DINTHERSEBUNDERS
De Dyntersse boenre 1397 (FS).
Groot complex naast de gemeynt van Schijndel aan de Dintherse kant.
DINTHERSEDIJK
Dintherschendijk 1832, 1871 (kad.) (NA) E 2123 (ged.) 3168 (b;-.42.30).
Dijk (weg), lopende van Schijndel over rivier De Aa, voordat het kanaal of de Zuid-Willemsvaart gegraven was.
DINTHERSEKAMPEN
Over dBroeck in die Dinterse Campen genoempt 1574 (RA 53 fol.34v).
Mogelijk zijn hiermee de bovenbeschreven bunders bedoeld ?
DINTHERSEMOLEN
In de prochie Scyndel by de Dyntersse Muelen gemeynlick genoempt den Gemeynen Beempt 1596 (RA 58 fol.96v).
Bedoeld is hier de watermolen te Kilsdonk. Destijds strekten de landerijne van Schijndel zich uit tot aan die watermolen toe.
DINTHERSKOOP
Heide met dennen ter plaatse Roderheide genaamd van Dintherskoop 1910 (HB 1515 fol.122a) F 501.
Afgeleid van de FN.
DIRKENHEI
Een parceel gebrooke en ongebrooke heij groot ontrent drie loopense met zijn houtwassen en verdere geregtigheden ter plaetsche voirs. genaemt Dirkenheij 1781 (RA 171 fol.30).
Een stuk hei toebehorend aan een zekere Dirk.
DIRK GERIT HENDRIKSKAMP
Dirck Geerits Hendricxcamp oft danders genaemt den Creupelencamp 1708 (RA 147 fol.224v).
Afleiding van een PN.
DIRK OETELAARSERF
Onder den Borne gemeynlick genoemt Dirck Oetelaerserve 1694 (RA 143 fol.107v).
Afgeleid van FN van den Oetelaar.
DIRK PENNINGSKAMP
Den Crommenacker in Dirck Pennincxcamp 1687 (RA 142 fol.125).
Benoeming naar eigenaar of gebruiker Dirk Pennincx ca 1600; Mariken dochter van Jan Dirck Pennincx 1647 (RA 74); kinderen van Jan Hendrik Penninx 1695 (RA 143).
Onder den Borne ter plaetsse int Wout van outs genoemt Dirck van de Watershoutbusselke 1694 (RA 2171 z.f.).
Afleiding van een PN.
DISSELAKKER
Het opgaende doofhout voer den Dysselacker 1598 (RA 59 fol.94); een loopense genaemt den Deyselacker 1748 (RA 104 fol.151); onder gehucht de Borne den Deysselacker 1754 (RA 160 fol.81v).
DISTELAKKER
Eenen acker beneven den Dystelacker 1601 (RA 60 fol.34v); den Dijstelakker onder den Borne 1816 (GA 141 1091k/2785).
Akker begroeid met distels.Of een verschrijving van de Disselakker ?
DOELAKKER
Die Doelecker strekkende van een weg tot den Broeckschendijk 1455 (BP 1225); een stuck lants genaemt den Doelacker groot seven loopense ter plaetse geheiten den Borne aen den Meygraeft streckende metten ene eynde van ene dijck genaemt den Broexendijck 1465 (CvB 436); den Doelacker ter plaetsen geheten den Borne aenden Meijgraeff 1564 (RA 49 fol.7); een stuck ackerlants onder den Borne ter plaetsen geheyten den Doelacker e.e. aenden Broecxsendijck 1612 (RA 62 fol.55).
Doel= oorspronkelijk etymologisch verwant met dal, mnl. doel. Later in de betekenis van grensscheiding. In Zuid-Nederland heeft doel meestal de betekenis van "hoop aarde". (Schönfeld - 136). Scheiding tussen twee akkers. (Neerpelt -). Doel kan ook wijzen op een schietbaan (Schönfeld - 136); dit is zeer wel mogelijk
vanwege de vele schuttersgilden, die Schijndel vanaf 1450 heeft gekend.- (W. Cornelissen, Schuttersgilden in Schijndel, 1980)
DOELENDONK
Aen den Doelendonc 1349 (HGB); land den Dolendonc aen de Borne naast erf die Bucxtelschehoeve en bij Maelghijscamp 1455 (BP 1225).
Mogelijk samentrekking van’ de Olendonk of Oelendonk’. Ole in de betekenis van bosje op hoge zandgrond. (Gijsseling - 760). De hoge ligging wordt bevestigd in het woorddeel "donk".
DOM
Onder den Borne ter plaetssen geheyten den Domme 1595 (RA 58 fol.8); huys hof boomgart ende lande daer aen gelegen gemeynlijk genaemt den Dom groot ontrent vier lopense onder Borne ter plaetse aen de Meygraaf 1634 (CvB - 209).
De verklaring als "moeras" (Bocholt - 172) lijkt niet waarschijnlijk; evenmin bestaan aanknopingspunten met "tom" (tumba) = grafheuvel. (De Bont - 144). Ook kent men de betekenis van gebied of heerschappij, het naamselement zoals bv. terugkeert in bisdom en schependom (Moerman). Het blijft een dubieuze verklaringsgrond. Het huis herinnert ons aan het verblijf van de Kruisbroeders die na 1629 uit Den Bosch gevlucht waren en een tijdelijk onderkomen hadden in dit huis. Wim Veekens uit Boxtel heeft nog een suggestie gedaan in de richting van een andere verklaring nl. een dom is een bisschoppelijke kerk of een kathedraal. Mogelijk dat de genoemde Kruisbroeders aan hun huis een uithangbord hadden hangen met daarop een afbeelding van de Sint Janskathedraal of een gevelsteen met die afbeelding. Of, zo vraagt hij zich af, leek de uiterlijke vorm (een deel) van het huis op een koepel, die men dikwijls op een domkerk tegenkomt.Zou het woord teruggaan op een PN dat zou men primair kunnen denken aan Dom als afleiding van Dominicus.
DOMAKKER
Drie hont lants genaemt de Domacker gelegen in de Buender 1662 (RvS - 44).
Verklaring als "moeras" (Bocholt - 172) niet waarschijnlijk; evenmin bestaan aanknopingspunten met "tom" (tumba) = grafheuvel.De akker behorende bij het huis met de naam de Dom lijkt waarschijnlijker.
DONK
Hoge DONK
Hoge Donk (vm) E 2123.
Lange DONK
Land in die Langdonck 1389 (BP 1178); drie strepen lants aen malcanderen gemeynlick geheyten opte Langdonck 1605 (RA 61 fol.1v); land opte Langdonck 1610 (CvB - 280a.); binnen dese parochie achter die Langdoncken 1695 (RA 143 fol.183); onder d’Elschot op de Lang off Verdonck 1712 (RA 98 fol.200); de Langdonk onder Elschot 1816 (GA 141 84/1559); Lange Donk 1835, 1845, 1863, 1865, 1866, 1872, 1874, 1880, 1884, 1888, 1893 (NA) V.- A 1201-1203, 2001-2003 (b,w;-.66.20), 1281-1282, 1300 (b,s,og;1.43.56), 1283 (b;-.31.80), 1284 (b;-.27.90), 1286-1287 (b;-.35.40), 1961 (b;-.30.20), 1962 (b;-.32.20), 1963, 1966 (b;-.45.-), 1968-1970 (s,w,b;-.85.40), 2000 (b;-.28.90), 2732 (b;-.54.70. Bij herleiding blijkt het volgende: A 2732 = A 1964.
Achterste Lange DONK
Een perceel bouwland genaamd de Achterste Lange Donk 1880, 1897 (NA) A 1967 (b;-.15.-).
Dostları ilə paylaş: |