Aan de andere kant van het scherm ziet niemand dat ik een beperking heb!
Kijken naar filmpjes, spelletjes spelen, sociale media updaten of naar muziek luisteren.Net als de mens zonder een licht verstandelijke beperking, gebruiken LVB’ers ook gewoon media. Echter vallen zij onder de risicogroepen qua gebruik van media. Vaak is niet bekend bij de LVB’er hoe veilig om te gaan met het internet. Bovendien vormen zij een groep die gevoeliger is voor verslaving, manipulatie of afwijzing. Naast de negatieve kanten die media met zich mee brengt, zitten er ook positieve kanten aan het gebruik. Zoals het gebruik van apps, deze kunnen LVB’ers helpen met bijvoorbeeld hun zelfredzaamheid. Om die reden is het goed om in kaart te hebben, welke mogelijkheden er allemaal zijn voor LVB’ers, maar ook voor begeleiders om goede ondersteuning te kunnen bieden aan de LVB’er.
Ontwikkelingen
De maatschappij wordt steeds digitaler, ingewikkelder en hiermee wordt de zelfredzaamheid steeds belangrijker. Er wordt verwacht dat iedereen een groot netwerk heeft, om hulp te ontvangen wanneer dit nodig is. Bankzaken gaan online, de ov-kaart is ingevoerd en het aanvragen van een uitkering is zelfs voor de persoon zonder een licht verstandelijke beperking niet altijd even makkelijk. Door deze ontwikkelingen, wordt er veel van LVB’ers gevraagd. Een groot netwerk hebben ze vaak niet en de zelfredzaamheid is er wel, maar met de huidige ontwikkelingen wordt er veel verwacht van de LVB’er, wat lang niet altijd gerealiseerd kan worden (Nationale hulpgids, 2015).
Figuur 1. Mediawijsheid (Z.D.)
Het netwerk voor de LVB’er kan als vangnet fungeren. Voor LVB’ers geldt net als voor niet LVB’ers dat je leert van fouten. Echter heeft deze doelgroep meer moeite met het verwerken van fouten, hierbij kan het netwerk ondersteuning bieden. Wanneer het netwerk op de hoogte is van de bezigheden van de LVB’er, kan er ingegrepen worden. Neem bijvoorbeeld het plaatsten van een bericht of foto op Facebook. Wanneer hier veel kritiek en negatieve reacties op komen, kan dit moeilijk te verwerken zijn vanwege de licht verstandelijke beperking. Dan is het fijn, als iemand uit het netwerk kan ondersteunen en kan praten over datgene wat voor gevallen is. Mede hierdoor is een netwerk zo belangrijk voor een LVB’er (Vergeer & Nikken, 2015).
Bijna tachtig procent van de problemen zoals manipulaties, cyberpesten en seksueel misbruik die LVB’ers ondergaan, zijn gerelateerd aan het gebruik van sociale media. Doordat de wereld steeds digitale wordt, kan de LVB’er niet weg gehouden worden van de media. Ze bezitten over een telefoon, maar hoe ze er veilig mee om moeten gaan weten ze niet en extra informatie krijgen ze er niet over. Enkele voorbeelden van problemen die kunnen voorkomen, zijn dreigtweets en haatcampagnes . Maar ook loverboys en pedoseksuelen zoeken de doelgroep op via de media. Bovendien zorgt media ook voor daders onder LVB’ers. Ze kunnen samenwerken om anderen te gaan pesten, of andere LVB’ers aanzetten tot criminele activiteiten. En dan heb je ook nog het zoeken naar sekspartners via datingsites, waarbij ze nauwelijks gecorrigeerd worden. Kortom, media gebruik zorgt niet alleen voor slachtoffers, maar ook voor daders onder LVB’ers (De Tweetfabriek, 2015).
Om de LVB’er te ondersteunen bij het steeds digitaler worden, worden er websites en apps ontwikkeld die ondersteuning bieden. Dit zijn websites en apps die bijdragen aan de zelfredzaamheid. De websites en apps bevatten spelvormen, makkelijke teksten of pictogrammen, die het geschikt en bruikbaar maken voor de doelgroep. Op veel vlakken zijn er al websites of apps ontwikkelt, zoals voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid, de dagelijkse activiteiten, het sociale netwerk, de maatschappelijke participatie en voor tijdsbesteding. Ondanks dat de websites en apps gemaakt zijn voor LVB’ers, is het van belang dat begeleiders hier ook over geïnstrueerd worden. Wanneer er vragen zijn vanuit de LVB’er, kan de begeleider helpen met het gebruik ervan. Ook kunnen begeleiders apps of websites aanreiken die ondersteuning bieden voor de LVB’er (Kruif, Kuijper, & Louisse, 2016).
Figuur 2. (Pictoplanner.net 2016)
Een aantal voorbeelden van websites en applicaties die helpen bij zelfredzaamheid zijn hieronder beschreven.
Pictoplanner (http://www.pictoplanner.net/) is een website die gebruikt kan worden om een dagstructuur aan te brengen. Er kan worden gekozen voor een dagplanning of een weekplanning. In de planning worden activiteiten met tijd en datum neergezet, door middel van pictogrammen en foto’s. Wanneer de LVB’er op een activiteit klikt, worden details getoond. Zoals in het voorbeeld in figuur 1 te zien is.
Leerbaar en weerbaar (https://www.philadelphia.nl/leerbaarweerbaar) is een applicatie die doormiddel van filmpjes en vragen meer zelfkennis geeft en leert hoe je voor jezelf moet opkomen, wanneer je bijvoorbeeld wordt gepest.
Lief en lijf (http://www.middin.nl/nieuws/361-middin-lanceert-app-seksuele-voorlichting) is een applicatie voor laagdrempelige uitleg over seksuele voorlichting. Het is een applicatie die zowel informatie als spelletjes aanbiedt om te informeren.
Mijn boodschappenlijst (http://www.mijnboodschappenlijst.nl/ ) is een website waarop je gemakkelijk boodschappenlijstjes kunt maken aan de hand van foto’s of stemgebruik. Waarna de lijst kan worden uitgeprint en kan worden gebruik in de supermarkt.
Grid player (ttps://itunes.apple.com/nl/app/grid-player/id456278671?mt=8#)Is een communicatief ondersteuningsprogramma, waarbij de gebruiker zinnen kan maken, die vervolgens worden gesproken door de applicatie. De zinnen worden gemaakt door gebruik van letters, cijfers en pictogrammen (Kruif, Kuijper, & Louisse, 2016).
Meer positieve effecten
Naast het verbeteren en bijdragen aan de zelfredzaamheid zijn er meerdere positieve effecten bij het gebruik van media. De taalontwikkeling verbetert, ze hebben meer tijd om na te denken wat en wanneer ze graag willen antwoorden op een bericht. Ook het gebruik van pictogrammen kan helpen bij het communiceren. De cognitieve ontwikkeling wordt gestimuleerd, doordat er op internet, in filmpjes en tv programma’s veel informatie gegeven wordt. Hier kan een LVB’er veel leren, ook door het nogmaals kunnen kijken, wanneer iets niet begrepen wordt. Ook zijn er speciale spelletjes op internet die bijdragen aan de ontwikkeling, doordat het op eigen tempo gespeelt kan worden.
De lichamelijke en motorische ontwikkeling worden ook aangesproken, bijvoorbeeld spelletjes op de Wii, deze spelletjes kunnen door lichaamsgebruik gespeeld worden. Bovendien zijn spelletjes van de Wii vaak simpel qua uitvoering, wat ze ook erg geschikt maakt voor LVB’ers. Door erbij te horen en ook gebruik te maken van media wordt de sociaal emotionele ontwikkeling gestimuleerd. Bovendien is voor LVB’ers online contact makkelijker. Door games te spelen kunnen ze uit de echte wereld stappen en de games continu herhalen, wat voor herkenning zorgt.
Seksuele informatie vragen en bespreken met een begeleider is erg lastig. Echter, het internet staat vol met deze informatie, waardoor een LVB’er op internet dezelfde informatie kan vinden en niet met begeleiders over seksuele onderwerpen hoeft te praten. Er zijn bijvoorbeeld sites die de risico’s van onveilige seks uitleggen. Bovendien zijn er datingssites speciaal ontwikkelt voor mensen met een verstandelijke beperking. Met al deze mogelijkheden wordt ook de seksuele ontwikkeling gestimuleerd (Vergeer & Nikken, 2015).
(On) Fijne ervaringen
Als LVB’er kan het fijn zijn om achter een scherm te zitten, achter een scherm is de beperking immers niet zichtbaar. Dat kan een bevrijdend gevoel geven. Ook kan het contact maken met iemand makkelijker zijn van achter een scherm als face-to-face. Voor iemand die naast een licht verstandelijke beperking ook autisme heeft, is internet een uitkomst. Het is overzichtelijk en biedt controle. Programma’s als e-mail en sociale media, kunnen rustig gelezen worden en er kan zelf bepaald worden wanneer en wat hij of zij antwoord. Ze hebben er zelf controle over, wat voor iemand met autisme erg fijn is. Echter, de communicatieproblemen die ze in het echte leven ondervinden kunnen ook op internet voorkomen. Ze kunnen de taal erg letterlijk nemen en opmerkingen moeilijk inschatten.
~ Gefeliciteerd u heeft een mobiel gewonnen! ~
Klik op de link om hem in ontvangst te nemen.
LVB’ers zijn ook erg kwetsbaar op internet. Internet is anoniemer, er zijn directere omgangsvormen en gezichtsuitdrukkingen niet te zien. Dit kan voor verwarring zorgen, door niet te weten hoe een opmerking bedoeld is. Een voorbeeld van een ander gevaar is een mail of een bericht met de tekst “Gefeliciteerd u heeft een mobiel gewonnen”. Dit is natuurlijk er aantrekkelijk, dat kan er voor zorgen dat de LVB’er er op klikt en hiermee zijn of haar gegevens geeft, wat vervelende gevolgen kan hebben. De gevolgen die media meebrengt kan de LVB’er vaak niet overzien. Om die reden kan ook een gameverslaving ontstaan of wordt er geld uitgegeven aan games of andere betaalbare diensten op internet. Daarom is het voor begeleiders belangrijk om op de hoogte te zijn wat de LVB’er doet op internet (Mediawijsheid, Z.D.).
Reikwijdte..
Figuur 3 Tribal (Z.D.)
Net als de mensen zonder een lvb, hebben veel LVB’ers ook een account op verschillende sociale media kanalen, zoals Facebook, Instagram of Twitter. Vaak wordt niet overzien hoe groot de reikwijdte van een bericht is. Er wordt niet bij stil gestaan dat een berichtje bij veel mensen terecht komt en dat het lang op internet kan blijven rondzweven. Bovendien weten ze slecht in te schatten hoe ze overkomen op anderen met de geplaatste berichten. Kortom, ze weten niet goed wat ze wel en niet kunnen neerzetten op community sites (Vergeer & Nikken, 2015). Daarnaast zijn ze eerder slachtoffer of dader van cyberpesten, het via de media elkaar pesten door kwetsende teksten of foto’s te sturen naar elkaar. Ook hebben ze sneller last van manipulaties of seksueel misbruik. Zoals loverboys, ze spreken herhaaldelijk af met een of verschillende jongens, echter zien ze het niet als seksueel misbruik ,maar als jongens die hun beste vriend zijn (Stichting Kennisnet, 2014).
Media, geen verstand van!
Begeleiders hebben te weinig handvatten om de LVB’er goed te begeleiden in het mediagebruik. Wanneer de begeleiders meer kennis aangeboden krijgen over het gebruik van media, zijn ze beter in staat om de doelgroep te kunnen begeleiden. Het controleren van een LVB’er kunnen begeleiders wel, maar het ondersteunen in vaardigheden, zoals hoe veilig om te gaan met internet kunnen ze vaak niet (Dolderen, Eijgelaar, Grasdijk, & Plas, 2012). Begeleiders verschillen nogal in het wel al dan niet hebben van kennis over media. Bijvoorbeeld sociale media, de ene vaak wat jongere begeleider is zelf ook erg actief op sociale media, terwijl de andere begeleider weet hoe het eruit ziet, maar niet weet hoe het werkt. Uit onderzoek van N. van Vliet (2012) blijkt dan ook dat begeleider zelf kennis moeten hebben van het gebruik van media, hiervoor zijn cursussen, readers en documenten beschikbaar. Wanneer de begeleider zelf de kennis heeft, kan deze met de cliënt in gesprek gaan en kijken wat de mogelijkheden zijn van media, maar ook wat de gevaren zijn van het gebruik van media. Echter zal de LVB’er hier niet altijd op zitten te wachten, aangezien veel van hen in het onderzoek aangeven geen behoefte te hebben aan ondersteuning bij media gebruik. Wanneer ze vragen hebben komen ze hier zelf mee.
Voor begeleiders is het, het belangrijkste om met de LVB’er te blijven communiceren en media gebruik vooral niet te verbieden. Doe kennis op over mediagebruik, op die manier kan de LVB’er het best begeleidt worden (Vliet, 2012)
Doordat de wereld steeds digitaler wordt, vind ik dat er goede handvatten moeten komen voor begeleiders om de LVB’ers te kunnen ondersteunen in het juist gebruiken van media. Zij horen, net als de mensen zonder een licht verstandelijke beperking, in de samenleving en zullen daarom ook mee moeten in de digitalisering. Juist daarom vind ik het erg belangrijk dat de begeleiders ook daarin goed kunnen ondersteunen. De huidig ontwikkelde apps, waarvan sommige speciaal ontwikkeld voor (L)VB-er vind ik een goede ontwikkeling. Echter, op het moment dat de begeleider hier niet genoeg kennis van heeft, kunnen ze de LVB’ers niet goed ondersteunen en komen de apps en hun positieve gevolgen minder tot hun recht. Bovendien vind ik dat het gebruik van andere media als games en internet ook goed begeleid moeten worden. Dit zodat de LVB’er weet hoe het internet veilig te gebruiken is en wat voor positieve effecten het met zich mee brengt. Aangezien mediagebruik steeds belangrijker wordt, wordt er meer onderzoek naar gedaan. Dit geeft mij vertrouwen dat er steeds betere mogelijkheden komen ook voor begeleiders om betere ondersteuning te kunnen bieden aan de LVB’er.
Auteur: Yvonne Ten Voorde
Een dag uit het leven van..
Deze keer in ‘een dag uit het leven van’ volgen we leerlingen van de W.A. van Lieflandschool. De leerlingen lopen stage in de catering op de Brink in Vries en ik ben natuurlijk benieuwd hoe het er daar aan toe gaat!
Bij binnenkomst wordt direct gevraagd: ‘Kopje koffie? Of kopje thee?’. De groep bestaat uit vier leerlingen van rond de zeventien jaar. De W.A. van Lieflandschool is een school voor leerlingen met een verstandelijke beperking. Er hangt een ontspannen sfeer en er wordt gezellig gekletst.
9.30 De taken van de dag worden besproken. Elke leerling heeft een lijst met taken die ze erbij kunnen pakken wanneer ze niet weten wat ze moeten doen, zodat ze zo veel mogelijk zelfredzaam zijn. Ik ben niet als enige nieuw, er is namelijk ook een nieuwe leerling op de groep die direct wordt opgenomen door de rest!
09.45 Tijd om aan de slag te gaan met de taken. Er wordt verse jus geperst, soep gemaakt en geld wordt geteld. Dit doen de leerlingen helemaal zelfstandig met controle van de begeleiding. Ik vind het zelf mooi om te zien hoe goed te leerlingen bezig zijn. Erg geconcentreerd gaan ze te werk. Dat is ook wat ik terugkrijg van de begeleiding: ‘Het is zo mooi om te zien hoe de leerlingen vooruitgang boeken en uiteindelijk zo zelfstandig te werk gaan!’.
Foto: Manon Bezu
10.45 De taken die tot dusver zijn gedaan worden besproken onder het genot van een kopje thee of koffie. Verder wordt er besproken welke taken nog gedaan moeten worden. Wanneer dit besproken is gaan ze weer verder met de taken. ‘Kijk! Zo moet dat!’, hoor ik wanneer de salade wordt gemaakt. ‘Zullen we eens kijken wat er gebeurd wanneer we alles tegelijkertijd in de keukenmachine doen?’. Aan de hand van deze vragen mogen ze zelf op ontdekkingstocht uit gaan. Want fouten maken is niet erg. ‘Soms laten we expres de pindasaus aanbranden, zodat ze juist van deze momenten leren.’.
11.45 Het is bijna twaalf uur en de eerste klanten komen naar binnen. De verse broodjes liggen klaar voor de klanten. Er komen veel klanten van Visio. Dit zijn klanten met een visuele beperking. Ik vind het knap hoe de leerlingen hier mee om gaan. ‘Moet ik de thee even voor u meenemen?’, hoor ik een leerling zeggen. Er stopt een taxi voor de deur en andere klanten lopen naar binnen, ‘Hmm dat ziet er weer heerlijk uit!’. Zelf wil ik natuurlijk ook nog even iets proeven uit de keuken. Helaas heb ik als student nooit geld op zak, maar een lekker kopje soep zit er nog wel in. Nadat ik het op heb vragen ze vanuit de keuken: “Heeft het lekker gesmaakt?’. Ja het was heerlijk!
12.45 Nu hebben de harde werkers zelf even pauze. Ze gaan lunchen en bespreken de taken die nog gedaan moeten worden. Het is mooi om te zien hoe de leerlingen elkaar helpen wanneer er iets niet alleen lukt. De afwas wordt gedaan, de vloer gedweild en de tafels worden afgenomen.
14.30 De tijd is voorbij gevlogen. ‘He jammer, zijn we alweer bijna vrij. Ik vind het werken in de keuken altijd zo leuk!’. De laatste taken worden gedaan en daarna gaan ze met zijn allen in het busje terug naar school. De stagedag zit er weer op!
Foto: Manon Bezu
De W.A. van Lieflandschool is een (regionale) school voor (Voortgezet) Speciaal Onderwijs voor Zeer Moeilijk Lerende leerlingen. Op de afdeling Voortgezet Speciaal Onderwijs zitten 65 leerlingen in de leeftijd 12- 20 jaar, verdeeld over 5 groepen waarvan 2 basisgroepen 12-14 jarigen en 3 groepen in het stagecluster, 15-20 jarigen (W.A. van Lieflandschool, 2015). Het Voortgezet Speciaal Onderwijs is als volgt ingedeeld (W.A. van Lieflandschool, 2008):
Fase
|
Leeftijd jaar
|
Leerstofaanbod
|
Dagen buiten de klas
|
Oriënterende fase
|
12;0 – 13;11
|
Cognitieve en praktijkvakken
|
Geen
|
Beroepsgerichte fase 1
|
14;0 – 14;11
|
Cognitieve en praktijkvakken + interne stage
|
1 dag
|
Beroepsgerichte fase 2
|
15;0 – 16;11
|
Cognitieve en praktijkvakken + interne stage + lol stage
|
2 dagen
|
Transitiefase
|
17;0 – max 20
|
cognitieve en praktijkvakken + interne stage + lol stage + extreme stage.
|
3 – 4 dagen
|
|
|
|
|
Auteur: Manon Bezu
Healthy Ageing,
beter gezegd: gezond ouder worden..
Zo, de titel is al wat duidelijker… Het is al vrij bekend dat de LVB’ers het niet nauw nemen met hun gezondheid. Ze vinden het lastig de juiste keuzes te maken in de supermarkt en doen ook weinig aan bewegen. Deze leefstijl heeft effect op de gezondheid van de LVB’ers, ook voor later. Voor LVB’ers is het lastig hier zelfstandig verandering in aan te brengen dus is aandacht voor Healthy Ageing een belangrijk punt in de begeleiding van LVB’ers.
Ontwikkelingen
Bij Healthy Ageing gaat het om het optimaliseren van de kansen op lichamelijke, sociale en geestelijke gezondheid, zodat iedereen, zonder gediscrimineerd te worden, actief aan de samenleving kan deelnemen en een onafhankelijk leven kan leiden met een goede levenskwaliteit. Healthy Ageing is mede ontstaan door de tegenwoordig toenemende zorgvraag en de toenemende zorgkosten vanwege de vergrijzing. De kwetsbaarheid van de vijftig plus groep met een licht verstandelijke beperking is te meten aan de groep van de vijfenzeventig plussers in de algemene populatie. Dit terwijl de prevalentie van chronische multimorbiditeit vrijwel hetzelfde is. Veertig procent van de vijftig plus cliënten slikt vijf of meer chronische middelen, deze bepalen mede de zorgzwaarte en dus zorgkosten (GOUD, 2014). Factoren die hierin meespelen zijn onder andere een ongezonde leefstijl, gebrekkige detectie van risicofactoren voor hart- en vaatziekten, onvoldoende deelname aan bevolkingsonderzoeken en gemiste aandoeningen doordat de subjectieve klachten ontbreken. Op dit gebied is er nog weinig bekend, de publicaties die er wel zijn wijzen op een snel toenemende ongezonde leefstijl sinds het proces van deïnstitutionalisering. Tevens blijkt dat voor de betrokken personen het moeilijk tebegrijpen is dat gedrag van nu betekenis
heeft voor de ziekte later (H. M. Evenhuis, 2011).
‘Het negatieve gedrag van cliënten kan zorgen voor vermijding bij hulpverleners.’
Hulpverlening
Zorg en ondersteuning bieden aan zekere kwetsbare groepen is geenszins eenvoudig. Het bieden van zorg en ondersteuning is om verschillende redenen moeilijk. Het is lastig omdat het vaak om complexe problemen gaat welke zich op verschillende gebieden uiten, zoals zorg, onderwijs, huisvesting, financiën en justitie. Het komt vaak voor dat er meerdere hulpverleners en instanties bij de cliënt zijn betrokken welke vanuit hun eigen doelstellingen en kaders te werk gaan. Tevens blijkt dat door de geringe sociale redzaamheid de problemen chronisch zijn of regelmatig terugkeren. Personen die tot de doelgroep behoren onttrekken zich nogal eens aan zorg en ondersteuning, door de aard van hun problematiek of door het gedrag wat hieruit voortvloeit. Een voorbeeld hiervan kan een verslaving zijn. Het gedrag van de cliënten maakt dat deze onaantrekkelijk is voor de hulpverlener, hierdoor bestaat er de mogelijkheid dat bij de hulpverlener ook een vorm van vermijding ontstaat (SGZ, 2010).
Foto: Hanzehogeschool
De LVB’er
Mensen met een lvb lijken op oudere leeftijd een verhoogde kwetsbaarheid te hebben. Deze kwetsbaarheid treedt eerder op dan in de algemene bevolking. De kwetsbaarheid hangt deels samen met factoren die behandeld of voorkomen kunnen worden. Door extra aandacht voor deze cliënten kan hier een bijdrage aan geleverd worden. Dit kan in de vorm van regelmatige informatie over een gezonde leefstijl, gerichte ondersteuning voor deelname aan bevolkingsonderzoeken, actieve screening van risicofactoren voor hart- en vaatziekte, een bewuste observatie gericht op tekenen van pijn, benauwdheid, achteruitgang van het zien en horen, en andere symptomen. Voor een daadwerkelijke leefstijlverbetering hebben deze mensen steun van hun omgeving nodig welke continue en krachtig is (H. M. Evenhuis, 2011).
Chronische Multi morbiditeit
Een chronische ziekte is een onomkeerbare aandoening zonder enig uitzicht op volledig herstel en met een lange ziekteduur. Multimorbiditeit is het optreden van meer dan één chronische ziekte bij één individu (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2014). Chronische multimorbiditeit wordt onder LVB’ers relatief veel aangetroffen. Vervolgens leidt de motorische beperking tot een verhoogd risico op osteoporose, urine-incontinentie of -retentie, gastro-oesofageale reflux, en chronische obstipatie. Voor te stellen is dat onbehandelbare epilepsie en het levenslang gebruik van anti-epileptica tevens ongunstig zijn voor de mentale en fysieke gezondheid. Verder worden volwassenen met verstandelijke beperkingen regelmatig gediagnosticeerd met gedragsproblemen, depressie en angststoornissen. Over deze doelgroep zijn nog geen valide gegevens beschikbaar betreft de geestelijke gezondheid op oudere leeftijd (H. M. Evenhuis, 2011).
Auteur: Esther Van Der Sluis
Foto: Kennisplein Chronische Zorg
Brownies & DownieS;
de opkomende arbeidsmarkt voor mensen met een beperking
Heeft elke burger die in Nederland woont en die kan en wil werken niet recht op werk? Ja! Zo dus ook mensen met een beperking. Volgens het Rijksoverheid (z.j.) hebben mensen met een beperking vaak moeite om een baan te vinden. Dit kan diverse oorzaken hebben. In dit artikel wil ik u graag meenemen in een organisatie dat zich inzet voor mensen met een beperking en het oog op werk.
Dostları ilə paylaş: |