ackers genaamt de Leegt dwars door naest den Hoolenwegh 1752 (RB 10 fol.67); een parseel teulland genaemt de Leegt onder Elschodt op de Akkers anderhalf lopense 1797 (RA 180); een perceel akkerland met een heg omheind onder Elschot genaamd de Leegt 31 roeden N.1815; de Leegd onder Borne 1816 (GA 141).
Een bouwland gelegen in Borne en Elschot, allebei betrekking hebbend op laag gelegen land.
LEEMKUILEN
De vlaggen van die braecke liggende gemeynlick genoempt de Leemscuylen 1643 (NvdH 11 fol.176); een perceel gemeentegrond onder Weibosch aan de Leemkuilen vier lopensen 1791 (RA 135).
Kuil(en), ontstaan door het winnen van leem, die werd verwerkt in de steenovens.
Dostları ilə paylaş: |