Hoge KAMP
Een camp gemeynlick genoemt den Hogen Camp 1599 (RA 59 fol.174).
Hoger gelegen in relatie met de omliggende percelen.
Kleine KAMP
Een hoycampke genoemt den Cleijnen Camp 1703 (RA 146 fol.104v).
Klein in tegenstelling tot de grote kampen.
Kwade KAMP
Die Quadencamp 1545 (RA 43 fol.112v); in de Liekendonck gemeynlick genoemt den Quaden Camp 1625 (RA 66 fol.64v); onder Elschot in de Liekendonck genoempt den Quaden Camp 1695 (RA 95 fol.6); onder Elschot genaemt den Quaeyencamp 1733 (RA 153 fol.200).
Kwaad in de zin van moeilijk te bewerken of weinig rendement opleverend.
Middelste KAMP
De Middelste Camp 1389 (HGB); die Middelste Camp aen den Borne 1394 (BP 1180); op Lieschit de erve die Middelste Camp 1420 (BP 1191); de Middelste Kamp N.1881; E 592 (w: 38.70).
Gelegen tussen de voorste en achterste vanuit een bepaald punt gezien.
Nieuwe KAMP
Den Bruggenacker in den Nuwencamp 1400 (BP 1181); den Nieuwencamp aen die Landtweer 1545 (RA 43 fol.129); eenen camp hoylants geheyten die Nieuwencamp ter plaetse aen de Stege 1641 (RA 72 fol.134); uit een derde bunder hoylandt of beempt achter Eerde ter plaetse genaemt de Voortschestraet aent Vechelsegat genaemt den Nijencamp 1658 (RRG); op de Steegt in de Nieuwe Campen 1718 (RA 99 fol..175); op de Steegt in de Nieuwe Camp 1742 (RA 155 fol.95v); de Nieuwe Kamp onder Weibosch 1816 (GA 141); 'n kamp hooiland met de houtwassen onder Elschot genaamd de Steegd genaamd de Nieuwe Kamp groot een morgen N.1812; de Nieuwe Kamp N.1871, 1875, 1880; A 1448 (w: 79.30); A 1480 - A 1486 (w, we: 1.30.10); A 1487 - A 1490 (w: 1.14.20).
Recent aangekocht en ontgonnen.
Oude KAMP
Den Ouden Kamp N.1899; C 295 - C 302 (b, og, we: 2.04.70).
Rouwe KAMP
Op die Aa den Rouwencamp in Mallemanshoeff 1546 (RA 43 z.f.); een gedeelte in een camp weijvelts gemeijnlijck genoemt Pelsen of Rouwencamp groot 8 mergen gelegen int Wout 1611 (CvB); het Convent van de Susteren van Orthencamp genoemt den Rouwencamp 1641 (RA 72 fol.132v); drie hont groes heij en weij ondert Wijbos in den Rouwencamp 1662 (RvS); uijt een hoeijvelt genaemt den Rouwencamp in Reijndershoeve drie ende een halff mergen 1756 (HH 165a); Rouwsencamp 1757 (JW); het een eijnt den Rouwen Camp van den Heer Boll en Juffrouw weduwe van wijlen de Heer Johan van Rietveldt dánder eijnt den camp genaamt den Uijlenburg 1768 (RA 166 fol.110); hooijcamp genaamt den Rouwencamp int Elschot 1795 (RA 179); de helft van negen percelen hooi- weiland onder Elschot op de Steeg genaamd den Rouwenkamp of den Ruiter N.1821; vier percelen hooi- weiland over het Broek bij Lamelisdijk genaamd den Rouwenkamp N.1823; de Rouwekamp, den Rouwenkamp, Rouwenkamp N.1840, 1857, 1887; A 1602 - 1616 (w, sb, og: 3.13.00).
Hier een kwaliteitsaanduiding nl. een lage vruchtbaarheidsgraad van de grond; ruw, ruig.
Achterste Rouwe KAMP
Schaarhout in den Agtersten Rouwen Camp op de Steegd 1762 (RA 243 map 4).
Voorste Rouwe KAMP
Schaarhout in den Voorsten Rouwen Camp op de Steegd 1762 (RA 243 map 4).
Smalle KAMP
Onder den Borne opt Oetelaer eenen camp geheyten den Smalencamp 1562 (RA 47 fol.90); eenen camp hooylands onder het Wijbosch genaemt den Smaalen Camp 1749 (RA 157 fol.213).
Smal verwijst naar smalle, langwerpige percelen.
Vergulden KAMP
Eenen camp genoemt die Vergulden Camp belend aan de ene zijde de Vier Buenderen 1635 (RA 71 fol.62v).
Hier is vermoedelijk bedoeld de Guldenkamp ofwel het land van het gilde of ‘de guld’.
Vlakke KAMP
Een perceel teelland genaamd de Vlakken Kamp drie lopensen 1808 (RA 301).
Vlak in de zin van ongeaccidenteerd en mogelijk onbegroeid.
Voorste KAMP
Voorsten Camp 1389 (HGB); die Vorste Camp aen den Borne 1394 (BP 1180); uit den Vorsten Camp in die Hermaelsche hove 1432 (BP 1203); opte Steegt de Veurste Camp 1743 (RA 155 fol.132v); den Voorsten Camp in Martemanshurk 1748 (RA 157 fol.99v); de Voorste Kamp in Elschot 1816 (GA 141); de Voorste Kamp; den Voorsten Kamp N.1842, 1871, 1872, 1879, 1899; A 2067 - A 2070 (w: 1.41.30); C 311 - C 312 (b: 54.44); C 316 - C 318, C 320 - C 321 (b, og, we: 1.12.99); C 507, C 509 (b: 1.14.60).
Het uit het lat. afkomstige woord 'campus' is oorspronkelijk een synoniem van veld in de betekenis van "open, onbebouwd veld". Hier heeft kamp de secundaire betekenis van een individueel, uit het veld gewonnen en door een heg of houtkant besloten perceel, (Mélotte - Molemans 160).
Kamp, oorspronkelijk omwald perceel, in later tijd bij uitgifte van nieuwe erven of te ontginnen heigronden, in de betekenis van duidelijk begrensde percelen, (Mélotte - Molemans 450).
Grote Voorste KAMP
Den Grooten Vorsten Camp in die Liekendonck 1603 (RA 60 fol.122).
KAMPERSHEIDE
Een stuk land gelegen in de parochie van Scijnle genaamd Campartshei 1454 (BP); uit erfenis in Campartsheijde 1507 (HH 133); uit erfenis in Campertsheijde 1620 (HH 146); uit erf in Camparsheijde 1783 (HH 165).
Afleiding van de familienaam Campart of Campert, die reeds in de middeleeuwse bronnen voorkomt.Uit 1463 bv. is bekend Aleijt de weduwe van Rutgher Camparts (BP 1232 fol.464v). Latere vormen zijn Kampers en Campers
KAMPERSKAMP
sCamperskamp aen die Steege genaemt Adriaen Nastelmekerssteege 1550 (RA 44 fol.87v).
Kamp van de familie Kampers of Campers.
KAMPERSVELD
Drij stucken teulants aen malcanderen gelegen in Campersvelt 1680 (RA 230 map 1); Kampersveld N.1867; C 1280 - C 1285 (b, og: 1.36.40).
Zie hierboven.
KAMPERT
Drie stucxkens lants genoemt de Campert groot drie hont 1662 (RvS).
Perceel toebehorend aan de familie Camparts c.q. Campers.
KAMP IN'T EERDERWOUD
Uit seven bunder hooiland genaemt den Camp int Eerderwout ontrent ’t Heckegat ene zijde de gemeynt van Vechel andere zijde de gemeynt van Schijndel 1658 (RRG).
Bosontginning.
KAMPJE(S)
Vier akkers genaamt de Kempkes in den Sulpher 1782 (RA 135 fol.185); zes percelen akkerland en twee percelen hooiland onder Borne genaamd de Kempkes N.1814 ; de Kampkes onder Borne 1816 (GA 141); de Kempkes onder Borne 1816 (GA 141); het Kampje N.1901; A 2275 - A 2276 (w: 91.80); het Kampke N.1873; B 720 - B 726 (b: 1.29.00); de Kampkes, de Kampjes N.1833, 1869, 1879; A 1394 - A 1395 (w: 42.80); E 190 - E 192 (w: 61.00).
Achterste KAMPJE
In die Liekendonck genoempt die Achterste Campkens 1582 (RA 54 fol.184); het Agterste Campken in de Allemanshoef 1806 (RA 137 fol.48).
Dostları ilə paylaş: |