Wijsbegeerte



Yüklə 1,34 Mb.
səhifə4/45
tarix17.01.2019
ölçüsü1,34 Mb.
#99879
1   2   3   4   5   6   7   8   9   ...   45

1.4Onderzoek




1.4.1Onderzoeksbeleid


Wetenschappelijk onderwijs dient aansluiting te hebben op wetenschappelijk onderzoek. Het onderzoek dat binnen de faculteit plaatsvindt is daarom onontbeerlijk voor het onderwijs. Het facultaire wijsgerig onderzoek beoogt een bijdrage te leveren aan wetenschappelijke debatten over fundamentele filosofische problemen. Daarnaast richt het zich op (de filosofische dimensies van) maatschappelijke en culturele discussies. De onderzoeksresultaten worden gepubliceerd zowel in internationale tijdschriften en boeken als in Nederlandstalige media.

1.4.2Onderzoeksafdelingen


Organisatorisch is het onderzoek als volgt gestructureerd. Het grootste gedeelte van het facultaire onderzoek is ondergebracht in vier programma’s, met als titels: ’Vormen van kennis en funderingsdenken’, ’Kennis, normativiteit en praktijk’, ’Aristoteles’ filosofie: een herinterpretatie en reïntegratie in de filosofie-traditie’ en ‘Cultuur en het morele leven’.

1.4.3Onderzoeksscholen


In het kader van de interuniversitaire samenwerking maken programma’s en onderzoekers ook deel uit van landelijke onderzoekscholen, bijvoorbeeld ‘Wetenschap, Technologie en Moderne Cultuur’ en ‘Ethiek’.

1.4.4Onderzoeksprofielen


Wijsgerige Antropologie & Genderstudies

Binnen deze richting kun je je verdiepen in vragen rond menszijn die te

maken hebben met pluraliteit, spiritualiteit, en normativiteit. Je

onderzoekt gedifferentieerde perspectieven op menszijn. Je kunt je verdiepen

in vragen als: Wat of wie is de mens, welke rol spelen gender en cultuur in

het menszijn, hoe ontwikkelen mensen zichzelf, door doelbewuste oefening van

bijvoorbeeld levenskunst, door trainingen, of 'in het wild'? Hoe verhouden

zij zich daarbij tot de eigen eindigheid, tot de ander, tot transcendentie?

Welke politieke, ethische en maatschappelijke aspecten beheersen deze

relatie tot eindigheid en transcendentie? Welke plaats kan de mens innemen

vanuit een perspectief dat vertrekt vanuit het idee van evolutie?

Docenten die op deze gebieden tutorials geven en scripties begeleiden zijn

Dr. L. Derksen, Dr. A. Halsema en Dr. A. Roothaan.
Filosofie van Wetenschap en Technologie

In de onderzoeksgroep Filosofie van Wetenschap en Technologie wordt wetenschap in brede zin opgevat, zodat zij ook de mens- en geesteswetenschappen omvat. De combinatie met technologie geeft rekenschap van de vele en intensieve verbindingen tussen wetenschap en technologie.

Vanuit een filosofisch perspectief worden onder andere de volgende thema's bestudeerd:


  • experiment en observatie, en de rol van begrippen en theorieën daarin;

  • materiële, conceptuele en theoretische modellen in verschillende wetenschappen;

  • wetenschappelijk begrijpen en de relatie met verklaren;

  • epistemologie en pragmatiek: waarden en vaardigheden;

  • epistemologisch reductionisme en verklaringspluralisme (biologie, neurowetenschappen en psychologie);

  • de rol van de hermeneutische cirkel in de geesteswetenschappen (met name de godsdienstwetenschappen);

  • empirische, theoretische en normatieve aspecten van sociotechnische systemen;

  • wetenschap, technologie en commercialisering.

1.4.5Werkgroepen


Werkgroep vrouwenstudies

De Werkgroep Vrouwenstudies is een domeinoverschrijdende studiegroep van de faculteit, die openstaat voor medewerkers en (ex-)studenten. Eens in de maand, op een vrijdagmiddag, wordt een gedeelte van een boek of een artikel besproken op het terrein van vrouwenstudies filosofie. De Werkgroep Vrouwenstudies onderhoudt contacten met de IAPh, de Internationale Vereniging van Vrouwelijke Filosofen.

In het studiejaar 2006-2007 bespreken we twee populaire boeken waarin mannen en vrouwen met elkaar worden vergeleken: Allan en Barbara Pease Waarom mannen niet luisteren en vrouwen niet kunnen kaartlezen (Het Spectrum, ISBN 9027467676) en Rosalyn Barnett en C. Rivers, Bij gelijke geschiktheid (Archipel, ISBN 9063051654). Het eerste boek benadrukt de verschillen tussen mannen en vrouwen, het tweede hun gelijkheid. In de besprekingen analyseren en evalueren we de visies die in deze boeken naar voren worden gebracht op filosofische wijze. De besprekingen starten vanaf eind september. Ieder is van harte welkom om deel te nemen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met dr. L.D. Derksen of dr. J.M. Halsema, kamer 13A40, tel. 020-5986684, e-mail: ld.derksen@ph.vu.nl of jm.halsema@ph.vu.nl

1.5Regelingen




1.5.1Onderwijs- en examenregeling


Voor elke opleiding is er een eigen Onderwijs- en Examenregeling (O.E.R.). Hierin staat onder meer vermeld: het doel van de opleiding, de examenonderdelen van de opleiding, de tijdvakken, frequentie en vorm van de tentamens, de vaststelling en bekendmaking van de uitslag, de toekenning van studiepunten, inzagerecht van het beoordeelde werk, de regeling voor het verlenen van vrijstellingen, de compensatieregeling voor de examens en de studievoortgangsregistratie. De Onderwijs- en Examenregelingen zijn beschikbaar via de website van de faculteit.

1.5.2Regels en richtlijnen voor tentamens


Na de colleges worden tentamens hetzij mondeling, hetzij schriftelijk afgenomen. De tentamens vinden in principe plaats in de tentamenperiode, direct volgend op de collegeperiode.
Aanvragen tentamens, registratie, bekendmaken van tentamenresultaten

Voor alle studieonderdelen maakt het studiesecretariaat een tentamenlijst op basis van de inschrijvingen op Blackboard. Studenten die zich hebben ingeschreven voor een college hebben zich daarmee automatisch voor het tentamen aangemeld; studenten die zich niet hebben ingeschreven, zijn ook niet gerechtigd aan het tentamen deel te nemen. Tentamenresultaten zijn door de student te bekijken via TIS-VU (het Tentamen Informatie Systeem van de VU) op de website www.tisvu.vu.nl. Aan het begin van het studiejaar krijgen alle nieuwe studenten meer informatie over het gebruik van TIS-VU toegestuurd. Beoordeeld schriftelijk werk kan tot dertig dagen na het bekendmaken van de uitslag bij de docent worden ingezien.

Tentamenresultaten van vakken die door een andere faculteit verzorgd worden, kunnen alleen bij de desbetreffende faculteit geregistreerd worden.
Herkansingen

Voor herkansingen meldt de student zich aan via het inleveren van een volledig ingevuld tentamenbriefje op het studiesecretariaat.

Voor herkansingen eerste semester aanmeldingen uiterlijk 1 juni 2007.

Voor herkansingen tweede semester aanmeldingen uiterlijk 1 augustus 2007.

De tentamenbriefjes liggen onder het mededelingenbord tegenover kamer 13A-04. De docent kan bij onvoldoende deelname besluiten de toetsvorm van het herkansingstentamen te wijzigen.
Individuele mondeling tentamens

Voor individuele mondelinge tentamens maakt de student zelf een afspraak met de docent. Dit kan rechtstreeks door een tentamenbriefje met de gewenste datum en tijd in het postvakje van de docent te leggen (kamer 13A-04). Bij het maken van een afspraak vindt de student binnen 10 werkdagen het tentamenbriefje met de definitieve afspraak in zijn/haar postvakje. Als bewijs ontvangt de student na het tentamen het roze aanhangsel van het tentamenbriefje van de docent. Het groene briefje levert de docent, ter registratie, in bij het studiesecretariaat.



Afwijkende tentamenregelingen

In bijzondere gevallen zijn er afwijkende mogelijkheden voor het afleggen van tentamens. Overleg met de studieadviseur en goedkeuring door de examencommissie is hiervoor vereist.


1.5.3Richtlijnen voor papers, werkstukken en scripties


Het schrijven van wijsgerige teksten vereist een zorgvuldige voorbereiding. Zeker als het om langere teksten gaat, moet de keuze van het onderwerp, de vraagstelling en de opzet tijdig ter goedkeuring aan de begeleidende docent worden voorgelegd. Dit geldt in het bijzonder voor werkstukken en voor de scriptie c.q. het afsluitend werkstuk (in het kader van het afstudeerproject, c.q. ter afsluiting van de bachelorfase). Studenten dienen in het bezit te zijn van de Richtlijnen voor het schrijven van een paper, werkstuk of scriptie. Van de studenten wordt verwacht dat ze zich houden aan de daarin geformuleerde eisen. Bij de beoordeling van geschreven teksten zullen de verantwoordelijke docenten uitgaan van het in de Richtlijnen gestelde.
De uitgave Richtlijnen voor het schrijven van een paper, werkstuk of scriptie is verkrijgbaar via de website van de faculteit.
De uitgave Regeling afsluitend werkstuk bachelor- en masterscriptie is ook verkrijgbaar via de website.

1.5.4Inschrijving colleges


Voor alle studieonderdelen is inschrijving verplicht. Inschrijven kan tot één week voor aanvang van de collegeperiode. Inschrijven kan via de digitale leeromgeving Blackboard. Dit kan via elke computer waartoe men toegang heeft, via internet: www.bb.vu.nl (alle studenten ontvangen aan het begin van de studie een password voor het gebruik van de computers in de bibliotheek van de faculteit). Ook bijvakstudenten dienen zich in te schrijven. Op Blackboard vindt de student informatie van de docent over het desbetreffende onderdeel (literatuur, opdrachten, etc.). Een handleiding voor het gebruik van Blackboard is te verkrijgen via de website van de faculteit.
De volgende regels gelden.

  1. Geen student mag een college bijwonen zonder inschrijving.

  2. Alleen studenten die ingeschreven zijn voor een onderdeel mogen het tentamen en de herkansingen afleggen.

  3. Alle voor een onderdeel ingeschreven studenten zijn automatisch ingeschreven voor het tentamen.

  4. De student kan zich, na toestemming van de studieadviseur en de docent, na het begin van de onderwijsperiode bij het studiesecretariaat nog laten inschrijven voor een onderdeel.

1.5.5Inschrijving onderdelen andere universiteiten


Studenten met studiefinanciering kunnen zonder extra kosten colleges volgen bij een andere faculteit en ook bij een andere universiteit. Bij het volgen van colleges buiten de eigen faculteit is het van belang dit schriftelijk op te geven bij het studiesecretariaat. Daarbij moet opgegeven worden wanneer het college gelopen wordt, wat het aantal studiepunten is en bij welk gedeelte van het studieprogramma het college behoort. Voorts is elke student zelf verantwoordelijk voor het laten registreren van de behaalde studieresultaten bij zowel de desbetreffende instelling als op het studiesecretariaat van de eigen faculteit. Toestemming van de examencommissie is noodzakelijk wil de student het onderdeel opnemen in zijn/haar programma.

1.5.6Studieadvies in het eerste jaar


De examencommissie brengt, namens het College van Bestuur, aan iedere student die voor het eerste bachelorjaar staat ingeschreven, aan het einde van het studiejaar advies uit over het al dan niet voortzetten van de studie. Voor de deeltijdstudenten volgt dit advies aan het eind van het tweede jaar. Voorafgaand aan het uitbrengen van het advies raadpleegt de examencommissie de betrokken docenten en de studieadviseur. Het advies is niet bindend.
Het studieadvies bestaat uit één van de volgende drie adviezen:

  • A-advies. De student kan, als hij in dit tempo doorstudeert, binnen de gestelde tijd de opleiding voltooien. De student wordt geadviseerd de studie voort te zetten.

  • B-advies. De student loopt bij ongewijzigd studietempo het gevaar de opleiding niet te kunnen voltooien binnen de gestelde tijd. De student wordt opgeroepen voor een gesprek over de verdere studievoortgang.

  • C-advies. De studievoortgang van de student biedt weinig uitzicht op voltooiing van de opleiding binnen de gestelde tijd. De student moet in overweging nemen de studie te staken (gegeven de resultaten). De student wordt opgeroepen voor een gesprek hierover. De examencommissie kan, op verzoek van de student, op grond van de voor 1 september behaalde resultaten een ’c’-advies alsnog omzetten in een ’a’- of ’b’-advies.

1.5.7Studievoortgangscontrole


Alle studenten krijgen elk jaar na afloop van het studiejaar, maar vóór 1 oktober, bericht over hun studievoortgang. De vaststelling van de voortgang gebeurt door de examencommissie, namens het College van Bestuur, op grond van de voor de opleiding bij het studiesecretariaat geregistreerde studieresultaten. In het bericht wordt aangegeven dat de studenten beroep kunnen aantekenen in het geval de studieresultaten niet of onjuist zijn geregistreerd.

1.5.8Afgifte getuigschriften


Meer informatie en de oorspronkelijke regelingen zijn te vinden in:

  • WHW;

  • Statuut VU;

  • Faculteitsreglement;

  • De Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding.


Getuigschrift eerste bachelorjaar

Na afronding van alle onderdelen van het eerste bachelorjaar ontvangt de student op aanvraag een certificaat.


Bachelorexamen

Het bachelorexamen wordt in onderdelen afgenomen. De uitslag van het examen wordt vastgesteld op grond van de voor de examenonderdelen behaalde resultaten. In alle onderdelen worden tentamens afgenomen. De beoordeling van een tentamen wordt uitgedrukt in een cijfer van 0 tot 10, dan wel in het woord voldoende of het woord onvoldoende. Een cijfer tussen de 5 en 6 wordt altijd afgerond tot een heel getal (5.1 tot 5.4 = 5; 5.5 tot 5.9 = 6). Een cijfer 6 of hoger betekent dat het tentamen met goed gevolg is afgelegd.


Het bachelorexamen kan worden aangevraagd nadat aan alle tot het desbetreffende examenprogramma behorende verplichtingen is voldaan. Het examen wordt aangevraagd bij het studiesecretariaat. Bij het examen dient het originele diploma te worden getoond op grond waarvan de student tot de bacheloropleiding Wijsbegeerte is toegelaten. Indien noodzakelijk kan ook gevraagd worden naar de collegekaart of het bewijs van inschrijving.

Voor een met goed gevolg afgelegd examen wordt een getuigschrift uitgereikt. Als bijlage bij het getuigschrift ontvangt de student het zogeheten 'diplomasupplement', in het Nederlands en Engels. In het diplomasupplement staat een omschrijving van de Vrije Universiteit, een omschrijving van de Bachelor Wijsbegeerte en worden de onderdelen van de opleiding vermeld met de behaalde tentamenuitslagen en het bijbehorende aantal studiepunten. Op de website van de faculteit staan de data waarop de uitreikingen plaatsvinden.


Masterexamen en doctoraalexamen (t/m cohort 2001-2002)

Het master-/doctoraalexamen (in het geval van de doctoraalopleiding Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied het tussentijds examen) wordt eveneens in onderdelen afgenomen. De uitslag van het examen wordt vastgesteld op grond van de voor de examenonderdelen behaalde resultaten.

In alle onderdelen worden tentamens afgenomen. De beoordeling van een tentamen wordt uitgedrukt in een cijfer van 0 tot 10, dan wel in het woord voldoende of het woord onvoldoende. Een cijfer tussen de 5 en 6 wordt altijd afgerond tot een heel getal (5.1 tot 5.4 = 5; 5.5 tot 5.9 = 6). Een cijfer 6 of hoger betekent dat het tentamen met goed gevolg is afgelegd. Een doctoraalexamen is met goed gevolg afgelegd indien voor niet meer dan twee onderdelen (tezamen maximaal twaalf studiepunten) een cijfer lager dan een 6, doch niet lager dan een 5, is toegekend en het gewogen gemiddelde van alle becijferde onderdelen ten minste een 6 is.

Voor het masterexamen dienen alle onderdelen voldoende te zijn.


Het master-/doctoraalexamen kan worden aangevraagd nadat aan alle tot het desbetreffende examenprogramma behorende verplichtingen is voldaan. Het studiesecretariaat neemt de aanvraag in behandeling, nadat de student de tentamens over alle onderdelen heeft afgelegd en de scriptie voldoende is beoordeeld. Het examen wordt minimaal vijf weken voor de examendatum bij het studiesecretariaat aangevraagd. Op de website van de faculteit staan de data waarop de examens kunnen plaats vinden.
Bij het examen dient het originele diploma op grond waarvan de student tot de masteropleiding/postpropedeutische opleiding is toegelaten (propedeusebul, bachelorgetuigschrift, kandidaatsbul, vrijstelling, etc.) te worden getoond. Indien noodzakelijk kan ook gevraagd worden naar de collegekaart of het bewijs van inschrijving.
Voor een met goed gevolg afgelegd examen wordt een getuigschrift uitgereikt.

Als bijlage bij het doctoraalgetuigschrift wordt een cijferlijst uitgereikt met daarop het door de student afgelegde programma met de bijbehorende tentamenuitslagen en studiepunten.

Als bijlage bij het mastergetuigschrift ontvangt de student het zogeheten 'diplomasupplement'. Het diplomasupplement is voor de Nederlandstalige opleiding in het Nederlands en Engels opgesteld. Voor de Engelstalige opleiding wordt het diplomasupplement alleen in het Engels verstrekt. In het diplomasupplement staat een omschrijving van de Vrije Universiteit, een omschrijving van de opleiding en worden de onderdelen van de opleiding vermeld met de behaalde tentamenuitslagen en het bijbehorende aantal studiepunten.

Het getuigschrift wordt uitgereikt op de examenzitting waar ten minste drie examinatoren de student ondervragen over de scriptie. De ondervraging duurt ten hoogste een uur. Na beëindiging van de ondervraging overleggen de examinatoren over de hoogte van het aan de scriptie toe te kennen cijfer, waarna de uitreiking van het getuigschrift geschiedt. De examinatoren zijn:



  • de voorzitter, dan wel een ander lid, van de examencommissie;

  • de scriptiebegeleider;

  • de tweede beoordelaar van de scriptie dan wel een door de examencommissie aan te wijzen andere examinator.


Dossierverklaring

Bij beëindiging van de studie zonder het behalen van het examen reikt de examencommissie, op verzoek van de student, een dossierverklaring uit als ten minste twee studieonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd. In de dossierverklaring worden de studieonderdelen vermeld die met goed gevolg zijn afgerond.


Nadere inlichtingen over het aanvragen van een examen kunnen worden ingewonnen bij het studiesecretariaat van de faculteit, kamer 13A-04. Alle correspondentie betreffende examens dient te worden gericht aan de examencommissie van de betreffende opleiding.

1.5.9Universitaire lerarenopleiding


Nu in het vernieuwde vwo steeds meer scholen filosofie aan hun leerlingen gaan aanbieden, is het interessant om, in verband met toekomstige beroepsmogelijkheden, na het masterexamen de éénjarige lerarenopleiding filosofie te gaan volgen. Deze opleiding wordt verzorgd door de Universiteit van Amsterdam. Studenten die overwegen deze opleiding te volgen, dienen er rekening mee te houden dat bij de toelating tot de lerarenopleiding wordt vereist dat zij het vak 'Een oriëntatie op het leraarschap' hebben gevolgd. Deze oriëntatie bestaat uit algemene onderwijskunde en vakdidactiek (samen 10,5 studiepunten). Studenten die de oriëntatie op het leraarschap in hun vakkenpakket willen opnemen, doen er goed aan hierover contact op te nemen met de studieadviseur, kamer 13A-06, tel. (020) 59 86607.

1.5.10Promotiestudie


Langs de weg van een promotiestudie kan de graad van doctor worden verworven. Met betrekking tot de toekenning van dit doctoraat gelden het door het College van Decanen vastgestelde promotiereglement en enkele nadere regelingen van de faculteit der Wijsbegeerte. Belangstellenden voor een promotiestudie wordt aangeraden tijdig overleg te plegen met de als promotor gewenste hoogleraar. Nadere inlichtingen kunnen worden ingewonnen bij de studieadviseur.

De faculteit heeft de beschikking over een aantal formatieplaatsen ten behoeve van assistenten in opleiding (aio’s). Voor deze plaatsen geldt een bijzondere regeling die inhoudt dat er een contract met de aio wordt gesloten met betrekking tot de te verrichten werkzaamheden in het kader van een promotieonderzoek. Na tien maanden wordt beoordeeld of de vorderingen zodanig zijn dat verwacht mag worden dat het werk binnen de gestelde tijd met een promotie kan worden afgesloten. Een voldoende beoordeling is nodig om na het eerste jaar een verlenging van de aanstelling te verkrijgen.


1.5.11Alumni


De Vrije Universiteit onderhoudt het contact met haar oud-studenten via een alumninetwerk. Het alumnibureau (tel. (020) 59 85665) beheert een databestand. Tevens geeft het alumnibureau het alumniblad (REVU) uit en onderhoudt het contact met de faculteiten.

De alumni officer aan de faculteit der Wijsbegeerte is dr. E.O.J. Onnasch, hij wordt secretarieel ondersteund door J. Nauta. Er worden alumnidagen georganiseerd rond een wijsgerig thema. Ook worden alumni van tijd tot tijd betrokken bij de voorlichting aan studenten inzake de beroepsperspectieven van de filosoof.



Yüklə 1,34 Mb.

Dostları ilə paylaş:
1   2   3   4   5   6   7   8   9   ...   45




Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©muhaz.org 2024
rəhbərliyinə müraciət

gir | qeydiyyatdan keç
    Ana səhifə


yükləyin