BROEKSTRAATSEKAMPEN
Bouw – en weiland ter plaatse de Broekstraat genaamd de Broekstraatsekampen 1908 (HB 1486 fol.71a) C 303-305.
De kampen gelegen aan de Broekstraat.
BROEKSTRAATSELOOP
Boven den koop bijgenaemd de Broekstraatscheloop 1901 (HB 1335 fol.175).
De aangelegde waterloop bij de Broekstraat bekend vanuit de legger van wegen en waterlopen
Gemene BROEKVELD
Dat Gemeyn Broecvelt 1495 (DNB).
Het broekveld voor gemeenschappelijk gebruik.
BROKSEBRAAK
Broksenbraak 1865 (NA) D1643 (b;-.97.80).
Brok is een vorm van broek, omdat het betreffend perceel gelegen is in de nabijheid van het Wijbosch
broek.Ook kan men denken aan de FN Broks.
BROUWERIJ
Brouwerij in Wijbosch 1722 (RA 100 fol.131); huysinge schuur stallinge est of mouthuys met de Brouwerije schop en verdere getimmerte hof boomgaart en aengeleegene groes of blijkveldt houtwasse voorpootinge en verdere geregtigheden op de Voort 1794 (RA 349 map 3); Brouwerij 1865, 1866, 1879, 1884, 1889, 1893, 1904 (NA) D 1020 (b;-.19.30), 1021 (b;-.20.30), 1022 (b;-63.60), 1417 (b;-.25.20), 1423 (b;-.19.90).
Ter plaatse stond in de 18e eeuw de herberg den Dorenhoek, die tevens een brouwerij zal zijn geweest.
BROUWKUIL
De geregte helfte in eene huysinge en hof met het erf en aangelegen akkerlandt tot aan den Brouwkuyl aan de Voort tegenover de Roos groot vier loopense agt en veertigh roeden 1794 (RA 178 fol.127v).
BRUG(SKE)
Ex domo et orto apud pontem 1421 (HH 128); huysinge aen den Heijcant over het Brugsken 1718 (RA 150 fol.58); de Brugh 1757 (JW); het Brugske bij Allemanshoef 1779 (Tiendarchief).
Een waterovergang in de omgeving van de Heikant.
Klein BRUGSKE
Binnen dese dorpe aent Cleijn Brugsken 1697 (RA 188 fol.60).
BRUGAKKER
Achter den Brugacker 1316 (HGB); den Bruggeacker in den Nuwen camp 1400 (BP 1181).
Akker nabij een brug.
BRUGGEHOEF
Een rente uit de Bruggehoeve 1459 (Archief van de familie van de Mortel).
Een hoeve gelegen bij een brug.
BUISSELKUIL zie ook Bausemkuil
Buisselkuil 1834, 1858, 1880 (NA) B 2135 (b,w;-.21.80).
Buissel = een afvalproduct; een dikke brei, die overbleef in de roerkuip van de brouwerij. Buissel was erg gewild als krachtvoer voor het vee. Men sprak ook van bausum.(B.v.Dam 152/153)
BULLENDONK
't Goed te Bubbendonc aen 't Wibossche 1383 (BP 1177); de helft van de hoeve t goet te Bullendonc 1394 (BP 1180); een huis erf hof en twee strepen land die Bullendonc aent Wijbosch 1401 (BP 1182).
Bul = moerassige weide. (Schönfeld - 25/26). Een donk is een hoogte in een moerassig gebied, welke verklaring aansluit bij de situatie in het algemeen van het Wijbosch. In sommige publicaties wordt 'donk' omschreven als een depressie in het landschapsbeeld.
BULT(EN)
In die gemeindt Beempdt geheiten den Bulten 1542 (RA 43 fol.42); enen hoybemt groot ontrent twee dachmaeten gemeindelick genoemt die Bulten onder Delschot 1591 (RA 56 fol.87); eenen camp hooijlants in de Harde Beemde gemeynlick genoempt die Bulten 1596 (RA 58 fol.84); in Elschot in de Beemd genaemd de Bulten 1755 (RA 160 fol.142v); in de Beemt genaamt de Bulten 1804 (RA 183 fol.23v); de Bulten onder Weibosch 1816 (GA 141 1/926); Bulten 1834, 1879 (NA) E 959-960 (b;-.27.90), 982 (b;-.35.70), 985 (b;-.27.20).
Hoge BULT
Hoge Bult (vm) E 507 (og;-.12.50).
Hoop, heuvel, germ. "bultian" afgeleid vande indogermaanse wortel "bhel" = zwellen. (De Vries - 95)
BULTKAMP
Eenen camp hooylants genaemt Backerscamp streckenden tot op den Bultecamp 1725 (RA 151 fol.327); onder Wijbosch in de Knookert e.e. den Bultcamp 1755 (RA 106 fol.170v); eenen halven hooycamp genaemt de Drie Buenders aan een zijde de Bultcamp onder Weybosch 1790 (RA 177 fol.91v.); een halve kamp genaemt den Bultkamp aan de rivier de Aa 1807 (RA 184 fol.36); Bultkamp 1885 (NA) E 19 (w;1.86.50).
Een hoger gelegen kamp.
BUNDER(KES)
In loco dicto Buenre 1320 (HH 125); uit land dat Vlasstucsken aen den Groenen Wech en uit land in die Buenre 1410 (BP 1186); die Buender 1530 (RA 41 fol.1v); land onder dLutteleynde in die Buenderen
genoempt 1567 (CvB 371); van de helft van drie loopense akkerland met een kwaad huisje onder 't Lutteleinde in de Bunders 1622 (IS 45/177); voor de Bunder op d’Acker aldaer 1711 (RA 98 fol.136); ter plaetse in de Baars in de Gemeijne Ackers aldaar gemeenelyck genoemt de Bunderen 1718 (RA 133 fol.20v); eenen akker teulland genaamt de Buender ontrent de Kerk 1795 (RA 179 fol. 41); in de Buender nabij de Meijgraeff 1805 (RA 184 fol.4); de Buender onder Borne 1816 (GA 141 1/1219); Bunders 1832, 1837, 1863, 1864, 1869, 1875, 1882, 1889, 1892, 1902 (kad.) (NA) A 534 (b;-.31.80), 1070 (b;-.39.90), 2495-2498 (b;1.5.80), B 851-852 (b;-.30.37), C 1987-1988 (b;-.64.30), 2083-2129, D 31 (b;-.50.20), E 2595 (w;1.40.30). Bij herleiding blijkt het volgende: A 2495-2498 = A 527 onder de dubbelnaam Bunders en Venne(n).
Blote BUNDER
Eenen camp geheiten den Bloeten Buynder aent Lutteleijndt 1541 (RA 43 fol.39v); land onder Lutteleynde in Scrijvershoeff gemeynlick genoempt den Blooten Buender 1567 (CvB 371).
Bloot = magere grond; armoedig, kwade grond, waarvan het zaad gemakkelijk door de wind wordt weggewaaid. (Goosenaerts -106)
Kleine BUNDER(KES)
De Cleijn Buenderkens 1632 (RA 62 fol.53); een sestegedeelte van een camp hoijlant int geheel anderhalven mergen lants over het Wijboschbroeck genaemt de Cleijn Buenders 1665 (RA 81 fol.56).
Hier kan een landmaat bedoeld zijn nl. de kleine bunder, zoals er ook een klein lopense is.
Lange BUNDER
Ex longo bonnario 1447 (HH 129); in de Lange Buender eenen halven mergen groes, hey en wey 1662 (RvS-22)
Akker ter grootte van een bunder, of bij benadering daarvan, afgeleid van lat. bonnarium. (Verdam-1358) Bunna, grond, conform het franse bonnier. (Verhoeff-101). Bunder kan ook de betekenis hebben van "woest of onvruchtbaar land". (Naamkunde, 1978, blz. 93 ev)
Dostları ilə paylaş: |