BIESDONK
Den Biesdonck 1682 (RA 270).
BIESWEI
Het een vierde part in de Leegen Beemt gelegen teynen de Steegt bij de Bieswey, de een zijde de revier de Aa d'andere zijde den Aardenburgschendijk 1802 (RA 182 fol.37v.).
Benoeming naar begroeiing met biezen; vgl biesbeemd. (Valkenswaard - 75)
BIEZENLOOP
Biezenloop (vm).- ged.E 2123.
Sloot (gegraven) waar biezen groeien.
BIJENAKKERTJE
Bijakkertje 1875 (NA) E 1187 (b;-21.50).
Akker waar ook bijenkorven werden geplaatst. (Huibrechtslille - 126)
BIJENBRAAKSKE
Onder het Elschot het Biebraexken anderhalff loopense 1750 (RA 158 fol.12); een braak teulland genaemt het Beijenbraeckske in de Beemt aan den Dijk 1790 (RA 177 fol.123).
BIJENKORF
Erf genaamd Bijenkorf onder de Borne 1816 (GA 141 431/1263; Bijenkorf 1893, 1905 (NA) C 2076 (b;-.10.80), 2078-2080 (hu,t,bo;-.36.14); de Buunder bij den Biekorf 1910 (HB 1506 fol.104a) C 2077 16 are 10 ca..
Benoeming naar vorm; de akkers tezamen zijn aan ene zijde rond van vorm.Ook bestaat er een bedrijfsnaam ‘de Bijenkorf’ gekoppeld aan de wasblekerij van de firma Bolsius.
BIJLAKKER
Bijlakker 1884, 1870 (NA) D 1838 (b;-43.10).
Heeft betrekking op de vorm van het perceel.
BIJL(TJE)
Bijltje 1870 (NA) D 1838 (b;-43.10).
Benoeming naar vorm van deze percelen.
BIJNEN
Bij Bijnen 1888 (NA) A 1787-1790 (w;-.64.80).
Benoeming naar de familienaam.
BIJSTERVELD
Aent Houbraecke geheiten gemeindelick Bijstervelt 1541 (RA 43 fol.28v); ondert Wijbosch geheiten het Bijstervelt 1632 (RA 68 fol.64); onder den hoeck Wijbosch in de Beemde genoemt Bijstervelt 1685 (RA 92 fol.61).
Het WNT geeft voor bijster – in een ongunstige toestand verkerend, berooid van.Het element ‘bijster’ ver wijst naar onvruchtbare of woeste grond.
BILSENSKOOP
Van Bilseskoop in Weibosch 1816 (GA 141 740/6).
De familienaam komt frequent voor in Schijndel. Het element 'koop' duidt op een aangekocht perceel ter ontginning.
BINNEN
Bouwland weiland reiweg hakhout en opgaand geboomte genaemd Binnen of Achter 1900 (NA) C 2461-2464,3205 (b,w,s,hh,og;-.67.80).
Betreft over het algemeen ingesloten percelen van het pand C 1428.
BINNENERF
Een perceel bouwland onder Weibosch in de Laverdonk genaemd het Binnenerf 1826 (NA 7181/2079).
BINNENHOF
Inden Binnenhof dair hij coopere in woonende is 1621 (RA 65 fol.133v).
BINNENHONGERSHOEK
Binnenhongershoek 1897 (NA) C 2461-2464, 3205 (b,w,s;-.67.80). Bij herleiding blijkt het volgende: C 3205 = C 2469.
Gelegen in de hoek van akkercomplex de Hongerhoek.
BINNENLAND
Ondert Wijbos genaamt het Binnenland 1727 (RA 152 fol.118).
BINNENPAD
Eenen acker teullants groot ontrent anderhalff loopense in de Pastoorstiende ter plaetse genaemt den Binnenpat 1727 (RA 202 fol.19); Een acker teullant aan den Binnenpat groot een en een half loopense 1777 (RA 169 fol.167); een perceel bouwland onder Weibosch op de Akkers genaemd de Binnenpad 1825 (NA 7180/1954); 1832, 1941 (kad) (C.S.) (b;-.16.30).
De kortst mogelijke pad - verbinding tussen twee plaatsen. (Overpelt – 87.).
BINNENVELD
De comparant sal mogen behouden erdappelen en de boonen in het Binnevelt 1756 (RA 161 fol.57); Een perceel bouwland met graskanten en houtwas onder Lutteleinde genaemd het Binnenveld 1818 (NA 7173/1205); Binnenveld, 1865, 1866, 1875, 1888 (NA) V.- A 1367-1370 (b;1.12.30), 2010-2014, 2032-2034 (b,w;2.16.60), B 1721 (b;-.90.60), C 1058 1060-1064 (b,s;2.36.40), 1470 (b;1.17.80), D 334-336 (b;1.00.30), 504, 508-512 (b;3.53.90), E 1505 (b;-.17.20); den Dam bij het Binnenveld 1948 kad.nr. B 2062 en 2066 (NAA 1930-1960 inv.nr.77).
Binnenin gelegen; omsloten door andere akkers.
BINNENWEGJE
Binnenwegje 1896 (NA) E 1374 (b;-.34.80).
De kortst mogelijke weg tussen twee plaatsen.
BLAAKBEEMD(EN)
Uit een buunder beemd in die Blaecbeemden en uit land die Appelteren bij 't Wijbossche 1391 (BP 1179); den Blakenbeempt in die Everdonck 1569 (CvB 374); de Blakkebeemd 1757 (JW.); twee percelen bouwland met graskanten en houtwas onder Weibosch in de Blakke of Rietbeemden 1830 (NA 7185 - 2561); Blaakbeemd 1882, 1893 (NA) E 1051 (b;-.35.10).
Blaak (blak) = effen, vlak, bloot en kaal. Een beemd die blak staat, staat onder water. (Nuenen - 73) Blak is ook: stil. (De Vries - 62)
BLAKKEN
Blakken onder Weibosch 1816 (GA 655/169/4316 - 18).
BLAKKENBEEMD(EN)
Een stuc beempts geheiten den Blackenbeempt 1557 (RA 46 fol.50v); in de Harebeemde genoemt den Blackenbeempt 1603 (RA 60 fol.104); eenen camp hoylants met sijnen houtwas den Blackenbeemt genoemt 1635 (RA 71 fol. 41).
BLAKKENDINTHER
Blakkendinther onder Weibosch 1816 (GA 141, 169/4316 - 16); Blakkendinther 1839, 1843, 1844, 1849 (NA) E 2580-2589 (b,w;4.77.90), 2619 (w,b;1.70.50); twee percelen weiland en weg de Blanke Dintherse zijnde een gedeelte van E 3327 afgepaald en afgegraven aan de oostzijde of de zijde van 2585, 2576 en 2574, 1904 (HB 1399 fol.49a). Bij herleiding blijkt het volgende: E 3327 = E 2549.
Deze beemden zijn gelegen aan de rivier de Aa, die de grens uitmaakt met Dinther; ze stonden vaak onder water, vandaar ook waarschijnlijk de omschrijving uit 1904 de ‘blanke’ Dinther.
BLAKKENKAMP
Int Liessent ter plaetse gemeynlick genoempt de Blackecampen 1649 (RA 75 fol.3); onder d’Elschot ter plaetse in den Blackcamp 1692 (RA 143 fol.43v); onder d’Elschot in Bacxdijck genoemt den Blackencamp 1695 (RA 143 fol.175v); inden Erdenburgh genoemt den Blackencamp 1700 (RA 145 fol.124); opt Oetelaer ter plaetse inden Blackencamp 1718 (RA 150 fol.38v); overt Elderbroeck inden Blackencamp 1718 (RA 99 fol.165); onder Wijbosch genoemt den Blackencamp 1729 (RA 101 fol.89v); onder het Lutteleijnde over het Elderbroeck genaemt den Blackencamp 1730 (RA 101 fol.102v); den Blakkencamp in dfen Eerdenburgh groot ontrent tien karren hoijgewas eene eind de Kerkeweij andere eind de camp van St.Bastiaen 1770 (RA 166 fol.194v); vier ackeren teulland genaemt den Blakkencamp onder Lutteleynd 1790 (RA177 fol. 53v.); den Blakkenkamp te Weibosch 1816 (GA 141 66/4532,33); Blakkenkamp 1842, 1848, 1854, 1860, 1866, 1870, 1872,1885, 1896 (NA) C 273, 275, 276 (b;-.89.50), 728-729 (b,w;-.86.90),739-741 (b;-.70.30).
BLANKENBORCH
Den acker Blankenborch 1486 (SS).
Genoemd naar een goed onder de naam Blankenburg of Blankenborch in het grensgebied met Sint Oedenrode.
BLEEK
Op het Oetelaer den camp op de Bleek 1749 (RA 157 fol.183v); weiland genaamd de Bleek 1885 (NA) C 117-118 (w;-.92.60).
Achterste BLEEK
Twee percelen land genaemt de Agterste Bleek ontrent den Boschweg 1795 (RA 179 fol.167); Achterste Bleek 1878, 1881 (NA) B 756 (b;-.17.90), 803 (b; -.58.60).
Voorste BLEEK
Voorste Bleek 1873 (NA) B 713-715, 717-719 (b;1.8.10); vier percelen bouwland in de Voorste Bleek 1904 (HB 1403 fol.52a) B 3008-3015.
Een plaats waar het linnen werd gebleekt (Nuenen - 73). Een bleek of bleekveld diende voor het bleken van linnengoed. (De Vries - 63)
BLEEKVELD
Put ende bleyckvelt gelegen ter plaetse aen de Kercke aen een sijde sekere gemeyn steegsken 1726 (NA 7159/250).
Het ‘gemeyn steegsken’ in de omgeving van de kerk is het Pompsteegje, later Pompstraat(je) of Cavoepstraatje.
BLEKAKKER
Twee percelen bouwland genaemd den Blekakker 1837 (NA) C 1132-1133 (b;-.63.30).
Akker waaraan wilgenhout groeit. Deze akkers zijn ontgonnen ca 1800. In Schijndel woonden vele hoepelmakers, die wilgenhout nodig hadden en dat voor het gebruik blekten. Het woord ' blekken' betekent: ontdoen van de schil.
BLEKEN
De Bleeken onder de Borne 1816 (GA 141 45/3568); Bleken 1873, 1878, (NA) V.- B 482 (he;1.53.90), 749, 757-762 (b,s;1.35.20).
Dostları ilə paylaş: |