VROUW GRIENSVENSHOEVE
Seeckeren acker teulants met de scha(e)pskoije genoemt den Glory aengecoght van de gemeynte van Schijndel groot ontrent drije loopense neffens erve ene zijde Vrouw Griensvenshoeve 1697 (RA 233.3).
Een hoeve op de grens Schijndel – Eerde?
VROUWKENSBERG
Een akker teullandt met den Berg van teijnen ende ter zijde, houtwasse en verdere geregtigheeden van dien groot omtrent twee loopense genaamt Vrouwkensberg binnen desen dorpe en gehugte voors. 1788 (RA 174 fp;/196v).
Een verhoging in het landschap, maar waar het element ‘vrouwkens’ naar verwijst is niet geheel duidelijk.
VROUWSTUK
Eenen acker onder Wijbosch in de Berisacker genoemt het Vrouwstuck 1692 (RA 94 fol.39).
Identiek aan Vrouwenakker?
VROUW WIJNANTSERF
Int Hermalen eenen acker genaemt Vrou Wijnantserff 1712 (RA 193 fol.168).
VROUW WIJNANTSKAMP
Eenen camp hoijlants vier en twintich loopensaeten lants ondert Elschot gemeynlycken genoemt Vrouwe Wijnantscamp andere zijde Uylenborchscamp 1665 (RA 80 fol.112); in de Liekendonck ene eijnde seeckere camp genaemt Vrou Wijnantscamp 1707 (RA 97 fol.165); eenen camp hooijlandt van ouds genaamt Vrouw Wijnandtscamp int Elschodt competeerende de Heer van Lummen en in huur bij Goyert Peeter Goyaerts 1791 (RA 356 z.f.); een perceel hooi - en weiland onder Elschot genaamd Vrouw Wijnandskamp 1816 (GA 141).
Hier bedoeld de echtgenote of weduwe van een zekere Wijnand vgl het Vrouw Wijnantsslotje.
VROUW WIJNANTSSLOTJE [zie onder Groenendaal]
Op Wijnantshuysken 1603 (RA 87 z.f.); voor de poort van den huysinge van Vrou Wijnants aen den brugge aldair 1629 (RA 88 z.f.); de bovenhuysinge aldair 1629 (RA 88 z.f.); belending Vrou Wynantsslootje 1685 (RA 92 fol.30v); de huysinge van Vrou Smits genoemt Vrou Wijnantsslootie 1698 (RA 144 fol.104).
VROUW WIJNANTSSTREPEN
Ondert Lutteleijnde aen de Ceur ene zijde zijde Vrou Wijnantsstreepen andere zijde de Susters van Orthen in Den Bosch 1676 (RA 443).
Streep is een benaming voor langgerekte akkers.
VUGTSENAKKER
Vugtsenakker N.1875, 1884, 1889, 1900; C 1871 (b: 45.20); bouwland ter plaatse het Schoor genaamd Vughtsenakker 1900 (HB 1330 fol.6) C 2917.
Eigendom van Gijsbertus Vugts, bijenhouder te Schijndel (1832 (kad).
VUGTSERF
Vugtserf N.1897; C 1454-1458 (hu, b, w: 1.66.98).
Vernoemd naar de FN. Een zekere Vugts was de oorspronkelijke eigenaar en in 1832 (kad) is dat Adriaan v.d. Schoot.
VUILENDIJK
Een huis en hof in Eilde in die Smeetsbrake tussen Willem Lodewijckss en den straat "den Vulendike" en strekkende van de Lutteleijndsestraat aen den Doerne tot een hof voornoemd 1396 (BP 1180), 1416 (BP 1189); in Eilde die Vuijlendijck 1427 (BP 1195); huis en hof aan die Vulendijck 1455 (BP 1225); onder Venishoeck aen den Vuylendijck 1482 (HC 196); ontrent de plaets genaemt Vuylendijck 1500 (PAS 417); vier lopensen onder Venushoeck aen den Vuijlendijck 1658 (RRG 69).
Over het algemeen bedoelt men dan een slechte weg.
VUTERSBEEMD
Vutersbeemd N.1871; E 1409 (b: 30.50).;
Waarschijnlijk een verschrijving van Writers of Ruters?
WACHTHUIS
(Achter) het Wachthuis N.1890, 1900; D 1489, 1515 (db. he; 1.24.60), F 229 (b, db: 1.7.10); achter het Wachthuis 1900 (HB 1331 fol.36) D 2915; dennenbosch in de loophei bij het Wachthuis 2 ha.17a 20ca 1910 (HB 1528 fol.8a) F 470.
Het onderkomen van de (paarden)tramreizigers of van leden van de burgerwacht.
WACHTPOST
Dennenbosch gelegen ter plaatse het Heideveld bij de Wachtpost 1904 (HB 1389 fol.24); D 2825. Bij herleiding blijkt het volgende: D 2825 = D 1508a.
WAL
Bouwland aenden Wal onder Delschot 1463 (BP 1232); van Peter Janssengrave tot aenden Wal 1591 (RA 56 fol.59); elke grooten Walle aerden wel dicht staende met alderhande soorten van schaerhout gevlocht, voor perden beesten ende ander vee genoechsaem beheympt 1637 (RA 71 fol.134v); in de Houtert genoemt de Wal 1739 (RA 102 fol.201v); uit een perceel bouwland onder Elschot in den Houtert genaemt de Wal 1783 (HH); drie akkeren teullandt genaemt de Wal, overt Broek ene zijd een ene einde het Elderbroek 1790 (RA 177); de Wal onder Elschot 1816 (GA 141); de Wal N.1893, 1903; C 1264 (w: 32.20), 1270 (b, w: 72.10); de Wal (vm); C 1233-1240, 1244-1247.
Achterste WAL
De Achterste Wal N.1887, 1898; A 2019, 2020, 2022-2025 (b, w: 1.29.60), C 1188-1190 (b, w: 79.30).
Hoge WAL
Huis en hof by den Hoeghe Wal 1500 (PAS 417).
Rouwe WAL
Den Rouwen Wal 1546 (RA 44 fol.10v); verkoop van schaarhout van het perceel den Rouwen Wal 1772 (NA 11 fol.192); twee stukken teulland genaamt den Rouwenwal onder Borne in't Liesent 1807 (RA 184); vier percelen bouwland onder Borne genaamd de Rouwen Wal N.1818; den Rouwenwal bij het kadaster genaamd de Bosschen N.1842; B 618 - 620 (b, w: 76.00); Rauwenwal N.1873; B 542 - 543 (b: 31.80).
Een wal is een "houtkant", vnl. ter bescherming van het akkercomplex. Er waren ook wallen met een militaire functie.
Voorste WAL
De Voorste Wal N.1887, 1898; A 2016 (b, w: 1.59.00), C 1257, 1261 (w: 49.00).
Een ophoging of dijk langs de beek. Er werden niet alleen wallen aangelegd met een waterkeringsfunctie bij overstromingen, maar ook wallen voor min of meer militaire doeleinden.
WALAKKER(S)
In de Houtert genaemt den Walacker 1708 (RA 148 fol.15v); de Walakker N. 1875; C 1243 (b: 33.80); de Walakkers N.1889; C 1245, 1246, 1248, 1249 (b: 76.10).
De akker nabij de wal gelegen.
WALLOOP
De grondeigenaren die met hunne gronden langs den Wal – of Beekloop gelegen zijn worden verzocht den uitgeschoten grond te scheiden 1880 (NAA 420).
De loop bij het gebied de Wal.
WAMESTUK
Van het Wamistuck ende eenen hoerck daer teijnden opt Oetelaer in den Born; Gherit o.a. dat Wamystuck gelegen in den Born; Alit een stuck in sWrijtersbraeke en een int Wamistuck 1512 (IS 34); een stuck ackerlants op d'Oetelaer int Wamesstuck 1556 (CvB); onder den Born opt Oetelaer in die plaetsse genoempt dat Wambosstuck 1573 (RA 52); huys end ehoff met xiii lopensen onder den Born genoempt Waemberstuck 1582 (RA 54 fol.160)..
Moeilijk verklaarbaar; mogelijk een benoeming naar de vorm van een wame = wambuis ?
WANHORST
Een parceel land genaamt den Wanhorst onder Elschot 1807 (RA184); een perceel akkerlant onder Elschot in de Houtert genaamd de Wanhorst N.1816; de Wanhorst N.1835, 1851, 1853, 1854, 1876, 1901; A 2142 (b: 55.20), 2144-2146 (b: 1.3.90), 2147 (b: 31.30), 2159 (b: 39.10); ter plaatse de Houterdsedijk genaamd de Wanhorst 1900 (HB 1334 fol.67) A 2142.
Een horst is een lichte verhoging binnen een gebied met veel kreupelhout; wan in de betekenis van : te klein weinig, mankement, onnut; aldus percelen grond die weinig opleveren.
Dostları ilə paylaş: |