Kleine SCHOOT
Onder Lutteleynde op de Cleijne Schoot 1709 (RA 97 fol.226v).
Klein en groot m.b.t. ontginningshoeven heeft meestal te maken met een afsplitsing van de oorspronkelijke hoeve. De oudste is de grote hoeve en de afsplitsing is dan de kleine hoeve.
SCHOOTSENAKKER
Jan zoon van wijlen Marselis Kievit krijgt een pacht uit den Scoetschenacker 1451 (BP 1221)
Bedoeld is hier de gehuchtakker, een open akkercomplex behorend bij het gehucht 'de Schoot'.
SCHOOTSEDIJK
De Schoetschedijc 1427 (FS).
De dijk lopend van en naar de Schoot.
SCHOOTSEHOEF
Vijf strepen land die Meeubuenre in die Scoetschehoeve tussen Willem Tolinc en 't erf Jacopsboenre 1383 (BP 1176); een huis erf en hof in dLutteleijnd in die Schoetschehoeve 1458 (BP 1228); aent Lutteleijndt in die Schoetschehoeff 1534 (RA 42 fol.15v); lant genoemt de Schootschehoeve 1608 (CvB); uit huis etc. onder Lutteleinde de Scheutschehoeve 1616 (IS 44); eenen bunder akkerlant genaemt de Schoetsehoeve in de Schoetsehoeve 1658 (RRG); de Schootsehoef 1757 (JW); Schootshoeven 1803 (HV); Schootschehoef, 1832 (kad); D 539 - 686; (in) de Schootschehoef N.1833, 1834; D 530 (b: 35.40), 589 - 596 (b, hu:), 619 (b: 05.63), 674 - 676 (b,w,hu:); de Schootsehoef 1837 (GA39); D 572 (b: 30.50).
De aanvankelijk centrale hoeve in dat gebied, die via allerlei hoevensplitsingen uiteindelijk uitgroeide tot het gehucht de Schoot zoals we het nu kennen.
SCHOOTSEKAMP
Die Schoetschecamp 1471 (SS).
De oorspronkelijk ontginningshoeve met omliggend land, te beschouwen als een kampontginning.
SCHOOTSLAND
Van der Schootsland N.1900, 1903; A 1363 - 1364 (w: 46.60), D 598 - 600 (b, w: 77.10).
Hier verwijst de veldnaam uitdrukkelijk naar een FN.
SCHOOTWEG
Ten zuiden belend door den Schootweg 1900 (HB 1330 fol.42).
Vergelijkbaar met de oude Schootsedijk.
SCHOTERLAND
Schooterland (vm); D 824 - 832.
Het land in het gebied de Schoot.
SCHOUTENAKKER
Eenen acker hoplant genoemt Schoutensacker op de Schoot 1696 (RA 143 fol.193v).
Afgeleid van de FN Schouten of vernoemd naar de dorpsfunctionaris nl. de schout die samen met de schepenen deel uitmaakte van het dorpsbestuur.
SCHRAGENAKKER
Die Scragenacker 1380 (HC).
Het mnl. schrage is een schraag, stut of onderstel. Hebben we hier dan te maken met een vormaanduiding vgl. een schraag of is het perceel vernoemd naar een FN ?
SCHRIJVERS
Bij Schrijvers N.1896; D 229 (b: 17.10).
Afleiding van een PN - Jan Antonie Schrijvers had in 1832 grond in dat gebied.
SCHRIJVERSBRAAK
Schrijversbraak N.1900; D 440, 456, 2144 (b, og: 86.66). Bij herleiding blijkt het volgende: D 2144 = D 455.
SCHRIJVERSHOEVE
Een goit gheheiten tScrivershove 1301 (LB); twee buunder land in Scrivershoeve 1371 (BP 1175); een stuk land in de Scrivershoeve 1427 (BP); land onder Lutteleijnde in Scrijvershoeff gemeijnlick genoemt den Blooten Buender 1567 (CvB); 14 stuyver grontchijns inden chijnsboeck van Schryvershoeffve 1609 (RA 61 fol.133); huijs hof ackerlant ende groeslant aen malcanderen geleegen groot ontrent 55 lopensen onder Lutteleijndt in Schrijvershoef genaemt 1641 (CvB); aen Jannen sone Willem Mathijs van Heretum als proprietaris van het chijnsboeck van Schrijvershoefke 1643 (RA 73 fol.6); Schrijvershoeve 1757 (JW); Schreijvershoeven 1803 (HV); Schrijvershoef onder Lutteleinde 1816 (GA 141); (in de) Schrijvershoef N.1834, 1837, 1893; C 891 (w: 53.90), 1445 (w: 19.20), 1484 (b, we: 27.00), 1512 (b: 14.90); Schrijvershoef (vm); C 1613 (hu:); bouwland ter plaatse de Vossenberg genaamd Schrijvershoef 1910 (HB 1515 fol.122a) A 634-635, 3628.; Schrijvershoef 1966 (CS). Bij herleiding blijkt het volgende: A 3628 = A 633 en 634.
De 'scrivershoeve' is zeker een van de oudste hoeven van Schijndel, die in de Middeleeuwen behoorde tot de zgn. hertogelijke leengoederen.De Schrijvershoef in de Vossenberg moeten we koppelen aan de FN Schrijvers.
SCHRIJVERSHOF
Schrijvershof N.1878; C 891 (w: 53.90)
SCHRIJVERSKOOP
Schrijverskoop N.1877; E 1444 (b: 64.00).
Eigendom van een zekere Johannis Schrijvers in 1832 (kad).
SCHRIJVERSLAND
Bouwland onder Weibosch in de Rullen bij Schrijversland 1904 (HB 1339 fol.23) E 1515.
Het land van de familie Schrijvers.
SCHULPERAKKER
Schulperakker 1832 (kad); D 816 - 882; de Schulperakker N.1897; D 846 - 847 (b: 43.80).
Het element 'schulp' is vergelijkbaar met schelp of "schilfer" (J. de Vries, 614) misschien een droge akker, waarvan de bovenlaag in schilfers gebroken lijkt.
SCHUTGRAAF
Eindvelt over die Scutgrave 1427 (FS).
Schut, schot en schoot zijn identieke naamselementen.Een graaf is een sloot of klein waterloopje.
SCHUTSBOOM
‘tHeijlant aent Elschot byden Schutsboom ingenoemen anno 1483 (HC 196); Weertshoeffken aen den Scutboem met beijden eijnden genoempt die Molenheijde aldaer 1561 (RA 47 fol.53v); een huis etc. gelegen onder den Boerne genoempt bij den Scutsboem 1566 (CvB); een huijs onder den Borne aen den Schutsboom 1602 (CvB); anderhalf lopense akker genaemt Heijlant aent Elschot bij den Schutsboom 1658 (RRG); een braecke teulants seven loopense onder den Borne aen de Sgutsboom rontsomme in de gemeynt 1676 (RA 230.1); drie schoone stukken off een braaxke teulands ontrent vier off vijff loopensaet onder het Elschot gelegen tegen over daar de Schutsboom heeft gestaan genaamd de Paalkens 1749 (RA 104 fol.252); een braak bij den Schutsboom 1757 (JW); de Schutsboom van Schijndel 1803 (HV); de Schutsboom onder Borne 1816 (GA 141); Schutsboom 1832 (kad); B 2213 - 2289; de(n) Schutsboom N.1834, 1850, 1882; B 2245, 2379 (b: 49.60), 2262 - 2266 (b, w, hu, hopest: 87.21), 2281 - 2286 (b, w, hu, hopest:); bij de Schutsboom 1854 (GA90); A 2695; Schutsboom 1956, 1970 (CS). Bij herleiding blijkt het volgende: B 3162-3167 = B 2279-2282 en 2288 onder de benaming Grote Borne, Slender en Schutsboom.
Ter plaatse stond een schutsboom van een van de Schijndelse schuttersgilden.
Dostları ilə paylaş: |