Wijsbegeerte



Yüklə 1,34 Mb.
səhifə37/45
tarix17.01.2019
ölçüsü1,34 Mb.
#99879
1   ...   33   34   35   36   37   38   39   40   ...   45




naam

Werkstuk, domein II: Filosofie van mens, politiek en cultuur

code

154500

coördinator

prof.dr. H.E.S. Woldring (kamer 13A-31, tel. (020) 59 86678, e-mail hes.woldring@ph.vu.nl)

docenten

dr. L.D. Derksen; dr. G.J. Buijs; dr. A.C.M. Roothaan; dr. S. Schaap; dr. A.M. Verbrugge; prof.dr. H.E.S. Woldring; dr. J.M. Halsema

studiepunten

6

periode

6

doel

Het verwerven van vaardigheid in het schriftelijk behandelen en uitwerken van een thema op het gebied van de filosofie van mens, politiek en cultuur.

inhoud

In overleg met één van de docenten wordt een onderwerp (probleemstelling, te behandelen literatuur, opzet, tijdsplanning) vastgesteld. Het onderwerp dient aan te sluiten bij een college en literatuurstudie in het domein.

toetsing

werkstuk
ongeveer 10.000 woorden.

voorkennis

De colleges en literatuurstudie(s) op het betreffende onderdeel van het domein.




naam

College, Domein III: Wijsgerige ethiek B: Ethiek en morele argumentatie

code

155106

docent

prof.dr. A.W. Musschenga (kamer 15A-40, tel. (020) 59 85672, e-mail aw.musschenga@ph.vu.nl)

studiepunten

6

periode

1

doel

Doel van het college is dat je:

  • Kennis van en inzicht verkrijgt in verschillende meta-ethische visies op de rechtvaardiging van morele oordelen;

  • Eveneens van de belangrijkste normatief-ethische theorieën;

  • Kennis van en inzicht verkrijgt in de aard en de structuur van moreel argumenteren;

  • Leert zelfstandig een morele argumentatie te ontwikkelen over een praktisch vraagstuk.

inhoud

Morele argumentatie is een praktijk waarin men enerzijds zoekt naar een geldig en waar antwoord op de vraag wat in een gegeven situatie goed c.q. juist is om te doen en anderzijds een eenmaal 'gevonden' antwoord rechtvaardigt ten overstaan van anderen. Voorafgaande aan de inleiding en oefening in die praktijk krijg je een overzicht van de belangrijkste meta-ethische theorieën over de rechtvaardigbaarheid van morele oordelen en van de belangrijkste normatief-ethische theorieën (Aristoteles, Kant, Hume) over wat goed en juist is om te doen.

literatuur

  • Anne Thomson, Critical Reasoning in Ethics. A Practical Introduction, London/New York (Routledge) 1999. ISBN paperback 0-415-17185-7, aangevuld met enkele artikelen;

Aanbevolen:

  • James Rachels, The Elements of Moral Philosophy, Boston etc. (McGraw Hill College) 1999 (third edition) en reader;

  • Tom L. Beauchamp & James M. Childress, Principles of Biomedical Ethics, Oxford (Oxford University Press) 2001 (fifth edition);

  • Tom L. Beauchamp, Philosophical Ethics, Boston (McGraw-Hill Higher Education) 2001 (third edition)

toetsing

schriftelijk tentamen en werkstuk in de vorm van een morele argumentatie over een praktisch onderwerp.

voorkennisvakken

150007 : Inleiding wijsgerige ethiek
150501 : Vaardigheden: Argumentatie




naam

College, domein III: Wijsgerige ethiek A: Morele identiteit & integriteit

code

155107

docent

prof.dr. A.W. Musschenga (kamer 15A-40, tel. (020) 59 85672, e-mail aw.musschenga@ph.vu.nl)

studiepunten

6

periode

Dit college wordt gegeven in het studiejaar 2007-2008.

doel

Inzicht geven in

  • de verschillende betekenissen van de vraag naar identiteit: als de vraag naar het wezenlijke van de mens, naar de karakterisering van een individu, de (re)identificatie van een individu;

  • de verhouding tussen identiteit en morele identiteit;

  • de verhouding tussen identiteit en integriteit.

inhoud

In de ethiek gaat het doorgaans om de vraag wat goed en juist handelen is, en wat een goed en waardevol leven is. In dit college staat echter niet de vraag naar de morele kwaliteit van handelingen centraal, maar de morele actor of het morele subject die/dat die handelingen verricht of moet verrichten. Mensen zijn niet 'van nature' moreel; er zijn ook amorele, immorele en moreel perverse mensen. Wat is echter een morele actor/moreel subject/morele persoon? Over welke vermogens en vaardigheden moet iemand kunnen beschikken om een moreel persoon te kunnen heten? Hoe (on)partijdig moet/mag een moreel persoon zijn? Welke plaats nemen morele waarden en principes in binnen iemands identiteit? Wat voegt (morele) integriteit toe aan een moreel persoon zijn? We bespreken zowel het werk van psychologen als Mead en Harré als dat van filosofen als Harry Frankfurt, Charles Taylor, Marya Schechtman en Bernard Williams.

literatuur

Teksten van bovengenoemde auteurs.

Aanbevolen:

  • Albert W. Musschenga, Wouter van Haaften, Ben Spiecker & Marc Slors (eds), Personal and Moral Identity, Dordrecht (Kluwer) 2002;

  • Bert Musschenga, Integriteit: eenheid en heelheid van de persoon, Utrecht (lemma) 2004;

Zie verder de studiehandleiding.

toetsing

Schriftelijk tentamen en werkstuk.

voorkennisvak

150007 : Inleiding wijsgerige ethiek




naam

College, Domein III: Wetenschapsfilosofie A: de wetenschappen: ontwikkeling, praktijk en kennis

code

155206

docent

dr. H.W. de Regt (kamer 13A-35, tel. (020) 59 86681, e-mail hw.de_regt@ph.vu.nl)

studiepunten

6

periode

4

doel

Deze cursus bouwt voort op het college Inleiding Wetenschapsfilosofie, en heeft als doel om verdieping en verbreding van je kennis en inzicht met betrekking tot filosofische vragen over de aard van wetenschap te bewerkstelligen. Daarbij gaan we eerst in op de praktijk en de historische ontwikkeling van wetenschap, terwijl in het tweede deel een aantal belangrijken filosofische interpretaties van structuur en inhoud van wetenschappelijke kennis aan de orde komen. Hoewel het accent op de natuurwetenschappen ligt, zal ook ruim aandacht besteed worden aan de filosofie van de menswetenschappen.

inhoud

De volgende onderwerpen komen achtereenvolgens aan de orde:

  • De filosofie van Popper, Kuhn en Lakatos;

  • Wetenschap als lokale praktijk;

  • Het wetenschappelijk experimenteren;

  • Realisme: epistemologisch en ontologisch;

  • Verklaren in natuur- en menswetenschappen;

  • Wetenschap, waarden en objectiviteit.

werkwijze

Gecombineerd werk- en hoorcollege. Per week zijn er 2x2 contacturen, en komen steeds twee verschillende perspectieven op het te behandelen onderwerp aan de orde. Voorafgaand aan ieder college moet je de bijbehorende literatuur bestuderen, en tijdens de colleges worden opdrachten over deze literatuur gegeven.

literatuur

Teksten van Kuhn, Popper, Laudan, Longino, Radder, Rouse, Salmon e.a. Zie voor volledige literatuurlijst de studiehandleiding op Blackboard.

toetsing

Schriftelijk tentamen over collegestof en literatuur.

voorkennisvak

150006 : Inleiding wetenschapsfilosofie




naam

College, domein III: Wetenschapsfilosofie B, verklaring en begrip in de wetenschappen

code

155207

docent

dr. H.W. de Regt (kamer 13A-35, tel. (020) 59 86681, e-mail hw.de_regt@ph.vu.nl)

studiepunten

6

periode

Dit college wordt gegeven in het studiejaar 2007-2008.

doel

In dit college maak je kennis met de belangrijkste posities die in het filosofisch debat omtrent wetenschappelijke verklaring worden ingenomen. Dit debat gaat over een centraal thema in de huidige wetenschapsfilosofie: de vraag naar criteria voor een goede wetenschappelijke verklaring. Je verwerft inzicht in de meest recente discussies op dit gebied, maar ook in de geschiedenis van het debat en de bredere filosofische context ervan.

inhoud

Het college begint met het klassieke model van wetenschappelijke verklaring, dat vanaf 1948 is ontwikkeld door Carl Hempel. Daarna bespreken we de kritiek die op deze opvatting gegeven is en de alternatieven die ervoor aangedragen zijn. Onder meer komen aan de orde:

  • het causale model (Salmon);

  • het unificatiemodel (Kitcher);

  • het pragmatische model (Van Fraassen).

Naast deze algemene modellen van wetenschappelijke verklaring zullen we ook aandacht besteden aan de vraag of in verschillende wetenschappen verschillende typen van verklaring gebruikt worden, in het bijzonder de vraag naar verklaring in de menswetenschappen.

werkwijze

Gecombineerd hoor- en werkcollege met veel ruimte voor discussie. Tijdens het college worden (voornamelijk primaire) teksten besproken, die je van tevoren bestudeerd moet hebben.

literatuur

Teksten van Hempel, Salmon, Friedman, Kitscher, Van Fraassen, De Regt en Dieks e.a. Zie voor volledige literatuurlijst de studiehandleiding.

toetsing

Mondeling tentamen naar aanleiding van een kort paper over een thema uit de te bestuderen literatuur.

voorkennisvak

150006 : Inleiding wetenschapsfilosofie




subject

College, Domein III: Filosofie van organisatie en management B: Approaches to Business Ethics

code

155306

docent

prof.dr. P. Koslowski (kamer 14A-22, tel. (020) 59 88629, e-mail p.koslowski@ph.vu.nl)

credits

6

period

2

aim

A discussion of the major approaches to business ethics.

content

Business ethics is a field between ethics and economics that must draw resources of both disciplines. The course will discuss major approaches to business ethics by Elaine Sternberg, Richard Salomon, Thomas Donaldson and others.
The course is held in English.

form of tuition

Combination of lectures, short presentations by students, and discussion of both.

literature

A reader with selected pieces of literature.

mode of assessment

Take home exam.




naam

College,domein III:Filosofie van organisatie en management A: realisme en organisatiedenken

code

155307

docent

dr. C.H. Krijnen (kamer 13A-29, tel. (020) 59 86692, e-mail ch.krijnen@ph.vu.nl)

studiepunten

6

periode

Dit college wordt gegeven in studiejaar 2007-2008.

doel

In het kader van de vraag naar de betekenis van filosofie voor vakdisciplines is het doel van de cursus het verwerven van inzicht in de betekenis van het 'realisme' (de opvatting dat de werkelijkheid onafhankelijk van het denken bestaat) voor het denken over organisaties en management.

inhoud

In het actuele management- en organisatiedenken speelt de filosofische positie van het realisme een belangrijke rol. Men wil zich met het realisme afzetten tegen dominante alternatieve posities zoals het sociaal constructivisme en het postmodernisme. Heeft het realisme uitzicht op succes?
De cursus wordt verdeeld in drie clusters: in een eerste cluster proberen we een beeld te krijgen van de invloed die het realisme heeft in het hedendaagse denken over management en organisatie; vervolgens is het de bedoeling een helder en duidelijk begrip van het realisme als een filosofische stroming te ontwikkelen; tenslotte zullen de grenzen en mogelijkheden van het realisme voor het denken over management en organisatie worden geëxploreerd.

werkwijze

Combinatie van hoor- en werkcollege. Bespreking van respectievelijk discussie over teksten en gemaakte opdrachten.

literatuur

Een reader komt samen met de studiehandleiding beschikbaar via Blackboard.

toetsing

Actieve deelname aan de bijeenkomsten; uitvoeren van opdrachten; huiswerktentamen.




naam

College, domein III: Ethiek in wetenschap als bedrijf

code

155406

docenten

dr. H. van Diest (kamer 13A-29, tel. (020) 59 86692, e-mail h.van_diest@ph.vu.nl); prof.dr. A.W. Musschenga (kamer 15A-40, tel. (020) 59 85672, e-mail aw.musschenga@ph.vu.nl); prof.dr. H. Radder (kamer 13A-32, tel. (020) 59 86689, e-mail h.radder@ph.vu.nl)

studiepunten

6

periode

5

doel

Het verwerven van kennis en inzicht ten aanzien van de 'ondernemende' universiteit, de invloed van commercie op wetenschappelijke kennis en methodes, en de verantwoordelijkheid en integriteit van wetenschappers in een kenniseconomie.

inhoud

In dit college wordt het wetenschapsbedrijf en de productie van wetenschappelijke kennis in een kenniseconomie geanalyseerd vanuit de perspectieven van de filosofie van organisatie en management, de wetenschapsfilosofie en de ethiek. Wanneer een universiteit gezien gaat worden als een bedrijf en wetenschappelijk onderzoek als een productieproces waarvan kennis het product is, dan zullen dit bedrijf en proces ook de bijbehorende karakteristieken van management, organisatie en onderneming gaan vertonen. De kernvragen van dit college zijn dan: welke karakteristieken zijn dit en hoe moeten we dit beoordelen? Vanuit de filosofie van management en organisatie dringt zich de vraag op naar de aard van de sociale verhoudingen en organisatie in een 'ondernemende' wetenschap. Centrale vragen vanuit de wetenschapsfilosofie zijn: zijn de bestaande filosofische opvattingen over wetenschappelijke kennis en de wetenschappelijke methode adequaat voor wetenschap in een bedrijfsmatige context? Hoe verhouden epistemische en maatschappelijk-economische normen zich in de context van een ondernemende wetenschap? Vanuit de ethiek wordt de vraag gesteld naar de integriteit en de verantwoordelijkheid van wetenschappers, bestuurders en adere betrokkenen bij een ondernemende wetenschap.
Het thema wordt behandeld aan de hand van actuele sociaalfilosofische, wetenschapsfilosofische en ethische teksten, waarin zowel pregnante voorbeelden als grondige filosofische analyses en evaluaties aan de orde komen.

literatuur

Een aantal centrale teksten over de problematiek. Zie verder de studiehandleiding.

toetsing

Actieve deelname aan de colleges; uitvoeren van opdrachten; een afsluitend paper over de collegestof.

voorkennis

De inleidende onderdelen in de wetenschapsfilosofie (150006) en de ethiek (150007).




naam

College, domein III: Moderniteit, rationalisering, rationaliteit

code

155407

docenten

prof.dr. P. Koslowski (kamer 14A-22, tel. (020) 59 88629, e-mail p.koslowski@ph.vu.nl); prof.dr. A.W. Musschenga (kamer 15A-40, tel. (020) 59 85672, e-mail aw.musschenga@ph.vu.nl); prof.dr. H. Radder (kamer 13A-22, tel. (020) 59 86689, e-mail h.radder@ph.vu.nl)

studiepunten

6

periode

dit college wordt gegeven in het studiejaar 2007-2008.

doel

Inzicht krijgen in het proces van modernisering en in de wederzijdse beïnvloeding tussen modernisering en economie, modernisering en wetenschap en modernisering en ethiek.

inhoud

Max Weber en vele denkers na hem zien rationalisering en de functionele differentiatie van de samenleving in verschillende 'eigenwettelijke' maatschappelijke sferen als belangrijkste ontwikkelingen binnen het proces van modernisering. Denkers als Anthony Giddens en Ulrich Beck breiden de moderniseringstheorie uit met hun begrip van 'reflexive modernisation'. Bij Weber is rationalisering ook het dominant worden van een bepaald type, de instrumentele rationaliteit. Na enkele inleidende colleges over modernisering en haar deelprocessen komen de volgende vragen aan de orde. Hoe verhouden zicht de rationaliteiten van de sferen van het economische, wetenschappelijke en sociale handelen? Wat is de rol van wetenschap en techniek bij de modernisering? Wat is de invloed van de modernisering op wetenschap en techniek? Zijn we wel ooit modern geweest? Wat is de rol van economie en bedrijfsleven bij de modernisering? Wat is de invloed van de modernisering op economie en bedrijfsleven? Moet de modernisering van de samenleving ook tot modernisering van de moraal leiden? Welke ethische theorie past daarbij?

literatuur

Teksten van Beck, Giddens, Habermas, Latour, Weber, Radder.

toetsing

Schriftelijk tentamen en een werkstuk.

Yüklə 1,34 Mb.

Dostları ilə paylaş:
1   ...   33   34   35   36   37   38   39   40   ...   45




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©muhaz.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

gir | qeydiyyatdan keç
    Ana səhifə


yükləyin