Nederland zet een onderwijsbeleid verder rond de hoofdlijnen: meedoen, meer werk, minder regels.
In het primair onderwijs wordt bijzondere aandacht besteed aan onderwijskwaliteit en innovatie, het onderwijspersoneel en de organisatie en de maatschappelijke opdracht van de school in relatie tot de omgeving.
Binnen het primair onderwijs moet er, onder andere, meer ruimte gemaakt worden voor maatwerk, de aansluiting van de basisschool op het voortgezet onderwijs, de leerlingvolgsystemen, de school als professionele organisatie, de zorgplicht van de school, de rol van de gemeente om samenwerking te bevorderen tussen school en anderen maatschappelijke instituties.
Het uitwerken van een gedifferentieerd curriculum binnen de basisvorming (de eerste jaren van het voortgezet onderwijs) wordt verdergezet.
Het flexibel aanbieden van het kerncurriculum in de basisvorming zal flexibeler leerroutes mogelijk maken.
De doorstroming van de leerlingen in de basisvorming naar andere onderwijsvormen zal vergemakkelijkt worden.
Het studiehuis en de aanpak van de profielen in vwo en havo vormen een goed voorbeeld van het bevorderen van zelfgestuurd leren en van een motiverende aanpak voor leerlingen. Deze benadering wordt verder uitgebouwd en verfijnd.
Er wordt een interessante benadering gevolgd, o.m. via de activiteiten van de AXIS-Stichting en de innoverende projecten, voor vernieuwing in het beroeps- en technisch onderwijs in het algemeen, en voor het aanwakkeren van interesse voor bètavakken en techniek.
Er is een duidelijke en structurele samenwerking opgezet tussen alle partners in onderwijs, overheid en de bedrijfswereld om de interesse voor het beroeps- en technisch onderwijs in het algemeen en voor de bètavakken en techniek in het bijzonder te bevorderen.
Een zeer rijke databank met duidelijke beschrijving van alle innoverende initiatieven is beschikbaar met achtergrondteksten en verwijzing naar verantwoordelijke dragers van de projecten. De AXIS-databank is een echte goudmijn voor beleidsmensen en voor praktijkmensen die aan vernieuwing willen werken. Het meeste materiaal is ook in een ruimere context te gebruiken dan alleen het beroeps- en technisch onderwijs. Een degelijke monitoring van alle innovatieprojecten wordt opgezet vanuit de AXIS-Stichting om de kwaliteit van de projecten te garanderen. Er wordt duidelijk gepleit voor hert ruim documenteren van alle initiatieven.
Het proces ter bevordering van bètavakken en techniek wordt ondersteund door regelmatig verschijnende studies en rapporten die ruim verspreid worden.
Er is een duidelijk multiplicatoreffect aanwezig naar steeds nieuwe scholen met het doel uiteindelijk alle scholen te bereiken.
De vmbo-herontwerpaanpak is te karakteriseren als een nieuw tussenmodel (bottom-up/ top-down). Via landelijke netwerken worden scholen uitgenodigd mee te denken aan het formuleren van een globaal vernieuwingskader. Binnen zo een kader worden vervolgens projecten uitgelokt die samen netwerken vormen die een platform zijn voor debat en uitwisseling van inzichten en ervaringen.
De combinatie van een aantal vernieuwingen zoals bredere en intersectorale opleidingen, meer ruimte voor studiekeuzeprocessen en oriëntatie, sterke nadruk op het praktijkleren (o.a. door het ontwikkelen van de werkplekstructuur en door nauwere samenwerking met het bedrijfsleven), heeft reeds duidelijk gunstige effecten gehad op de techniekinstroom en, minstens zo belangrijk, een invloed gehad op het voorkomen van uitval69.