Wat nou, stigma?!


Resumerend: veel typen, weinig stigma



Yüklə 255,27 Kb.
səhifə10/10
tarix22.12.2017
ölçüsü255,27 Kb.
#35694
1   2   3   4   5   6   7   8   9   10

4.5 Resumerend: veel typen, weinig stigma


Bovenstaande typologie van Marokko.nl toont meer variatie in de typen van online samenzijn dan je zou verwachten op basis van de beschikbare literatuur. Het forum lijkt ten minste drie verschillende functies te hebben voor haar leden. Van een verzetsgrond tegen de publieke opinie tot een religieuze ontmoetingsplaats tot een veilige ruimte om gevoelige thema’s aan te roeren. Opvallend is dat de actieve leden zich ook heel strikt lijken te houden aan die verschillende sociale functies die het forum in zich heeft. De leden die zich mengen in de religieuze debatten zijn bijvoorbeeld zelden tot nooit te vinden binnen de actuele discussies.

Bij het merendeel van de leden lijkt bovendien offline stigma geen rol te spelen in de activiteit online. Gezien de bestaande literatuur die wel doorspekt is met verwijzingen in die richting, is dit een opvallend gegeven. Het is niet aannemelijk dat leden wel kampen met stigmatisatie en daarom participeren op een dergelijk forum, zonder dat dit uit hun reacties blijkt. De Koster stuitte op Stormfront.org voortdurend op leden die hun offline ervaringen met elkaar delen. Van hatelijke opmerkingen binnen de familiekring tot een gebrek aan acceptatie op de werkvloer. “We are a threatened species, and the hunt is open”, zo schrijft één van de Stormfront.org-leden.

Bij Marokko.nl is hiervan geen sprake. Hoewel leden wel open tal van problemen en kwesties met elkaar delen. Van huwelijksproblemen tot seksuele kwesties en van diepzinnige religieuze teksten tot geloofstwijfels. Want ook over hun geloofsbeleving is er veel openheid te bespeuren op het forum, de gelovigen zijn warm en eerlijk naar elkaar toe. Er lijkt dus geen sprake van schaamte als het gaat om het delen van persoonlijke aangelegenheden op het forum. Bovendien: daar waar stigma wel de trigger achter het online samenzijn lijkt te zijn, komt dit ook duidelijk naar voren in de berichten en de tone of voice van de discussies.

Ik duik in het volgende en laatste hoofdstuk dieper in op de bevindingen in dit hoofdstuk. En de implicaties hiervan.



Hoofdstuk 5




5.1 Inleiding


Deze scriptie vroeg zich af of de grootscheepse forumbezigheden van Marokkanen in Nederland inderdaad terug te voeren is op stigmatisatie, zoals veel auteurs lijken te suggereren. Allereerst is er daarom gekeken in welke typen van online samenzijn de participatie van Marokkanen op Marokko.nl – het grootste Marokkaanse forum van Nederland – is te onderscheiden. Vervolgens is bij elk type de vraag gesteld of deze vorm van online samenzijn voortkomt uit stigmatisatie in de samenleving.

Mijn conclusie is niet alleen dat de online aanwezigheid van Marokkanen meer verscheidenheid vertoont dan verschillende auteurs schetsen, maar bovendien dat niet alle participatie is terug te voeren op stigmatisatie. En zelfs als er sprake is van een link tussen de online aanwezigheid van Marokkanen en stigmatisatie, werkt deze anders dan eerdere onderzoeken lijken te suggereren.



5.2 Conclusie


Het niet gevonden toevluchtsoord als type van online samenzijn toont aan dat de internetactiviteit van Marokkanen en de potentiële last van een stigma geen één op één-relatie is, deze link is complex. En waar veel auteurs stigmatisering door hun gehele verklaring laten lopen als ware het een smet dat op de gehele groep van toepassing is, blijkt uit mijn onderzoek dat een groot gedeelte van de internetactiviteiten van Marokkanen niets te maken heeft met het negatieve klimaat in Nederland. Maar voortkomt uit een drang om religieuze thema’s te bespreken of gevoelige privézaken aan te kaarten in een veilige, anonieme omgeving. Waarschijnlijk laten teveel onderzoekers zich nog beïnvloeden door de notie dat alleen de “socially cripples adolescents” – zoals Rheingold het noemt (1993, p. 324) – zich onderdompelen in een online wereld. Online aanwezigheid krijgt hiermee onbewust een zielig label opgeplakt, maar internet is in deze tijd niet meer de steen waar jongeren en ouderen onder weg kunnen kruipen. Het is een vanzelfsprekend medium om te communiceren.

Opvallend in de bestaande literatuur is dat internet wordt geschetst als een veilige ruimte, een soort bubbel. Maar het digitale is dermate vervlochten in het dagelijks leven dat dat wat zich offline afspeelt, ook online zijn uitwerking heeft. Het world wide web is immers “not a seperate and distinct social sphere” (Howard, Rainie, & Jones, 2002, p. 48). Dit uit zich op Marokko.nl concreet met de prominente aanwezigheid van autochtone leden. Internetfora zijn sowieso veelal een open medium. De maatschappelijke drukte rondom de Marokkaanse groep heeft steeds meer Nederlandse leden naar Marokkaanse fora gelokt, met als gevolg is het forum geen eenduidige samenklontering van gelijke geesten.

Het forum is juist het terrein waar ook Nederlandse criticasters van het minderhedenbeleid actief zijn. Waarmee Marokko.nl voor de potentieel gestigmatiseerden niet fungeert als locatie waar men gelijkgezinden ontmoet, zoals Stormfront.org dat voor haar gestigmatiseerde leden functioneert als een “safe haven”. In tegendeel: het forum lijkt juist voor leden die kampen met stigmatisatie waarde te hebben vanwege de aanwezigheid van de gehate Hollanders. Het geeft het platform het aanzien van een confrontatiezone. De aanwezigheid van Nederlanders op Marokkaanse fora is veelal genegeerd door onderzoekers, maar juist het samenspel tussen de twee groepen laat zien welke betekenis het online samenzijn heeft. Het gaat juist om De Ander.

In perspectief: het rechtse Stormfront waar De Koster en Houtman hun toevluchtsoord-theorie hebben ontwikkeld, legt haar nieuwe leden een beperkte toegang op. Dit is redelijk uniek in de wereld van internetfora. Stormfront-moderators lezen reacties van nieuwe leden in eerste instantie na voordat ze daadwerkelijk op het forum verschijnen. Dit om na te gaan of de nieuwe aanwinsten daadwerkelijk fan zijn van de white pride world wide-ideologie. Hiermee ontstaat een redelijk homogene groep, want nieuwe leden die zich niet conformeren, worden geweerd. Marokko.nl is anders ingericht, er wordt niet gecheckt of nieuwe leden daadwerkelijk fan zijn van de Marokkanen in Nederland. En nieuwe leden mogen meteen posten. Natuurlijk zijn er moderators actief die bij racistische of anders kwetsende uitingen IP-blokkeringen kunnen opleggen, maar dit voornamelijk open beleid zorgt voor soms harde tegenstellingen in vooral de discussies die inhaken op actuele gebeurtenissen.

Dit maakt Marokko.nl tot een minder veilige omgeving om als gestigmatiseerden onder elkaar te vertoeven. Sterker nog: uit mijn onderzoek blijkt dat een gedeelte van het forum waar stigma wel degelijk een rol speelt, eerder te categoriseren is als een confrontatiezone. Geen locatie waar de gestigmatiseerden zich binnen een eigen domein terugtrekken, maar een oord waar ze de discriminatie te lijf gaan. De aanwezigheid van de autochtone leden is juist een aantrekkingskracht voor deze Marokkaanse participanten.

Wellicht is het duidelijke verschil tussen Stormfront.org en ook RefoAnders.nl enerzijds en anderszijds Marokko.nl te verklaren vanuit wat Erving Goffman “the issue of the visibility of a particular stigma” (Goffman, 1963, p. 48). In geval van mensen met afwijkende ideeën, zoals de rechts-extremisten die zich op Stormfront.org verzamelen, is het stigma in het offline redelijk makkelijk te verbergen door discussies over politiek te vermijden. Veel leden van Stormfront.org doen dit dan ook, om afwijkende reacties te voorkomen. “If people at work (…) know you are a right-wing extremist, this would greatly disturb the atmosphere”, zo weet één van de Stormfront.org-leden. En een ander merkt op: “Freedom of expression and democracy are an illusion.” Het maakt Stormfront.org één van de weinige locaties waar ze vrijelijk hun mening kunnen spuien. Zonder tegenspraak. Waar ze feitelijk hun stigma kunnen uitdragen. Ook leden van RefoAnders.nl die het forum kenmerken als toevluchtsoord, verbergen in het dagelijks leden krampachtig hun stigma: een seksuele voorkeur in hun geval. Dit uit angst voor discriminatie en verlies van status (De Koster, 2010, p. 559).

De potentie om hun stigma te verbergen in het dagelijks leden is voor leden van RefoAnders.nl en Stormfront.org tegelijkertijd een zegen en een vloek. Een zegen: omdat het hiermee mogelijk is om voor normaal door te gaan en daadwerkelijke discriminatie te voorkomen. Een vloek: omdat het sociale isolatie in de hand werkt. De auteurs merken op dat deze groepen allebei weinig tot geen hoop op verandering van de situatie hebben. Ze hebben het in dit verband over een fatalistisch wereldbeeld. “They are detached from society at large, believing nothing can be done to their position, and in the virtual community found on Stormfront they turn away from people thought to hold different views as much as possible” (De Koster & Houtman, 2008, p. 1170).

Marokkaanse jongeren kunnen echter hun etnische achtergrond niet verbergen. Onderzoeker Paul Geense wijst er in dat licht op dat veel Marokkaanse jongeren doordrongen zijn van hun verbondenheid – wellicht tegen wil en dank – aan Nederland. Deze groep Marokkanen voelt meer de noodzaak zich te wortelen. En dus de negatieve beeldvorming aan de kaak te willen stellen, in een poging verandering te veroorzaken. “Anders dan hun ouders oriënteren jonge moslims zich voor hun toekomst in Nederland, omdat terugkeer voor hen geen reële optie is. Hierdoor zijn jongeren gevoeliger voor stigmatisering en eerder geneigd zich daartegen te verzetten” (Geense, 2001, p. 27). De conclusie van deze scriptie dat de online participatie van Marokkanen die kampen met stigmatisatie offline zich niet uit als een toevluchtsoord betekent steun voor de aanwijzingen die uit het onderzoek van Koen Leurs (2012) te onttrekken zijn. Hij hechtte veel waarde aan de macht die jongeren ontlenen aan de participatie op internetfora, aan de mogelijkheid zelf hun stem kunnen laten horen. En suggereerde zelfs dat deze vorm van internetgebruik de groep hoop geeft op verandering in de toekomst. (Leurs, Koen, 2012, p. 156).

Goffman omschreef al dat individuen verschillend kunnen reageren op een stigma. In plaats van zich te verstoppen, “the stigmatized individual may attempt to approach mixed contacts with hostile bravado” (Goffman, 1963, p. 18). Naast machteloosheid kan stigmatisatie dus een bepaald verzet oproepen. Internet heeft binnen deze invalshoek een mobiliserende functie waarbij gestigmatiseerden elkaar opzoeken in een poging wat te doen aan een ongemakkelijk aanvoelende maatschappij. Dit lijkt het geval te zijn op Marokko.nl. Wellicht dat de zichtbaarheid van een stigma in het dagelijks offline leven een belangrijke rol speelt in hoe forumparticipatie zich online ontpopt. Dat is iets dat verder onderzoek moet aantonen.
Marokko.nl is echter meer dan een verzetsgrond voor gestigmatiseerde Marokkanen. Het is ook een ontmoetingsplaats voor jongeren die kampen met andere dilemma’s dan een maatschappelijk stigma. Van relationele kwesties tot religieuze worstelingen. Hieruit blijkt dat individuen zich tot internet kunnen keren op zoek naar gelijkgezinden, zonder dat dit meteen verband houdt met stigmatisatie in de offline samenleving. Er zijn ook andere redenen om op internfora op zoek te gaan naar gelijke geesten.

Onderzoeker Martijn de Koning wierp al op dat internet kan fungeren als een religieuze vraagbaak voor jonge Marokkanen, hij maakte hierbij echter geen onderscheid tussen verschillende religieuze functies van fora. Deze scriptie wijst op het verschil tussen religieuze twijfelaars die op zoek zijn naar hulp op het geloofspad en de meer consequent actief gelovigen die digitaal teksten verspreiden en consumeren ter bemoediging van hun religie. Verder onderzoek zou deze functies kunnen koppelen aan een offline situatie. Zo suggereert Leurs dat het digitale vooral aantrekkelijk is voor jonge Marokkanen die kampen religieuze dilemma’s vanwege de afwezigheid van ouders en/of een imam (Leurs, Koen, 2012, p. 149). Om hiervoor bevestiging te zoeken, zou je dieper in de offline situatie van de doelgroep moeten graven. Deze scriptie geeft hiermee wel een voedingsbodem voor verder onderzoek, ook als het gaat om deze meer specifieke religieuze functies van een forum als Marokko.nl.

Deze scriptie geeft in ieder geval een aanzet, weg van de door stigmatisatie besmette literatuur als het gaat om de forumparticipatie van Marokkaanse jongeren. En in weerwil van auteurs die de internetbezigheden van deze groep willen kenmerken als een hoekje om in weg te kruipen, toont dit onderzoek bovendien aan dat het digitale ook een plek is om je stem te laten horen. Om op de barricaden te klimmen en de stigmatisatie verbaal te lijf te gaan. Een forum zoals Marokko.nl is hiermee geen toevluchtsoord, geen plek om van de radar te verdwijnen, om weg te vluchten. Maar juist een podium, met ambities om het te schoppen tot het maatschappelijke debat dat zich nog veelal offline afspeelt.

Bibliografie

Babbie, E. (2007). The Practice of Social Research. Belmont, United States of America: Thomas Wadsworth.

Bakardjieva, M. (2005). Internet Society: The Internet in Everyday Life. London, Thousand Oaks, New Delhi: SAGE Publications Ltd.

Bakardjieva, M. (2003). Virtual Togetherness: An Everyday-Life Perspective. Media, Culture & Society , 25 (3), 291-313.

Bakardjieva, M., & Feenberg, A. (2000). Involving the Virtual Subject. Ethics and Information Technology , 2 (4), 233-240.

Berry, D. M. (2004). Internet Research: Privacy, Ethics and Alienation: an Open Source Approach. Internet Research , 14 (4), 323-332.

Blanchard, A., & Horan, T. (1998). Virtual Communities and Social Capital. Social Science Computer Review , 16 (3), 293-307.

Blevins, K. R., & Holt, T. J. (2009). Examining the Virtual Subculture of Johns. Journal of Contemporary Ethnography , 38 (5), 619-648.

Brouwer, L. (2006). Dutch Moroccan Websites: A Transnational Imagery? Journal of Ethnic and Migration Studies , 32 (7), 1153-1168.

Brouwer, L. (2006). Islam as a symbol of protest: Reactions of Dutch-Moroccan youths to the Debate on Islam. COMPAS Working Papers .

Caroll, L. (1993). Alice in Wonderland and Trough the Looking Glass. Hertfordshire: Wordsworth.

Dagevos, J., & Gijsberts, M. (2007). Jaarrapport Integratie . Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

De Koning, M. (2008). Zoeken naar een 'Zuivere' Islam: Geloofsbeleving en identiteitsvorming van jonge Marokkaans-Nederlandse moslims. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker.

De Koster, W. (2010). Contesting Community Online: Virtual Imagery among Dutch Orthodox Protestant Homosexuals. Symbolic Interaction , 33 (4), 552-577.

De Koster, W. (2010). 'Nowhere I Could Talk Like That': Togetherness and Identity on Online Forums. Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam.

De Koster, W., & Houtman, D. (2008). 'Stormfront Is Like a Second Home to Me': On Virtual Community Formation by Right-Wing Extremists. Information, Communication & Society , 11 (8), 1155-1176.

De Waal, M. (2003). Soms op de kaasmanier, soms op onze manier. In H. Blanken, & D. Mark, De mediarevolutie: 10 jaar www in Nederland (pp. 146-167). Amsterdam: Boom.

Derksen, M. (2006, juni 6). Cijfers en feiten. Retrieved juli 27, 2012, from Marketingfacts: http://www.marketingfacts.nl/berichten/20060604_fok_partyflock_en_tweakers_in_wereldwijde_top_20

D'Haenens, L. (2003). ICT in Multicultural Society: The Netherlands: A Context for Sound Multiform Media Policy? International Communication Gazette , 65 (4-5), 401-421.

D'Haenens, L., Koeman, J., & Saeys, F. (2007). Digital Citzenship among Ethnic Minority Youths in The Netherlands and Flanders. New Media & Society , 9 (2), 278-299.

D'Haenens, L., Van Summeren, C., & Saeys, F. (2003). Marokkaanse en Turkse jongeren in Nederland en Vlaanderen gaan digitaal: de rol van de etnisch-culturele positie bij de toegang tot en het gebruik van ICT. Migrantenstudies , 19 (4), 201-214.

DiMaggio, P., Hargitta, E. H., & Robinson, J. P. (2001). Social Implications of the Internet. Annual Review of Sociology , 27, 307-336.

ECRI. (2008). Third Report on the Netherlands. Straatsburg: Raad van Europa.

Eysenbach, G., & Till, J. E. (2001). Ethical Issues in Qualitative Research on Internet Communities. British Medical Journal , 323, 1103-1105.

Fernback, J. (2007). Beyond The Diluted Community Concept: A Symbolic Interactionist Perspective On Online Social Relations. New Media & Society , 9 (1), 49-69.

FORUM. (2010). De positie van moslims in Nederland. Utrecht: FORUM Instituut voor Multiculturele Vraagstukken.

Geense, P. (2001). Internet in het gezin. Rotterdam: Stichting AverroPs.

Gijsberts, M., & Lubbers, M. (2009). Wederzijdse Beeldvorming. In J. Dagevos, & M. Gijsberts, Jaarrapport Integratie (pp. 254-290). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

Goffman, E. (1963). Stigma: Notes on the management of spoiled identity. New York: Simon & Schuster, Inc.

Gross, E. F., Juvonen, J., & Gable, S. L. (2002). Internet Use and Well-Being in Adoloscene. Journal of Social Issues , 58 (1), 75-90.

Hardey, M. (2002). Life Beyond the Screen: Embodiment and Identity Through the Internet. The Editorial Board of The Sociological Review , 570-585.

Howard, P., Rainie, L., & Jones, S. (2002). Days and Nights on the Internet. In B. Wellman, & C. Haythornthwaite, The Internet in Everyday Life (pp. 45-74). Oxford: Blackwell Publishers Ltd.

Jennissen, R., Oosterwaal, A., & Blom, M. (2007). Geregistreerde criminaliteit onder niet-westerse allochtonen en autochtonen. In J. Dagevos, & M. Gijsberts, Jaarrapport Integratie 2007 (pp. 229-246). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

King, S. A. (1996). Researching Internet Communities: Proposed Ethical Guidelines for the Reporting of Results. The Information Society: An International Journal , 12 (2), 119-128.

Kramarae, C. (1998). Feminist Fictions of Future Technology. In S. G. Jones, Cybersociety 2.0 (pp. 100-128). Thousand Oaks: SAGE Publications, Inc.

Kraut, R., Kiesler, S., Boneva, B., Cummings, J., Helgeson, V., & Crawford, A. (2002). Internet Paradox Revisted. Journal of Social Issues , 58 (1), 49-74.

Leurs, Koen. (2012). Digital passages: Moroccan-Dutch Youths Performing Diaspora, Gender and Youth Cultural Identities across Digital Spaces. Enschede: Ipskamp Drukkers.

Linders, L., & Goossens, N. (2004). Bruggen bouwen met virtuele middelen. In J. De Haan, & O. Klumper, ICT en samenleving - Jaarboek 2003 (pp. 121-136). Amsterdam: Boom.

Mamadouh, V. (2003). 11 September and Popular Peopolitics: a Study of Websites Run for and by Dutch Moroccans. Geopolitics , 8 (3), 191-216.

Mandaville, P. (2001). Reïmagining Islam in Diaspora: The Politics of Mediated Community. International Communication Gazette , 63 (2-3), 169-186.

McKenna, K. Y., & Bargh, J. A. (1998). Coming Out in the Age of the Internet: Identity 'Demarginalization' through Virtual Group Participation. Journal of Personality and Social Psychology , 75 (3), 681-694.

Mehra, B., Merkel, C., & Peterson Bishop, A. (2004). The Internet for Empowerment of Minority and Marginalized Users. New Media & Society , 6 (6), 781-802.

Mira Media. (2006). De digitale snelweg als virtueel trefpunt. Utrecht: Mira Media.

Mitra, A. (2004). Voices of the Marginalized on the Internet: Examples From a Website for Women of South Asia. Journal of Communication , 54 (3), 492-510.

Rheingold, H. (1993). The Virtual Community. Reading: Addison-Wesley Publishing Company.

Saunders, M., Lewis, P., Thornhill, A., Booij, M., & Verckens, J. P. (2011). Methoden en technieken van onderzoek. Amsterdam: Pearson Education.

Turkle, S. (1995). Life on the screen. New York: Simon & Schuster Paperbacks.

Wellman, B., Quan-Haase, A., Witte, J., & Hampton, K. (2001). Does the Internet Increase, Decrease, or Supplement Social Capital. American Behavioral Scientist , 45 (3), 436-455.

Werdmölder, H. (2005). Marokkaanse lieverdjes. Amsterdam: Uitgeverij Balans.

Wester, F. (2006). Inhoudsanalyse: theorie en praktijk. Deventer: Kluwer.

Whitlock, J. L., Powers, J. L., & Eckenrode, J. (2006). The Virtual Cutting Edge: The Internet and Adolescent Self-Injury. Developmental Psychology , 42 (3), 1-11.

Bijlage 1: Oproep



Geplaatst op Marokko.nl in februari 2010, als oproep om interviewkandidaten te vinden.
Beste leden,

Mijn naam is Janneke Kok. Ik ben studente Sociologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Als afsluiting van mijn opleiding heb ik besloten mijn scriptie te wijden aan de ervaringen van mensen die actief zijn op het grote en levendige Marokko.nl. Mijn begeleider is Willem de Koster, die onderzoek heeft gedaan op uiteenlopende Nederlandse fora, van Stormfront.org en RefoAnders.nl tot Flitsservice.nl (zie: willemdekoster.nl).

Ik kan mijn scriptie niet tot een goed einde brengen zonder jullie hulp. Mijn vraag: zouden jullie willen meewerken aan mijn onderzoek door middel van een interview? Het liefst persoonlijk, maar als een interview via internet de voorkeur heeft kan dat ook – bijvoorbeeld via MSN Messenger. De verzamelde gegevens worden anoniem verwerkt in het stuk. Ik neem de beroepscode van de Nederlandse Sociologische Vereniging – waarin de bescherming van respondenten hoog in het vaandel staat – hierbij zeer serieus.

Bij de interviews staan de ervaringen van forumgebruikers centraal, het gaat hierbij dus niet om vragenlijst. Je moet meer denken aan een open gesprek, waarbij jullie antwoorden de loop van het interview bepalen. Wel komen in elk vraaggesprek dezelfde thema’s terug. Ik ben nieuwsgierig naar de redenen die mensen hebben om lid te worden van Marokko.nl en de ervaringen op het forum. Natuurlijk krijgen geïnteresseerde leden desgewenst na afloop de resultaten toegestuurd.

Als je wilt meewerken of vragen hebt, kan je een pm sturen of e-mailen naar kok.janneke@gmail.com. Alvast veel dank voor je reactie.

Vriendelijke groet,



Janneke Kok
kok.janneke@gmail.com



1 Te vinden in Bijlage 1: Op Marokko.nl geplaatste oproep om interviewkandidaten te vinden.


Yüklə 255,27 Kb.

Dostları ilə paylaş:
1   2   3   4   5   6   7   8   9   10




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©muhaz.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

gir | qeydiyyatdan keç
    Ana səhifə


yükləyin