Moet het auteursrecht online beter gehandhaafd worden?


Hoe gaan websites om met het auteursrecht?



Yüklə 279,71 Kb.
səhifə5/7
tarix21.01.2019
ölçüsü279,71 Kb.
#101278
1   2   3   4   5   6   7

Hoe gaan websites om met het auteursrecht?

Het auteursrecht zou dus niet geschonden mogen worden. Er kan een hoog prijskaartje aan vasthangen wanneer het recht toch geschonden wordt. Voordat een blogger of hoofdredacteur een site opstart zouden ze van alle regels op de hoogte moeten zijn volgens Meindersma. Maar zijn hoofdredacteuren dat ook?

Hoofdredactrice Frances Berkhof van Bellesqa.nl wist deels waar ze aan begon voordat ze de haar eigen blog begon. “Ik heb geen journalistieke achtergrond, maar zorgde er wel voor dat ik precies wist hoe het zat met het overnemen van teksten. Helaas was ik niet zo goed op de hoogte bij beeldmateriaal. In het begin haalde ik dit samen met mijn redactie gewoon van het internet. Toen ik aangeklaagd werd en een boete van vijfhonderd euro moest betalen, kwam ik erachter dat ook hier regels aan verbonden zaten. Ik had een foto van een fotograaf zonder bronvermelding geplaatst. Hij had een advocaat om hulp gevraagd en daarom werd ik meteen benaderd door een advocatenbureau. Ik begrijp de fotograaf wel hoor, maar hij had ook eerst netjes kunnen mailen of bellen en een waarschuwing kunnen geven. Ik kreeg het idee dat hij dagenlang op het internet zit te speuren om te kijken of iemand zijn foto’s gebruikt, zodat hij daar meteen een advocatenbrief op af kan steuren. Dat vind ik jammer.” Tegenwoordig werkt Bellesqa alleen nog maar met betaalde foto’s van Shutterstock die ze in een beeldbank bewaren.

Bij Bellesqa is het dus één keer met foto’s gebeurd. Maar hoe zit dit met teksten? Berkhof geeft aan dat ze wist hoe het zat met het overnemen van teksten, maar in voorbeeld 2 van auteursrechtschendingen van Bellesqa uit het hoofdstuk Voorbeelden van auteursrechtsschendingen is duidelijk te zien dat het artikel compleet is overgenomen en geen bronvermelding heeft. De tekst is bijna letterlijk vertaald. Berkhof reageert hier verontschuldigend op: “Om eerlijk te zijn is het wel schending van het auteursrecht als wij soms artikelen van buitenlandse sites vertalen.” Maar Berkhof geeft aan dat ze denkt dat buitenlandse websites Bellesqa toch niet vinden. “Het zou wel heel toevallig zijn als buitenlandse websites op Bellesqa terecht komen. Daarom doen we het toch. Via Google kunnen ze ons niet vinden, omdat we het helemaal vertaald hebben.”

Bij voorbeeld 1 van auteursrechtschendingen van Bellesqa uit het hoofdstuk Voorbeelden van auteursrechtsschendingen is de hele tekst, inclusief foto’s overgenomen van de buitenlandse website. De tekst is bijna letterlijk vertaald. Er staat alleen een bronvermelding voor de foto’s bij, maar zoals al eerder vermeld, heeft die bronvermelding geen waarde als ze geen toestemming hebben. “Oh is dat zo?” vraagt Berkhof. “Nee, toestemming vragen wij nooit, om dezelfde reden: ze kunnen ons toch niet vinden.”

Het voorbeeld van Bellesqa en Ze.nl uit het hoofdstuk Voorbeelden van auteursrechtschendingen is na het interview met Berkhof verwijderd. Het artikel was wederom overgenomen van een buitenlandse website, maar letterlijk vertaald. “Dat is niet goed gegaan. Normaal gesproken veranderen we er wel veel aan en voegen we er eigen content aan toe. Als we dat doen, vinden we dat we zoveel veranderd hebben, dat een bronvermelding niet meer nodig is. Bij dit voorbeeld hebben we inderdaad geen eigen content toegevoegd.”

Berkhof vertelt dat ze ook weleens aangesproken is door een redactrice van Grazia. “Wij hadden een artikel geplaatst over hoe je de winkelketen Primark uitspreekt.61 We werden door de redactie opgebeld of we er een bron bij wilden vermelden. In principe hadden we het hele artikel anders geformuleerd, maar het idee kwam van Grazia.62 Dit is uiteindelijk netjes afgehandeld.”

Bij Bellesqa zijn ze dus één keer aangesproken op hun tekst en één keer hebben ze een boete ontvangen vanwege een foto, maar Berkhof denkt dat er heel veel sites zijn die regelmatig het auteursrecht schenden. “Het blijft natuurlijk de vraag of ze weten waar ze mee bezig zijn. Als je een professionele website hebt, weet je heel goed wanneer je verkeerd bezig bent. Op het moment dat jij een artikel kopieert en op je eigen website zet, weet je heus wel dat dit niet mag.” Berkhof geeft toe dat ze soms verkeerd bezig is geweest en dat ze dit ook goed weet. “Soms hoop je dat niemand het opvalt en Nederlandse websites kopiëren doen wij na het incident met Grazia helemaal niet meer.”

“Maar er zijn tegenwoordig heel veel websites/blogs die nog maar net ontstaan en waarvan de makers nog jong zijn”, vervolgt Berkhof haar uitleg over het feit of iedereen weet waar ze mee bezig zijn. “Zij hebben waarschijnlijk geen idee wat er allemaal bij komt kijken, maar kunnen wel in de problemen komen, omdat ze het auteursrecht schenden.” Berkhof vult aan dat zij er altijd op let wat haar eigen redacteuren doen. “Ik ben zelf ook eindredacteur en op die manier weet ik wat er online komt en sta ik daar altijd achter.”

Hoofdredactrice Karin Broeren van Ze.nl is zo iemand die niet wist hoe het auteursrecht werkte voordat ze bij Ze.nl ging werken. In 2007, toen de site werd opgericht, is ze niet als hoofdredactrice begonnen. “Ik ben een aantal jaar geleden gewoon in loondienst begonnen en wist voordat ik er ging werken niets van het auteursrecht af. Dit heb ik allemaal in de praktijk geleerd. Soms denk je dat je goed bezig bent door er fotocredits bij te zetten, maar dan krijg je alsnog een factuur opgestuurd. Het blijft lastig om te beslissen wat wel en niet mag. Ik heb veel van mijn collega’s geleerd, maar vooral ook van mijn eigen fouten. Je maakt een fout maar één keer, want dan weet je dat het problemen kan opleveren.”

Het is bij Ze.nl dan ook een paar keer misgegaan met afbeeldingen. “Er wordt vaak een rekening gestuurd, maar als het om grote bedragen gaat worden hier zelfs rechtszaken over aangespannen. Overigens schenden wij het auteursrecht nooit met opzet, maar puur uit onwetendheid. Zelfs als je er een bron bij vermeldt, wil dit niet zeggen dat het oké is om die foto op je eigen site te zetten. Dat is het grote probleem. Auteursrecht op internet is een grijs gebied, niemand weet de exacte regels en steeds meer mensen, vooral fotostockbureaus komen erachter dat ze hier een slaatje uit kunnen slaan. We proberen de benadeelde partij altijd zo goed mogelijk tegemoet te komen. Er is namelijk nooit sprake van kwade wil van onze kant.”

De facturen die Ze.nl krijgt gaan dus altijd over foto’s die ze hebben geplaatst. “De schadevergoedingen hiervan verschillen heel erg, omdat de maker zelf een prijs kan noemen. Het is dan aan mijn baas om te bepalen of hij dat bedrag betaalt of dat hij eerst gaat onderhandelen. We betalen altijd netjes hoor, maar soms vragen ze zulke belachelijke prijzen dat mijn baas ingrijpt. Hij geeft dan toe dat we fout zaten, maar dat hij dit bedrag er niet voor geeft.” Bij een foto verschilt de schadevergoeding van Ze.nl meestal tussen de honderd en vijfhonderd euro. “Eén keer zijn we gepakt door een groot fotobedrijf. Dat was toen Ze.nl nog maar net bestond. Toen haalden we de foto’s gewoon van het internet. Helaas bleken de foto’s van celebrities die wij hadden gebruikt van dat bedrijf te zijn. Wij waren daar niet bij aangesloten en dus spanden ze meteen een rechtszaak tegen ons aan. Ik begrijp ze goed hoor, maar dit zijn van die bedrijven die hiermee hun geld verdienen en op zoek gaan naar websites die hun foto’s gebruiken zonder daar voor te betalen en dat vind ik niet netjes. Die rechtszaak heeft ons zeker 20.000 euro gekost.”

Tegenwoordig letten ze bij Ze.nl beter op en weten ze hoe ze te werk moeten gaan. “Vroeger haalden we dus alles van Google, maar inmiddels maken we gebruik van beeldbanken waarbij alle foto’s netjes worden gekocht.” Toch zoekt ook Broeren soms nog steeds op het internet wanneer ze geen goede foto kan vinden. “We weten dat we bij een foto van het internet toestemming moeten vragen, maar daar hebben wij echt niet altijd tijd voor. Als we dan toch het internet op gaan voor een foto halen we die na een paar dagen weer offline, zodat hij niet teruggevonden kan worden.”

Iets wat Ze.nl ook doet is foto’s van social media halen. Dit mag volgens Broeren wel. “Je mag een foto van social media halen, maar niet gewoon van het internet. Als iemand een foto heeft getweet, mag je hem wel embedden en kun je alsnog dezelfde foto gebruiken. Het is belachelijk dat het zo moet, maar het is zonde als je een artikel niet kunt plaatsen, omdat je geen goede foto erbij hebt.”

Meindersma legt op haar website uit waarom embedden wel mag: “Embedden mag, onder de volgende voorwaarden: de content moet al openbaar zijn, embedden mag geen nieuw publiek bereiken en voor het openbaar maken mag geen nieuwe techniek gebruikt worden.”63

Advocaat van Groenendaal voegt hier wel aan toe dat het juridisch gezien nergens op slaat om te zeggen dat je foto’s van Twitter zomaar mag gebruiken. “Ook de foto’s op Twitter zijn beschermd met het auteursrecht en mogen dus lang niet allemaal gebruikt worden. Je kunt hierbij altijd nog problemen krijgen met het portretrecht. Online journalisten moeten hier mee uitkijken.”

Een voorbeeld hiervan gaf collega advocaat Fulco Blokhuis van Boekx advocaten in een artikel van hem:64

De fotograaf Daniel Morel uit Haïti won met succes een rechtszaak tegen fotopersbureaus Getty en AFP. In de rechtszaak ging het primair over de vraag of Morel afstand had gedaan van zijn auteursrechten, doordat hij foto’s op Twitter had geplaatst. Door het accepteren van de voorwaarden van Twitter en Twitpic heeft Morel die partijen immers een verstrekkende licentie gegeven. De rechter oordeelde echter dat hij zijn rechten nog steeds kon handhaven. Wat was er gebeurd? Morel schoot in 2010 een aantal van de eerste beelden van de aardbeving op Haïti. De foto’s tonen de verwoestende kracht van de aardbeving. Hij publiceerde een deel daarvan op Twitter via de applicatie TwitPic. Daarmee wilde hij het nieuws brengen, bekendheid vergaren en een vergoeding krijgen. De ongekende zeggingskracht en nieuwswaarde van zijn foto’s werd snel opgemerkt. Een inwoner uit buurland de Dominicaanse Republiek, Lisandro Suero, bespaarde zichzelf een reis naar het rampgebied en herpubliceerde de foto’s met de mededeling dat hij beschikte over exclusieve foto’s. Ook via Twitter, maar onder zijn eigen naam en zonder vermelding van de naam van Morel. Suero’s publicatie werd vervolgens opgepikt door Agence France Presse (AFP). AFP heeft die de foto’s vervolgens verspreid onder haar klanten, waaronder Getty Images. De foto werd onder andere in The Washington Post gepubliceerd. Steeds werd Suero’s naam vermeld.  Morel hield AFP en Getty aansprakelijk en verzocht hen om een (aanzienlijke) schadevergoeding te voldoen. De bureaus gingen echter in de tegenaanval en begonnen een procedure in New York. Zij stelden dat Morel door aanvaarding van de voorwaarden van Twitter, zich niet kon verzetten tegen het gebruik van de foto’s door derden. Volgens AFP zou het blootstellen van de foto’s aan de ‘gevaren’ van social media voor eigen rekening en risico van Morel moeten zijn. Zo stelden zij onder andere dat Morel zijn foto’s aan diefstal zou hebben blootgesteld door die foto’s met een hoge resolutie te uploaden. Ook beschuldigde AFP Morel ervan dat hij door zijn publicatie de foto’s buiten zijn agentschap om probeerde te licenseren. De strategie van AFP faalde. De rechter besliste dat de licentie van Twitter slechts van toepassing is op de verhouding tussen de gebruiker (Morel) en Twitter. Ze golden niet óók tussen de gebruiker Morel en derden (AFP). Het argument van AFP dat het gebruik van foto’s op Twitter vrij zou zijn faalde dus. AFP had auteursrechtinbreuk gepleegd door zonder toestemming van Morel de foto’s te verkopen. Hij kreeg door de jury 1,2 miljoen dollar schadevergoeding voor 13 foto’s toegewezen.

De fouten die Ze.nl gemaakt hebben, gaan dus alleen over de foto’s. Met teksten hebben ze nog nooit een probleem gehad. “Wij kopiëren geen teksten. Ik zeg ook altijd tegen mijn mensen dat ik geen gekopieerde artikelen online wil zien staan. Als je een schrijver wilt worden, wil je een schrijver worden en geen knip- en plakker.”

Ze.nl gebruikt andere sites alleen ter inspiraties of om nieuwtjes vanaf te halen. “We plaatsen iedere dag een nieuwtje die we vinden op buitenlandse sites. We nemen dan alleen de nieuwsfeiten over en de rest schrijven we zelf.” Ook de rest van de artikelen schrijven ze bij Ze.nl helemaal zelf. “We zijn creatief genoeg om onze eigen teksten te schrijven, daar hebben we andere websites niet voor nodig. Inspiratie halen we van de straat, onze omgeving en eigen vrienden. Er komt hier zo vaak iemand naar binnen die schreeuwt: ‘Ik heb een idee voor een artikel doordat ik gister met een vriendin was.’ Op die manier weet ik dat mijn mensen de onderwerpen op de juiste manier zoeken.”

Broeren geeft toe dat ook bij haar weleens de inspiratie op is. “Dan gaan we op andere websites zoeken waar zij over schrijven, maar dat doen wij op twee manieren. We zien bijvoorbeeld een artikel staan over vijf tips waarmee jij je relatie kan verbeteren. We klikken dan niet op het artikel, maar gaan er zelf mee aan de slag. Zo heb je een idee opgedaan bij een andere website, maar dit niet letterlijk overgenomen. We weten niet waar zij over geschreven hebben, zodat we ook niet in de verleiding komen om er toch een puntje van over te nemen. De andere manier is door het artikel wel te lezen, maar het onderwerp te veranderen. Bijvoorbeeld door het te veranderen naar vijf redenen waardoor je relatie kapot kan gaan.”

Een voorbeeld hiervan is te vinden in het hoofdstuk Voorbeelden van auteursrechtschendingen bij voorbeeld Bellesqa en Ze. Ook zij hebben een artikel geplaatst over 22 dingen waar je later spijt van hebt, maar het buitenlandse artikel is enkel gebruikt als inspiratie. De punten die genoemd worden zijn allemaal verschillend van de originele bron en daarom schenden ze hiermee het auteursrecht niet.

Broeren geeft aan dat ze het niet raar vindt dat er veel websites over dezelfde onderwerpen schrijven. “Er zijn tegenwoordig zoveel vrouwenwebsites dat dit gewoon vaak voorkomt. Maar het is daarom juist een uitdaging voor ons om er toch voor te zorgen dat onze artikelen uniek zijn.”

Ze.nl neemt dus geen artikelen van andere websites over, maar dit betekent niet dat zij nooit overgenomen worden. “Er was een keer een meisje dat een eigen blog had gemaakt. Het was nog heel kleinschalig, maar ze nam letterlijk alle artikelen en foto’s van ons over. Toen we haar een mailtje stuurde met de uitleg waarom dit niet mocht, heeft ze het allemaal netjes verwijderd.”

Bij Manners.nl wist iedereen heel goed hoe het auteursrecht in elkaar zat, vertelt hoofd- en eindredacteur Mitchell Van der Koelen. “De meeste mensen binnen Manners hebben een journalistieke achtergrond. Daarbij heeft onze financieel directeur een juridische achtergrond. Bovendien is het mijn taak als hoofd- en eindredacteur om ervoor te zorgen dat artikelen niet online gaan zonder correcte bronvermelding.” Ook al weten ze vanaf het begin hoe het auteursrecht in elkaar zit, toch worden ze soms aangesproken door andere auteurs over hun artikelen. “Soms is de bron niet te achterhalen of heeft onze bron een fout gemaakt. In principe gaan wij proactief op zoek naar de bron, maar indien deze niet bekend is en zich uiteindelijk toch bij ons meldt, gaan wij uiteraard correct het gesprek aan en zorgen we voor een snelle oplossingen.” Dit kan volgens Van der Koelen variëren van het alsnog toevoegen van de bronvermelding tot het offline halen van het betreffende artikel. Hij voegt hieraan toe dat het dan meestal gaat om oudere artikelen, omdat ze er sinds een jaar erg op gericht zijn om alleen artikelen te plaatsen met een goede bronvermelding en die geen pure content bevatten.

De voorbeelden van Manners die worden gegeven in het hoofdstuk Voorbeelden van auteursrechtschendingen laten zien dat er begin dit jaar nog sprake was van auteursrechtschendingen. Bij voorbeeld 1 en 2 zijn geen bronnen genoemd, terwijl de tekst duidelijk is vertaald. De oorspronkelijke artikelen komen van buitenlandse media af.

Wanneer Van der Koelen hierop reageert, probeert hij eerst de aandacht ergens anders op te leggen door uit te leggen dat zij soms benaderd worden door andere sites of bedrijven om over een bepaald onderwerp te schrijven. Ook krijgen ze buitenlandse persberichten die zij vertalen naar het Nederlands. “In beide gevallen hoeven wij daar geen bron bij te vermelden”, legt hij uit. Maar vervolgens geeft hij toe dat dit bij beide voorbeelden niet het geval was. “Het is logisch dat alle informatie van een bron afkomstig is. De meeste kennis heb je nu eenmaal niet zelf. Dat is bij alle websites zo. Maar als wij er zelf mee aan de slag gaan en een mix van eigen content en pure content van maken dan zetten wij daar niet altijd een bron bij. We bekijken per artikel hoeveel pure content we gebruikt hebben en of daar een bronvermelding bij moet. Vaak worden we alleen geïnspireerd door een artikel. Zoals het artikel over de gedachtes van een man als een vrouw niet reageert op zijn berichten. Het klopt dat dit artikel van een buitenlandse site afkomstig is, maar we hebben het artikel wel herschreven in onze eigen stijl. We vonden het leuk hoe zij het hadden aangepakt, maar ze benoemden veel dubbel en daarom hebben wij er een eigen draai aangegeven. De laatste twee alinea’s zijn bijvoorbeeld helemaal van onze eigen hand en de rest is een mix. Deze mix maken we door de tekst van de bron aan te vullen met eigen zinnen. Om die reden vinden wij dat we geen bronvermelding hoeven te gebruiken”, legt Van der Koelen uit.

Van der Koelen vindt dat je niet zomaar artikelen van buitenlandse media kunt overnemen. In tegenstelling tot Berkhof denkt hij wel degelijk dat ze je artikel online kunnen vinden. “Dat is een grote vergissing. Om die reden plaatsen wij bij artikelen die we voor een groot deel overnemen en waarbij we dus pure content gebruiken, altijd een bronvermelding. Het artikel over de zakenmannen die we hebben geplaatst, is daar een voorbeeld van.” Dit is voorbeeld 3 uit het hoofdstuk Voorbeelden van auteursrechtschendingen van Manners.

“Toestemming vragen aan de originele auteur doen wij nooit”, reageert Van der Koelen. “Wij vinden dat een bronvermelding genoeg is. We hebben er op die manier nog nooit problemen mee gehad en ik verwacht ook niet dat we die nog krijgen.”

Er is nog een andere reden die Van der Koelen later geeft voor het missen van een bronvermelding bij zijn artikel. Niet alleen vindt hij dat ze genoeg eigen content toevoegen aan de artikelen, maar ook wil hij de bronnen geheim houden voor andere Nederlandse websites. “Wij zijn momenteel een van de grotere mannenwebsites en daarom wordt er veel van ons overgenomen. Op het moment dat wij buitenlandse bronnen gebruiken en deze onder ons artikel plaatsen, geven wij onze bronnen cadeau aan concurrerende websites. Zij zullen op onze bron klikken en deze voortaan ook gaan gebruiken. Op dat moment zijn wij niet meer de enige met deze bron en zal iedereen hier zijn inspiratie vanaf halen.”

De foto’s op Manners, worden bijna allemaal met bronvermelding geplaatst. “Het is weleens voorgekomen dat we een foto plaatste zonder bron, omdat we de bron niet konden achterhalen. Maar meestal halen we ze van websites af waar de foto's rechtenvrij zijn. Pas op het moment dat we geen geschikte foto kunnen vinden, zoeken we verder. Wanneer we een mail krijgen van iemand die vindt dat zijn of haar rechten zijn geschonden, lossen we dit altijd netjes op.”

Van der Koelen controleert ook of er artikelen van Manners worden overgenomen. “Ik zoek één keer per week via een eigen ontwikkelde tool of er artikelen van ons zijn overgenomen. Deze zoekt uit of er een soortgelijke tekst van onze website ergens anders online staat en slaat alarm wanneer het artikel voor zestig procent is overgenomen. Dan ga ik kijken welk artikel dit is. Soms is het loos alarm en hebben zij er een bron van ons bij staan of hebben ze al om toestemming gevraagd. Wanneer dit niet het geval is sturen wij altijd netjes een mail. Vaak zijn het kleine websites die net beginnen en nog niet helemaal weten hoe het werkt. Vaak halen ze het artikel dan ook offline, omdat ze niet willen laten zien dat ze het artikel niet zelf hebben geschreven. Ik vind dat we in Nederland in een kleine vijver moeten vissen waar concurrerende websites als paddenstoelen uit de grond schieten. Daarom is het ook belangrijk om in de gaten te houden of je artikelen worden overgenomen. Iedereen mag ons erop wijzen als we iets verkeerds hebben gedaan en daarom vind ik dat wij ook andere in de gaten mogen houden. Als mensen vinden dat we hun auteursrecht hebben geschonden kunnen ze ons benaderen via het Notice and Takedown formulier”, legt Van der Koelen uit.

Notice and Takedown is een gedragscode die webhosters vrijwillig op hun site kunnen plaatsen. Hiermee kunnen auteurs die vinden dat hun auteursrecht geschonden wordt een klacht indienen. Er wordt geacht dat ze een formulier invullen, waar de website of uitgever vervolgens mee aan de slag gaat.65

Manners heeft nog nooit een schadeclaim gekregen of te maken gehad met een rechtszaak. “We zijn nog nooit aangeklaagd en hebben nog nooit iemand aangeklaagd. Ik vind dat we respectvol met elkaar om moeten gaan. Vaak lossen we het gewoon onderling op door met elkaar in gesprek te gaan. Zulke foutjes die je maakt, zijn leermomenten waar iedere website in het begin mee te maken heeft gehad.”

Manify krijgt tachtig procent van de onderwerpen door persberichten die ze doorgestuurd krijgen. Verder zoeken ze veel inspiratie bij andere blogs en websites. “Wij zullen nooit een artikel helemaal overnemen. Dit voegt niets toe en heeft geen enkele zin. Ook zal je op die manier nooit gevonden worden op Google. Dus ook voor onszelf is het niet slim”, legt Roel van der Krabben, hoofdredacteur van Manify uit.

Ze gebruiken wel vaker buitenlandse websites als inspiratie legt Krabben uit. “Maar daar maken we altijd een heel eigen artikel van. Bijvoorbeeld het artikel over de dranktrends van 2015. Dit idee kwamen wij tegen op een Amerikaanse website, maar de trends die ze daar hebben, gelden in Nederland natuurlijk niet. We vinden het een leuk idee, maar gaan vervolgens zelf aan de slag om er een eigen artikel van te maken.”

Dit voorbeeld is te vinden in het hoofdstuk Voorbeelden van auteursrechtschendingen van Manify. Dit artikel is gericht op Nederlandse trends en helemaal zelf geschreven. Bovendien heeft Manify een unieke schrijfstijl die je op andere sites niet vaak tegenkomt. “Daarom kunnen wij niet eens een artikel letterlijk overnemen, want dat past niet bij ons”, vertelt Van der Krabben.

“Bij artikelen zoals de dranktrends van 2015 zetten we geen bronvermelding, omdat het hele artikel dan veranderd is.” De foto’s die Manify gebruikt komen van rechtenvrije websites, hebben ze gekocht bij shutterstock of hebben ze zelf gemaakt. “Verder zit er beeldmateriaal bij de persberichten die we ontvangen en die mogen we natuurlijk altijd gebruiken”, legt Van der Krabben uit.

Manify is nog nooit in aanmerking gekomen met iemand die vond dat ze het auteursrecht schonden. “Wij hebben hier nog nooit problemen meegehad. Een hele enkele keer zijn er artikelen van ons overgenomen, maar wanneer wij een mailtje sturen met de vraag of ze een bron willen vermelden, deden ze dit tot nu toe altijd.”

Bellesqa en Ze.nl hebben als enige van de ondervraagden geen copyrightteken op hun websites staan. En dit heeft Berkhof met een reden gedaan. “Ik zie hier het nut niet van in. Wanneer mensen iets letterlijk willen overnemen van je website, houd je dit toch niet tegen met het copyrightteken. Wij hebben geen tijd om alles te controleren op het internet, vandaar onze beslissing.”

Broeren legt uit waarom Ze.nl dit niet heeft: “als wij op het internet ergens een tekst van ons tegenkomen zonder bron, mailen we altijd even of ze de bron erbij willen vermelden of dat ze het artikel weghalen. We leggen geen boetes op, daar zijn wij veel te lief voor. Dus dan heeft de dreiging van een copyrightteken ook geen zin.”



Kan het auteursrecht online beter gehandhaafd worden?

Iedere website heeft zijn eigen werkwijze om het auteursrecht te handhaven, maar toch zien de meeste hoofdredacteuren verbeterpunten op het gebied van het auteursrecht online.

Volgens Berkhof zou er een website moeten bestaan waar de auteur zijn eigen tekst in kan uploaden, die vervolgens het hele internet doorzoekt op identieke content. Dergelijke websites bestaan wel, legt Engelfriet uit. “Het grote probleem ligt denk ik bij de hoofdredacteuren. Zij weten niet waar ze moeten zoeken of willen daar geen geld voor betalen. Ephorus66 is een dergelijke website waar je heel gemakkelijk kunt vinden of je artikelen gekopieerd worden.”

Ook Van der Koelen is het er mee eens dat er iets moet gebeuren. “Wij gebruiken natuurlijk onze eigen tool die ons precies vertelt wanneer er een artikel van ons ergens anders op het internet verschijnt, maar ik denk dat het lastig is om dit van ‘bovenaf’ beter te handhaven. Ik denk dat het begint met de auteurs en redacteuren die met respect naar elkaar toe, van elkaars werk af moeten blijven. En als je wel een deel gebruikt, ook al ligt de content bij concullega’s, moet je altijd een bron vermelden. Het is onze taak als schrijvers daar netjes en correct mee om te gaan.”

Broeren denkt dat er aan de handhaving weinig verbeterd kan worden. “Het is tegenwoordig dweilen met de kraan open. Er zijn zoveel vrouwenwebsites dat het moeilijk te controleren is of deze zich allemaal netjes aan het auteursrecht houden.” Broeren denkt dat het niet aan de handhaving van het auteursrecht ligt, maar aan de regels zelf. Deze zijn volgens de hoofdredactrice niet duidelijk genoeg. “Zijn foto’s van social media vrij te gebruiken? En van andere websites als Pinterest? Veel mensen weten het niet. Momenteel hoopt iedereen maar dat ze het goed doen. Mensen beginnen een site en denken dat dit zonder opstartkosten kan. Dat kan inderdaad ook, als ze de foto’s alleen van rechtenvrije sites afhalen. Totdat er een moment komt, dat ze geen geschikte foto kunnen vinden en dan gaan ze het internet op. Op dat moment zijn ze slecht bezig, kunnen ze een boete krijgen en is het niet meer kostenvrij.” Volgens Broeren moet gekeken worden of deze regels niet voor iedereen duidelijker gemaakt kunnen worden.

Daarnaast vindt ze de regels die er momenteel zijn veel te streng en denkt ze dat daar ook een keer nagekeken moet worden. “Het internet is zoveel verder dan de offline wereld. Ik vind het raar dat de regels voor het auteursrecht online en offline nog steeds hetzelfde zijn.”

Van der Krabben vindt dat het auteursrecht en internet helemaal niet goed samen gaan. “Het internet is open en dat moet vooral zo blijven. Het is belangrijk dat je elkaar credits blijft geven. Deze credits leveren meer bezoekers en autoriteit op en dat is je verdienmodel. Althans dat zou het moeten zijn, want op dit moment zijn er nog teveel websites die deze credits niet willen geven.”

Het is volgens Van der Krabben moeilijk om het auteursrecht online beter te handhaven. “Er wordt overal inspiratie opgedaan en hier wordt soms wel of niet een bron bijgezet. Maar al zet je er een bron bij, hoe weet je of dit ook de originele bron is? Dit werkt alleen als iedereen zou werken met een juiste bronvermelding. En die juiste bronvermelding krijg je alleen door toestemming te vragen én dat is nou net wat niemand doet.”

Niet alleen de hoofdredacteuren hebben hier een eigen mening over, ook verschillende professionals op het gebied van het auteursrecht en de advocate van de NVJ hebben hier een eigen mening over.

Herens is het met Van der Krabben eens dat het auteursrecht en het internet niet goed samen gaan. “Het internet is en moet vrij zijn, als je dit gaat bewaken is het niet meer vrij. Dit kun je dus niet zomaar doen. Het is soms inderdaad dweilen met de kraan open, maar uit de rechtszaken die wij hebben, blijkt wel dat de rechtszaken die aangespannen worden, meestal gewonnen worden. Het is dus voor de journalist veel werk om zijn gelijk te krijgen, maar ze krijgen dit uiteindelijk wel.”

Herens vertelt dat het lastig is om aan te geven of er een herziening van het auteursrecht online moet komen. “Sommige mensen vinden dat er opnieuw naar het auteursrecht gekeken moet worden. Er geldt nu een verbodsrecht, wat betekent dat mensen geen artikelen en foto’s mogen overnemen tenzij ze hier toestemming voor hebben. De mensen die vinden dat er een herziening van het auteursrecht online moet komen, zijn ervoor om een vergoedingsrecht aan te schaffen. Dit houdt in dat het verbodsrecht afgeschaft wordt en dat je alles mag overnemen tegen een vergoeding. Hier hoef je dus niet eerst toestemming voor te vragen.” Herens geeft aan dat ze bij een lezing hierover aanwezig was en dat de schrijvers en fotografen meteen in opstand kwamen. “Zij vinden dat ze soms veel werk hebben verricht om een eigen artikel te schrijven en willen niet dat dit afgekocht kan worden. Persoonlijk vind ik dat er van beide iets te zeggen is. Of er dus een herziening van het auteursrecht moet komen, weet ik niet.”

Van Duijn denkt net zoals Broeren dat de voorlichting beter zou moeten zijn. “Iedereen moet weten wat het auteursrecht is. Ik denk dat er aan het bewustzijn gewerkt kan worden. Nog maar weinig mensen weten wat copyright is, laat staan dat ze weten dat online hetzelfde geldt”, legt Van Duijn uit. Verder vindt ze dat wanneer je een eigen website beheert, je duidelijk moet maken dat alle teksten en al het beeldmateriaal op de website van jou zijn en dat deze teksten en dit beeldmateriaal dus auteursrechtelijk beschermd is. Ook zou er volgens haar meer gratis ‘media libraries’ op het internet moeten komen. “Op deze manier zijn mensen minder snel geneigd afbeeldingen van anderen over te nemen.”

Ook van Duijn denkt dat er misschien een software zou moeten komen die kan scannen of jouw afbeelding en tekst ergens anders gebruikt wordt. “Het wordt al met schoolwerken gedaan om te kijken of er plagiaat gepleegd wordt en je kunt het als hoofdredacteur ook zelf toepassen, maar zoiets moet ook landelijke geregeld kunnen worden lijkt mij om het schenden van het auteursrecht tegen te gaan.”

Meindersma voelt ook wel iets voor een software, maar dan net iets anders. “Een software gemaakt door bedrijven, waarbij duidelijk wordt dat jij de echte auteur bent en waarbij andere schrijvers een licentie kunnen kopen om jouw artikel over te nemen. Natuurlijk moet dit dan wel landelijk geregeld zijn, anders heb je aan de licentie niet veel meer dan een copyrightteken.” Ook denkt Meindersma dat er betere afspraken gemaakt moeten worden. “Wanneer heb je goed bewijs dat iets van jou is en hoe pakken we dat aan? Vroeger was het heel gemakkelijk. Toen stond je artikel nog op een hardcopy of had je de negatieven van beeldmateriaal. Daarmee kon je zonder twijfel bewijzen dat het van jou was. Tegenwoordig is dat er niet meer en is het dus veel moeilijker te bewijzen. Als er een betere handhaving komt, zullen mensen zich er meer bewust van worden dat het niet mag en zullen ze het dus ook niet meer zo snel doen. Je kunt het vergelijken met een boete voor het door rood rijden. Deze prijs staat vast en is best hoog. Hierdoor weet iedereen dat het niet mag en zullen ze het ook niet snel doen.”

Engelfriet denkt een betere handhaving geen zin heeft en dat het tijd is voor een grondige herziening van het auteursrecht. “Allereerst omdat de maatschappelijke opvattingen over het auteursrecht tegenwoordig heel anders zijn dan in de wet staat beschreven. Mensen zien er werkelijk geen kwaad in om een foto op een forum te plakken middenin een discussie. Toch mag je dit ook niet zomaar van het internet halen volgens de auteurswet, tenzij dit weer binnen de grenzen van het citaatrecht valt. Dat vind ik persoonlijk gek, het kan niet zo zijn dat de wet anders is dan de maatschappij.”

Vaste straffen zoals Meindersma aangaf, hebben volgens Engelfriet geen zin. “De vaste prijs voor door het rood rijden is prima, maar er zijn genoeg fietsers die naar rechts moeten en die daarvoor als het uitkomt gewoon door rood fietsen. Een rood licht is gewoon irrelevant als je rechtsaf wilt, er kan voor een fietser geen verkeer zijn dat dan in gevaar komt. Bovendien, geen agent te zien toch?”

Volgens Engelfriet lijkt deze situatie sterk op die van de auteursrechten. “De maatschappij is volledig gewend geraakt aan het kopiëren en plakken. Heb je een plaatje nodig voor je presentatie? Even naar Google Afbeeldingen, rechtermuisknop en klaar. Tekst nodig voor een verslag? Internet biedt uitkomst. Tot en met hoogleraren, iedereen doet het. Het mag niet, maar kom op zeg, dit is allemaal zo makkelijk en normaal.”

Of deze houding te veranderen is? “Misschien, maar wanneer er eens een fietser wordt aangehouden, dan wordt hij boos over de onzinnige boete. En de rest fietst vrolijk illegaal verder”, legt Engelfriet uit. Volgens hem gebeurt nu precies hetzelfde bij de auteursrechtinbreuken. “De enkeling die wordt aangeklaagd, voelt zich ‘gepakt’ en ten onrechte eruit gelicht en de rest gaat er vrolijk mee door.”

Voor het door rood fietsen als een fietser rechtsaf wilde is een wettelijke oplossing gevonden. “Dit is namelijk toegestaan mits het met een bord aangegeven staat. De feitelijke situatie werd dus gelegaliseerd. De schade voor de maatschappij door dit handelen, was beperkt en daarom was hard handhaven hier zinloos. Zoiets moet denk ik ook te bedenken zijn voor het auteursrecht online. Vanzelf gaat er niets gebeuren en hard handhaven heeft geen zin. Het gaat hier om het draagvlak; de maatschappelijke houding moet veranderen”, eindigt Engelfriet zijn verhaal.

Iedereen heeft een eigen mening over het auteursrecht en of de handhaving wel of niet verbeterd kan worden. Of zoals Engelfriet bepleit, misschien helemaal herzien zou moet worden. Maar zou de online wereld ook zonder de auteursrechten kunnen?

Jurist Bart Gubbels legt in zijn artikel67 uit dat er vaak gezegd wordt dat schadeclaims onzinnig en excessief zijn, maar dat een auteursrechtloze samenleving geen goed idee is. “Juist omdat schrijvers exclusiviteit hebben, willen ze nog moeite steken in het schrijven van goede artikelen. Auteurs besteden vaak vele uren in het onderzoek voor een artikel. Dat varieert van internetresearch tot research buitenshuis. Daarna moet het artikel nog op een goede en aantrekkelijke manier geschreven en gecorrigeerd worden.” Meindersma vult aan dat er bij een copyrightloze samenleving veel kwaliteit verloren zal gaan. “Iedereen kan dan alles kopiëren zonder dat het een probleem is. Mensen zijn minder gemotiveerd om een goed stuk te schrijven, omdat binnen no-time iedereen hetzelfde stuk heeft.” Volgens Meindersma zal het in een copyrightloze samenleving niet meer gaan om de beste, maar om de snelste. “Ook zullen er minder journalisten nodig zijn, omdat iedereen alles kan kopiëren en plakken, daar hoef je geen schrijftalent voor te hebben


Yüklə 279,71 Kb.

Dostları ilə paylaş:
1   2   3   4   5   6   7




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©muhaz.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

gir | qeydiyyatdan keç
    Ana səhifə


yükləyin