EIJMBERT VOETSHOF
Drije stucken teulants ondert Lutteleijnde int Hermalen genaemt Eymbert Voetshoff 1725 (RA 151 fol.337v).
EIKEN
Onder den gehugte van het Elschodt ontrent den casteele van Heeswijk ter plaetsche genaamt de Eijcke 1791 (RA 356 z.f.).
Terrein waar veel eiken staan.
EIKENBOSSELKEN
Een straet tot dat Eyckenbusschelken 1400 (SS).
Oriëntatiepunt aan het einde van een straat gelegen.
EIKENDONKSBUSSELEN
Onder den Borne in de Schel e.z. het Ykendoncxbusselen 1717 (RA 150 fol.24v).
Een houtbosje in bezit van het Dungense klooster Eikendonk.
EIKENWILG
Eikenwilg 1873 (NA) D 575 (b;-.38.-).
EIKKAMP
In den Eyckamp onder Elschot 1673 (NA 4724 - 51); een houtbosch beplant met groeijendt schaarhoudt en opgaande boomen houtwassen voorpootinge en verdere geregtigheeden van dien groot vijff lopensen 35 roeden onder Elschodt teijnen in de Houtert genaamt Eijkscamp 1794 (RA 178 fol.122); Ekskamp onder Elschot 1816 (GA 141 839/4826 - 28).
Een kamp waar eiken groeien of die wordt omsloten door eiken of een eikenwal.
EIND
Mastbosch opgaande boomen en weg ter plaatse het Eind 1903 (HB 1384 fol.102a) B 2542-2546. Bij herleiding blijkt het volgende: B 2542-2543 = B 129 en B 2544-2546 = B 130.
Hoog EINDE [vgl. Hoogeind]
In die Wytacker in dWijbosch op die Hogheijnde 1442 (BP 1213)
Einde betekent 'het uiteinde van' (J. Molemans, 369); benoeming naar de hoge ligging, aan het uiteinde van een bepaald gebied.
EINDAKKER
tGoet ten Eindacker 1457 (FS); den selven toegedeijlt die Eyndeckerkens 1609 (RA 61 fol.133).
EINDGAT
Die helft van dat Hasenburchskempken aen dat Yndtgat 1603 (RA 60 fol.122).
Hier is ‘einde’of ‘ynde’ vermoedelijk bedoeld in de betekenis van valhek of afsluitboom.
Oude EINDSTAD
Bij die Aude Yndstat 1383 (BP 1176); land die Aude Yndestat aen Delschot op de Akkers 1400 (BP 1182).
Stad is identiek aan hofstad. De hofstad kan de betekenis hebben gekregen van nederzetting, wanneer uitbreiding plaatsvond bij de hofstad en het geheel de naam "stad" heeft gekregen. (Vgl: Nuenen-270). "Eind" kan duiden op het liggen aan het einde van een gehucht of nederzetting, waar de oorspronkelijke hofstad gelegen was.
EINDVELD
Op Eyndevelts 1376 (FS); Eindveld (NA)w;-.79.20)B 1833-1836 (w,b;-.79.20) (w,b;1.80.70).
Wijst op de ligging van het perceel (veld) aan het einde van een akkercomplex gezien vanuit de weg of de woning.
Nieuw EINDVELD
Tein stucken teulandt genaamt het Nieuw Eijntvelt yder groot ontrent twee ende een half a drie loopense 1749 (RA 134 fol.149).
Oud EINDVELD
Het oud Teijnvelt 1756 (RA 161 fol.28v); onder den Borne genaamd het Out Tijnvelt 1762 (RA 163 fol.238v).
ELDE [vgl. Bodem van Elde]
Silva de Eilde 1293 (Camps); 1/8 Deel in 1 ½ buunder beemd in Eilde 1372 (BP 1175); die gemeynte van Elde 1465 (GI 8a.); aen den Bors ter plaetse geheiten Eldt 1535 (RA 42 fol.24); ses ackeren teulands onder het Lutteleijnde in de Elt genaamt de Vlasbeemt 1747 (RA 104 fol.10); ter plaetse genaemt het Eldt ses loopense 1764 (RA 164 fol.123v); Elde 1832, 1881 (kad.); de waterleiding no.21 genaamd Elde-Hongerhoek aanvangende in de Elde grens van het kadastraal perceel rechter/linker-oever sectie C no.weg/2447, 2452 loopende door Elde en Hongerhoek en den Rijdloop bij den Hoekkamp legger B grens van het kadastraal perceel rechter/linker-oever sectie C no.3165/3174 langs den rechter/linker-oever gemeten lang 2975/2975 meter 1881 (NAA inv.nrs.402-403).
Gebied gelegen in en nabij Gemonde grotendeels het grondgebied van gemeente Schijndel. Het rechtsgebied Bodem van Elde strekt zich over een meer uitgebreid gebied uit, dat gelegen is in diverse gemeenten.
Rode ELDE [vgl. Rooi Elde]
Een perceel weiland genaamd de Rooideld 1868, 1886, 1894, 1896 (NA) A 593-594 (w; 26.52.50), 749-752 (b;-.55.30).
Heeft dit met ontginning of het rooien te maken ?
ELDERBROEK
Ex bonis sitis in Eilsbruc 1293; twaelff lopense aent Elderbroeck 1685 (RA 142 fol.64v); een acker teulants gelegen over d' Elderbroeck ontrent vierdalff lopense 1722 (NA 7159/159); ter plaetse genaemt Delderbroek 1756 (RA 134 fol.255); d' Elderbroek 1757 (J.W.); Elderbroek 1803 (HV.); Elderbroek 1832 (kad) C 688-690, 1006-1018, 2413-2418; 690 (w;7.24.70).
Broekgebied, dat gelegen is in Elde De Elde wordt soms samengetrokken tot Deld of Delt.
ELDERDIJK
In de punt tusschen den Eldschen – en den Hongerhoekschendijk 1906 (NAA inv.nr.722).
Een dijk door het gebied Elde.
ELEMAN
Twe stucken lants opt Oetelaer genaemt den Eleman 1712 (RA 98 fol.178).
Het element ‘man’ noemt men een personificerend achtervoegsel of suffix, dat regelmatig is toponiemen voorkomt bv. Balieman, Beurdeman, Eleman etc, maar het woord kan soms ook de betekenis hebben van laaggelegen weiland (Buiks 1989:26).
ELEMANSSTREEP
Een sesterssen lants onder den Borne opt Oetelaert genoemt Elemansstreep 1651 (RA 229 map 4).
Vermoedelijk dezelfde als d’n Eleman.
ELF BUNDERS
Een koop in de Elf Bunders 1906 (NAA inv.nr.722).
ELISAKKER
Den Elisacker 1645 (RA 73 fol.82).
Afgeleid van de PN Elias of misschien toch verwijzend naar de gehuchtakker onder het gehucht Elschot, waar ook de Elissenweg uit gevormd is ?
ELISSENWEG [vgl. Elschotseweg]
Aen den Elissenwech in d’Ackeren 1674 (NA 4724-71); onder Elschot ontrent den Elensenwegh 1697 (RA 95 fol.124v); Neelisseweg 1780 (RA 170 fol.180v); een parceel teullant ontrent drie loopense ter plaatsche genaamt Nelisseweg 1781 (RA 171 fol.51v).
De weg door en naar het gehucht Elschot heette eertijds Elissenweg. Door assimilatie met het lidwoord ‘de’ en ‘den’ ontstond den Elisseweg wat evolueerde tot Nelissenweg. Er bestaat ons inziens geen enkel verband met de FN Nelissen.
ELSAKKER
Eenen streep lants genaemt den Elstacker 1631 (RA 68 fol.11).
Akker omgeven door elshout of verwijzend naar de vegetatie op het moment van ontginnen.
ELSBROEK
Elsbroec 1421 (FS).
Broekgronden met veel elzenhout.
ELSCHOT
Den Oliestemper onder Elschot 1320 (HH 125); een huis en hof en een streep lant te Vlote bij Delsscot 1367 (BP 1175); een kwart in een huis enz. aen Delscot 1382 (IS 18/66); drie kleine stucken beemd ter plaetse geheiten in de Gemeyne Beemden aent Delschot 1427 (SS); 25 roeijen lants zijnde de helft van 50 roeijen onder Elsent 1715 (RA 131 fol.171); in den hoeck genaemt Enschot in den Houtert 1732 (RA 133 fol.209); d'Elscot 1757 (JW); erf Elschot onder Elschot 1816 (G 655/344 - 1278); Elschot 1832 (kad.) A 867-1047.
Beboste (cfr. els) hoek zandgrond, uitspringend in moerassig terrein. (Schönfeld - 129; Valkenswaard - 110)
Dostları ilə paylaş: |