SINT ANTONISKAPEL
Wonende onder Wijbosch ontrent de Cappelle van St. Anthonis 1633 (CvB); legaat aende capelle van St.Anthonis in dese parochie onder Delschot opten Heuvel 30 Carolus guldens ende dat alleen tot reparatie vande selve ende verder ofte andersins niet 1638 (RA 91 fol.53).
Schijndel kende meerdere Anthoniskapellen zoals uit deze notities blijkt.
SINT BARBARA
Een huys off herberge genoemt Sint Barbara ontrent die Kercke 1564 (CvB); een huijs oft herberge genoemt Sinte Barbara en hof ontrent die Kercke 1609 (CvB); huijs hof boomgaert met houtwassen ontrnet een loopense onder Delschot genoemt St.Barbara aen een zijde den gemeijnen vaerwech ende Kerckwech 1639 (CvB).
Deze herberg heeft haar naam zeer waarschijnlijk te danken aan het Schijndelse Barbaragilde dat daar bijeen kwam voor haar teerdagen en andere bijeenkomsten. Deze herberg was o.a. belast met enige renten bv. 14 stuivers aan het Clarissenklooster in Den Bosch, 28 stuivers aan het klooster der Predikheren in Den Bosch en nog vier gulden aan een zekere Bartholomeus wonende in Den Bosch ‘in den Warmoescorf ’.
In de Hulschebrake Sint Barbersacker 1571 (RA 52 z.f.).
Deze akker was eigendom van het Barbaragilde.
SINT JORIS
Huijs hof met sine toebehoorten gelegen aen die Kercke ghenoempt die herbergh Sint Joris 1548 (CvB); verkoop van het huis Sint Joris in de Rechtestraat bij de Keulse Kar 1804 (RA 218 fol.107); eene huysinge hof en aangelag genaaamt St.Joris onder Lutteleijnde in de Regtestraet 1807 (RA 184 z.f.); een huis met schuur stal hof enz. vijf lopensen genaamt Sint Joris in de Rechtestraat 1810 (CvB).
Een herbergnaam die in meerdere plaatsen bekend is.
SINT ODASTUK
Scijnle land "Sent Oeden stuc" in Delscot 1400 (BP 1181);
Benoeming naar Sint Oda; mogelijk in eigendom, bezit van of cijnsplichtig aan de kerk van Sint Oda in Sint Oedenrode of het Roois kapittel.
SINT QUIRIJNSKAMP
Sunte Quirijnscamp van den Bossche 1542 (RA 43 fol.56).
Genoemd naar het Quirinusaltaar in de Sint Jacob in Den Bosch.
SLENDER
Den Slender 1757 (JW); een parceel land onder den gehugte Borne ontrent de Slender 1797 (CvB); de Slender 1803 (HV); de Slender N.1834; B 2076 (hu, etc: 02.29).
Voorlopig moeilijk verklaarbaar. Een dialectische verbastering van 'sleedoorn', die ook wel met 'sleen' werd aangeduid; een gebied begroeid met de sleedoorn ?
Grote SLENDER
De Groote Slender N.1835; B 2324 - 2325 (hu: 21.50).
Nieuwe SLENDER
Nieuwe Slender 1832 (kad); B 2290 - 2331; de Nieuwe Slender N.1893; B 3189 (hu: 07.40); bouwland de Nieuwe Slender bij van der Steen 1905 (HB 1414 fol.9a) D 3153. Bij herleiding blijkt het volgende: B 3153 = B 2296.
Oude SLENDER
Onder den Borne op den Boschweg genaamd den Ouden Slender 1817 (PB); den Ouden Slender N.1835; B 2290 (vh: 02.65).
SLEUTJESSPOOK [vgl. Slotje]
Sleutjesspook (vm); A 1279 – 1281; het Sleutje 1911 (HB 1543 fol.25a) A 1321-1324..
De geschiedenis hiervan is beschreven in een afzonderlijke publicatie.
SLOKAKKER
De Slokakker N.1887; C 1274 - 1275 (b: 54.10).
Vooralsnog onverklaarbaar. Verschrijving van Slotakker?
SLOOTJESHOEF
Slootjeshoef (vm); C 1759 - 1761, en ged. C 1762 - 1764.
Vgl. Sleutjeshof.
SLOTJE [zie onder Groenendaal en Sleutjesspook]
Vluchtelingen op ’t Slotje tijdens het beleg van Den Bosch 1603 en 1629; het Sleutien oft Kasteeltien metten halven dijck ondert Elschot 1665 (RA 81 fol.2v); een acker teulants genoemt het Slootjen met noch twee ackers hoplant ende groesveldeken daer teijnde aen gelegen in de Beemden vijf lopensen 1685 (RA 142); overleden 5 december Jenneken Hendrick Anthonis Vuchts jonge dochter laet achter twee broeders ende een suster erffgenamen, woonden in den Bogert op het Slootje 1703 (Begraafboek 15 fol.19v); huysinge slootien schuer wagenhuys esthuys hoff boomgaert ende aengelegen landerijen metten coeijcampen achter aen gelegen houtwasch voorpootinge ende gerechtigheijt groot ontrent drije mergen gronde onder d’Elschot aen den Heuvel 1704 (RA 146 fol.112); Servaes van Gemert verkoopt een partij opgaende eijckeboomen in 38 kopen met een totaal van 212 staande aant Slotje 1722 (RA 236.4); het Slotje 1757 (JW); van zeeker Slootje neerhuijsinge brouwerije hof boomgaert en aengelegen landerijen onder Lutteleijnde in Hermalen ontrent thien loopensen 1760 (CvB); woning genaamt het Slootje met aangelegen akkerland graskanten houtwasch en huijsplaats schuur stalling hoff boomgaart onder Elde aan de Reijnderkensdijk 1790 (RA 177); huijsinge brouwerije schuur schop stallinge hoff met den geheele gragt leggende om dezelve met de graskante leggende naast de zijde van Willem Hugo van Berkel mitsgaders het akkerlandt en den geheelen middelkant leggende teijnen het Slotje onder de gehugte Lutteleijnde in het Hermaelen van ouds genaamt het Slotje 1790 (RA 177); dese verkoopinge sal geschieden aan de huysinge genaemt het Slotje in het Elschodt 1791 (RA 356 z.f.); een perceel hooi – en weiland onder Elschot genaamd achter het Slotje N.1814; onder Elschot op de Steeg aan het Slotje 1817 (PB); Slootje 1832 (kad); C 1700 - 1786; het Slotje N.1834, 1835, 1868, 1879, 1880, 1885, 1888, 1892, 1897; A 1311 (b: 87.20), 1318 (w: 55.50), 1321-1324 (b: 1.8.56), 1323-1324 (b: 08.61), 1945-1952 (w, we: 1.42.80), 1954 (w: 75.70), 1955-1957 (w: 71.10); achter het Slotje N.1838; A 1291 (b: 29.50); twee percelen weiland en rijweg ter plaatse Baksdijk genaamd het Slotje (MvS 110 fol.139) A 1955-1957; de waterloop aan zijnen kamp nabij het Sleutje op de Steeg 1869 (NAA 412).
Hier zijn bedoeld het kasteeltje of slotje Groenendaal dat onder het gehucht Hermalen stond en het kasteeltje of Sleutjesspook nabij de Bogaard.
SLOTJESDIJK
Slotjesdijk N.1871, 1893; A 1300 (we: 41.60), 1309-1310 (w: 50.70); Slootjesdijk 1881 (NAA 421); linksch van Slotjesdijk N.1893; A 1299 (b: 64.50); achter Slotjesdijk N.1896; A 1327-1330 (b: 68.87).
De dijk richting het slotje in d’n Bogaard.
SLOTJESKAMP
Slotjeskamp N.1886; A 1303, 1938-1940 (b, w: 1.59.60).
Dostları ilə paylaş: |