Faculteit



Yüklə 1,87 Mb.
səhifə1/16
tarix27.10.2017
ölçüsü1,87 Mb.
#16466
  1   2   3   4   5   6   7   8   9   ...   16





Faculteit


Wiskunde en Informatica


Lotgevallen
Facultair Verslag
1993
INHOUDSOPGAVE
1 Algemeen 1

1.1 Onderzoek 1

1.2 Onderwijs 3

1.3 Public relations 3

1.4 Tweede geldstroom 4
2 Onderwijs 5

2.1 Inleiding 5


2.I.1 De sector Informatica 5

2.I.2 Eerste fase onderwijs 5

2.I.3 Het tweede fase onderwijs sector Informatica 10

2.I.4 PAO-cursussen 10


2.W.1 De sector Wiskunde 11

2.W.2 Eerste fase onderwijs 11

2.W.3 Tweede fase opleidingen 15

2.W.4 Cursussen in de derde geldstroom 16


2.5 Bespreking van punten uit het Hoofdlijnenakkoord 1990-1993 16

2.6 De Kernpunten van het Ontwikkelingsplan 1993-1996 16


3 Onderzoek 18

3.1 Beschrijving van het gevoerde onderzoekbeleid op facultair niveau; algemeen 18



    1. Relatie van het facultaire onderzoekbeleid met het instellingsbeleid
      en met het maatschappelijk gebeuren 19

3.3 Bevordering en beheersing van de onderzoekkwaliteit 21

    1. Instellingsbeleidsruimte 21

3.5 Beleid ten aanzien van tweede en derde geldstroom 21

3.6 Verantwoording van de onderzoekinput 22

3.7 Internationale samenwerkingen 22
3.8 VF-programma’s 24

3.8.1 Toepassingsgerichte Analyse 3 24

3.8.2 VF-programma: Besliskunde en Stochastiek 3 24

3.8.3 VF-programma: Discrete Structuren 3 24

3.8.4 VF-programma: Programmeren 24

3.8.5 VF-programma: Parallellisme 24

3.8.6 VF-programma: Informatiesystemen 2 24
3.9 Overige programma's en of thema's (niet VF) 25

3.9.1 Project: Computers In Mathematical Education 25


3.10 Onderzoekinstituten 25

3.10.1 Instituut Wiskundige Dienstverlening 25


3.11 Vakgroepenoverzicht 26

3.11.1 Vakgroep Discrete Wiskunde (DW) 26

3.11.2 Vakgroep Analyse (A) 27

3.11.3 Vakgroep Besliskunde en Stochastiek (B&S) 28

3.11.4 Vakgroep Informatica (I) 29
4.1 Ondersteuning en beheer 30

4.2 Personeelsbeleid 30

4.3 Apparatuurbeleid 30

4.4 Huisvesting 31


5 Inleiding exploitatierekening 32
Bijlage A. Voortgang onderzoek 35
1.1 Toepassingsgerichte Analyse 3 36

1.2 VF-programma: Besliskunde en Stochastiek 3 39

1.3 VF-programma: Discrete Structuren 43

1.4 VF-programma: Programmeren 47

1.5 VF-programma: Parallellisme 51

1.6 VF-programma: Informatiesystemen 2 56


Bijlage B. Onderzoekresultaten 64
1 VF-programma’s 64
1.1 Toepassingsgerichte Analyse 3 64

1.2 Besliskunde en Stochastiek 68

1.3 Discrete Structuren 3 72

1.4 Programmeren 80

1.5 Parallellisme 85

1.6 Informatiesystemen 2 90


2 Vakgroep Discrete Wiskunde 96

3 Vakgroep Analyse 105

4 Vakgroep Besliskunde en Stochastiek 112

5 Vakgroep Informatica 123


Bijlage C. Overige onderwijs- en onderzoekactiviteiten 134
1 Symposia, cursussen, gastdocentschappen, advisering 135

2 Promoties 140

3 Bezoek aan internationale congressen en buitenlandse instituten 142

4 Ontvangen gasten 154

5 Onderscheidingen 158
Bijlage D. Organisatorische en/of commissiewerkzaamheden buiten de

faculteit 159


1 Vakgroep Analyse 160

2 Vakgroep Besliskunde en Stochastiek 162

3 Vakgroep Discrete Wiskunde 166

4 Vakgroep Informatica 168


Bijlage E. Colloquia 174

1 Zuidelijk Interuniversitair Colloquium over Logica en Theoretische


Informatica 175

2 Werkseminarium Numerieke Wiskunde 175

3 Cooloquium Numerieke Stromingsleer 176

4 Colloquium Numerieke Verbrandingsleer 177

5 Colloquium Kansrekening en Statistiek 178

6 Wiskunde-Informatica Colloquium 178

7 Informatica colloquium 179

8 Meetings Mathematics of Programming 180


Bijlage F. IWDE 182
Bijlage G. Ontwerpersopleidingen 189
1 Wiskunde voor de Industrie 190

2 Technische Informatica 196


Bijlage H. Personalia 199
1 Bestuur en beheer 200

2 Samenstelling vakgroepen 201

3 Ontwerpersopleidingen 209

4 Bureau van de faculteit 211

5 Faculteitscommissies 212
Bijlage I. Sociaal Verslag 217
3 Personeelslasten 1993 218

3.1 Specificatie personeelslasten over 1e en 2e/3e geldstroom 218

3.2 Specificatie personele lasten over de vak- onderwijsgroepen en bureau 220

3.3 Specificatie overige personele lasten 221

4 Cijfermatige gegevens 222

4.1.1 Bezetting naar leeftijdscategorie 222

4.1.3 Verdeling deeltijdfuncties in fte's 223

4.1.4 Bezetting naar functiecategorie 224

4.2 Instroom naar functiecategorie 225

4.4 Interne mobiliteit 226

4.5 Wijzigingen in salarisschaal 226

4.6 Bijzondere beloningen 227

4.7 Bindingspremies 227

4.8 Studiefaciliteiten 228

4.9 Ziekteverzuim 229

4.10 Verloop 229

4.11 Reden verloop 229
Bijlage J. Verenigingen van (oud-)studenten 230
1 Gemeenschap van Wiskunde en Informatica Studenten (GEWIS) 231

2 Vereniging van Informatica-ingenieurs Eindhoven (VIE) 233

3 Vereniging voor Wiskundig ingenieurs Eindhoven (WIRE) 238
1. Algemeen/missie
Dit hoofdstuk bevat een beschrijving van wat de faculteit in 1993 in grote lijnen heeft gepresteerd. Tevens bevat dit hoofdstuk relevante ontwikkelingen.

In het Ontwikkelingsplan 1993-1996 wordt de facultaire missie in de volgende 4 statements kort samengevat:

- De faculteit streeft naar een harmonieuze verwevenheid van onderwijs en onderzoek.

- De faculteit geeft technisch-wetenschappelijk onderwijs van hoge kwaliteit en met een goede zorg voor de deelnemers. Dit geldt voor zowel de initiële als voor de post-initiële opleidin­gen.

- Het wetenschappelijk onderzoek in de faculteit kan zich meten met dat van binnen- en buitenlandse instellingen. Het is gericht op industriële en maatschappelijke toepassin­gen van de wiskunde en de informatica.

- De faculteit streeft naar goede contacten met zusterinstellingen en het bedrijfsleven.


1.1 Onderzoek
Het einde van de voorwaardelijke financieringsperiode kwam in het verslagjaar in zicht. Er is een beleid gevoerd dat erop gericht is zoveel mogelijk onderzoek onder te brengen in onderzoekscho­len. De faculteit is actief betrokken bij de volgende onderzoekscholen:

- "Euler Institute for Discrete Mathematics and its Applications" (EIDMA)

- "Stevin Centrum"

- "Institute for Business Engineering and Technology Application" (BETA)

- de onderzoekschool "Programmatuurkunde en Algoritmiek"

- de onderzoekschool "Informatie en Kennissystemen" (IKS)

- de onderzoekschool "Systeem en Regeltechniek"

Als penvoerende faculteit van EIDMA werd de stimulans-subsidie (kf 925) verworven.


Het reeds eerder ingezette beleid ter stimulering van de wetenschappelijke productiviteit heeft duidelijk resultaat; de onderzoeksinspanning is in 5 jaar toegenomen met ruim 17% (van 63,5 fte naar 74,4 fte) (figuur 1).

1

Het aantal wetenschappelijke publicaties is met 80% toegenomen in dezelfde periode (figuur 2).




2


Hier heeft zich een ver­schui­ving voorge­daan van publi­caties in vaktijdschriften (-25%) naar wetenschap­pelij­ke, meer internatio­naal georiënteerde, publicatiekanalen (figuur 3).

In het aantal promoties is een groei waarneembaar. Voor het tweede achtereenvolgende jaar waren dat er 14. Voor 1994 wordt een piek verwacht van 21 promoties. Voor 1995 en 1996 zijn er 15 respectievelijk 12 geprognotiseerd.


3

1.2 O­n­de­r­w­ijs


De aa­n­w­e­zi­gheid van twee studierichtingen binnen de faculteit biedt goede mogelijkheden voor een speciale profilering. De faculteit heeft in september 1990 de mogelijkheid geschapen voor studenten met meer dan gewone aanleg om met betrekkelijk weinig extra inspanning een gecombineerd programma wiskunde en informatica te volgen zodat de student na de P-fase kan beslissen om de studie in de Technische Wiskunde dan wel in de Technische Informatica voort te zetten.

Vanaf september 1992 wordt een gezamenlijk P-curriculum wiskunde en natuurkunde aangeboden.

W­is­ku­nde en na­tu­ur­ku­nde zijn nauw met elkaar verweven, ook historisch gezien. Enerzijds is een groot deel van de wi­s­ku­nde duidelijk geïnspireerd door behoeften uit de natuur­kunde. Anderzijds blijkt soms de wiskunde op verrassende wijze te anticiperen op de natuur­kunde. Zowel bij de wiskundestudie als de natuurkundestudie ontbreekt complementaire kennis. Door een uitgebalan­ceerde keuze uit zowel het wiskunde- als het natuurkundeprogram­ma is een apart P-programma samengesteld, dat voor degenen die het aankunnen leidt tot een P-examen in zowel de natuurkunde als de wiskunde. Studenten zijn hierdoor in de gelegenheid hun definitie­ve studiekeu­ze na het eerste studiejaar te maken.

Binnen de sector Informatica wordt een verkorte 2-jarige opleiding voor HIO-afgestudeerden en m.i.v. september 1992 een verkorte 3-jarige opleiding voor HTO-afgestudeerden aangebo­den.

Aan het eind van het verslagjaar is een eerste voorstel voor herziening van het basisdeel van het Informatica-curriculum nagenoeg gereed.

In dit voorstel worden de door de Opleidingscommissie Informatica gesignaleerde knelpunten opgelost en is bovendien voorzien in aansluitingsmogelijkheden voor een afstudeervariant "Bedrijfsinformatica" vanaf het 2e jaar.

Aangezien de faculteit geconfronteerd wordt met omvangrijke bezuinigingen heeft de Faculteitsraad echter geoordeeld dat een grotere overlap met andere opleidingen (onder meer Wiskunde) nodig is om het onderwijs betaalbaar te houden. Momenteel is een bestuurscom­missie doende deze gedachte uit te werken voor zowel het informatica als wiskunde-curricu­lum (1e jaar).

De gedachte van een nieuwe afstudeervariant "Bedrijfsinformatica" binnen de Informatica-opleiding is geëvolueerd uit eerdere plannen om een opleiding Technische Informatiesystemen in samenwer­king met de faculteit Bedrijfskunde op te zetten.

Deze plannen konden destijds geen genade vinden in de ogen van de UniversiteitsRaad. Bovendien is duidelijk geworden dat een 5-jarige cursusduur voor nieuwe opleidingen tot de onmogelijkheden behoort. Uitgangspunt blijft dat een dergelijke opleiding tegemoet komt aan de wensen van toekomstige werkgevers van onze afgestudeerden en een extra wervende kracht voor aankomende studenten heeft.

Naast onderwijs in de eigen studierichting verzorgt de faculteit veel serviceonder­wijs voor andere faculteiten. De toenemende differentiatie van programma's vereist een op maat gesneden serviceon­derwijs aanbod. Ten einde goed op de hoogte te zijn van de wensen dienaan­gaande heeft het faculteitsbestuur het initiatief genomen tot bilateraal overleg met de service-ontvangende facultei­ten.


1.3 Public relations
Het belang van goede public relations is ten volle door de faculteit onderkend. De personele inzet hiervoor is in het verslagjaar verhoogd.

In het kader van de PR heeft de faculteit besloten jaarlijks vier studiebeurzen uit te loven voor begaafde studenten die een studie Technische Wiskunde en/of Technische Informatica

aan de TUE beginnen. Aan deze beurzen zijn de namen van prof.dr. N.G. de Bruijn en prof.dr. E.W. Dijkstra verbonden.

Een beurs bestaat uit twee bedragen van  2500,00. Het eerste bedrag wordt toegekend in het eerste studiejaar, het tweede in het tweede studiejaar, mits het P-examen in één jaar is behaald en de studie aan onze faculteit wordt voortgezet.

In het verslagjaar zijn de eerste beurzen feestelijk uitgereikt.
1.4 Tweede geldstroom
In haar meerjarenplan 1993-1997 "Een organisatie op maat" heeft NWO de wens uitgesproken een agendabepalende rol te spelen bij de ontwikkeling van het Nederlandse onderzoek. Men wil daartoe grotere projecten subsidiëren en de aandacht deels verleggen van promotieonder­zoek naar aanstellingen voor post-doc's.

De weten­schapscommissie van het SMC heeft in het verlengde van dit beleid besloten voor 1993 geen oio-projecten te honoreren, de normale aanvraagronde 1994 te laten vervallen en de vrijkomende ruimte te gebruiken voor het instellen van nieuwe aandachtsgebieden.

Het is evident dat de hierboven beschreven ontwikkelingen repercussies hebben voor het facultaire beleid, dat er op gericht was het aantal aio's op de tweede geldstroom te doen toenemen.

2 Onderwijs
2.1 Inleiding
In dit verslag zijn een aantal statistische en kwalitatieve gegevens over de opleidingen opgenomen. Hiervoor is een selectie gemaakt uit de gegevens van het Statistisch Jaarboek Studenten TUE 1993. De voor de minister relevante gegevens/kengetallen zullen bovendien opgenomen worden in het Onderwijs Verslag TUE 1993. Voor uitvoeriger cijfermateriaal wordt dan ook verwezen naar genoemde edities.

Waar relevant wordt ingegaan op de ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan in het verslagjaar, waarbij tevens aandacht wordt geschonken aan die zaken die gezien kunnen worden als een vertaling van de verschillende afspraken die er over het onderwijs zijn gemaakt (Hoofdlijnenakkoord met de minister, de convenant Technisch-Wetenschappelijke Opleidingen en de kernpunten Onderwijs Ontwikkelingsplan TUE 1993-1996).


2.I De sector Informatica
2.I.2 Eerste fase onderwijs
Initiële opleiding tot informatica-ingenieur.

Binnen de sector Informatica worden de volgende opleidingen aangeboden:

- de gewone 4-jarige opleiding tot informatica-ingenieur;

- een 3-jarige opleiding tot informatica-ingenieur voor afgestudeerden van een HTO-opleiding Technische Computertechniek;

- een 2-jarige opleiding tot informatica-ingenieur voor afgestudeerden van een HIO-opleiding.

Het huidige curriculum voor de informatica-opleiding stamt uit 1989. In 1993 is het gehele curriculum door de eerste generatie doorlopen. Op grond van de aanbevelingen van de commissie BEGIN die de invoering van het basisdeel van dit curriculum (de eerste 7 trimesters) heeft begeleid, is een herstructurering van het curriculum uitgewerkt. Het herziene curriculum zal zo spoedig mogelijk ingevoerd worden.

Het grote belang dat de maatschappij heeft bij hooggekwalificeerde informatica-ingenieurs rechtvaardigt ten volle de extra inspanningen die de faculteit zich getroost om voornoemde 2- en 3-jarige opleidingen in stand te houden.

Sinds het studiejaar 1990-1991 bestaat voor studenten de mogelijkheid om een gecombineerde propedeuse Wiskunde en Informatica te volgen. In de statistische gegevens worden deze studenten als informatica-studenten beschouwd.


Service-onderwijs

Naast de opleiding tot informatica-ingenieur wordt service-onderwijs in de informatica gegeven voor de andere opleidingen van de TUE. De faculteit beschouwt dit als een uiterst belangrijk onderdeel van haar taak. De omvang van het service-onderwijs bedraagt thans ongeveer 4 fte. Er zijn verschillende soorten in dit onderwijs te onderscheiden:

- inleidend programmeeronderwijs (voor alle faculteiten behalve N)

- een substantiële bijdrage aan verplichte vakken en keuze vakken in een studierichting (IT, Wsk en BDK)

- min of meer losse vakken, gekozen door enkele studenten uit andere studierichtingen.

Sommige opleidingen neigen ertoe om hun eigen inleidend informatica-onderwijs te (gaan) verzorgen. De faculteit vindt dit geen goede zaak. Op het gebied van informatica-onderwijs in de latere fase van de studie meent de faculteit de andere studierichtingen meer te kunnen bieden dan nu wordt gevraagd. De toenemende informatisering van de maatschappij vraagt immers een steeds meer geavanceerde informaticakennis van de afgestudeerden van alle opleidingen. De faculteit staat open voor overleg hierover. In dit overleg heeft de faculteit een open oog voor de wensen van de andere opleidingen. Voor het met succes volgen van keuze

vakken bij Informatica is het echter onontbeerlijk dat de basiskennis door de faculteit Wiskunde en Informatica wordt aangebracht.
Instroom en doorstroom studierichting Technische Informatica
In figuur 1 zijn de aantallen eerstejaars studenten informatica over de afgelopen 11 jaar weergegeven.

Uit het overzicht blijkt dat de instroom sinds 1987 afneemt en in 1993 met een instroom van 90 ongeveer tot de helft van de instroom in het "topjaar" 1987 is gedaald. De TUE als totaal kende tot nu toe in 1990 de grootste instroom. De daling van het aantal eerstejaars informati­ca-studenten kan toegeschreven worden enerzijds aan de afname van de eerstejaars populatie, anderzijds aan een afnemende belangstelling voor exacte studies bij aankomende studenten. De instroom in 1993 was vrijwel gelijk aan de instroom in 1992 maar de vooraanmeldingscij­fers voor 1994 duiden op een verdere afname van het aantal eerstejaars.

Het percentage vrouwelijke eerstejaars fluctueert tussen 4.1 in 1987 en 14.7 in 1988. Gemiddeld over 11 jaar bedraagt dit percentage 8.

In de jaren 1990, 1991, 1992 en 1993 zijn respectievelijk 4, 12, 14 en 10 studenten gestart met het gecombineerde propedeuse-programma. In § 2.W.2.1 is aangegeven welke resultaten deze studenten behaald hebben.


Figuur 1

In figuur 2 is de frequentieverdeling van het gemiddelde VWO-eindexamencijfer van de eerstejaars studenten informatica met een VWO-opleiding weergegeven.

Uit het overzicht blijkt dat de informatica-opleiding studenten trekt met een hoger gemiddeld eindexamencijfer dan de gemiddelde TUE eerstejaars student. Voor wiskunde geldt dit nog in sterkere mate. Toch heeft ruim 38% van de eerstejaars een gemiddeld eindexamencijfer onder de 7.

Voor de exacte vakken die alle eerstejaars met VWO gevolgd hebben is de situatie als volgt: voor natuurkunde heeft 31% minder dan een 7, voor wiskunde B heeft 32% minder dan een 7. Van de 48 eerstejaars die scheikunde in hun pakket hadden heeft 19% minder dan een 7. Van de 10 eerstejaars die biologie in hun pakket hadden heeft 60% minder dan een 7.

De waarschuwing van de Technische Universiteiten aan aspirant-studenten voor de geringe slaagkans bij een cijfer lager dan een 7 voor de wiskunde en/of exacte vakken is blijkbaar ook dit jaar door een niet onaanzienlijk deel van de eerstejaars genegeerd.
Op grond van dit verschijnsel heeft de Visitatie commissie Wiskunde en Informatica in 1990 geconcludeerd dat men moet verwachten dat het studierendement geen maatstaf is voor de kwaliteit van het onderwijs. De vrije studenteninstroom impliceert tevens dat het hanteren van streefrendementen voor het propedeutisch examen niet erg zinvol is.
Figuur 2

In figuur 3 zijn de aantallen ingeschrevenen over de jaren 1983 tot en met 1993 weergegeven.

Sinds 1982 is het aantal ingeschrevenen gegroeid tot en met 1988; sindsdien neemt dit aantal af.
Figuur 3
Rendementen
De P-rendementen
In figuur 4 zijn de P-rendementen van de afgelopen 5 jaren weergegeven.

De generatie 1988 was de laatste generatie in het oude studieprogramma. Dit studieprogram­ma werd herzien mede vanwege het lage P-rendement na 1 jaar. De extra begeleiding die deze bezemklas heeft ontvangen heeft mogelijk een positief effect gehad op de studieresultaten. Het P-rendement na 1 jaar van de generatie 1989 (het nieuwe curriculum) is iets lager dan dat van de generatie 1988. De generaties 1990 en 1991 hebben een zeer bevredigend P-rendement na 1 jaar (oplopend van ca. 30% tot 40%) behaald.

Het P-rendement na 1,5 jaar wijkt de laatste jaren nauwelijks af van het P-rendement na 1 jaar. Dit komt omdat de studenten worden aangemoedigd zoveel mogelijk herkansingen te benutten in de zomer. Bij vakken die overblijven zijn vooral vakken uit het lentetrimester die dán getentamineerd worden.

Het P-rendement na 2 (of meer) jaren fluctueert rond de 60%.


Figuur 4

PP-rendementen


In figuur 5 zijn de PP-rendementen vanaf 1985 weergegeven.

Uit de figuur blijkt dat slechts een gering percentage van de studenten erin slaagt de D-fase in de nominale tijd te doorlopen. Toch is er vanaf de generatie 1986 tot en met de generatie 1990 een stijging van het percentage "nominaal" studerenden (van 5% tot 15%). Het merendeel van de studenten heeft 4 jaren nodig om de PP-fase te doorlopen en een niet onaanzienlijk deel zelfs 5 jaren of meer. Redenen hiervoor zijn dat sommige trimesters overvol zijn (b.v. trimester 3.2) en dat het afstudeerwerk veelal langer duurt dan de nominale 6 maanden. Op advies van de toenmalige SI wordt de bovenbouw thans gestroomlijnd. Vanaf het eerste cohort (generatie 1983 volgens de gehanteerde definitie) is het PP-rendement na 5 jaren of meer nooit lager dan 80% geweest.

Figuur 5

Afgelegde examens


In de periode 01-09-1992 - 31-08-1993 hebben 70 studenten (68 mannen en 2 vrouwen) hun propedeutisch examen en 95 studenten (87 mannen en 8 vrouwen) hun post propedeutisch examen behaald.

Ten opzichte van 1991 steeg het aantal behaalde propedeutische examens van 65 tot 70. Het aantal behaalde postpropedeutische examens steeg van 72 tot 95.


Kwaliteitsbewaking
Bij de kwaliteitsbewaking van het onderwijs speelt de Opleidingscommissie (voorheen Studierichtingscommissie) een belangrijke rol. In het verslagjaar heeft de Opleidingscommis­sie Informatica (OCI) het curriculum geëvalueerd volgens een nieuwe opzet. Het rapport geeft inzicht in het selecterende, oriënterende en verwijzende aspect van de propaedeuse en de onderwijskwaliteit en de studeerbaarheid in het basisdeel. Middels dit instrument kunnen belemmeringen in de studievoortgang van de studenten opgespoord en verminderd worden.

Zoals reeds is aangegeven is op advies van de SI een aanpassing van het curriculum opgezet zodat er in de onderbouw niet meer dan 5 vakken per trimester gegeven worden en de bovenbouw beter gestroomlijnd is. Naar verwachting zal dit curriculum met ingang van het studiejaar 1995-1996 ingevoerd worden.

De in het studiejaar 1992-1993 opgezette intensievere begeleiding van de eerstejaars studenten stemt tot tevredenheid en is gecontinueerd. De vermindering van de begeleiding vanaf het derde jaar heeft geen negatieve effecten teweeg gebracht en is eveneens voortgezet.

2.I.3 Het tweede fase onderwijs sector Informatica
Promoties
In 1993 vonden 8 promoties plaats, 6 mannen en 2 vrouwen, waarvan 4 gefinancierd op de eerste, 3 op de tweede en 1 op de derde geldstroom (1 eerste geldstroom promotie werd medegefinancierd door de derde geldstroom). 6 promoties werden intern voorbereid, 2 extern.

Het aantal promoties is in vergelijking met 1992 gestegen. Aan het eind van het verslagjaar waren 27 aio/oio plaatsen binnen de sector Informatica bezet, waarvan 18 aio-plaatsen uit de 1e geldstroom (inclusief facultaire marge, de centrale beleidsruimte en 3 aio-plaatsen uit het SOBU) en 9 oio-plaatsen uit de 2e en 3e geldstroom. De faculteit wil het aantal aio/oio's handhaven op 24 à 30, zodat uit deze pool 6 à 7 promoties per jaar tot stand komen.


Ontwerpersopleiding Technische Informatica
De ontwerpersopleiding Technische Informatica leidt in twee jaar op tot ontwerper van gegevensverwerkende systemen voor technische toepassingen. Uitgangspunt hierbij is het streven naar enerzijds een goede theoretische fundering in de vorm van specificatie- en ontwerpmethoden, en anderzijds praktische oefening door werken aan een groot project. In het verslagjaar is de ontwerpersopleiding als eerste ontwerpersopleiding in Nederland gecertificeerd door de CCTO. Alle gediplomeerden kunnen zich nu erkend ontwerper noemen en zij worden opgenomen in het door het KIvI beheerde register voor technologische ontwerpers. Gestreefd wordt naar een instroom in deze opleiding van 30 cursisten per jaar. Het aantrekken van goede cursisten blijkt geen probleem te zijn. Het aantal twaio's in dienst bedroeg op 31 december 1993 50. De instroom bedroeg 32 twaio's, 15 twaio's hebben hun diploma behaald. Er is een uitstekende samenwerking met het bedrijfsleven, waarbij ook cursussen vanuit het bedrijfsleven worden verzorgd.
Yüklə 1,87 Mb.

Dostları ilə paylaş:
  1   2   3   4   5   6   7   8   9   ...   16




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©muhaz.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

gir | qeydiyyatdan keç
    Ana səhifə


yükləyin