Wijsbegeerte



Yüklə 1,34 Mb.
səhifə18/45
tarix17.01.2019
ölçüsü1,34 Mb.
#99879
1   ...   14   15   16   17   18   19   20   21   ...   45

5.2Doelstelling

Het doel van het onderwijs is om studenten zo toe te rusten dat zij in staat zijn tot een zelfstandige filosofische reflectie, waar deze ook binnen de praktijk nodig is. Daarbij is het echter zo dat deze reflectie niet als alternatief kan gelden voor vakdisciplinaire oplossingen. Er wordt een tweede niveau van denken ontslo­ten, waarop ervaringen, verwachtingen en oplossingen in perspectief geplaatst kunnen wor­den, met de uiteindelijke bedoeling dat hierdoor verantwoord denken en handelen wordt bevorderd.



Competenties

De competenties van studenten na afronding van de mastersopleiding Filosofie in Bedrijf zijn:



  1. De zelfstandige beoefening van de wijsbegeerte in relatie tot het veld van management en organisatie.

  2. Het kunnen entameren van een filosofische reflectie ten behoeve van de praktijk van management en organisatie naar aanleiding van grenservaringen die zich in deze praktijk voordoen.

5.3Eindtermen

De boven genoemde competenties worden nader gespecificeerd in een aantal leerdoelen. Daarbij moet worden aangetekend dat de opleiding een theoretische en een praktische variant kent, afhankelijk van de omvang van de tijd besteed aan onderzoek dan wel stage. De volgende leerdoelen kunnen worden onderscheiden:



  • grondige kennis van de wijsgerige theorieën en methoden op het gebied van Filosofie in Bedrijf;

  • goede kennis van de algemeen wijsgerige theorieën die relevant zijn voor het bovengenoemd vakgebied;

  • kennis van klassieken op het gebied van ‘Organisatie en Management’;

  • zelfstandig uitvoeren van wijsgerige reflectie op en verdieping van wijs­gerige thema's, vragen en problemen binnen het genoemde vakgebied, speciaal blijkend uit: een zelfstandig geschreven wijsgerige verhandeling (scriptie) gebaseerd op eigen onderzoek binnen het genoemde deel­gebied, waarin blijkt dat de student(e) tenminste: praktische werkervaring heeft opgedaan, verantwoord in een stageverslag van wijsgerige werkzaamheden binnen een arbeidsorga­nisatie; getraind is in praktische vaar­digheden in verband met filosoferen in bedrijfsmatige arbeidsorganisaties.

5.4Toelatingsvoorwaarden

Er zijn drie groepen studenten die aan de opleiding kunnen deelnemen, voor wie verschillende ingangseisen gelden. Voor een nadere toelichting verdient het aanbeveling contact op te nemen met de opleidingscoördinator van de faculteit waaraan je je voor Filosofie in Bedrijf wilt inschrijven.


Toegelaten worden:

1) Studenten met een universitaire bachelor Wijsbegeerte, met minor op het gebied van 'Organisatie en Management' (of een verwante studierichting).



Ingangseis: minor op het gebied van 'Organisatie en Management' van 15 ects (of meer) en/of relevante werkervaring. Het kan ook gaan om verwante studierichtingen.
2) Studenten met een universitaire bachelor op het gebied van 'Organisatie en Management' (of een verwante studierichting, bijvoorbeeld economie, bestuurskunde, arbeids- en organisatiepsychologie, arbeids- en bestuursrecht, bedrijfscommunicatie etc.) en met een minor Wijsbegeerte.

Ingangseis: minor Wijsbegeerte. Deze minor omvat maximaal 30 ects en bevat de volgende vakken (minimaal op inleidend niveau):



  1. Een vak geschiedenis van de filosofie

  2. Een vak uit het cluster kennisleer, wetenschapsfilosofie logica.

  3. Sociale en politieke filosofie

  4. Ethiek

  5. Wijsgerige antropologie

3) hbo-bachelors op het gebied van 'Organisatie en Management' (of een verwante studierichting) met een additioneel universitair aanlooptraject filosofie.



Ingangseis: universitaire aanlooptraject van maximaal 60 ects. Voor het vakkenpakket gelden minimaal dezelfde eisen als bij de minor (zie onder 2 hierboven) met als extra toevoeging dat er apart aandacht dient te zijn voor academische vaardigheden. In geval van relevante werkervaring kan met minder dan 60 ects worden volstaan.

5.5Opbouw van het programma

Het programma kent een theoretische en een praktische variant. Elke student volgt in ieder geval de vijf cursussen A t/m E. Daarnaast kennen de theoretische en de praktische variant elk een aantal eigen onderdelen. Iedereen volgt tenslotte de werkgroep Filosofie in Bedrijf.


5.5.1Cursussen


De opleiding bestaat uit de volgende onderdelen:


  • 164000 Cursus A: Philosophy of Management and Organisations. Philosophy as challenge to management, management science as a challenge to philosophy and philosophical ethics - philosophy and the economic theory of the firm - markets as discourses - shareholder value and the common good of the firm - cultural philosophy and management.

  • 164001 Cursus B: Communicatie, rationaliteit en kennen van organisaties. Inzicht in de fundamentele aspecten van samenwerking binnen organisaties. Om effectief te kunnen zijn is het nodig dat bedrijven en andere organisatie zich ervan vergewissen dat individuen hun handelingen coördineren, onder andere door middel van gezamenlijke projecten, gemeenschappelijk begrip en kennis. Het doel van deze cursus is reflectie op sociale mogelijkheidsvoorwaarden van coördinatie, waarbij de reflectie wordt ondersteund door onderzoek binnen de sociale epistemologie, taalfilosofie, handelingstheorie, psychologie van het morele, filosofie van sociale praktijken en organisatietheorie.

  • 164002 Cursus C: Ethiek in economie en bedrijf. In deze cursus wordt aandacht besteed aan vraagstukken van ethiek en economie en aan vraagstukken van bedrijfsethiek. Zowel thematische perspectieven als de toepassing van de verschillende ethische theorieën zijn daarbij leidraad.

  • 164003 Cursus D: De onderneming als macht en gemeenschap. De aandacht bij dit college ligt vooral op de politieke en sociale rol van de onderneming als organisatie en gemeenschap, als vrijwillige vereniging en als macht in de ' global civil society'.

  • 164004 Cursus E: Wijsgerige lezing van klassieke teksten op het gebied van management en organisatie. Een tekst geldt hierbij als klassiek wanneer deze cruciaal is geweest voor de wijze waarop het veld van M&O is gethematiseerd.

  • 164005 Cursus F: Methodieken van filosoferen in de praktijk (N.B. deze cursus is optioneel: zie onder 4.2). De focus ligt daarbij op het leren begeleiden van wijsgerige gesprekken binnen organisaties.

5.5.2Theoretische en praktische variant


Het grootste verschil tussen beide varianten is dat de praktische variant meer nadruk legt op de stage, de theoretische variant op de tijd die binnen de opleiding aan theoretisch-filosofisch onderzoek wordt besteed (verdeeld over het schrijven van een paper en de eigenlijke scriptie).
De theoretische variant bestaat uit de volgende onderdelen:

  • 164006 grote scriptie (15 ects)

  • 164009 verdiepend paper (9 ects)

  • 164010 kleine stage (6 ects) of 164005 Cursus F (6 ects)

De praktische variant bestaat uit de volgende onderdelen:



  • 164007 kleine scriptie (10 ects)

  • 164005 Cursus F (6 ects)

  • 164008 grote stage (14 ects)

N.B. De student wordt geacht zelf actief te zijn bij het vinden van een stageplaats, ook is het mogelijk dat de stage wordt gekoppeld aan het arbeidsveld van de betreffende student.


5.5.3Werkgroep Filosofie in Bedrijf


Om te voorkomen dat de studenten bij de voorbereiding van hun scriptie en stage geïsoleerd raken van hun studiegenoten is er de Werkgroep Filosofie in Bedrijf. Iedere student wordt geacht aan de besprekingen van deze werkgroep deel te nemen. Voor de scriptie en stage zijn nadere regelingen vastgesteld.

Yüklə 1,34 Mb.

Dostları ilə paylaş:
1   ...   14   15   16   17   18   19   20   21   ...   45




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©muhaz.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

gir | qeydiyyatdan keç
    Ana səhifə


yükləyin