prof.dr. H. Radder; dr. H. van Diest; prof.dr. A.W. Musschenga; dr. F. Schipper; prof.dr. P. Koslowski; dr. L.B. Decock; dr.ir. S. Strijbos; dr. A.C.M. Roothaan; dr. B. Kee; dr. H.W. de Regt
studiepunten
3
periode
3
doel
Het verdiepen en verbreden van kennis en inzicht aangaande de filosofische thema's die in de colleges binnen het domein aan de orde geweest zijn.
inhoud
In overleg met de docent en in aansluiting op de belangstelling en het gevolgde programma van de student kan gekozen worden uit een aantal literatuurpakketten. Neem daarover contact op met één van bovengenoemde docenten.
literatuur
Literatuurpakketten over specifieke thema's zijn verkrijgbaar bij de docenten.
naam
Literatuurstudie II, domein III: Filosofie van wetenschap, ethiek en bedrijf
dr. H. van Diest; dr. B. Kee; prof.dr. A.W. Musschenga; prof.dr. H. Radder; dr. L.B. Decock; dr. H.W. de Regt; dr. A.C.M. Roothaan; dr. F. Schipper; dr.ir. S. Strijbos
studiepunten
6
periode
6
doel
Het verwerven van vaardigheid in het schriftelijk behandelen en uitwerken van een thema op het gebied van de filosofie van wetenschap, ethiek en bedrijf.
inhoud
In overleg met één van de docenten wordt een onderwerp (probleemstelling, te behandelen literatuur, opzet, tijdsplanning) vastgesteld. Het onderwerp dient aan te sluiten bij een college en literatuurstudie in het domein.
toetsing
werkstuk
ongeveer 10.000 woorden.
voorkennis
De colleges en literatuurstudie(s) op het betreffende onderdeel van het domein.
naam
College, Domein IV: Martha Nussbaum: verbeelding, emoties en romanliteratuur
code
157106
docent
dr. M.F. Willemsen (kamer 13A-36, tel. (020) 59 86676, e-mail mf.willemsen@ph.vu.nl)
studiepunten
6
doel
Na afloop van deze cursus word je geacht:
Kennis te hebben van het denken van Martha Nussbaum, met name op het punt van haar visie op literatuur en haar emotietheorie;
Kennis te hebben van de discussie over de betrekkingen tussen filosofie en literatuur, tussen kennis en verbeelding;
Zicht te hebben op recente ontwikkelingen in de theorievorming over emoties;
Literaire leeservaringen te kunnen verbinden met inzichten uit de filosofie (van Nussbaum), met name op het punt van de emoties.
inhoud
De Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum geeft in haar filosofische werken, met name in Love's Knowledge (1990), uitvoerige interpretaties van literaire werken, vooral romans en tragedies. Deze interpretaties staan in dienst van haar opvattingen over morele oordeelsvorming. Volgens Nussbaum kan het lezen van en reflecteren op literaire werken ons helpen bij het ontwikkelen van ons moreel besef. Bovendien kan literatuur ons zicht op de werkelijkheid verscherpen, door ons bijvoorbeeld te laten zien welke rol emoties spelen in de oordeelsvorming.
In Upheavals of Thought (2001) werkt Nussbaum haar gedachten over het belang van emoties - een belang dat ze al vanaf haar vroegste werk The Fragility of Goodness (1986) had benadrukt - uit tot een volwaardige emotietheorie.
We zullen in de cursus zowel Nussbaums opvattingen over filosofie en literatuur als haar emotietheorie bestuderen. Bovendien zullen we ons afvragen wat de rol is van de verbeelding, zowel in verband met de relatie tussen filosofie en literatuur als in verband met de emoties. In dat verband komen ook enkele andere denkers aan de orde, onder wie Jean Paul Sartre en Peter Goldie.
In de eerste vier weken zullen we ons concentreren op de theorievorming, in de laatste twee weken richten we ons op enkele literaire werken, in elk geval Disgrace van John Coetzee en Het dikke schrift van Agota Kristof.
literatuur
Reader: Martha Nussbaum: verbeelding, emoties en literatuur; (te koop in de VU-boekhandel);
Agota Kristof, Het dikke schrift/Het bewijs/De derde leugen, vert. door Henne van der Kooy. Van Gennep 2001;
John Coetzee, Disgrace. Londen: Secker & Warburg 1999.
toetsing
Schriftelijk tentamen en diverse opdrachten in de loop van de collegereeks.
voorkennis
Voltooid eerste bachelorjaar (mocht je geen eerste filosofiebachelorjaar achter je hebben, neem dan contact op met de docent).
dit college wordt gegeven in het studiejaar 2007-2008.
doel
Inzicht in de verhouding van wijsheid en het besef van kairos in de Grieks-christelijke traditie.
inhoud
Onvervreemdbaar bestanddeel van het Griekse wijsheidsideaal, is het besef van het uitgelezen moment (kairos) in de antieke theorievorming de geprivilegieerde plaats waar de praktische initiatieven en strategieën van het afzonderlijke individu (in rhetorica, politiek en ethiek) inhaken in (het inzicht in) de kosmische orde en zijn inherente normativiteit. Kairos als ontmoetingsplaats van het tijdelijke en het eeuwige krijgt een nieuwe dimensie met zijn gebruik in het Nieuwe Testament: het koninkrijk Gods als vervulling van de tijd. In het college worden patristische reflecties op deze bijbelse begrippelijkheid gecontrasteerd met de antieke verbinding van wijsheid en inzicht in de kairos, met het oogmerk een in vergetelheid geraakt wijsheidsideaal nieuw leven in te blazen.
literatuur
wordt in het college bekend gemaakt.
toetsing
paper van 3-5 blz. en mondeling tentamen.
naam
College, Domein IV: Descartes en de wending naar het subject
code
157206
docent
prof.dr. W.R. de Jong (kamer 13A-37, tel. (020) 59 86682, e-mail wr.de_jong@ph.vu.nl)
studiepunten
6
periode
2
doel
Begrip en inzicht in de opvattingen van de filosoof die gewoonlijk wordt gezien als een sleutelfiguur in het ontstaan van de moderniteit, het moderne denken; het nauwkeurig lezen en interpreteren van teksten.
inhoud
Lezing en behandeling van een aantal teksten van Descartes ontstaan in verschillende periodes of fasen van zijn denken en met ook uiteenlopende thematische spitsen. Dit zijn, ten eerste de Méditations Métaphysiques (Meditationes de Prima Philosophia - 1641) waarin Descartes zijn metafysica uiteenzet; vervolgens zijn bekende Discours de la Méthode (1637) dat oorspronkelijk verscheen als een soort methodologische inleiding op een drietal wetenschappelijke verhandelingen over metereologie, meetkunde, en optica (dioptrica). In de derde plaats zal een deel (de eerste twaalf regels) van een jeugdwerk van Descartes' Regulae ad directionem ingeniiaan de orde komen, waarin - zij het met weer eigen accenten - de eerste bouwstenen voor Descartes' befaamde methode worden ontwikkeld. Ten slotte wordt ook enige aandacht gegeven aan het eerste deel van Descartes' laatste werk Les passions de l'âme (1649) handelend over psychologie en moraal in het verlengde van het lichaam-ziel-dualisme.
dit college wordt gegeven in het studiejaar 2007-2008.
doel
Argwaan wekken ten opzichte van historiografische categorieën.
inhoud
Het wezen van het nominalisme is zijn anti-essentialisme, hetgeen in dit college aan de hand van de term 'nominalisme' wordt gedemonstreerd. Na een inleiding op het nominalisme van Ockham gaan we kort in op het nominalisme van Quine en dat van Foucault en werpen we de vraag op of de term 'nominalisme' in alle gevallen hetzelfde beduidt.
literatuur
wordt in het college bekend gemaakt.
toetsing
paper van 3-5 blz. en mondeling tentamen.
naam
College, Domein IV: Hoofdthema's in de joodse filosofie
Inzicht in de rol van de metafysica binnen de klassieke wetenschapsconceptie.
inhoud
De eerste filosofie, ook wel metafysica genoemd, heeft in de middeleeuwen een ingrijpende wijziging ondergaan. Haar onderwerp werd niet langer theologisch, maar primair ontologisch geïnterpreteerd - een heroriëntatie, die niet zonder invloed was op het statuut dat aan deze eerste wetenschap werd toegekend. In het college gaan we nader in op de onderscheiding van algemene en bijzondere metafysica, die voor het eerst in de veertiende eeuw werd gemaakt. Deze onderscheiding valt te verklaren door de ontologische wending die de metafysica in de middeleeuwen nam, en is beslissend voor de ontwikkeling van de metafysica naar Kant toe en zelfs tot na Kant (vgl. de late Schelling!).
literatuur
W. Goris: The Scattered Field. History of Metaphysics in the Postmetaphysical Era. Louvain: Peeters 2004;
Primaire literatuur wordt tijdens het college in een reader beschikbaar gesteld.
toetsing
Mondeling tentamen over de collegestof aan de hand van een schriftelijk studieverslag van drie tot vijf pagina's. In het studieverslag worden de voornaamste thema's en problemen die aan de orde zijn geweest in eigen woorden kernachtig samengevat, zo mogelijk met commentaar
voorkennis
Inleidingen antieke filosofie (150008) en middeleeuwse filosofie (150009).
naam
College, domein IV: Engels Empirisme: Locke en Hume
code
157407
docent
prof.dr. W.R. de Jong (kamer 13A-37, tel. (020) 59 86682, e-mail wr.de_jong@ph.vu.nl)
studiepunten
6
periode
Dit college wordt gegeven in studiejaar 2007-2008.
doel
De ontwikkeling van de vaardigheid om wijsgerige teksten historisch-kritisch te analyseren. Het verkrijgen van inzicht in fundamentele posities, thema's en veronderstellingen van het zogenaamde Engels empirisme. Dit alles met een zekere nadruk op epistemologie, taalfilosofie en ontologie.
inhoud
Gedurende het college zullen we teksten van John Locke (1704) en David Hume behandelen. Met name Lockes Essay concerning Human Understanding (een selectie) en Humes An Enquiry concerning Human Understanding; daarnaast bespreken we ook Humes Dialogues concerning Natural Religion. De aandacht zal vooral uitgaan naar epistemologische opvattingen en problemen zoals het onderscheid tussen knowledge en belief (opinion), de theory of ideas, het probleem van het scepticisme, de trits taal-denken (kennen)-werkelijkheid en het representationalisme, maar bijvoorbeeld ook naar de verhouding tussen kennis en (religieus) geloof.
toetsing
mondeling tentamen over literatuur en collegestof en daarnaast een paper.
voorkennis
Module 150010 Inleiding moderne filosofie
naam
College, domein IV: Metafysica als eerste en laatste wetenschap
Inzicht in de rol van de metafysica binnen de klassieke wetenschapsconceptie.
inhoud
De eerste filosofie, ook wel metafysica genoemd, heeft in de middeleeuwen een ingrijpende wijziging ondergaan. Haar onderwerp werd niet langer theologisch, maar primair ontologisch geïnterpreteerd - een heroriëntatie, die niet zonder invloed was op het statuut dat aan deze eerste wetenschap werd toegekend. In het college gaan we nader in op de onderscheiding van algemene en bijzondere metafysica, die voor het eerst in de veertiende eeuw werd gemaakt. Deze onderscheiding valt te verklaren door de ontologische wending die de metafysica in de middeleeuwen nam, en is beslissend voor de ontwikkeling van de metafysica naar Kant toe en zelfs tot na Kant (vgl. de late Schelling!).
literatuur
W. Goris: The Scattered Field. History of Metaphysics in the Postmetaphysical Era. Louvain: Peeters 2004;
Primaire literatuur wordt tijdens het college in een reader beschikbaar gesteld.
toetsing
Mondeling tentamen over de collegestof aan de hand van een schriftelijk studieverslag van drie tot vijf pagina's. In het studieverslag worden de voornaamste thema's en problemen die aan de orde zijn geweest in eigen woorden kernachtig samengevat, zo mogelijk met commentaar.
voorkennis
Inleidingen antieke filosofie en middeleeuwse filosofie.