Wijsbegeerte



Yüklə 1,34 Mb.
səhifə36/45
tarix17.01.2019
ölçüsü1,34 Mb.
#99879
1   ...   32   33   34   35   36   37   38   39   ...   45




naam

College, domein II:Vrouwenstudies:Erkenning of herverdeling?

15code

153206

docent

dr. J.M. Halsema (kamer 13A-40, tel. (020) 59 86684, e-mail jm.halsema@ph.vu.nl)

studiepunten

6

periode

2

doel

Inzicht verwerven in het debat omtrent rechtvaardigheid in een samenleving waarin diversiteit steeds meer centraal staat.

inhoud

Hoe over rechtvaardigheid en burgerschap te denken in een samenleving die wordt gekenmerkt door diversiteit, waarin verschillende culturele en religieuze groeperingen, vrouwen, homo- en lesbische groeperingen, gehandicapten van zich doen horen? Moet de erkenning van verschillen centraal staan of gaat het uiteindelijk om herverdeling?

In het college lezen we teksten uit de kritische feministische theorievorming waarin verschillende voorstellen voor rechtvaardigheid worden gedaan. Iris Marion Young pleit in Justice and the Politics of Difference (1990, Princeton) voor een conceptie die zijn startpunt heeft in dominantie en onderdrukking, in plaats van in verdelingsvraagstukken. Nancy Fraser bekritiseert in Justice Interruptus Young's politiek van verschillen. Zij pleit voor een statusmodel waarin erkenning en verdelingsvraagstukken worden samengenomen. In het samen met Axel Honneth geschreven Redistribution or Recognition (2003, Verso) verdedigt zij haar model tegen Honneth's kritiek. Seyla Benhabib reageert in The Claims of Culture (2002, Princeton) op dit debat, en reflecteert tevens over het recht van vluchtelingen en asielzoekers om deel te nemen aan de politieke gemeenschap.



literatuur

Hoofdstukken uit de genoemde literatuur. Zie hiervoor de studiehandleiding op Blackboard.

toetsing

Meeneemtentamen of paper.




naam

College, domein II: Spengler - Der Untergang des Abendlandes

code

153207

docent

dr. A.M. Verbrugge (kamer 13A-38, tel. (020) 59 86686, e-mail am.verbrugge@ph.vu.nl)

studiepunten

6

periode

Dit college wordt gegeven in het studiejaar 2007-2008.

doel

In dit college word je ingeleid in het denken van de cultuur- en geschiedfilosoof Oswald Spengler aan de hand van diens beruchte boek Der Untergang des Abendlandes. Na het volgen van de intensieve hoorcolleges dien je zowel de grondgedachten van Spenglers cultuurfilosofie te kennen als verscheidene detailanalyses daaruit. Daartoe moet je verschillende delen van het werk grondig bestuderen en de desbetreffende analyses kunnen weergeven, toelichten, toepassen en eventueel bekritiseren. Het is de bedoeling dat je inzicht krijgt in Spenglers idee van de opkomst en ondergang van culturen. Dan zal blijken dat Der Untergang des Abendlandes geenszins staat voor het verdwijnen van de Westerse beschaving en geen cultuurpessimistisch boek is, maar betrekking heeft op het doorbreken van de Westerse civilisatie aan het begin van de 19e eeuw. Om die reden zal uitvoerig stil worden gestaan bij Spenglers idee van civilisatie en de implicaties daarvan voor zijn begrip van de toekomst van het Westen. Ook zal Spenglers methode van morfologische verwantschap worden opgehelderd. Deze methode maakt het namelijk mogelijk de eenheid te zien tussen op het eerste oog geheel verschillende verschijnselen binnen een cultuur. Op die manier krijg je ook een nieuw zicht op het verloop en de samenhang van onze eigen geschiedenis. Spenglers filosofie biedt ons bijvoorbeeld een uitdagend perspectief om verschijnselen als de Verlichting of modernisering op een wat andere manier te interpreteren als gewoonlijk. Niettemin zullen Spenglers gedachten ook regelmatig worden bekritiseerd en gerelativeerd. Van de hoorcolleges worden door de deelnemers aan het college uitvoerige verslagen gemaakt die eveneens goed bestudeerd dienen te worden voor het tentamen.

inhoud

Na de enorme populariteit van Der Untergang des Abendlandes in de jaren twintig van de vorige eeuw - ook de Nederlands historicus Huizinga was zeer onder de indruk van dit werk - is het gedachtegoed van Spengler na de tweede wereldoorlog vrijwel geheel in vergetelheid geraakt. Recentelijk is er echter een hernieuwde interesse in het fascinerende werk van Spengler. Samuel Huntington verwijst naar hem aan het begin van zijn Clash of Civilisations en in de Asia Times is er een columnist met de schuilnaam Spengler die tot onorthodoxe analyses komt van mondiale ontwikkelingen en daarbij teruggrijpt op Spenglers denkbeelden. Met de opkomst van China en India als nieuwe wereldmachten en de sterke groei van de islam, ook binnen ons eigen land, begint de vraag naar de eigenheid van de westerse cultuur zich steeds meer aan ons op te dringen. Oswald Spengler heeft in ieder geval serieus over die vraag nagedacht, wat alleen al een reden is om ons in hem te verdiepen. Gezien de enorme omvang van het werk is het echter niet mogelijk het boek in zijn geheel te behandelen; om die reden zal slechts een beperkte selectie (rond de 250 pagina's) worden gemaakt uit de tekst. Daarbij zal de belangstelling van de studenten worden meegewogen in de uiteindelijke vaststelling daarvan. In ieder geval zal uitvoerig aandacht worden besteed aan de inleiding van Der Untergang des Abendlandes. Daarnaast zal Spenglers hoofdthese van de opkomst en ondergang van culturen uitvoerig aan bod komen en zijn methode van morfologische verwantschap worden opgehelderd aan de hand van een aantal sprekende voorbeelden. Op het college wordt uitgegaan van de Duitse tekst.

literatuur

Der Untergang des Abendlandes, Oswald Spengler.

toetsing

Mondeling en schriftelijk.

voorkennis

Het vak is in principe bedoeld voor studenten uit het tweede of derde jaar van hun bachelor. Filosofiestudenten dienen het vak 150004 Inleiding sociale en culturele filosofie te hebben afgelegd. Bij twijfels neemt men contact op met de docent.




naam

College, Domein II: Charles Taylor - Sources of the self

code

153306

docent

dr. A.M. Verbrugge (kamer 13A-38, tel. (020) 59 86686, e-mail am.verbrugge@ph.vu.nl)

studiepunten

6

periode

5

doel

In het debat rond de multiculturele samenleving wordt regelmatig gesproken over de waardigheid van het individu als één van de centrale waarden van het Westen. Daarbij gaat men er nog al eens vanuit dat het om een eenduidige en onproblematische waarde zou gaan die wij sinds de Verlichting aanhangen. Dat is een misvatting. Het idee van het 'zelf' is veel ouder dan de Verlichting en heeft uitdrukkelijk een religieuze herkomst. Bovendien is zij allerminst problematisch, zeker wanneer zij absoluut wordt gesteld en losraakt van haar religieuze en culturele achtergrond. Op het college zal je in deze problematiek worden ingeleid aan de hand van het boek Sources of the Self van Charles Taylor, dat inmiddel een klassieker is geworden met betrekking tot deze problematiek.
Enerzijds ziet Taylor kansen in de opkomende subjectiviteit van de moderniteit, anderzijds wijst hij uitdrukkelijk op de gevaren en keerzijden daarvan. Het is de bedoeling dat je Sources of the Self in zijn geheel leest en in ieder geval de onderwerpen die op college worden behandeld goed kent. Studenten moeten verslagen maken van het college die tevens gebruikt worden als onderdeel van de tentamenstof.

inhoud

'Wie zijn wij?' Deze vraag naar onszelf - wij post- of transmoderne westerlingen - vormt de leiddraad van dit domeincollege. Uitgaande van de vraag zullen we ons richten op Charles Taylors Sources of the Self waarin hij een fascinerende interpretatie geeft van de moderniteit en de ontwikkeling van de subjectiviteit daarbinnen. Het blijft niettemin de vraag in hoeverre Taylors duiding ver genoeg gaat of dat er in zijn werk iets ongedacht is gebleven. Wij zullen ons daarbij concentreren op de vraag wat voor begrip van geschiedenis Taylor (impliciet) hanteert in zijn doordenking van de moderniteit, om van daaruit licht te werpen op zijn ambivalente verhouding daartoe.
Gezien de omvang van Sources of the Self is het niet mogelijk de gehele tekst op het college door te nemen. Niettemin zal een aanzienklijk deel van de tekst integraal worden behandeld in de vorm van een hoorcollege. Daarbij zal de tekst niet alleen toegelicht, maar ook bekritiseerd worden vanuit de genoemde vraagstelling. De belangrijkste thema's van het boek zullen aan de orde worden gesteld zoals Taylors opvatting van de identiteit van het zelf van de moderniteit, de affirmatie van de alledaagsheid en de innerlijke conflicten van de moderniteit. Bij de (kritische) bespreking van Taylors analyses zal worden teruggegrepen op denkers als Plato, Aristoteles en Hegel. Als achtergrondliteratuur voor mijn eigen positie gebruik ik op het college voornamelijk Tijd van Onbehagen, waarnaar regelmatig zal worden teruggverwezen.

literatuur

  • Charles Taylor, Sources of the Self, Harvard University;

  • Achtergrond: Ad Verbrugge, Tijd van onbehagen, Sun 2004

toetsing

Schriftelijk tentamen. Voorwaarde voor het tentamen is een goedgekeurd protocol.

voorkennisvak

150004 : Inleiding sociale en culturele wijsbegeerte




naam

College, domein II: Vrouwenstudies: Psychoanalyse en gender

code

153307

docent

dr. J.M. Halsema (kamer 13A-40, tel. (020) 59 86684, e-mail jm.halsema@ph.vu.nl)

studiepunten

6

periode

Dit college wordt gegeven in studiejaar 2007-2008.

doel

  • Kennis van de klassiek psychoanalytische visie op het ontstaan van gender identiteit (van Freud en Lacan);

  • Kennis van de reacties van verschillende theoretici op het gebied van gender en seksualiteit (namelijk Irigaray en Benjamin) op deze visie;

  • Inzicht in de verschillende mogelijke perspectieven op het ontstaan van een gender identiteit;

  • Studenten worden geacht de verschillende perspectieven te kunnen vergelijken met elkaar en ze te kunnen beoordelen.

inhoud

De psychoanalyse van Freud en Lacan is van groot belang voor theoretici op het terrein van gender en seksualiteit, omdat ze een schets geeft van de ontwikkeling tot man of vrouw. De psychoanalyse is echter niet alleen inspirerend geweest. Het werk van klassieke denkers als Freud en Lacan heeft ook aanleiding gegeven tot felle kritiek. Feministische theoretici hebben een dubbele verhouding tot de psychoanalyse: enerzijds is er geen andere theorie die op vergelijkbare wijze de psychische structuren van subject-wording beschrijft, maar anderzijds vraagt de schets van de wording tot geseksueerd subject om herformuleringen, bijvoorbeeld vanwege de karakterisering van de vrouwelijke subjectpositie als negatief ten aanzien van de mannelijke, en vanwege de normatieve heteroseksualiteit.
In het college buigen we ons voornamelijk over de volgende vraag: hoe is het ontstaan van een genderidentiteit te verklaren vanuit verschillende psychoanalytische theorieën? We starten de collegereeks met het werk van de klassieke psychoanalytici (Freud en Lacan), en behandelen vervolgens het werk van twee filosofes die ieder op eigen wijze het psychoanalytische gedachtegoed opnemen en verwerken: Irigaray en Benjamin. Daarbij zullen we stuiten op een volgende problematiek, namelijk de wijze waarop er met het klassiek psychoanalytische gedachtegoed wordt omgegaan door feministische theoretici. Primair richten we ons echter op de verschillende mogelijke perspectieven op het ontstaan van een mannelijke en/of vrouwelijke identiteit.

literatuur

Voor aanvang van het college zal een reader beschikbaar zijn met teksten van Freud, Lacan, Irigaray en Benjamin.

toetsing

Meeneemtentamen met essayvragen.




naam

College, Domein II: Gaat de civil society ons redden? Civil society, religie en sociale verandering

code

153406

docent

dr. G.J. Buijs (kamer 13A-39, tel. (020) 59 86683, e-mail gj.buijs@ph.vu.nl)

studiepunten

6

periode

4

doel

In deze module leer je verschillende zaken:

  • Je krijgt inzicht in een van de belangrijkste thema's van de huidige sociaal-wetenschappelijke en sociaal-filosofische theorievorming;

  • Je maakt kennis met heel verschillende denkrichtingen die zich rond dit thema manifesteren, van 'links' tot 'rechts', van de 'anders-globaliseringsbeweging' tot liefdadigheid;

  • Je leert vooronderstellingen achter deze verschillende benaderingen te analyseren en te bekritiseren;

  • Een belangrijke vaardigheid die je speciaal in dit college opdoet is het leren overzien van een actueel discussieveld aan de hand van een forse hoeveelheid, nogal uiteenlopende literatuur: wat zijn hoofdlijnen, wat zijlijnen in de discussie?

inhoud

Civil society is gedurende het laatste decennium opgekomen als aanduiding voor al die activiteiten en bewegingen die hun plaats hebben tussen overheid, markt en individu (non-governmental, non-profit; 'vrije associaties').
Daarbij is ook vaak de gedachte dat dit tussengebied een gebied is waar mensen zich (belangeloos?) voor elkaar inzetten, werken aan hun idealen, gestalte geven aan hun hoop op een betere wereld, kortom 'goede daden' doen.
In dit college verkennen we de herkomst van deze idealen en van de gedachte van 'vrije associaties', waarbij drie kandidaten nader bekeken worden: de klassieke oudheid, het christendom en de Verlichting. De achterliggende vraag die hierbij voortdurend aan de orde is, is die naar de rol van religie bij sociale verandering, een thema dat momenteel wereldwijd sterk in de belangstelling staat. Verder gaan we in op de ambivalentie van dit soort pogingen en daarmee van 'civil society': pakken 'goede daden' niet vaak desastreus uit?
Bij deze exploraties besteden we onder meer aandacht aan Cicero en Seneca, aan Augustinus en Althusius, aan Ferguson en Hegel, aan Tocqueville, Gramsci, Habermas en Taylor, alsmede een aantal niet-westerse interpretaties van 'civil society'.

toetsing

paper (studieverslag) en een mondeling tentamen n.a.v. het paper.

voorkennisvak

150004 : Inleiding sociale en culturele wijsbegeerte




naam

College, domein II: Maurice Merleau-Ponty: filosofie van de lichamelijkheid

code

153407

docent

dr. L.D. Derksen (kamer 13A-40, tel. (020) 59 86684, e-mail ld.derksen@ph.vu.nl)

studiepunten

6

periode

Dit college wordt gegeven in het studiejaar 2007-2008.

doel

Het doel van het college is om een toonaangevende tekst op het gebied van de wijsgerige antropologie te bespreken. Op dit college zullen de ideeën van Maurice Merleau-Ponty over de mens en zijn lichamelijkheid aan de orde komen aan de hand van zijn boek Fenomenologie van de waarneming.
Op het college maak je kennis met de filosofische achtergronden en de historisch context van het boek, je krijgt inzicht in de fenomenologische methode die Merleau-Ponty gebruikt, en je leert over zijn theorieën met betrekking tot de lichamelijkheid.
Ook zal je op het college vaardigheden oefenen, zoals het leren lezen van een filosofische tekst met een hoog abstractieniveau, het formuleren van vragen over de stof en het beargumenteren van een eigen standpunt.

inhoud

Merleau-Ponty heeft in zijn boek Fenomenologie van de waarneming een aanzet gegeven tot het denken over de mens in zijn lichamelijkheid. In het voorwoord van zijn boek zet hij zijn methode uiteen in gesprek met de fenomenologie van Husserl. Hij opent zijn boek met een kritiek op het empirisme en rationalisme als filosofische theorieën van de subjectiviteit, de waarneming en de verhouding tussen mens en wereld.
Vervolgens introduceert hij de notie van het fenomenale veld waarin hij de mens in zijn lichamelijkheid en omringd door de wereld, wil denken. Daarna geeft hij een kritiek op theorieën van het lichaam zoals geformuleerd in de mechanistische fysiologie en de klassieke psychologie. Hij zet vervolgens aspecten van zijn visie op lichamelijkheid uiteen, zoals de verhouding tussen lichamelijkheid en ruimtelijkheid, beweging, seksualiteit en taal. Tot slot bespreekt hij thema's zoals de verhouding van het lichaam-subject tot de ander, de ervaring van de tijd en de aard van de menselijke vrijheid.

literatuur

Maurice Merleau-Ponty, Fenomenologie van de waarneming. Amsterdam, Ambo, 1997. Het boek is ook verkrijgbaar in het Frans, Engels of Duits.

toetsing

schriftelijk tentamen.

voorkennis

  • Filosofiestudenten: 150005 college inleiding wijsgerige antropologie of college hedendaagse stromingen;

  • Studenten uit andere studierichtingen: college wijsgerige vorming of vakfilosofie.




naam

Literatuurstudie I, domein II: Filosofie van mens, politiek en cultuur

code

154100

coördinator

prof.dr. H.E.S. Woldring (kamer 13A-31, tel. (020) 59 86678, e-mail hes.woldring@ph.vu.nl)

docenten

dr. J.M. Halsema; dr. G.J. Buijs; dr. L.D. Derksen; prof.dr. H.G. Geertsema; dr. A.C.M. Roothaan; dr. S. Schaap; dr. A.M. Verbrugge; prof.dr. H.E.S. Woldring

studiepunten

3

doel

Het verdiepen en verbreden van kennis en inzicht aangaande de filosofische thema's die in de colleges binnen het domein aan de orde zijn geweest.

inhoud

In overleg met de docent en in aansluiting op de belangstelling en het gevolgde programma van de student kan gekozen worden uit een aantal literatuurpakketten. Neem daarover contact op met één van bovengenoemde docenten.

literatuur

Literatuurpakketten over specifieke thema's zijn verkrijgbaar bij de docenten.




naam

Literatuurstudie II, domein II: Filosofie van mens, politiek en cultuur

code

154101

coördinator

prof.dr. H.E.S. Woldring (kamer 13A-31, tel. (020) 59 86678, e-mail hes.woldring@ph.vu.nl)

studiepunten

3

opmerkingen

Zie literatuurstudie I, Domein II, modulenr. 154100.

Yüklə 1,34 Mb.

Dostları ilə paylaş:
1   ...   32   33   34   35   36   37   38   39   ...   45




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©muhaz.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

gir | qeydiyyatdan keç
    Ana səhifə


yükləyin