Specifieke beleidsaccenten van de huidige regering
Verschillende van de voornoemde elementen worden vertaald in het beleidsplan van de huidige regering van eerste Minister Matti Vanhanen105. Hieronder worden enkele elementen aangehaald die in dat beleidsprogramma extra aandacht krijgen en nauw aansluiten bij de visie van Accent op Talent:
preventief optreden naar jongeren met problemen in de basisschool
de nadruk leggen op de samenwerking tussen school en gezin
het bevorderen van inclusief onderwijs
het bevorderen van samenwerking tussen scholen van het hoger algemeen secundair en het hoger secundair beroepsonderwijs
samenwerking over de grenzen van een gemeente heen
meer banden tussen de comprehensive school en het hoger algemeen of beroepssecundair onderwijs
het meer aantrekkelijk maken van het hoger secundair beroepsonderwijs door een hervorming van de inhoud en door meer studie- en leerlingenbegeleiding
meer bijscholing voor alle leraren
uitbreiding van de technische lerarenopleiding,
meer contacten tussen leraren in het beroepsonderwijs en de bedrijven.
Bijkomende overwegingen106
Het Nationaal Ontwikkelingsplan is echt de kern van alle actie. Het nieuwe ontwikkelingsplan van 2004 tot 2008 zal de nadruk leggen op he volgende:
De onderwijsinstellingen zullen financiële stimulansen krijgen om de doelstellingen van de regering voor het beroepsonderwijs vlugger te verwezenlijken. Extra steun zal gebaseerd zijn op bepaalde criteria: een stijgend % dat werk vindt; meer doorstroming naar het hoger onderwijs; lagere drop out.
Verdere internationalisering van het beroepsonderwijs; vooral rekening houdend met het Kopenhagen proces107
Bevordering van het samenwerken van het algemeen secundair met het beroepsonderwijs met de bedoeling in de toekomst samen te smelten zoals in Zweden en Noorwegen. Concreet moeten leerlingen uit de twee sectoren vakken kunnen volgen bij de andere. Dit staat in nauw verband met het doel tot het vergroten van het aantal jongeren uit het beroeps die het Matriculation108 examen afleggen op het einde van het secundair onderwijs. Dit examen heeft vooral een civiel effect.
Het is ook de bedoeling dat meer jongeren uit het beroepsonderwijs doorstromen naar het hoger onderwijs.
Er zal een hervorming komen van de inhoud van de kwalificaties in het beroepsonderwijs, met o.m. vaardigheids- en competentietesten.
Er is nood aan een versterking van de samenwerking tussen het beroepsonderwijs en de bedrijven, o.a. om betere stages te organiseren.
Andere aandachtspunten zijn het gebruik van ICT om het leren te bevorderen en het integreren van leerlingen met leermoeilijkheden en handicaps.
In Finland wordt soms met pilootprojecten of experimentscholen gewerkt. Sommige scholen beschouwt men als pilootprojecten als ze extra-inspanningen leveren om bepaalde doelstellingen vlugger te bereiken. Zo zijn enkele beroepsscholen bezig met het implementeren van de skills tests.
In het verleden werd heel veel macht doorgegeven aan de lokale overheden. Nu wordt er soms aan gedacht wat van die autonomie terug te nemen om centraal een beter beleid te kunnen voeren; dit is een delicate zaak.
Er wordt ook gezocht naar meer samenwerking tussen het beroepsonderwijs en het hoger beroepsonderwijs (de polytechnics109 of hogescholen).
Regionale en lokale samenwerking tussen onderwijsverstrekkers zal meer en meer bevorderd worden om een beter en ruimer onderwijsaanbod aan te bieden dat beantwoordt aan de noden en talenten van de jongeren.