Achterste STREPEN
Die twee voorschreven Achterste Strepen 1574 (RA 53 z.f.).
Dwarse STREPEN
Dwarsstrepen onder Elschot 1816 (GA 141); bouwland onder Elschot genaamd de Dwarsstrepen N. 1818.
Lange STREPEN
Land die Lange Strepe 1394 (BP 1180); de helft van die Langenstrepe in de Hermaelschehove 1442 (IS 15); anderhalf hont saetlants ondert Wijbosch in de Bemde genoemt de Lange Strepe 1662 (RvS); de Lange Strepen N.1870; A 423-424, 2671 (b, db: 1.14.30). Bij herleiding blijkt het volgende: A 2671 = A 435.
Nieuwe STREPEN
De Nieuwe Streepen onder Weibosch 1816 (GA 141). ontgonnen;
Voorste STREPEN
Ex Anteriori Strepa 1498 (HH 131).
STRIJDBEEMD
Een parceel teulants groot ontrent een loopense van outs genaemt den Streijbeemt 1710 (RA 193 fol.86v).
De betekenis kan verband houden met het ww. strijden in de zin dat de aankoop van dit perceel enige strijd of twist heeft veroorzaakt of het hangt samen met ‘stri of strij’ dat een oudere vorm is voor ‘streep’. In Bakel komen bv. voor de Stribraken of Strijbraken, in Lierop het Strijbroek, in Erp de Strij(p)akker. (Beijers & van Bussel 1996:264).
STROLAAK
Twee buunder land ter plaetse die Stroelaeck aan die Aa 1485 (BP 1254); een groesvelt ii mergen genoempt die Stroelaeck 1543 (RA 43 fol.74); onder Elschot de Stroijlaeck 1666 (RA 90 z.f.); een camp hooijland genaemt de Stroolaak in Elschot 1795 (RA 179); een hooijcamp genaemt de Strooijlaak onder Elschot aan de revier de Aa 1802 (RA 182); een perceel hooi/weiland onder Elschot over de Zuid-Willemsvaart genaamd de Stroolaak N.1827; de Stroolaak N.1836, 1842, 1854, 1859, 1865, 1879, 1898, 1904; A 124 (w: 2.2.20), 125 (w: 95.70); de Strooilagen gelegen tussen de Zuid-Willemsvaart en de Aa nabij de zuidpad naar kasteel Heeswijk (vm Harry Bolwerk).
Het element laak betekent : moerassig land (z.a.), waar stro(oisel) werd gewonnen uit heide of heischabben om te dienen als strooisel onder het vee op de stal.
STRONTPOT
Een heijveldje groot ontrent een loopense binnen desen dorpe van Schijndel op het Holder genaamt den Strontpot 1781 (RA 171 fol.29v).
Vermoedelijk een ironische benaming voor een onvruchtbaar en weinig renderend stuk heidegrond.
STROOLENLAND
Bouwland ter plaatse de Weidonk genaamd in Stroolenland 1906 (HB 1435 fol.147) B 2016.
Vooralsnog onduidelijk.
STRUIKAKKER
Den Struycacker 1421 (FS); den Strukakker 1789 (RA 257 map 3).
Een akker geheel door struiken omgeven of toebehorende aan een familie Struik?
STUK
Het eerste en tweede Stuck onder het Elderbroeck 1692 (RA 143 fol.25); het twaalfde dertiende veertiende ende vijftiende stuck; inden selven camp gelegen neffens malcanderen het negende tiende, het sestiende ende seventiende Stuck 1692 (RA 143 fol.25); int Hermalen genaemt de Stuck 1712 (RA 148 fol.223v); een perceel teelland drie loopense onder Lutteleijnde in het Hermalen genaamd de Stuk 1809 (RA 302); de Stuk N.1875; C 1278-1279 (bo: 50.30).
Een afzonderlijk perceel werd in de nieuwere ontginningen dikwijls 'stuk' genoemd vaak met allerlei adjactieven om aan te geven wat voor 'n stuk het wel was. Men moet er op bedacht zijn dat 'stuk' ook een dialectische vervorming kan zijn van 'stok'. Met name het lidwoord de of het is hierin bepalend. De Stuk is zeker de Stok.
Breed STUK
Een parseel akkerlandt in de Everdonk genaamt het Breet Stuk groot ontrent anderhalff loopensen 1768 (RA 174 fol.12).
Breed in vergelijking met de andere stukken in dat percelencomplex.
Kort STUK
Het Korte Stuk N.1870; D 1035 (b: 27.00).
Krom STUK
Land dat Cromstucke 1413 (BP 1188); een stuck lants groot vijff lopensen geheyten het Crom Stuck onder Wijbosch 1579 (RA 54 fol.42); anderhalf homt saetlants int Wijbos genaemt het Crom Stuck 1662 (RvS); ondert Wijbosch ter plaetse genaemt in de Beemt het Crom Stuck 1694 (RA 143 fol.88); in de Berisacker genaemt het Crom Stuck 1694 (RA 143 fol.97); .
Hier een duidelijke vormaanduiding.
Lang STUK
Land dat Langhe Stuc in Wijbossche 1395 (BP 1180).
Verloren STUK
Land dat Verloren Stucke op ten Apelteren 1413 (BP 1188).
Een doorsnijding van een weg of een sloot en daardoor kon er sprake zijn van een verloren stuk grond. Ook vindt men benamingen als het Verloren Einde en de Verloren Hoek (Schönfeld:127).
STUKJES
Die Stucxkens in Pastoirsthiende 3½ hont 1662 (RvS).
STUKKEN
Korte STUKKEN
Een half hont saetlants ondert Wijbosch opte Corte Stucken 1662 (RvS); binnen dese dorpe van Schijndel ter plaetse genoemt onder d’Eerde ene zijde den H.Geest van den Bos ene eijnde op de Corte Stucken andere eijnde tot den Drijboom off Wal 1731 (RA 101 fol.128v); onder Wijbosch de Corte Stucken 1735 (RA 154 fol.72); bouw- en weiland onder Borne in het Liesent genaamd de Korte Stukken of het Dungensland N.1829.
Lange STUKKEN
De Lange Stukken in de Broekstraat 1816 (GA 141).
STUWENHOF
In den Borne op Oetelaer geheuten Stuwenhoff 1562 (RA 47 fol.85v).
Stuwen is een verkorting van de vrouwelijke voornaam Goetstuwe die in middeleeuwse akten frequent voorkomt.
SUIKERHOEK
Een braak gelegen teelland met z'n houtwassen voorpotinge groot vier lopense gelegen aan de Heide genaamd het Suijkerhoexke beide einden aan de gemeene weg N.1746; een perceel gemeentegrond en voorhoofd onder Lutteleinde nabij het Hoefken genaamd het Zuikerhoekje 1808 (RA 300); de parceelen bouwland te Schijndel langs den weg naar St.Oedenrode en dien naar Lieshout genaamd de Suikerhoek N.1849; de Suikerhoek N. 1850, 1852, 1877; D 925, 928, 929 (b: 79.80), 926 (b: 18.60); Suikerhoekje N.1894; D 919-923 (b: 90.50).
Waarschijnlijk bedoeld in overdachtelijke zin, volksironisch voor een stuk grond dat niets oplevert, zoals uit de context blijkt.
SULPER
Eenen halven bunder der gemeinte in de Zulper 1697 (GI 44); inden Zulper langs den Nieuwendijck 1697 (RA 95 fol.120); een halve bunder heide gelegen in de Sulper 1699 (IS 13); eene acker teulants met sijne houtwas ende gerechtigheeden groot ontrent een sestersaet lant ter plaetse in de Sulper N.1726; onder het Lutteleijnde aan de Heijde genaamt den Sulpher omtrent twee loopense 1750 (RA 105 fol.38v); een akker teulland genaamt de Sulper gelegen aan de Pleijn 1797 (RA 180); land in de Sulper met het Nieuwland aan malkander in Weibos 1807 (RA 184 fol.25); perceel bouwland onder Lutteleinde genaamd de Sulpher N.1818; de Sulper N.1892; D 834-836 (w: 44.20);
SULPERAKKER
Sulperakker 1833 (GA 141); D 856-857 (b: 69.70); een hutje in twee woningen met aangelag hofje stukje bouwland onder Lutteleinde op de Plein genaamd de Sulperakker N.1833; D 816-820; de Sulperakker N.1834, 1842; D 816, 820 (b: 17.94), 844 (b: 34.00).
Het element 'sulper' betekent zwavel; het betreft hier zwavelhoudende grond. Er is ook een naamkundig element 'zulker' synoniem aan zuring,een plantengeslacht bestaande uit diverse soorten zoals bv. klaverzuring, schapenzuring en veldzuring. Het zou dan een verbastering betreffen.
SUSSENBRAAKSKE
Perceel bouwland onder Elschot in de Heikampen aan de Dungenschesteeg genaamd Sussenbraakske N.1829.
De braak van zus of het is een verschrijving van Sassenbraakske ?
Dostları ilə paylaş: |