KARMAKERSBRAAK
Ex hereditatem juxta pontem Kermekersbraeke 1447 (HH 139).
Afgeleid van een beroepsnaam.
KASPARSERF
Arbeidershuis hof en aangelegen bouwlanden onder Weibosch in de Berisakker genaamd Kasparserf N.1823.
Afgeleid van de PN Kasper of Kaspar.
KASSENERF
Kassenerf onder Weibosch 1816 (GA 141).
Mogelijk een verbastering van de PN Kas(per) ?
KASTEEL
Steenen huysinge oft Casteelken toebehoirende Heer Geerlincx van den Bossche (bij de gemeynt van Schijndel op Middelroois grondgebied….was dit misschien ten Roden?) 1643 (NvdH 11 fol.174v); onder Elschot ontrent den Casteele van Heeswijck 1646 (RA 74 fol.79); het plein voor de poort van Kasteel Seldensaat (Schijndelse gemeynt) 1667 (NvdH 15 fol.192v); een campken hoylants onder Delschot ontrent den Castele van Heeswijck andere zijde de Clarissenhoeve 1704 (RA 146 fol.150v); huis stal schuur zomerverblijf of kasteeltje boomgaard tuin bouw - wei - en hooilanden ter plaatse Nonnenbosch – de voorschreven percelen zijn te aanvaarden te weten het zomerverblijf en 20 roeden grond in den omtrek van gebouw en de molen huis hoef duiker en korte dreven bij betaling der koopsom, de perceelen weiland genaamd het Achterste Eeuwsel, de Heikampen en de Oude Weide, benevens het land rondom het zomerverblijf of kasteeltje 15 oktober; den tuin bouwland genaamd het Hopveldje en het weiland genaamd de Varkensdries N.1877; A 259 - A 264, A 365a, A 369 - A 371, A 374, A 378, A 380, A 2447 - A 2450, A 2511 - A 2512 (10.89.50). Bij herleiding blijkt het volgende: A 2447 en 2428 = A 364, A 2449 en 2450 = A 365, A 2511 en 2512 = A 372.
Een zomerverblijf of "kasteeltje" ter plaatse in het Nonnenbosch van de fam. Sopers, (Not. Arch. 1877). Het als eerste genoemde kasteeltje was volgens een getuigenverklaring door krijgsvolk platgebrand.
KEESKESHEG
Onder Lutteleynde ter plaetse genoemt aen Kieskenshegge 1690 (RA 93 fol.67v); inde Papenthiende genaemt aen Keeskenshegge 1705 (RA 146 fol.156); aen Keeskenshegge off Ottenacker ene einde het Gasthuys van Den Bosch 1718 (RA 198 fol.7); onder Lutteleijnde in de Pastoorstiendt aen Keeskensheg 1733 (RA 101 fol.209); onder het Lutteleijnt neffens Ceeskensheg 1770 (RA 166 fol.195v); twee akkers teulland gelegen op de Akkers aan Keeskensheg omtrent de Drie Haringen drie loopense 1795 (RA 179); een stuk bouwland onder Weibosch op de Akkers aan den Binnenpad genaamd Keesjesheg N. 1832.
Er bestaan wat varianten als kesel, keisel, kesie die duiden op kiezelstenen, hetgeen dus te maken heeft met de bodemgesteldheid nl. de hinderlijke aanwezigheid van een grintsubstrraat. Kees zou een diminutief of verkleinwoord zijn van kei ( Verwijs & Verdam:1400, Kiliaan:29o, Lindemans 1952). Of was het een heg waar in de buurt een ‘keske’,het dialectische woord voor een kastje, hing met een beeldje erin?
KEIENDAAL
Land dat Keijendael 1388 (BP 1178); onder Lutteleijnde land Keijendael 1425 (BP 1195); een stuk land op Koyendael 1450 (IS 26); een akker genaamd Keyendael 1451 (IS 26); uit land opt Hoge Velt bij de kerk en uit land dat Keijendael aldaar 1493 (BP 1262); land onder Lutteleijnde op Keijendael 1569 (CvB).
Een lager gelegen gebied met in de ondergrond een opvallende aanwezigheid van steensubstraten ? De vraag is of dit terrein ooit door archeologen nader is bekeken. Het element 'steen' of 'kei' kan immers ook verwijzen naar restanten van vroegere bewoningssporen. De aanduiding van ligging in de redelijke nabijheid van het oude kerkgebouw kan van belang zijn voor deze eind 14e - eeuwse vermelding!
KEIZERHOF
Uijt Keijserhof in Lutteleijnd 1783 (HH 330).
Er kan sprake zijn van een benoeming naar de bijnaam van de eigenaar die in het schuttersgilde eens 'keizer’ schoot. Ook valt te denken aan de benoeming naar het huis 'de keizer' (vergaderlokaal van het gilde) naam die ook overgedragen is op de akkerlanden (Valkenswaard Mélotte - Molemans 161). De meest eenvoudige verklaring is 'bezit van een zekere familie Keizers'. Deze familienaam komt in Oostbrabantse plaatsen frequent voor.
KEIZERSKAMP
Op Lieschit erve Keijserscamp 1420 (BP 1191); eenen camp hoylants genoemt in Keyserscamp onder tWijbosch over tBroeck ene zijde beneven die Weijhoeven 1615 (RA 65 fol.3); Keizerskamp onder Weibosch 1816 (GA 141); Keizerskamp N.1856; E 2642 (w: 48.00).
KEIZERSLAND
Bouwland onder Lutteleinde genaamd Keizersland N.1824; Keizersland N.1837, 1888; C 1145 (b: 67.60).
KEIWEG
Bouw – en weiland aan den Keiweg naar Wijbosch 1910 (HB 1528 fol.16) E 3579.
Op diverse plaatsen werden de oude zandwegen verhard door gebruik van keien en weer later begon men te asfalteren. De keiwegen werden ook heel vaak ‘kunstweg’ genoemd.
KELBEEMD
Uten Kelbeemt 1447 (HH 128).
Kelle is een riviernaam, evenals bv. kil. Volgens Stallaert zou het hier gaan om een waterloop waardoor het water op het rad van een molen gebracht wordt. Ook van Loon neigt naar deze interpretatie. Mogelijk gaat het hier om een beemd in de directe omgeving van de Kilsdonkse watermolen.
KELDERSKAMP
Eenen camp hoijlants genaemt de Vier Buender oft Seven Buender overt Broeck ene zijde den Vergulden Camp andere zijde de Drie Buender ene einde Kelderscamp 1670 (RA 82 fol.155).
Herinnert aan de FN Kelders.
KELNERSBRAAK
Die Kelnersbrake 1424 (FS).
Eigendom van de familie van Kelre, een frequent voorkomende FN is oostelijk Noord Brabant in de Late Middeleeuwen. Kelners kan op door de eeuwen heen geëvolueerd zijn tot Kelders.
KELSELMANSBRAAK
Een stuck lants genaempt Kelselmansbraeck 1566 (RA 50).
Afleiding van de FN Kelselman of is hier sprake van een verkeerde fonetische interpretatie en is Kesselman bedoeld ? Van Kessel met het personificerend achtervoegsel of suffix ‘man’ in de betekenis van ‘land van van Kessel, dus Kesselmansbraak..
Dostları ilə paylaş: |