Het meest recente initiatief op het vlak van het onderwijs is het initiatief ”Klasse: Zukunft; Schule neu denken”. Een speciale website werd gelanceerd met informatie rond dit initiatief: http://www.klassezukunft.at. De basis van het debat rond onderwijs, opgestart in het najaar van 2003, is het document ”Zukunft: Schule; Strategien und Massnahmen zur Qualitätsentwicklung”154. In dit document worden de volgende hervormingsmaatregelen voorgesteld binnen 7 grote deelgebieden:
Verbetering van de scholen en de onderwijssystemen
het programma is een middel dat bijdraagt tot duidelijk geplande en pedagogisch gereflecteerde activiteiten binnen de school als lerende organisatie
scholen stellen ontwikkelingszwaartepunten op en kijken zelf na of ze die bereiken
overleg met het lerarenkorps en de gehele vertegenwoordiging van de schoolgemeenschap (Schulforum) is belangrijk
kwaliteitsmanagement wordt bevorderd door een verantwoordelijke voor de kwaliteit binnen de school
blijvende professionalisering van leraren
elk jaar zal de school een overzicht van de voorbije activiteiten publiceren (Schulbilanz) waaruit blijkt welke doelstellingen bereikt werden
evaluatie naar leerlingen die motiverend werkt
leerlingen bij evaluatie van school en schoolklimaat betrekken
Duidelijke doelstellingen en een betere oriëntering
voor bepaalde vakken (Duits, wiskunde, levende talen) zullen competentiestandaarden voor de kern- of basiscompetenties worden uitgewerkt
onderwijsindicatoren zullen worden vastgelegd als basis voor het monitoren van het onderwijssysteem
Meer ruimte tot handelen en meer ruimte om te beslissen voor de school
grotere autonomie voor de school voor wat het personeel betreft
een autonome en flexibele regeling van de lestijden: dubbellessen, leerblokken, periodes en projecten
financieel zelfbestuur
Schoolorganisatorische verbeteringen (structurele en wettelijke verbeteringen)
invoering van een nieuw model voor het testen van de basiskennis van de onderwijstaal
betrouwbaar onderwijs dat kwaliteitsonderwijs garandeert
beslissing over nieuwe begeleidingsvormen voor namiddag- of gehele-dag-onderwijs
een optimale start bij het begin van het schooljaar
gelijke waardering van de pedagogische arbeid binnen flexibele arbeidstijd; flexibilisering van arbeidstijd dient de pedagogische activiteiten te ondersteunen
het verminderen van het aantal leerlingen dat klassen overdoet; meer binnenklasdifferentiatie met niveaugroepen om leerlingen beter te begeleiden
flexibiliteit van het secundair onderwijs moet bevorderd worden; vooral voor het beroepsonderwijs; het ontwikkelen van een flexibel modulair systeem zal bestudeerd worden
meer concurrentie tussen scholen op basis van regionale planning
Professionalisering en versterking van het lerarenberoep
accreditering van de (hoge)scholen die de lerarenopleiding organiseren
nieuwe loopbaanmodellen voor de leraren
prestatiegebonden promotiemogelijkheden; arbeidsverdeling in teams
meer ondersteuning door specialisatie en specialisten
regelmatige bijscholing (één week per schooljaar) en zelfevaluatie als promotiemiddelen
Kwaliteit borgen en bewaken
competentiestandaarden regelmatig controleren, analyseren en de resultaten gebruiken
regelmatig het systeem monitoren en nationaal verslagen opstellen
transregionale inspecteurs; onafhankelijke kwaliteitscontrole van de scholen
analyse van de noden en concurrentie op het vlak van nascholing en ontwikkeling
het versterken van interne schoolnetwerken: vakwerkgroepen, werkgroepen
een regionaal management van onderwijs; samenwerking tussen scholen tot stand brengen en bevorderen
een nationaal programma voor onderzoek op het vlak van onderwijs met duidelijke middelen.
Geïnteresseerden kunnen op de website van het ministerie BMBWK stemmen155 voor wat zij de belangrijkste aspecten vinden waar aandacht aan besteed dient te worden bij het uittekenen van het onderwijs van de toekomst in Oostenrijk.
Prioriteiten beroeps en technisch onderwijs in Oostenrijk
In de tekst ‘Technical and Vocational Education and Training in Austria: training for the future, opportunities for life’156 worden de kernelementen benadrukt die deel dienen uit te maken van de beroeps- en technische vorming voor de toekomst.
Naast de praktische professionele beroepsvaardigheden dienen jongeren ook de volgende vaardigheden te verwerven: persoonlijkheidstraining, communicatieve vaardigheden, de competentie om in team te werken, flexibiliteit, bereidheid tot mobiliteit, en sociaal engagement. Om deze elementen te bevorderen zal het accent worden gelegd op:
het invoeren van training firms als een onderdeel van de opleiding in het hoger secundair; verplicht voor sommige, optioneel voor andere richtingen
wetenschappelijke projecten die in teamwork moeten worden afgewerkt in het laatste jaar
het geïntegreerd gebruik van ICT in de klas
meer samenwerking tussen scholen en bedrijven
het opzetten van internationale projecten
het bevorderen van studentgerichte leervormen.
Bijzondere aandacht zal gegeven worden aan:
SITTAL: Simulated teaching, training and learning door het uitbreiden van de idee van de training firm naar alle types van het VET.
POTTAL: Project-oriented teaching, training and learning o.a. door het opzetten van technologiecentra waar de transfer van know-how kan gebeuren tussen onderwijs en bedrijf. Het uitvoeren van projecten voor bedrijven moet het praktijkgeoriënteerd leren bevorderen.
MATTAL: Media-aided, computer-based, web-based en video-based training, met het oog op meer geïndividualiseerde vormen van onderwijs en vorming en om beter te kunnen inspelen op de noden van de lerenden.
LATTAL: Language teaching, training and learning met het oog op internationalisering; o.a. het onderwijzen van beroepsgerichte vakken in een vreemde taal.
MOTTAL: Modularised teaching, training and learning. Een gedeeltelijke modulariteit zal uitgebouwd worden rekening houdend met de noden en behoeften van elke jongere en om doorstroming te vergemakkelijken.
COTTAL: Client-oriented teaching, training and learning. De leerlingen dienen geholpen te worden bij de uitbouw van hun individuele leertrajecten.
De leraar als facilitator, als raadgever en als coach; de nood aan aangepaste in-service training om deze functie op zich te kunnen nemen.
Het aanpassen van bestaande cursussen en opleidingen en het creëren van nieuwe.
Het bevorderen van kwaliteitszorg en het uitbouwen van de VET school tot een lerende organisatie.
Het uitbouwen van de VET-scholen als lokale of regionale onderwijs- en trainingcentra om beter bij te dragen tot de economische ontwikkeling.