Na de symbolische val van de muur verkondigde Francis Fukuyama dat de grote strijd der ideologieën was beslecht en de kapitalistische en liberaal democratische staten als eindoverwinnaars uit de bus waren gekomen. Nu kan men er over twisten of werkelijk de liberaal democratie deze strijd gewonnen heeft, maar wat het kapitalisme betreft lijken er momenteel weinige krachtige alternatieven meer mogelijk. Enkele 'gedateerde' staatjes daargelaten heeft het communisme als sociaal-economische ideologie feitelijk afgedaan. Zelfs China heeft op eigen wijze het kapitalisme ingevoerd en kan daardoor binnen enkele decennia de machtigste economie ter wereld worden. De liberalisering van markten is dan ook een planetaire aangelegenheid geworden en feitelijk de krachtigste 'ideologie', die oude ideologische tegenstelling wegvaagt of irrelevant maakt. Onder invloed van het zich planetair ontvouwende kapitalisme in combinatie met de moderne techniek, bevinden we ons in een gigantische transformatie van de wereldorde waarvan het einde nog lang niet in zicht is. Wel begint zichtbaar te worden dat vrijwel alle nationale staten - ook Amerika en China - de greep op hun economische werkelijkheid verliezen en landsgrenzen in verschillende opzichten irrelevant worden. Het is echter niet duidelijk waartoe deze machtstoename van het geflexibiliseerde kapitaal ons heen zal voeren en of dit proces zich ongestoord verder zal ontwikkelen. De gedachte dat globalisering welvaart voor de gehele mensheid zal brengen is vooralsnog niet meer dan een hypothese. Het is de bedoeling van dit college om op filosofische wijze na te denken over de macht van het geld binnen de moderne wereldorde en de mogelijke problemen of keerzijden daarvan.
Uitgaande van verschillende denkers uit het heden en het verleden proberen we licht te werpen op deze problematiek. Studenten moeten zich de fundamentele filosofische vragen met betrekking daartoe eigen maken. Daartoe wordt een syllabus met teksten beschikbaar gesteld die de studenten grondig moeten bestuderen. Daarnaast moeten studenten verslagen maken van de bijeenkomsten, die mede deel uit zullen maken van de tentamenstof.
inhoud
De problematiek rond geld en globalisering zal vanuit verschillende invalshoeken aan de orde worden gesteld. Dit gebeurt aan de hand van verschillende denkers, waaronder Adam Smith, Hegel, Marx, Spengler en Fukuyama. Ook wordt gebruik gemaakt van sociologen als Castells en 'neomarxisten' Negri en Hardt. De docenten zullen tevens proberen hun eigen visie te ontwikkelen op de geschetste problematiek. Deelnemers worden van harte uitgenodigd daaraan een bijdrage te leveren. Het seminar zal dan ook uitdrukkelijk een onderzoekend karakter hebben, waarin verschillende facetten van de problematiek rond geld en globalisering aan de orde zullen komen. We gaan in op een veelheid aan thema's: de oorsprong van het liberaal kapitalisme, de marxistische en neomarxistische kritiek daarop, de tekortkomingen van communistische ideologieën, de opkomst van de netwerksamenleving, mogelijke implicaties van de erosie van de natiestaat, de delokalisering en depolitisering van de macht, de virtualisering van de levenstijl en arbeidsverhoudingen enz.
literatuur
Syllabus met teksten. Deze zal een week voor de aanvang van het college beschikbaar worden gesteld.
toetsing
meeneemtentamen
voorkennis
Een bacheloropleiding wijsbegeerte
naam
Literatuurstudie, domein II (master)
code
161513
docenten
dr. G.J. Buijs; dr. L.D. Derksen; dr. A.C.M. Roothaan; dr. S. Schaap; dr. A.M. Verbrugge; prof.dr. H.E.S. Woldring; dr. J.M. Halsema
studiepunten
15
periode
2, 3 en 4
doel
Het op masterniveau verdiepen en verbreden van kennis en inzicht aangaande de filosofische thema's die in de colleges binnen het domein aan de orde zijn geweest.
inhoud
In overleg met de docent en in aansluiting op de belangstelling en het gevolgde programma van de student kan gekozen worden uit een aantal literatuurpakketten. Neem daarover contact op met één van bovengenoemde docenten.
literatuur
Literatuurpakketten over specifieke thema's zijn verkrijgbaar bij de docenten.
naam
Scriptie, domein II (master)
code
161523
docenten
dr. J.M. Halsema; dr. G.J. Buijs; dr. L.D. Derksen; dr. A.C.M. Roothaan; dr. S. Schaap; dr. A.M. Verbrugge; prof.dr. H.E.S. Woldring
studiepunten
24
periode
4, 5 en 6
doel
De student:
kan zelfstandig filosofisch onderzoek verrichten;
kan onderzoek schriftelijk en mondeling presenteren en verdedigen.
inhoud
In deze module verdiept de student zich in een deelgebied van de wijsbegeerte en verricht ten behoeve daarvan zelfstandig onderzoek. De resultaten van dit onderzoek wordt neergelegd in de vorm van een scriptie.
Het verwerven van inzicht in de relevantie van empirisch materiaal voor de theorievorming in de normatieve ethiek en de meta-ethiek.
inhoud
Ethiek is een filosofische discipline. Maar ook empirische wetenschappen maken studie van haar object, de moraal en de menselijke morele vermogens. Moraal wordt vaak als een van de onderscheidende kenmerken van de menselijke soort gezien. Moraal bestaat echter uit een aantal bouwstenen die voor een groot deel ook al bij mensapen voorkomen.
Evolutiebiologen stellen de vraag hoe het mogelijk is dat moraal en haar bouwstenen in de loop van de evolutie zijn ontstaan en of de evolutionaire wortels van de moraal nog steeds invloed hebben op ons morele denken en doen. In onderscheid tot de evolutiebiologie vraagt de moraalpsychologie naar de mechanismen die aan moreel oordelen en handelen ten grondslag liggen. Aan de hand van twee boeken worden de evolutiebiologische en moraalpsychologische visie op moraal besproken. Bij de bespreking zullen we vanuit de wetenschapsfilosofie kritisch kijken naar het empirisch onderzoek waarop die visies teruggaan. Vanuit de ethiek zullen we vragen welke implicaties de inzichten vanuit de empirische wetenschappen hebben voor de normatieve ethiek en de meta-ethiek.
literatuur
Neil Levy, What makes us moral? Crossing the boundaries of biology. Oxford (OneWorld) 2005. ISBN 1851683410;
Shaun Nichols, Sentimental rules: On the natural foundations of moral judgment, Oxford (Oxford University Press) 2004. ISBN 0195169344.
toetsing
actieve voorbereiding en deelname aan de bijeenkomsten; uitvoeren van opdrachten; schrijvend van afsluitend paper.
naam
Literatuurstudie, domein III (master)
code
162013
docenten
dr. H. van Diest; prof.dr. H. Radder; prof.dr. A.W. Musschenga; dr. F. Schipper; dr.ir. S. Strijbos; dr. A.C.M. Roothaan; dr. B. Kee; dr. H.W. de Regt; dr. L.B. Decock; prof.dr. P. Koslowski
studiepunten
15
periode
2, 3 en 4
literatuur
Literatuurpakketten over specifieke thema's zijn verkrijgbaar bij de docenten.
naam
Scriptie, domein III (master)
code
162023
docenten
prof.dr. H. Radder; dr. H. van Diest; prof.dr. A.W. Musschenga; dr. F. Schipper; dr.ir. S. Strijbos; dr. A.C.M. Roothaan; dr. B. Kee; dr. H.W. de Regt; prof.dr. P. Koslowski; dr. L.B. Decock
studiepunten
24
periode
4, 5 en 6
doel
De student leert zelfstandig filosofisch onderzoek te verrichten en dit onderzoek schriftelijk en mondeling te presenteren en verdedigen.
inhoud
In overleg met één van de docenten en in aansluiting bij de literatuurstudie wordt een onderwerp vastgesteld.
literatuur
Afhankelijk van de keuze van het scriptie-onderwerp.
toetsing
scriptie
en mondeling examen.
naam
Seminar, domein IV: Die Hauptschriften zum Pantheismusstreit zwischen Jacobi und Mendelssohn
Teksten en hun interpretaties kritisch leren lezen; interpretaties van een tekst kunnen beargumenteren.
inhoud
De bewering van Friedrich Heinrich Jacobi (in 1785) dat Lessing een Spinozist was, veroorzaakte een felle en verbitterde publieke discusse tussen Jacobi en Mendelssohn over Spinozisme, patheisme, Spinoza-interpretatie, rationalisme-religie-moraal, en meer algemeen het Verlichtingsideaal van Lessing en Mendelssohn. De discusse wordt doorgaans als een markeringspunt tussen Verlichting en Romantiek beschouwd. Deze gecompliceerde en fascinerende discussie zal in het seminar worden geanalyseerd.
literatuur
Heinrich Scholz, Die Hauptschriften zum Pantheismusstreit zwischen Jacobi und Mendelssohn. Berlin 1916, reprint 2004. Zie verder de studiehandleiding op Blackboard voor de aanvullende literatuuropgave.
toetsing
Presentaties tijdens colleges en een paper.
naam
Literatuurstudie, domein IV (master)
code
162513
docenten
prof.dr. W.R. de Jong; prof.dr. R.W. Munk; dr. M.F. Willemsen; prof.dr. W. Goris
studiepunten
15
periode
2, 3 en 4
doel
Het op masterniveau verdiepen en verbreden van kennis en inzicht aangaande de filosofische thema's die in de colleges binnen het domein aan de orde zijn geweest.
inhoud
Literatuurstudie in aansluiting op de belangstelling en het gevolgde programma van de student.
literatuur
In overleg met de student wordt een literatuurpakket samengesteld. Neem daarover contact op met één van bovengenoemde docenten.
naam
Scriptie, domein IV (master)
code
162523
docenten
prof.dr. W.R. de Jong; prof.dr. R.W. Munk; dr. M.F. Willemsen; prof.dr. W. Goris
studiepunten
24
periode
4, 5 en 6
doel
De student:
kan zelfstandig filosofisch onderzoek verrichten;
kan onderzoek schriftelijk en mondeling presenteren en verdedigen.
inhoud
In deze module verdiept de student zich in een deelgebied van de wijsbegeerte en verricht ten behoeve daarvan zelfstandig onderzoek. De resultaten van dit onderzoek worden neergelegd in de vorm van een scriptie.
In this class you will get acquainted with some basic ideas of modern and postmodern thought both as to their strengths and their weaknesses. Basically these ideas concern the modern worldview in terms of nature and freedom, the relationship between knowledge, scientific method and religieus conviction, and the social, historical and cultural development of the modern world.
At the end you should have the following abilities:
you can give a critical presentation of these ideas;
identify them in arguments and conceptions;
and give a critical analysis of publications that contain these ideas in terms of their strengths and weaknesses.
how knowledge relates to reality: realisme-antirealism;
the nature of human society;
cultural and historical development;
knowledge, faith and reason.
We will read and discuss texts of some representatives of modern and postmodern thoight like Descartes, Kant, Weber, James, Armstrong, Rorty, Fukuyama, Huntington and Nussbaum. We will also read and discuss some contemporary analists of modern and postmodern thoughts like Charles Taylor, Manuel Castells and John Milbank.
This class will be taught in close connection with Philosophical Foundations II.
mode of assessment
You will write report concerning the main elements of the course (issues, concepts, problems, conceptions, arguments) together with an assessment thereof.
On the basis of this report you will have an oral examination.
This class is meant to teach you some of the basiu elements you need to develop a theoretical framework from a Christian perspective that can be fruitful tot analyse important issues of contemporary life. This includes questions between faith and reason, but also how the richness of creation, the pervasiveness of evil and the hope of redemption can be taken into account in a theoretical analysis of reality.
As a result you should be aquainted with the outlines of a theoretical framework that is consistent with a Christian conviction and tha helps you to:
give a critical analysis of different conceptions and ideas;
build up an argument concerning the understanding of important issues;
and engage in an open and fruitful discussion with other views.
all by the pursuit of a fruitful method (e.g. ask the right questions) and the use of clear conceptual tool (e.g. make the right distinctions).
content
We will read and discuss texts of different philosophers within the reformed tradition. We will pay special attention tot reformational philosophy (Dooyeweerd and others like Wolters, Zuidvaart, Clouser and Chaplin), but also read and discuss Plantinga and Wolterstorff.
The themes we discuss will be the same as those of Philosophical Foundations I:
worldperspectives;
conceptual frameworks to analyse diversity and coherence in reality;
This class will be taught in close connection with Philosophical Foundations I.
mode of assessment
You will write a report concerning the main elements of the course (issues, concepts, problems, conceptions, arguments) together with an assessment thereof.
On the basis of this report you will have an oral examination.