Moet het auteursrecht online beter gehandhaafd worden?


Conclusie: wat heeft mijn onderzoek opgeleverd?



Yüklə 279,71 Kb.
səhifə6/7
tarix21.01.2019
ölçüsü279,71 Kb.
#101278
1   2   3   4   5   6   7

Conclusie: wat heeft mijn onderzoek opgeleverd?

Het onderzoek heeft mij veel nieuwe inzichten opgeleverd. Het auteursrecht wordt niet alleen geschonden wanneer er geen bron bij staat, zoals veel van de geïnterviewde hoofdredacteuren dachten, maar ook wanneer er geen toestemming gevraagd is. Een bron alleen is dus niet genoeg. Of het nu een foto, tekst of filmpje is, er moet toestemming gevraagd worden. Tenzij je gebruikt maakt van het citaatrecht en de tekst of foto slechts een klein onderdeel van het geheel is en het je eigen tekst ondersteunt. Maar ook dan is het van belang dat je een goede bronvermelding erbij zet.

Ook bij vertalingen moet je toestemming vragen aan de originele auteur. Uit mijn onderzoekt blijkt dat het soms lastig is om deze bron te vinden en dat er niet echt moeite voor gedaan wordt door de hoofdredacteuren.

De gemixte content die veel hoofdredacteuren gebruiken en waarmee ze denken dat het auteursrecht niet geschonden wordt, is volgens advocaat Van Groenendaal een lastige kwestie. In de meeste gevallen moet het per artikel bekeken worden en moet de rechter hierover beslissen. Maar Van Groenendaal geeft aan dat een paar zinnen veranderen niets af doet van het auteursrecht en dat je alsnog verkeerd bezig bent.

Bijna alle hoofdredacteuren geven niet meteen toe dat ze het auteursrecht hebben geschonden. Vooral bij teksten gaven ze dit pas toe als de voorbeelden erbij werden gehaald. Ze gaven eerder toe dat ze weleens problemen hadden gehad met het overnemen van afbeeldingen. De hoofdredactrices van Bellesqa en Ze.nl wisten van tevoren de regels voor het overnemen van afbeeldingen niet en geven aan dat ze daarom de fout in zijn gegaan. De hoofdredacteur van Manners vertelt dat iedereen binnen Manners een journalistieke achtergrond heeft. Hij weet dus goed wanneer hij niet goed bezig is. Van der Koelen en Broeren geven toe dat ze soms op het internet gaan zoeken, wanneer ze geen goede foto kunnen vinden. Ze weten beide dat ze niet goed bezig zijn.

Van der Koelen en Berkhof vinden dat ze het auteursrecht niet schonden vanwege de gemixte content die ze gebruiken. Ook ziet Van der Koelen de toegevoegde waarde van toestemming vragen niet. Hij geeft aan dat hij hier nog nooit problemen mee heeft gehad en dat hij een bronvermelding genoeg vindt. Daarnaast geeft hij nog een tweede reden voor het ontbreken van een bronvermelding. Hij wil in sommige gevallen namelijk de bron geheim houden voor de concurrenten.

Ze.nl. heeft alleen het auteursrecht op het gebied van afbeeldingen geschonden. Ze kregen regelmatig een factuur op de mat, omdat ze niet wisten dat ze de auteursrechten schonden of in de hoop dat de echte auteur zich niet zou melden. Er is zelfs een rechtszaak geweest over de schending van auteursrechten bij een aantal celebrity foto’s die van een fotostockbureau waren.

Bij teksten gaan ze de fout niet in, omdat ze hier een eigen werkwijze voor hebben. Ze gebruiken het artikel alleen als inspiratie en schrijven over een ander onderwerp of ze lezen alleen de kop van het artikel. In beide gevallen wordt het artikel niet gekopieerd. Broeren is daar ook streng in en spreekt haar werknemers daarop aan.

Manify heeft nog nooit problemen gehad met auteursrechtschendingen. De foto’s die ze plaatsen zijn allemaal van fotostockbureaus, rechtenvrijewebsites of persberichten. Ook met de teksten hebben ze nog geen auteursrechten geschonden. Soms gebruiken ze een buitenlandse website als inspiratie, maar veranderen de inhoud zoveel dat het een nieuw artikel wordt.

Ook komt er uit mijn onderzoek naar voren dat er verschillende meningen zijn over de handhaving van het auteursrecht online. Sommigen vinden dat er iets veranderd moet worden. Sommigen denken dat een verandering lastig is, maar vinden dat de regels over het auteursrecht online duidelijker moeten en weer anderen denken dat het auteursrecht en het internet helemaal niet samen gaan.

Zo noemen Berkhof, Van Duijn en Meindersma het maken van een software waarmee schending beter gecontroleerd, en dus gehandhaafd, kan worden of zelfs voorkomen moet worden. Een software die Berkhof aangeeft, waarmee je je tekst bij een programma kan invoeren om te kijken of jouw artikel door anderen is overgenomen, blijkt al te bestaan. Engelfriet en Van Dijk geven voorbeelden van verschillende programma’s waar dit met foto’s en teksten kan. Berkhof, Van Duijn en Broeren denken dat de regels duidelijker moeten zijn en Van der Koelen en Van der Krabben denken dat de websites onderling met meer respect met elkaar moeten omgaan.

Herens en Van der Krabben vinden beiden dat het auteursrecht en het internet niet goed samen gaan. Ze zijn van mening dat het internet vrij en open moet zijn en dat een strengere handhaving daarbij niet helpt. Van der Krabben denkt dat een herziening ook geen zin heeft, maar dat de websites elkaar onderling meer credits moeten geven. Herens betwijfelt of het verbodsrecht moet blijven bestaan of dat dit plaats moet maken voor het vergoedingsrecht.

Engelfriet denkt dat een betere handhaving op het auteursrecht online lastig wordt, aangezien er al voldoende programma’s worden aangeboden, waarmee je kunt controleren of jouw foto of artikel is overgenomen. Hij denkt dat het hele auteursrecht nog eens goed nagekeken zou moeten worden, want door de digitalisering vraagt hij zich af wat het auteursrecht tegenwoordig nog inhoudt.

Ten slotte vinden Goebbels en Meindersma een copyright loze samenleving geen goed idee is. Ze denken beiden dat de kwaliteit van de journalistiek verloren gaat wanneer dit zal gebeuren. De journalisten zullen volgens Meindersma minder hard werken om een goed stuk te schrijven, omdat het de volgende dag toch overal staat. Juist nu doen ze nog hun best volgens Goebbels, omdat ze exclusiviteit hebben.



Reflectie: vind ik dat het auteursrecht online beter gehandhaafd moet worden?

Het is in mijn vorige hoofdstuk duidelijk geworden hoe de geïnterviewde hoofdredacteuren en professionals over het auteursrecht online denken. Een betere software waarmee je de handhaving van het auteursrecht online kunt verbeteren, een software waarbij je je auteursrecht landelijk kunt laten vastleggen, duidelijkere regels, betere afspraken of een hele herziening van het auteursrecht. De meningen lopen uiteen, maar wat vind ikzelf? En wat heeft het onderzoek voor mij opgeleverd?

Door mijn scriptie heb ik een ander beeld gekregen op het auteursrecht online. Voordat ik aan mijn onderzoek begon, bekeek ik de kwestie heel zwart-wit en vond ik dat het auteursrecht online beter gehandhaafd moest worden. Ik zag in de praktijk heel vaak dezelfde artikelen voorbij komen en vond het raar dat dit zomaar kon. Waarom werd er niets aan gedaan? Hoe moeilijk kon dat nou eigenlijk zijn? Tijdens mijn onderzoek kom ik erachter dat het niet zo eenvoudig ligt, maar ook dat er al verschillende programma’s bestaan waarmee je zelf kunt controleren of je gekopieerd wordt.

In het begin van mijn onderzoek wordt duidelijk dat voor het auteursrecht online precies dezelfde regels gelden als offline. Het is een recht dat door de wet is vastgesteld en waarbij geen onderscheid tussen offline en online gemaakt wordt. Het is logisch dat dit vroeger niet gedaan werd, omdat internet toen nog niet eens bestond, maar anno 2015 vind ik dit raar. Het internet is snel gegroeid en heel snel groot geworden. Het is eenvoudig om een eigen website/blog te beginnen. Dat is denk ik ook de reden dat er zoveel verschillende (kleine en grote) websites bestaan. En door die grote hoeveelheid wordt het voor schrijvers een stuk verleidelijker om een artikel of foto van een andere website te halen.

Hiermee zeg ik niet dat het goed is om artikelen en foto’s over te nemen. Ik ben van mening dat onze maatschappij het auteursrecht wel degelijk nodig heeft en dat we dit niet moeten afschaffen. Als we het auteursrecht zouden laten vallen, zou dit betekenen dat iedereen zomaar alles kan overnemen. Journalisten die veel werk in een artikel hebben gestoken, die misschien wel een maandenlang onderzoek hebben gedaan, worden zonder consequenties overgenomen. Waarom zou die journalist al dat werk dan nog doen? Ik begrijp dat deze journalist voor al dit werk een beloning en erkenning wil en vooral niet wil dat anderen er met zijn werk vandoor gaan. Dit gaat denk ik veel betekenen voor de kwaliteit van de journalistiek. Iedereen zal minder moeite doen, waardoor niemand meer een uitgebreid onderzoek zal doen. Hierdoor blijft het allemaal oppervlakkig en zal er minder de diepte ingegaan worden.

Ten eerste is dit niet waar journalisten voor worden opgeleid en ten tweede heb je voor het overnemen van artikelen minder journalisten nodig. Dit betekent dus dat op het moment dat het auteursrecht vervalt er veel journalisten op straat komen te staan. Dit lijkt mij voor de beroepsgroep niet goed.

De kwaliteit zal dus achteruit gaan wanneer we het auteursrecht af zouden schaffen, omdat dan iedereen elkaars artikelen zal overnemen. Dit betekent dat de kwaliteit al achteruit gaat op het moment dat schrijvers het auteursrecht schenden. Ik vind ten eerste dat een website die veel artikelen van andere websites overneemt een stuk minder geloofwaardig overkomt, dan website die alleen maar eigen artikelen schrijft. Wanneer je als schrijver van een website alleen maar artikelen kopieert en plakt, word je lui. En een luie journalist schrijft, vind ik, slechtere artikelen dan een actieve journalist. Een schrijver moet geprikkeld worden en dat word je niet wanneer je alleen maar mag kopiëren en plakken en misschien hooguit een paar zinnen zelf schrijft.

Waarom wordt het auteursrecht eigenlijk geschonden? Als ik kijk naar de redenen die de geïnterviewde hoofdredacteuren geven voor de auteursrechtschendingen komt het vaak neer op onwetendheid. Ook het ‘grijze gebied’ viel erg vaak in de monden van de geïnterviewde hoofdredacteuren en professionals. Persoonlijk vind ik dat de meeste hoofdredacteuren zich lijken te verschuilen achter de onwetendheid en het grijze gebied op het internet.

Ik vind dat je, op het moment dat je een eigen website start, op de hoogte moet zijn van alle regels. Hier zal je als hoofdredacteur misschien tijd in moeten steken, maar na een intensief onderzoek weet je precies wat wel en niet mag. Het feit dat sommige hoofdredacteuren terugvallen op de onwetendheid, vind ik erg raar. Wanneer je als hoofdredacteur onderzoek doet, kom je erachter dat er eigenlijk niks van een andere bron geplaatst mag worden zonder toestemming. Iets wat verschillende hoofdredacteuren niet wisten. Ook vertalingen, iets wat veel gedaan wordt bij de websites die in mijn onderzoek naar voren komen, mogen niet geplaatst worden zonder toestemming. Ik vind het raar dat je dit als hoofdredacteur niet weet. Op het moment dat jij een artikel kopieert en vertaald op je eigen website zet, weet je volgens mij heel goed dat je niet goed bezig.

Ik ben het er dus niet mee eens dat de regels duidelijker moeten, zoals de hoofdredacteuren aangaven. Het ligt niet aan de regels, maar aan het onderzoek van de hoofdredacteuren dat ze hebben gepleegd voordat ze een website startten. Op het moment dat je goed uitzoekt wat wel en niet mag, zijn de regels helder en duidelijk.

Er is een ding wat de hoofdredacteuren gebruiken, zodat ze denken dat ze het auteursrecht niet schenden, maar waarvan de advocaten nog steeds niet zeker weten in hoeverre het mag en dat is de gemixte content. Veel hoofdredacteuren vielen hierop terug en legden uit dat zij vonden dat ze op deze manier het auteursrecht niet schenden. De advocaten en professionals zetten hier hun vraagtekens bij, maar geven aan dat dit per artikel bekeken moet worden en dat de rechter moet aangeven of er genoeg eigen content aan toegevoegd is. Van Groenendaal geeft aan dat ze alleen blote nieuwsfeiten mogen overnemen, maar ik vind niet dat ze dit doen. Het klopt dat ze de tekst van het buitenland voor een deel aanpassen en dat ze het in hun eigen stijl schrijven. Maar op het moment dat jij zinnen vertaald, en of dit nu letterlijk of vrij vertaald is, vind ik dat je het auteursrecht schendt. Je hebt het onderwerp niet zelf verzonnen, je hebt de tekst niet zelf verzonnen en je gebruikt het artikel niet alleen ter inspiratie, want je gaat het vertalen.

Of hier een betere handhaving op moet komen vraag ik me af. Er zijn al een aantal programma’s, zoals TinEye, Google Images en Ephorus om te kijken of jouw foto’s online staan en of jouw teksten op andere websites gebruikt worden. Het is dus een kwestie van deze programma’s instaleren en toepassen in de praktijk. Een programma zoals Meindersma aangeeft, waarmee landelijk gekeken kan worden hoe het auteursrecht geschonden wordt en wie dat doet, lijkt misschien goed. Maar ik denk dat dit niet gaat lukken. Het is momenteel al lastig om aan te geven hoe groot het probleem is, omdat niemand exacte cijfers heeft, dus waarom zou dit met een dergelijk programma wel lukken?

Ik denk dus dat een betere handhaving op het auteursrecht niet gaat lukken, maar een herziening lijkt mij daarentegen een beter plan.

Waarom? Omdat ik vind dat er in al die jaren dat het auteursrecht bestaat veel veranderd is op het gebied van het internet. Zoals ik al aangaf is het internet gegroeid en veel toegankelijker geworden. Daarom vind ik het niet meer dan logisch dat het auteursrecht online met die veranderingen mee gaat.

Door de komst van het internet kan een foto een geheel eigen leven gaan leiden en daar maken stockbureaus veel gebruik van. Zij sporen websites op en sturen die vaak een veel te hoge schadeclaim. Het is goed dat ze een schadeclaim ontvangen, omdat het gewoonweg niet mag. Maar ik vind dat stockbureaus er geen misgebruik van moeten maken. Veel mensen weten niet hoe hoog deze schadeclaims normaal gesproken zijn en daarom kunnen de stockbureaus een veel te hoog bedrag claimen. Zij verdienen er op een verkeerde manier fors geld mee en dat vind ik niet eerlijk.

Hier zou wat aan gedaan moeten worden. Als het auteursrecht online herzien zou worden, zou hier een oplossing voor moeten komen. Een vaste prijs voor het overnemen van foto’s bijvoorbeeld. Een prijs die voor het hele land geldt en die ook bij iedereen bekend is. Op die manier kan er geen misbruik meer gemaakt worden door stockbureaus, maar krijgen ze wel de schadevergoeding die ze verdienen.

Daarnaast vind ik dat er ook een duidelijke regel moet komen voor vertalingen. Het is duidelijk dat je geen vertalingen mag overnemen zonder toestemming en bron, maar het is niet duidelijk hoe dit zit met een mix van het overgenomen artikel en eigen content. Ik vind dat hier een duidelijke grens in moet komen. Wanneer heb je genoeg eigen content toegevoegd en wanneer niet? Ik vind ook dat enkel de zinnen vertalen met een paar veranderingen, zoals te zien is in de voorbeelden, onder auteursrechtschending moet vallen. Op dit moment wordt dit per artikel bekeken, maar ik vind dat hier een vaste regel voor moet komen. De schrijvers verzinnen immers zelf geen onderwerp en doen weinig moeite om een eigen artikel te schrijven.

Daarnaast heb je nog de kwestie van het copyrightteken. Dit teken zorgt ervoor dat het duidelijk is dat er auteursrechten op je artikelen rusten. Op iedere tekst rust het auteursrecht, waarom zou je dit teken er dan nog bijzetten? Het verduidelijkt zeker voor de lezer dat je dit artikel niet mag overnemen, maar als iedereen goed op de hoogte zou zijn van alle regels, zou het copyrightteken afgeschaft kunnen worden.

Ik vind dus dat iedereen die zelf een website beheert en schrijvers onder zich heeft precies moet weten wat het auteursrecht inhoudt. Op het moment dat mensen niet precies weten wat wel en niet mag, doen ze wat zij denken dat het beste is en dit levert natuurlijk problemen op met het auteursrecht. Als iedereen weet hoe het auteursrecht precies werkt en wanneer je het schendt zouden veel problemen al zijn opgelost.

Literatuurlijst

Literatuur
Van Lingen, N. (1975). Auteursrecht in hoofdlijnen. (6e druk) Groningen: Wolters-Noordhoff Groningen Houten.

Gerbrandy, S. (1992). Auteursrecht in de stijgers. Amsterdam: Gouda Quint.

Frequin, M. (1999). Auteursrechtgids voor de Nederlandse praktijk. Den Haag: Sdu uitgevers.

Engelfriet, A. (2008). De wet op internet. Eindhoven: Ius Mentis.


Interviewkandidaten telefonisch gesproken
Donderdag 9 oktober 2014 14:30-15:15: Charlotte Meindersma van www.charlotteslaw.nl is een zelfstandig informatierecht juriste met een eigen website. Hierop wil ze naar eigen zeggen ondernemers op een heldere en eerlijke manier helpen om juridische obstakels te overwinnen, waarmee de ondernemers tijd en geld besparen. Op haar blog schrijft ze veel over het auteursrecht en wijst ze schrijvers op struikelblokken. Ik kwam bij haar terecht, omdat ik veel artikelen van haar blog heb gelezen voor mijn onderzoek. Toen ontdekte ik dat ze een erg geschikte interviewkandidaat zou zijn. Ik heb haar onder andere gevraagd hoe zij tegen het auteursrecht online aankijkt, of ze denkt dat het auteursrecht online eerder geschonden wordt en op welke manier zij die controle zou willen handhaven. Dit gesprek verliep heel soepel, omdat ze alles wilde vertellen en een sterke mening had. Ook heeft ze uitgelegd hoe zij te werk gaat met cliënten die denken dat hun auteursrecht geschonden is.

Maandag 5 januari 2015 13:45-14:15: Mitchell van der Koelen, hoofdredacteur van de mannenwebsite Manners. Deze website kwam ik al vrij snel tegen toen ik op zoek ging naar mannenwebsites. Na een onderzoek op hun website vond ik een paar artikelen, waarvan ik vond dat ze het auteursrecht schonden. Tijdens het interview heb ik Van der Koelen hiermee geconfronteerd en liet hem hierop reageren. Verder vroeg ik ook hoe zij onderwerpen voor artikelen verzonnen en of ze weleens een schadeclaim op de mat hadden liggen voor auteursrechtschendingen. Tijdens het gesprek was hij bereid alles goed uit te leggen. Al duurde het wel even voordat hij toegaf dat hij soms niet goed bezig was.

Woensdag 7 januari 2015 15:30-16:00: Roel van der Krabben, hoofdredacteur van mannenwebsite Manify. Ook deze website kwam ik tegen tijdens mijn zoektocht naar mannenwebsites. Opvallend bij deze website was dat ik niet veel bronvermeldingen zag staan, maar dat ik ook geen artikelen kon vinden waaruit bleek dat ze het auteursrecht schonden. Dit vond ik interessant voor mijn onderzoek. Want hoe pakken zij het aan, zodat ze niet fout bezig zijn? En waar halen zij inspiratie vandaan tijdens het verzinnen van onderwerpen. Het leek mij interessant om te kunnen vermelden dat er ook websites zijn die het wel goed aanpakken. Wel had ik een artikel gevonden, waar ik mijn vraagtekens bij had. Tijdens het gesprek kon Van der Krabben mij vertellen dat ze de tekst en de foto’s allemaal zelf gemaakt hadden, omdat zij iemand in dienst hebben die gespecialiseerd was in dat onderwerp. Tijdens het gesprek praatte Van der Krabben heel open en was bereid mij alles te vertellen. Ook vroeg ik hem of ze weleens in de problemen waren gekomen met het auteursrecht en hoe zij te werk gaan als andere websites hun artikelen overnemen. Als laatste vroeg ik hem hoe hij over het auteursrecht online dacht en of dit veranderd moest worden. Hier gaf hij een duidelijk antwoord op.

Donderdag 8 januari 2015 15:30-15:50: Frances Berkhof, hoofdredactrice van vrouwenwebsite Bellesqa. Via deze website ben ik op het onderwerp voor mijn scriptie gekomen. Tijdens mijn stage merkte ik dat zij niet de enige waren die over een bepaald onderwerp schreven en dat deze onderwerpen verdacht veel. Ook op deze website heb ik een aantal voorbeelden gevonden die ik aan Berkhof voorgelegd heb. Ze probeerde eerst uit te leggen, waarom dit volgens haar niet erg was, maar gaf al vrij snel toe dat ze misschien toch soms het auteursrecht schond. Het gesprek verliep verder heel soepel. Ze heeft onder andere uitgelegd waarom ze het niet nodig vindt om te onderzoeken of andere websites artikelen van haar overnemen.

Vrijdag 9 januari 2015 11:15-11:40: Karin Broeren, hoofdredactrice van vrouwenwebsite Ze.nl. Deze website was erg opvallend tijdens mijn onderzoek. Wanneer ik via google op zoek ging naar artikelen die gekopieerd waren, kwam ik Ze.nl vaak tegen. Door de titel van het artikel leek het alsof ze dezelfde inhoud hadden en dacht ik dat ze het auteursrecht schonden, maar dit was niet het geval. De inhoud was in ieder artikel totaal verschillend, zoals ook in het voorbeeld te zien is. Dit vond ik interessant. Zij haalden duidelijk de inspiratie van dezelfde bron, maar brachten het artikel helemaal anders. Dit is de reden dat ik contact met haar heb opzocht. Ze gaf hierop een duidelijk en helder antwoord. Verder heb ik doorgevraagd over rechtszaken en boetes die ze hadden gekregen en ook hier gaf ze een duidelijk antwoord op.

Woensdag 14 januari 2015 15:00-15:30: Jurian van Groenendaal, advocaat van Boekx Advocaten. Tijdens mijn onderzoek kwam ik erachter dat ik iemand nodig had die mij meer kon vertellen over de jurisprudentie. Ik ging op zoek naar een advocaat die gericht was op het auteursrecht en kwam bij Boekx advocaten uit. Van Groenendaal was bereid mij te helpen. Dit was een naam die ik ook al vaker was tegen gekomen op Villamedia en andere websites. Hij schreef verschillende artikelen over het auteursrecht en mede daarom vond ik hem een geschikte kandidaat. Ik vroeg hem eerst hoe hij over het auteursrecht online dacht en met welke zaken hij weleens te maken had gekregen. Hij gaf toe dat hij meer zaken over foto’s kreeg en legde vervolgens uit hoe hij dan te werk ging. Ook gaf hij uitleg over de schadeclaims en hoe deze bedragen worden vastgesteld. Ook vroeg ik hem hoe het zat met vertalingen van websites. Hier kreeg ik een duidelijk antwoord op.

Vrijdag 16 januari 2015 14:00-14:30: Mira Herens, advocate van de Nederlandse Vereniging voor Journalisten. Tijdens mijn zoektocht naar een advocaat kwam ik ook op de afdeling van NVJ juristen terecht. Ik vond het belangrijk om ook iemand van de NVJ in mijn onderzoek te hebben die gericht was op het auteursrecht. Ik vroeg Herens hoe ze te werk ging met klanten die vonden dat hun auteursrecht geschonden werd. Hoe vaak dit bij hun voorkomt en wat voor zaken dit precies zijn. Verder heeft zij mij helder kunnen uitleggen wat een beeldcitaat precies inhoudt. Ook heeft zij mij kunnen wijzen op verschillende rechtszaken die voor een grote verandering hebben gezorgd.

Interviewkandidaten gemaild
Arnoud Engelfriet is eigenaar van de website www.iusmentis.nl. Een website die artikelen aanbiedt over het over internetrecht en intellectueel eigendom, variërend van regels rond bloggen tot computercriminaliteit. Tijdens mijn research, die ik uitvoerde voordat ik begon met mijn onderzoek, kwam ik vaak terecht op de site van Arnoud Engelfriet. Toen ik wist dat hij ook een boek had geschreven over het auteursrecht online ‘De wet op internet’, vond ik dat ik hem moest gebruiken in mijn onderzoek. Niet alleen door middel van zijn artikelen en boek, maar ook door hem te spreken. Ik heb op de site het contactformulier ingevuld en ontving binnen twee uur een antwoord. Hij wilde graag meewerken, maar het moest wel via de mail, omdat hij de vragen rustig wilde lezen en beantwoorden. Ik vroeg hem onder andere of strengere maatregelen ervoor kunnen zorgen dat het auteursrecht minder geschonden wordt en hoe hij tegen het auteursrecht online aankijkt.

Hier kreeg ik een uitgebreid en duidelijk antwoord op terug. Na verder onderzoek kwamen er nieuwe vragen die ik hem graag wilde stellen. Ik vroeg hem naar de regels bij artikelen die vertaald zijn, de regels met nieuwe content en hoe het werkt met toestemming vragen. Ook hier gaf hij overal een duidelijk antwoord op.

Suzanne van Duijn is medewerkster van www.miss-legal.nl en gespecialiseerd in het informatierecht, consumentenrecht en auteursrecht. Miss-Legal noemt zichzelf een laagdrempelig en toegankelijk juristenkantoor dat werkt met twaalf juristen en advocaten. Op de website kun je terecht voor vragen op juridisch gebied en kun je onder andere ideeën, namen en bedrijven beschermen. Ook heeft de website een blog die informerende artikelen toont over onder andere het auteursrecht. Door een van die informerende artikelen kwam ik op de website van Miss-Legal terecht. Ik kwam erachter dat de artikelen over het auteursrecht allemaal door Suzanne van Duijn geschreven waren. Daarom leek zij mij een geschikte interviewkandidaat. Ik ben in contact gekomen met Suzanne van Duijn door het contactformulier van de website in te vullen. Haar heb ik ongeveer dezelfde vragen als Meindersma gesteld.


Yüklə 279,71 Kb.

Dostları ilə paylaş:
1   2   3   4   5   6   7




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©muhaz.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

gir | qeydiyyatdan keç
    Ana səhifə


yükləyin