SLUIPER
Een braak teulland onder Lutteleijnde genaamt den Sluiper 1757 (RA 162 fol.13v).
vgl. Sluiperman en Sluipermanskamp.
SLUIPERMAN
Den Sluijperman 1757 (JW); de Sluijperman onder de Borne 1816 (GA 141); Sluiperman 1832 (kad); C 2130 - 2412, 2480 - 2509; de Sluiperman N.1834, 1889; C 1678 - 1679 (b: 1.11.50), 2302 (b: 11.70); de waterleiding no.13 genaamd Sluiperman, Borne, Weidonk aanvangende Sluiperman grens van het kadastraal perceel rechter/linker-oever sectie C no. 3104/2639 loopende door Sluiperman, Borne, Weidonk en den Rijdloop aan het Olieeind grens van het kadastraal perceel rechter/linker-oever sectie B no.1862/1867 langs den rechter/linker-oever sectie B no.1862/1867 langs den rechter/linker-oever gemeten lang 3352/3352 meter – deze waterleiding ontlast zich in den Rijdloop aan het Olieeind legger B 1881 (NAA inv.nrs. 402-403); Sleiperman (vm); C 2499 - 2505.
Het is een afleiding van de middeleeuwse FN Slipen. Het stuk grond behorende aan Jan van Slipen werd in de volksmond Sliperman genoemd. De toevoeging van het element 'man' was heel gebruikelijk. Die oorspronkelijke benaming kennen we nog. Alleen de naam van de manege werd 'de Sluiperman'.
SLUIPERMANSKAMP
Jan zoon van wijlen Jan van Slipen doet ten behoeve van Gerit Claes Hagens afstand van de helft van Slijppermanscamp groot 4 buunder onder Eilde int Broec 1422 (BP 1192).
SLUIS
Den Pelbeemt gelegen aen de Sluys aen de Molen genoemt de Kilsdoncxe 1707 (RA 97 fol.119).
Een type oude sluis nabij de wiel van de Kilsdonkse watermolen.
SLUISDIJK
Gronden gelegen aan de Sluisdijk genaamd de Kamp ses lopense andere einde den Guldencamp 1807 (RA 184 fol.86); den Sluisdijk N.1864; E 2595 (w: 42.00).
De dijk nabij de sluis onder Kilsdonk.
SLUIS DRIE
Weiland en schaarbosch ter plaatse Laverdonk over Sluis Drie N.1900; E 59-61 (w, sb: 91.70); bosch over Sluis 3 1910 (HB 1528 fol.15a) E 51.
De sluis aangeduid met nummer 3 in Zuid-Willemsvaart, redenerend vanuit Den Bosch [sluis 0].
SMAALWINKEL
Vier lopensen land aan de kant van Wijbossche land dat Smaelwinckel 1388 (BP 1178); land Smaelwinckel onder Lutteleijnde 1388 (BP 1178); land die Smaelwinckel 1476 (BP 1245).
Het mnl. winkel betekent : hoek, hier dus een benoeming naar de vorm; perceel met hoek of winkel(haak) (Molemans, Zonhoven:656)
SMALLE
Lange SMALLE
Lange Smalle (vm); A 1491-1492. Bij herleiding blijkt het volgende: A 2580 en 2581 = A 1516 ook onder de benaming Lange Smalle.
Benoeming naar de vorm.
SMEERBOLT
Opte Witacker genoemt den Smeerbolt 1700 (RA 145 fol.112v).
Vooralsnog onduidelijk! Een scheldnaam of misschien een floranaam naar de Smeerwortel?
SMEETSBRAAK
Een huis en hof in Eilde in die Smeetsbrake tussen Willem Lodewijckss en den straat den Vulendike en strekkende van de Lutteleijndsestraat aen den Doerne tot den hof voornoemd 1396 (BP 1180), 1416 (BP 1189).
Het stuk land dat ontgonnen is en eigendom is van de eerste ontginner nl. Smeets of Smits.
SMEETSHOEFKE
Een stuck lants gheheiten Smeetshoeffken 1547 (RA 44 fol.16v); een sestersse landt ter stede geheiten den Born met den gemeynen name geheiten Smetshoefken 1553 (RA 45 fol.44).
Het hoefje van de familie Smits of van de dorpssmid.
SMITSENAKKER
Smitsenakker N.1874; C 1142-1143 (b: 33.50).
In eigendom bij Adriaan Smits, 1832 (kad).
SMITSENBOS
Smitsenbosch N.1887; F 9 (hh: 2.68.60).
Deze veldnaam is voor een dubbele uitleg vatbaar nl. het bos van de familie Smits of een afleiding van 'Smits z'n bos' wat al gauw leidt tot Smitsenbos.
SMITSENERF
Smitsenerf N.1886; B 2952 (b: 94.70).
SMITSENNIEUWLAND
Twee akkeren teullandt groot twee loopense genaamt Smitsenieuwland onder het Lutteleijnde 1773 (RA 167 fol.346); aan de Pleijn genaamt Smitsenieuwlant groot omtrent twee loopense 1788 (RA 175 fol.94v).
Een recente ontginning in eigendom van een zekere familie Smits.
SMITSHEIKE
Smitsheike N.1877, 1882; D 1718-1719 (b: 67.00).
Eigendom van Jan Johannes Smits, 1832 (kad).
SMITSKE
Bij het Smiske N.1868; E 1169 (b: 27.10).
Bij het land van de familie Smits of dat van de dorpssmid, die mogelijk klein van postuur was.
SMULDERSKOOP
Smulderskoop N.1889, 1893; C 1681, 2515 (b: 78.15); D 707 (b: 73.90). Bij herleiding blijkt het volgende: C 2515 = C 1680.
Een perceel gekocht door de familie Smulders.
SMULDERSVELD
Smuldersveld (vm); C 2293.
De eigenaar van dit perceel was een zekere Smulders uit St.Michielsgestel (vm. 6).
SNAUWARTSAKKER
Snauwartsacker op die Steltbrake 1389 (BP 1178); land Snauwartsacker onder het Wybossche aen de Waterlaet 1400 (BP 1181); van den Snauwaertsecker aent Wybosch 1461 (BP 1231).
Vermoedelijk hebben we hier te maken met een FN. De naam Snauwa(e)rt is in oostelijk Brabant in de middeleeuwse cijnsregisters geen onbekende. Daarnaast kennen we het woord 'snauw', een type schip zo genoemd vanwege de scherpe boeg. Dat zou kunnen betekenen dat het een scherp toelopend perceel betreft.
SNAVELSKAMP
Snavelscamp 1699 (RA 145 fol.43v); onder d’Elschot ontrent de Hooge Vonder genaemt Snavelscamp daer gemeenlick in wast acht karren hoijs 1699 (RA 96 fol.41v).
Afgeleid van de FN Snavels of is het een vormaanduiding nl. de vorm van een snavel van een vogel?
SNIJDERSLAND
Snijdersland N.1867; E 1382 (b: 23.60); bouwland thans schaarbosch ter plaatse het Habraken genaamd Snijdersland 1908 (HB 1470 fol.21) E 1382.
Afgeleid van de FN Snijders of de beroepsnaam 'de snij(d)er' = kleermaker van het dorp.
SNUFMULDER
De Snufmulder N.1888, 1892; A 1352 (voorp: 09.60), 1353-1354 (b: 72.20).
In het Zuidhollandse Nieuwkoop kent men de snufmolen.(Schönfeld, 153); betreft het misschien een molenaar die altijd moest snuiven, snuffen, snotteren en daardoor een bijnaam kreeg in de volksmond ?
Dostları ilə paylaş: |