Achterste MUGHEUVEL
Twee akkeren onder Wijbosch ter plaatse genaamt de Agterste Mugheuvel groot omtrent een loopense 1778 (RA 169 fol.229v).
Het achterste gedeelte in het Mugheuvelcomplex.
Voorste MUGHEUVEL
Den Voorsten Mugheuvel int Wijbosch bij tVeldthecken groot omtrent een loopense 1787 (RA 174 fol.165); een perceel bouwland onder Weibosch op de Akkers nabij het Veldhekken genaamd de Voorste Mugheuvel 34 roeden N.1819; de Voorste Mugheuvel N.1833, 1877, 1904; D 1012 - 1013 (b: 12.81).
MUGHOF
Onder tWijbos genoempt den Muchhoff d’een sijde die Gemeyn Hulsestege 1573 (RA 52 z.f.).
De interpretatie much = mug blijft dubieus!
MULDERSHOF
Ariaen Jansse Kievits gebruyker van den Muldershoff 1735 (RA 154 fol.78v), ondert Wijbosch overt Broeck genaemt Mulderscamp 1780 (RA 170 fol.166).
Deze Adriaan was in die periode pachter van de windmolen aan de Molenheide met de omliggende landerijen in pacht. Een molenaar noemde men ook mulder.De toevoeging ‘overt Broeck’ verwijst waarschijnlijk naar de hof bij de Kildonksewatermolen.
MULDERSKAMP
Eene sekere partij vijfjarig schaarhout int Liesent ter plaatse genaamt Mulderscamp van den Heer ter Croije 1776 (RA 250 map 3); eenen camp hooijlants onder Wijbosch overt Broeck genaemt Mulderscamp groot ontrent drie karren hooijgewasch a.e. de Drie Buenders 1780 (RA 170 fol.166); de heer ter Croije notaris te ‘sBosch verkoopt schaarhout in zijn kamp in het Liessent genaemt Mulderscamp 1791 (RA 356 z.f.); Mulderskamp onder Borne, 1816 (GA 141); negen percelen bouwland en houtbosch beplant met hakhout onder Borne in het Liesend genaamd Mulderskamp N.1831.
Een kamp in eigendom of bezit van een molenaar of mulder; ook kan het een verwijzing inhouden naar de FN Mulders.
MULKMOEIER
Huis Mulkmoeier (vm); C 1610 [31].
MULKTOB
De Melktob N.1887; B 2194 - 2195, 2197 (b, og:1.18.5); de Mulktop (vm); A 935-936 en C 2083-2091 (weg tussen), B 1667, 2197, C 2181-2182; de Mulkstop (vm); C 2135.
Benoeming naar de vorm van een melkteil - driehoekig perceel (J. Goossenaerts 493). Dubieus.Of verwijst het naar de vruchtbaarheid van de grond?
MUSSENSTUK
Land dat Musschenstucke ter plaatse genaamd den Clockengoet 1393 (BP 1179); in Elschot land dat Musschenstuc bij de Kerk 1416 (BP 1189).
Mus afgeleid van muis of muus = moos "slijk, modder", moeras, (Molemans 1975a 189) of toch een vermelding naar de vogel?
MUTS
Op de Gemeyn Ackeren aende Witackeren genoemt de Muts 1704 (RA 96 fol.5v); op de Gemeene Ackers aen de Witackers genaemt de Muts 1733 (RA 153 fol.197).
Vernoemd naar de perceelsvorm of een persoon die in de volksmond bekend stond als een ‘muts’, een beetje onnozel in de omgang of was de eigenaar of eigenares mutsenmaker of – maakster?
Klein MUTSKE
Onder Wijbosch genoemt het Cleyn Mutsken 1731 (RA 153 fol.9).
NACHTEGAAL
Een campken hoylants onder Lutteleynde genoemt den Nachtegael oft Groote Camp 1700 (RA 145 fol.87); op de Beeck genaemt den Nagtegael 1731 (RA 152 fol.15v); een parseel teullandt genaamt de Nagtegaal onder den gehugte Lutteleijnde 1790 (RA 177); een parseel akkerlandt genaamt de Nagtegaal onder Lutteleijnde 1802 (RA 182); een perceel bouwland met een weg onder Lutteleinde op de Keur genaamd de Nachtegaal N.1823; een perceel bouwland onder Lutteleinde in de Schrijvershoef genaamd de Nachtegaal N.1827; de Nachtegaal N.1849, 1851, 1864, 1874, 1875, 1878, 1886, 1894, 1895, 1898; V. 1983, 1985; C 1503-1504 (b: 34.00), 1581-1584 (b, w: 68.00), 1588 (b: 23.30), 1589-1590 Tb: 51.10), 1593 (b: 56.10), 1595 (b: 58.10), 1596 (b: 54.80), 1662.
Een bosachtig gebied vernoemd naar de vogel "de nachtegaal", of een buitengebied in het algemeen zoals bv. de Vogelenzang.
NARUS KOK
Achter Narus Kok N.1888; B 1461 (w: 40.80)
Afleiding van de PN Narus (Bernardus of Leonardus) Kok.
NEERHUIS BIJ HET SLOTJE
Een huijsinge met den hoff genaamt de Neerhuijsinge bij't Slotje 1790 (RA 177).
Een neerhuis is een bijgebouw bij een herenhuis of slot, in dit geval het slotje Groenendaal, voorheem Vrouw Wijnantsslotje, vernoemd naar de FN Wijnants van Resande.
NEERLAND
Land dat Nederlant in Delscot 1400 (BP 1182); aent Elschot geheiten dat Neerlandt 1538 (RA 42 fol.92v); aen Delschot genoempt dat Neerlant beneven de gemeyn straet streckend evan den gemeynen wech geheiten den Cruyswech totten erve Heer Aerden Beyenss. priester 1561 (RA 49 fol.52v); seker teullant geheyten het
Neerlant 1606 (RA 61 fol.30v); een stuck lants gelegen int Neerlant groot een hont 1662 (RvS); het Neerland 1757 (JW); perceel bouwland onder Elschot genaamd het Neerland N.1826; het Neerland N.1851, 1865, 1892; A 1125 (b: 45.00), 1127 (b: 48.20).
Nederland (1400), het laag (gelegen) land ten opzichte van het hoger gelegen akkercomplex de Tolakkers.
NEERLANDSEDIJK
Neerlandschendijk onder Elschot 1816 (GA 141), aan zijn land langs den Neerlandschendijk 1875 (NAA 416).
De dijk lopende van en naar het Neerland.
NEERSTRAAT
Aen het Lutteleijnde aen de Neerstraet 1571 (RA 52 z.f.).
De laag gelegen straat.
NEERWEG
Van die Nederwech 1427 (FS).
De laag gelegen weg.
NEESENAKKER
Onder den Borne genaemt Neesenacker 1735 (RA 154 fol.62); een perceel bouwland onder Borne genaamd Neesenakker N.1818; in den Sluiperman genaamd Nezenakker N.1855; C 2293 (b: 68.20).
Afleiding van de PN Nees = Nelis (Cornelis, maar eerder een afleiding van Agnes, Agneese of Agneze.
NEESKESKAMP
Neeskeskamp N.1887; E 761-764 (w, we: 56.90).
Afleiding van de PN Neeske = Agne(e)s.
NEFKENSMOLEN
Bouwland bij Nefkensmolen 1910 (HB 1528 fol.14) A 1042.
De molen Catharina uit 1837 is hier bedoeld.
Dostları ilə paylaş: |