14. Vermist
‘’De situatie is ernstig, Shen Hattari. We moeten er wel iemand op uit sturen.’’ Zei Wakuri Hattari. ‘’Beste broeder, we kunnen hier geen mentors missen aangezien we onder continu vuur liggen van vijandige levensvormen!’’ Zei Shen Hattari.
‘’Maar als één van de beste Academies kunnen we het ons niet veroorloven nog een leerling te verliezen! Één dode leerling is al genoeg!(*)’’ Riep Wakuri Hattari boos.
‘’Je hebt gelijk! We sturen cadets om Zephyr op te sporen!’’ Zei Shen Hattari.
Wakuri knipperde verward met zijn ogen. ‘’W, wat? U stuurt leerlingen op een zoektocht en riskeert hun leven?’’ Wakuri kon zijn oren niet geloven.
‘’Niet zomaar leerlingen, maar de beste die we hebben! Bovendien ik wil Zephyr veilig en wel thuis hebben.’’ Zei Shen. Wakuri sloeg zijn hand voor zijn hoofd. ‘’Dit is gekkenwerk.’’ Zei Wakuri. ‘’Weet je? Het klinkt zo gestoord dat het nog zou lukken ook!’’ Zei Wakuri opgewekt. Shen glimlachte tevreden. ‘’Wie kiezen we uit?’’ Vroeg Shen.
‘’Laten we om vrijwilligers vragen.’’ Zei Wakuri. ‘’Akkoord.’’ Antwoordde Shen.
De zoemer ging, met tientallen tegelijk perstten de leerlingen zich door de grote deur naar de kantine. Ook Jack en Flora zaten in die verstopping. ‘’Hmmpf! Kun je niet wat opschuiven?’’ Vroeg Flora geïrriteerd. Met een luide plop kwam de klomp leerlingen los. Flora snakte naar adem toen ze bevrijd was uit de kluit leerlingen. Flora zocht Jack. Jack lag op de grond met een paar voetafdrukken op zijn buik. ‘’Owww shit.’’ Kreunde Jack. Ik hurkte naast Jack neer. ‘’Heb je pijn?’’ Vroeg ik. ‘’Alleen als ik met mijn ogen knipper.’’ Antwoordde Jack droog. Flora hielp Jack opstaan en samen liepen ze naar het enige nog lege tafeltje. De feestzaal was tegelijkertijd ook onze kantine, nou ja kantine is wel minuscuul uitgedrukt. Feestzaal past meer bij de beschrijving. De feestzaal was gedecoreerd in een Andere stijl. Het was net alsof je een reusachtige kathedraal binnenstapte. Kaarsen zweefden boven de tafels met behulp van magnetisme. De bar waar je eten kon ophalen stond bij het luchtorgel. Bar? Het was meer een lange lopende band. Normaal krijgen we altijd pillen met alle voedingstoffen die we nodig hebben maar vandaag is er blijkbaar een speciale dag want de tafels stonden vol met exotisch eten waar ik nog nooit van had gehoord.
Er stonden kaartjes naast ieder gerecht maar ze waren in het Engels, ik grijnsde naar Jack. Jack grijnsde terug. Alleen wij zouden kunnen lezen wat we gaan eten.
Onder het eerste gerecht stond een kaartje met:
Chicken
Jack en ik bestelden allebei wat ‘chicken’ en gingen terug aan tafel zitten.
Nu vraag je, je zeker af waarom ik met Danny kon communiceren als ik geen Engels kan? Wel, dat is voor mij ook een raadsel! Ik denk persoonlijk dat Danny Engels hoorde terwijl ik geen Engels sprak. Ik snap er ook niets van hoor.
‘’Hoe vind je de chicken?’’ Vroeg ik aan Jack. ‘’Geweldig! Maar ik vraag me af wat chicken betekent.’’ Antwoordde Jack. Ik haalde mijn schouders op. Hoe kan ik dat nou weten? Hij is Engels expert, niet ik!
(* Zie hoofdstuk 8, Zephyr is vermist en Liander gedood.)
‘’Attentie! Beste cadets, hier volgt een mededeling.’’ Abrupt stopte het gepraat aan de tafels, alle gezichten keken in de richting van de ingang. Met een zeer ernstig en streng gezicht marcheerden Taejo, Wakuri, Shen en zelfs Chris over het pad. Het gebonk van hun laarzen echode door de gangen. ‘’Dat is pas discipline!’’ Fluisterde Jack vol respect in mijn oor. Ik knikte. ‘’Ik heb de leerkrachten nog nooit zo imposant gezien.’’ Fluisterde ik terug. Chris draaide zijn hoofd om en keek me aan met een strenge blik. Ik hoorde een klik, een mechanisme trad in werking, de bartafel transformeerde in vier luxueuze fauteuils. Niemand maakte een geluid. Zelfs geen kuchje. De mentors namen plaats. Wakuri kuchte. Voor de eerste stoel gleed een luik open, een klein podium met een microfoon gleed omhoog. Wakuri stond op en testte de microfoon.
‘’Beste cadets, tot mijn spijt moet ik mededelen dat Liander niet aanwezig zal zijn.’’ Zei Wakuri vol berouw maar toch erg krachtig. Niemand zei iets. Alleen Chodi schuifelde ongemakkelijk met haar voeten. (Chodi is de verkering van Liander.)
Wakuri bespeurde de gezichten van de cadets. ‘’Jullie vragen je vast af waarom?’’ Merkte Wakuri op. ‘’Ook enig idee waar Zephyr is?’’ Vroeg Wakuri poeslief.
De meeste cadetts schudden hun hoofd. ‘’Vermist! Is Zephyr! Dood is Liander!’’ Tierde Wakuri. Een ontzet gemompel steeg op in de feestzaal. ‘’Liander is dood?’’ ging de fluistering als een zuchtje wind door de groepen. Als Chodi het had gekund, zou ze in huilen uitbarsten. Wakuri ging terug zitten. Shen Hattari stond op en liep statig naar het podium. Shen verhief zijn stem. ‘’Vandaag is de dag dat er iets moet gebeuren! Vandaag moeten we denken aan morgen! Vandaag moeten we het verleden laten rusten want vandaag gaan we Zephyr redden! Vandaag gaan we ervoor zorgen dat er nooit meer iemand word ontvoerd! VANDAAG!’’ Shens peptalk was geweldig. Met luid gejuich en gewoel stond de menigte op, zelfs ik klapte impulsief mee! Jacks uitstraling voelde als die van een veteraan, een oorlogsveteraan die weer tot leven werd gewekt. Shen had geen microfoon nodig voor zijn peptalk. Dit is één van de weinige momenten waarop ik twijfel of Shen Hattari wel een programma is. Hij komt zo menselijk over! Uiteindelijk weet ik wel dat hij geen mens is maar toch...
Met (het leek erop) tegenzin ging Shen Hattari weer zitten. Chris Kuissen stond op en liep op het podium af. ‘’Alle leerlingen op Donderkamp en op vakantie zal ik nu terugroepen omdat hun schooljaar vanaf nu is vervroegd. Nood breekt wet.’’ Zei Chris trillerig. Chris was het blijkbaar niet gewend om honderden cadets tegelijkertijd aan te spreken. Chris riep een paar vliegende ultradieren en strooide chips voor hun neuzen. Gretig aten de ultradieren de chips op. (Deze chips zijn de boodschappen voor de afwezige leerlingen.) Met een fier armgebaar stuurde Chris de ultradieren op pad. Het geluid van flapperende vleugels vulde de zaal, en net zo snel als dat ze waren gekomen verdwenen de ultradieren weer. Chris ging klaarblijkelijk opgelucht terugzitten. Taejo stond op en liep statig naar het podium. Taejo sloot zijn ogen.
‘’Gelieft bij velen maar gezien bij weinigen. Dat is de veel gebruikte beschrijving voor mij, maar weten jullie ook waarom? Al die tijd dat ik afwezig was heb ik naar Zephyr gezocht en al die tijd hebben jullie mij nodig gehad.’’ Zei Taejo.
‘’Als we Zephyr willen redden moeten wij mentors hier blijven, zodat jullie groot en krachtig worden. Daarom ligt vanaf nu Zephyrs leven in jullie handen! Ik heb vrijwilligers nodig die bereidt zijn om op deze uiterst gevaarlijke zoektocht te gaan.’’ Taejo speurde de menigte af. ‘’Vijf vrijwilligers is alles dat ik nodig heb!’’ Vervolgde Taejo.
‘’De inzamelingsacties zijn deze week, dit geldt ook voor de vakantiegangers en lagere klassen.’’
Zei Taejo. Taejo verliet het podium, met een luid gezoem klapten de fauteuils en het podium terug. Even statig als de mentors waren gekomen verlieten ze de feestzaal weer.
Vlak naast de bar stond een kleine brievenbus, als je daar en briefje met je hand tekening indoet meld je, je aan als vrijwilliger. Er was een kring verzameld rondom de brievenbus. Ik trok Jack mee naar de kring. ‘’W, wat ga je doen? Flora ik wil helemaal niet...’’ Protesteerde Jack. ‘’Ssst!’’ Siste ik terug. Ik hoorde de kring mompelen, Chodi hield met trillende handen een holopiertje met haar naam boven de brievenbus.
Chodi schoof het holopier door de gleuf. Met een gebogen hoofd liep Chodi weg, onder luid gejuich van de andere cadets. ‘’Jack ik ga me ook aanmelden! School is saai.’’ Zei ik. Jack rolde met zijn ogen. ‘’Heb je enig idee hoe belangrijk deze school is?’’ Vroeg Jack. Ik dacht na, Jack heeft gelijk. Ik liep op de brievenbus af, maar Jack hield me tegen. ‘’Flora! Er is geen weg meer terug. Doe het niet!’’ Jack keek me smekend aan. ‘’Goed dan, ik gun mezelf nog twee dagen bedenk tijd.’’ Zei ik tegen Jack. Jack slaakte een zucht van opluchting. ‘’Ik zie je over twee lesuren!’’ Riep ik Jack na. Ik Sprintte door de gangen naar lokaal B315.
‘’Uiw, uiwui!’’ Klonk het vanachter Rayda’s slaapkamer raam. Vermoeid schoof Rayda haar gordijnen open. Het ultradier krabbelde tegen het glas. Rayda deed het raam open. Het ultradier struikelde bijna over zijn eigen pootjes.
‘’*Zucht*, waarom weet ik toch altijd van te voren dat school nooit goed nieuws brengt?’’ Zuchtte Raya geïrriteerd. Rayda bood het ultradier een bakje met spijkers gedrenkt in olie aan. Gretig trippelde Dazzle erop af. Dazzles nagels tikten tegen de vloer. ‘’Hier.’’ Riep Rayda gebiedend. Dazzle kende dat commando, hij haat het.
Met tegenzin liep Dazzle naar Rayda toe. Dazzles vacht trilde, Dazzle piepte.
Dazzle kokhalsde; met een gorgelend geluid kotste Dazzle de chip uit.
‘’Ewww, getver!’’ Zei Rayda vol weerzin. Rayda rende de trap af, naar de keuken en pakte een barbecue tang uit de lade. Zo snel mogelijk haastte Rayda zich weer omhoog. Het kots van het ultradier leek verdacht veel op plasma. ‘’O, o, o BAH! Waarom per se een ultradier zonder manieren! WAAROM!’’ Riep Rayda. Trillerig bracht Rayda haar tang in de richting van de chip. Ze pakte de chip. Dazzle at gulzig van Rayda’s kom met spijkers. ‘’bah, bah en nog eens bah!’’ Rayda wierp de chip in de wasbak en draaide de kraan open. Rayda pakte de schone chip en ging terug naar haar kamer. ‘’O Moederstorm!’’ Riep Rayda. Dazzle had haar hele kleding kast overhoop gehaald; de hele vloer lag onder de gothic en punk kleding.
Dazzle likte de vloer schoon. ‘’Kssst! Ga weg!’’ Dazzle keek Rayda aan met een wat-heb-ik-nou-verkeerd-gedaan blik. Dazzle likte nog het laatste restje viezigheid op en vloog door het raam, om daarna achter de wolken te verdwijnen.
Verveeld keek Flora uit het raam. Weer theorieles. Jufvrouw Eugenia stond achter de lessenaar dingen uit te leggen. De lege stoel naast mij was van Rayda.
Hoewel Rayda eigenlijk niks doet behalve kauwgumpjes onder aan de tafel plakken mis ik haar aanwezigheid eigenlijk wel. ‘’Dus, wat zou een potentieel wapen zijn tegen een metafectie?’’ Vroeg Eugenia. Ik schrok op uit mijn overpeinzingen.
Een jongen stak zijn hand op. ‘’Ja, Dotum?’’ Vroeg Eugenia. ‘’Dat ligt eraan in welke definitie u wapen bedoeld, om hem te doden of om hem uit te schakelen.’’ Zei Dotum.
‘’Slim opgemerkt Dotum!’’ Zei Eugenia. ‘’In dit geval bedoel ik genezen.’’ Zei juf Eugenia. Plotseling was mijn interesse gewekt. Dit kon nog wel eens nuttig zijn, inplaats van zo’n saaie les. Dotum wilde iets zeggen maar sloot zijn mond weer.
‘’Weet jij het, Flora? Je let ook zo goed op!’’ Dat laatste zei Eugenia expres.
‘’Uhm, uh.’’ Haastig gluurde ik op het digitale schoolbord maar dat sloot abrupt af toen ik probeerde te gluren. ‘’Er komt geen enkel zinnig woord uit, niet waar cadet?’’ Vroeg Eugenia boos. Ik schaamde me, en als het had gekund, zou ik nu blozen.
‘’Hoewel het medicijn verschilt per persoon mag er over het algemeen het volgende in voorraad mogen worden genomen: ongeveer 5 milliliter bloed van de persoon die u wilt genezen, een handvol gemalen kranonium, 2 forentis en voor het geval dat; een aantal krachtige lykans. Zo snel als ik kon noteerde ik haar opsommingen.
‘’De volgende keer zal ik jullie wat leren over het manipuleren van cyberspace.’’ Meldde jufvrouw Eugenia. ‘’Haar lessen worden met het jaar interessanter!’’ Zei ik tegen een klasgenoot. Dotum knikte instemmend.
Ik liep door de gang op naar de leswisseling totdat ik Jack tegenkwam:
‘’Yo, Jack mattie!’’ Riep ik opgelaten. ‘’Zeg Flora ben je high ofzo?’’ Vroeg Jack onderzoekend. ‘’Nee joh, ik heb alleen iets super interessants geleerd bij jufvrouw Eugenia!’’ Zei ik. ‘’Wat dan?’’ Vroeg Jack. Ik vertelde Jack wat ik die les zojuist had geleerd. ‘’Dat kan nog van pas komen als je inderdaad meegaat met de vrijwilligers.’’ Zei Jack. Ik knikte opgewonden. Ik Sprintte naar de feestzaal, er stond niemand rond de brievenbus. Ik griste een holopiertje en pakte de potlogram die ernaast lag en schreef mijn naam erop. ‘’Stop!’’ Ik keek om. ‘’Als jij gaat ga ik ook! Vrienden voor het leven!’’ Riep Jack. Ik glimlachte, ik wist wel dat ik hem kon rekenen. Jack pakte ook een holopiertje en schreef zijn handtekening erop. ‘’Samen! Één, twee, drie!’’ Zeiden Jack en ik tegelijk, samen schoven we de briefjes erin. Achter me hoorde ik een klasgenoot krijsen. ‘’Ik geef je alles wat je wilt als je mij maar loslaat!’’ Krijste Dotum.
‘’Waar... is... Flora!’’ Brulde Dotums aanvaller. ‘’I, in de kantine!’’ Stotterde Dotum.
Met een krachtige slinger ging de poort open, Jack en ik keken ernaar.
‘’RAYDA IN DA HOUSE!’’ Ik voelde me geweldig, ik voelde me weer helemaal opwarmen aan de gedachte om weer samen te zijn. Rayda rende op ons af.
‘’Groepsknuffel!’’ Riep Jack. ‘’Yo, hebben jullie je al aangemeld voor dat avontuur?’’ Vroeg Rayda. ‘’Ja, hoe weet jij daarvan.’’ Vroeg ik. Rayda hield een chip omhoog die nog nat was van het... geen idee. ‘’Ultradieren.’’ Zei Rayda droog. ‘’Dachten jullie nou echt op avontuur te gaan zonder mij?’’ Vroeg Rayda grappend. Met een snelle armbeweging duwde ze haar kaartje in de brievenbus. ‘’Kom op, het is tijd dat jullie me gaan vertellen wat er allemaal is gebeurd terwijl ik weg was.’’ Zei Rayda.
Dostları ilə paylaş: |