Hoge RUTSEDONK
Die Hoghe Rutschedonc 1410 (FS).
RUTSKAMP
In die Lieckendonck gemeynlick geheyten den Rutscamp 1564 (RA 50 z.f.).
Rut(h) afgeleid van Rutg(h)er.
RUTTENLAND
Ruttenland N.1867, 1869, 1890; D 944 (b: 23.40).
Afgeleid van de voornaam Rut(h), die uitgroeide tot de FN Rutten.
RUTTENVELDJE
Een braecken teullants in de Venishoeck genaemt Rutteveltie 1748 (RA 157 fol.51); een stuk teulants onder den gehugte van het Lutteleijnde genaamt Rutteveltie 1748 (RA 104 fol.201v).
Klein RUTTENVELDJE
Een loop ende veertig roeden in Ruyssenbraak omtrent de Voort genaamt Kleijn Ruttenveltje 1794 (RA 178 fol.124).
RUT THOLOFSBRAAK
Een braeck teulants genaemt Rut Tholofsbraak groot omtrent vier a vijf loopense gronde onder den gehugte Lutteleijnde 1770 (RA 166 fol.194).
Afgeleid van een FN.
SANDER DIELISSENAKKER
Bouwland onder Borne genaamd Sander Dielissenakker N.1825.
Eigendom van Sander Dielissen.
SANDERSAKKER
Twe stucken lant genaamt Dielissenacker en Sandersacker 1747 (RA 157 fol.6).
Afgeleid van de PN Sander of FN Sanders.
SANTEGOEDS
Bij Santegoeds N.1889; E 3044 (b; 1.33.60).
Afgeleid van de FN.
SASSELAND
Sasseland N.1896; D 1388 - 1389 (b: 23.80.)
Eigendom van de familie Sasse(n).
SCHAARPOT
Erf die Scarpot 1435 (FS).
Het mnl. ‘schaer’ betekent een stuk grond van een bepaalde grootte nodig voor het voedsel van een volwassen dier; ook wordt het verklaard als een stuk grond van onbepaalde grootte dat als een eenheid werd beschouwd voor het opbrengen van belastingen. Heeft daarom schaarpot iets te maken met de toenmalige grondbelasting? Dubieus.
SCHABBERT
Lant in de Schabbert 1626 (RA 87 z.f.); inde Beemde het Gemeene Lant ofte Schabbert aldaer 1695 (RA 143 fol.130); een perceel teulland onder Elschot in de Schabbert 1807 (RA 300); bouwland onder Weibosch in de Beemd genaamd de Schabbert N.1818; de(n) Schabbert N.1832, 1840, 1866, 1868, 1895; E 1003 (b: 24.50, 1004 (b: 27.30), 1213 - 1214 (b: 40.55), 1252 (b: 26.80).
Het mnl. 'schab' betekent : oud of versleten kledingstuk, maar ook vuile vrouw of morsig wijf. (Verdam 510). Gaat het hier om pejoratief voor een minderwaardig stuk grond of weinig rendabel perceel. De 'ert'-uitgang duidt op 'aard' = stuk grond dat ontgonnen is.Omdat in de eerste notitie het “Gemeene Lant” wordt genoemd is dit perceel voor 1629 geestelijk of kerkelijk bezit geweest en na de val van Den Bosch geconfisqueerd door de Staten Generaal.
SCHANS
Onder tWijbosch ontrent de Capelle, den grave aenden Schanse metten opgaende eijckeboomen 1635 (RA 70 fol.56); bouwland ter plaatse Baksdijk genaamd de Schans 1900 (HB 1334 fol.68) A 2007; de Schans N.1875, 1901; A 1258, 1260 - 1263 (b, w, hu: 63.70), 1996 - 1997, 2003, 2007 (b: 48.70).
Men kende in het verleden schansen ter verdediging van het eigen grondgebied. Er bestonden ook schansen waarin de bewoners zich in tijden van gevaar konden terugtrekken. De wegen naar de schans werden zo verlegd dat de schans zelf nauwelijks nog zichtbaar en vindbaar was. Vaak lagen de schansen in of bij een moeras of een natuurven en zo waren ze goed verdedigbaar. (Buiks, 1991 - 11). De oorspronkelijke betekenis van schans of schrans is 'takkebos' vgl. een versterking met takkebossen. Takken - en rijshout of mutsaards werden tegen de hoog opgeschoten aarden wallen geplaatst als borstwering. Volgens mondelinge overlevering lag de Schans in de Houterd bij de boerderij van van Alebeek.
SCHEETSEKAMP
Bouwland met hei en weiveld sCoddenvelt tussen de straat enerzijds en de Scheetschecamp en erf die Spoerdonck anderzijds 1471 (BP 1240)
Vooralsnog onduidelijk. Wel bestaat het mnl. 'scheit' in de betekenis van grensbepaling, maar ook boedelscheiding. Ook scheiding en verzoening. Betreft het hier een perceel waar nogal wat ruzie over geweest is ten tijde van de boedelscheiding ?
SCHEFFERSLAANTJE
Schefferslaantje (vm) weg van D 286 naar D 320.
Duidelijk een vernoeming naar een zekere familie Scheffers.
SCHEFFERSPAD
Schefferspad (vm); (detailkaart).
SCHEIDIJK
De Scheidijk (vm); F 353 - 354.
SCHEIDING
tGescheit 1447 (FS).
Grensscheiding tussen gemeenten of gehuchten.
SCHEIDINGSLOOT
De waterleiding no.8 (legger B) genaamd Scheidingsloop aanvangende Koeveringschendijk grens van het kadastraal perceel rechter/linker-oever sectie F no.476/weg loopende door de Roderheide en uitmondende in den Rijd- of Beekloop legger B grens van het kadastraal perceel rechter/linker-oever sectie F no.753/342,weg langs den rechter/linker-oever gemeten lang 4955/4955 ,eter – deze waterleiding maakt tevens de scheiding uit der heide tusschen St.Oedenrode en Schijndel, geregeld en vastgesteld bij de wet van 20 december 1864 1881 (NAA inv.nrs.402-403); bij de Scheidingsloot, tegen de Scheisloot N 1888, 1893, F 369 (he:95.20), 405 (he:1.2.50), 435 (he:1.00.50); de Roderheide genaamd Scheidingsloot 1908 (HB 1488 fol.144a) F 474.
Een sloot op de grens van twee percelen of perceelscomplexen gelegen in de Rooiseheide.
SCHEILOOP
De Scheiloop, Scheiloop (vm). C 1227 - 1242.
Het element 'schei' verwijst naar percelen, wegen, paden of waterlopen die op een grensscheiding liggen. Hier een waterloop, een sloot die langs grens Schijndel - Sint-Oedenrode en langs de aangegeven perceelsnummers loopt. Soms betreft het ook grenspalen of grensstenen.
SCHEIPAAL
De Scheipaal in de Schootschehoef N.1857, 1871, 1882; D 659 - 660 (b: 51.00).
SCHEL
Al zijn eikenhout ter plaatse geheten die Scelde 1419 (BP 1191); huis ter plaetse geheiten in die Scelle 1475 (BP 1245); een stuck lants genoempt de Schel ter plaetssen genoempt den Born 1546 (RA 44 fol.9v); int Liessent gemeynlick genoemt de Schel 1600 (RA 60 fol.6v); over den hoek de Schel 1757 (JW); een perceel land genaemt de Schel aan de Molen 1795 (RA 179); bouwland weide en heide onder Borne aan de linkerzijde van de Boschweg naar den Ouden Molenwerf in de Schel N.1830; de Schel N.1871, 1872, 1875; B 227a - 341, 252 - 256 (b: 1.16.60), 280 - 281 (b, og: 54.90).
Een 'schel' is een lichte verhevenheid in het landschap vgl. de redelijk veel voorkomende 'zandschellen'. Ook is niet ondenkbaar dat we hier te doen hebben met een stuk grond in eigendom van een zekere Schellekens, die in de volksmond 'de Schel' werd genoemd. Onze voorkeur gaat echter uit naar de eerste verklaring, een reliëfnaam dus!
SCHELAKKER
Int Liesent den Schelacker 1709 (RA 148 fol.102v); onder den gehugte den Borne genaemt de Schelackers int Liesent 1780 (RA 179 fol.175); de Schelakker onder Borne 1816 (GA 141); bouwland onder Borne in het Liesent genaamd de Schelakker N 1822, 1827; de Schelakker N.1834; B 255 (b: 33.10).
SCHELBEEMD
Hooiland de Schelbeemd in Elschot 1816 (GA 141).
SCHELBRAAK
Een stuck lants geheiten Schelbraec 1423 (LB); bouwland de Schelbraak onder Borne 1816 (GA 141); in het Liesend genaemt de Schelbraak 1817
Braak is een algemene benaming voor een stuk ontgonnen land.
Dostları ilə paylaş: |