1.4Enkele andere groepen, organisaties en projecten
Hieronder worden nog enkele andere groepen, organisaties en projecten vermeld die eveneens bij vernieuwing in het (beroeps)onderwijs betrokken zijn in Nederland.
COLO
COLO (http://www.colo.nl) is de vereniging van kenniscentra beroepsonderwijs-bedrijfsleven. COLO behartigt de belangen van het bedrijfsleven in het beroepsonderwijs. Er zijn 19 kenniscentra, die per bedrijfstak (branche) zijn georganiseerd.
De kenniscentra beroepsonderwijs-bedrijfsleven hebben voor het MBO een aantal wettelijke taken:
ontwikkelen van kwalificaties voor het secundair beroepsonderwijs
controleren van de examinering door onderwijsinstellingen
werven van nieuwe leerbedrijven voor stage- en leerplaatsen
bewaken van de kwaliteit van die leerbedrijven en het bevorderen van de internationale diplomawaardering.
Op die manier zorgen kenniscentra ervoor dat er voldoende nieuw en gekwalificeerd talent instroomt in de bedrijfstak waarvoor zij werken. De taken die hierboven zijn beschreven, zijn vastgelegd in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB).
COLO krijgt overheidsmiddelen om bij te dragen tot een goed georganiseerd en hoogstaand beroepsonderwijs door het opzetten van impulsprojecten. De Prioritaire impulsprojecten voor 2002/2003 zijn:
werkend leren in de beroepskolom
aansluiting vmbo – mbo – hbo
samen werken aan leren: invoeringplan competentiegerichte kwalificatiestructuur
Verdere info op: http://www.colo.nl/Beroepskolom/impuls_02-03.htm.
SLO - Stichting Leerplanontwikkeling
De Stichting Leerplanontwikkeling (SLO - http://www.slo.nl) helpt scholen met de inhoud, de organisatie en de toetsing in het onderwijs. Ze adviseert docenten, opleiders, managers en beleidsmakers en zorgt ervoor dat onderwijsprofessionals nóg beter hun werk kunnen doen. SLO vertaalt het onderwijs- en opleidingsbeleid en pedagogisch-didactische ontwikkelingen naar de dagelijkse praktijk in klaslokalen, voorlichtingscentra, kantoren, musea en op andere plekken waar het draait om de overdracht van kennis en het vormgeven aan leerprocessen.
SLO werkt voor het onderwijs, het bedrijfsleven, de overheid en non-profitinstellingen in Nederland en (soms ver) daarbuiten. SLO is actief overal waar behoefte is aan ondersteuning en advisering.
In het raam van de Gent 5 Akkoorden (Gehele Europese Nederlandstalige Taalgebied) heeft SLO in samenwerking met DVO68 van het Departement Onderwijs in Vlaanderen op 11 december 2003 een nieuwe studie voorgesteld “Vergelijkende analyse van de Nederlandse profielen tweede fase VWO/HAVO met de Vlaamse polen en specifieke eindtermen ASO”.
PAEPON
PAEPON (http://www.paepon.nl) staat voor Platform van Aangewezen / Erkende Particuliere Onderwijsinstellingen in Nederland. Deze belangenvereniging laat de stem van de particuliere onderwijsinstituten horen in landelijke overlegsituaties en in vertegenwoordigende lichamen. De vereniging is gesprekspartner van de overheid, voert overleg met de sociale partners en praat met andere belangengroeperingen.
PAEPON geeft voorlichting en onderhoudt vele contacten, ook internationale. Eén van de hoofddoelstellingen is de kwaliteitsverhoging- en handhaving. De leden van de vereniging PAEPON zijn in hun organisaties per definitie niet gesubsidieerd. Zij verzorgen opleidingen in vele vormen en voor een grote verscheidenheid aan doelgroepen. De niveaus variëren van voortgezet onderwijs tot en met post hoger- en wetenschappelijk onderwijs.
Regionale Opleidingscentra (ROC’s)
De Regionale Opleidingscentra (ROC’s - http://www.roc.nl) zijn grote onderwijsinstituten (vele duizenden leerlingen) die zijn ontstaan uit de integratie van verschillende scholen en onderwijsinstellingen: middelbaar beroepsonderwijs, beroepsbegeleidend onderwijs/leerlingwezen, vavo, basiseducatie, vormingswerk. De doelgroep bestaat uit leerlingen vanaf 16 jaar en volwassenen. ROCs worden landelijk vertegenwoordigd door de BVE-Raad.
ROC's kennen twee verschijningsvormen: .
ROC als Institutioneel Gefuseerde Instelling (IGI). Een institutioneel gefuseerde instelling is een regionaal opleidingencentrum, dat gefuseerd is. Er is sprake van één instelling, één bevoegd gezag, één college van bestuur of centrale directie, één medezeggenschapsraad en één centraal beleid.
ROC als Bestuurlijk Gefuseerde Instelling (BGI). Een bestuurlijk gefuseerde instelling is een regionaal opleidingencentrum in een samenwerkingsverband. Er is sprake van één instelling, één bevoegd gezag, één college van bestuur of centrale directie, één medezeggenschapsraad. Een BGI verplicht zich ertoe om ten minste op het terrein van financiën, personeel, onderwijs, examens en kwaliteitszorg één gemeenschappelijk beleid te voeren
VMBO-plein
Het vmbo-plein (http://www.vmbo-plein) biedt voor scholieren, ouders, schoolleiders en docenten algemene informatie over het vmbo, artikels en publicaties, relevante wet- en regelgeving, projecten, methoden, toetsing, examinering en didactiek.
Het Platform Beroepsonderwijs
Het Platform Beroepsonderwijs (http://www.hetplatformberoepsonderwijs.nl) wil een bijdrage leveren aan een hoger rendement; minder uitval, een sterker imago, en het centraler stellen van de loopbaan van de deelnemer in het gehele beroepsonderwijs, van vmbo tot hbo. Alle sectoren van de beroepskolom zijn erin vertegenwoordigd.
SENTER - KeBB
“KeBB” staat voor “kennisuitwisseling beroepsonderwijs bedrijfsleven”. De KeBB-regeling (http://www.senter.nl/asp/page.asp?id=i000000&alias=kebb) stimuleert projecten waarin de kennisuitwisseling tussen het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven leidt tot de ontwikkeling en implementatie van innovatieve leermiddelen of leermethoden voor bestaande bve-opleidingen, en die zo de aansluiting tussen het beroepsonderwijs en de beroepspraktijk verbeteren.
Projectboekjes met een volledige beschrijving van projecten zijn te vinden op de volgende website http://www.senter.nl/asp/page.asp?alias=kebb&id=i000008#i000005.
Pedagogische centra
De volgende pedagogische centra zijn in Nederland actief naar het voortgezet onderwijs en naar het beroepsonderwijs toe.
Op de websites van deze centra kan interessante informatie gevonden worden over de bijscholingen die deze centra organiseren op verschillenden vlakken zoals: coachen van leraren, schoolorganisatie, begeleiden van leerlingen, evaluatie, kwaliteitszorg enz.
Iederwijs Nederland
Het initiatief “Iederwijs” wil een kader zijn waarbinnen veel mogelijk is, waarbinnen ieder zijn persoonlijke visie naar voren kan brengen, en waarin mensen samen verder kunnen ontwikkelen zolang het uitgaat van respect en aandacht voor elkaar. Het belangrijkste verschil met andere vormen van onderwijs is dat deze vaak een doel hebben dat wat verderop ligt: het kind moet sociaal vaardig worden, zelfstandig worden, voor zichzelf leren opkomen, bepaalde kennis leren,... Bij Iederwijs mogen kinderen zijn wie ze zijn, voelen wat ze voelen, en denken wat ze denken, zonder dat hier een waardeoordeel aan vast zit, of dat het gekoppeld wordt aan een leerdoel bedacht door volwassenen.
Dit concept is verwoord in het 'V'eest van Iederwijs: Veilig Voelen, Vertrouwen op Vermogen, Vrijheid met Verbondenheid, Verrijking door Verschillen, Vormgeven van Verlangens en Verder door Vragen en in de vijf innovaties:
De kinderen kiezen wat, hoe en op welk moment ze iets willen leren, vanuit hun eigen interesse. Ze volgen hun eigen programma.
Er zijn geen aparte leeftijdsklassen, de school bestaat uit een groep van verschillende leeftijden bij elkaar.
Er zijn ruimtes voor verschillende activiteiten: een atelier, een tuin, een speelzolder, een keuken, een computerruimte, een sportveld, en nog meer ruimtes die kunnen ontstaan…
De begeleiders doen, naast het begeleiden en ondersteunen van de kinderen, wat henzelf inspireert: tekenen, iets uit de natuur onderzoeken, wiskunde, buitensport. Op deze manier inspireer je elkaar.
De school wordt bestuurd door de begeleiders, kinderen en ouders samen, waarbij iedere stem telt.
Verdere informatie kan men vinden op de website: http://www.iederwijs.nl
Kennisnet
Met ICT en internet in het bijzonder kunnen leerdoelen op een vernieuwende manier worden bereikt. “Kennisnet” streeft ernaar om de mogelijkheden van ICT voor het onderwijs maximaal te benutten. Kennisnet is dé internetorganisatie van en voor het onderwijs en heeft daarmee nadrukkelijk een publieke taak. De stichting werd eind 2001 opgericht door de onderwijsorganisaties, die vertegenwoordigd zijn in de Raad van Toezicht.
Op de onderwijsportal www.kennisnet.nl zijn ‘virtuele ruimten’ ingericht ten behoeve van leer- en onderwijsprocessen. Op die manier wordt leren plaats- en tijdonafhankelijk mogelijk gemaakt. Daarnaast organiseert en structureert Kennisnet educatieve inhouden en biedt zij diensten aan, die ICT in het onderwijs eenvoudig toepasbaar maken. Kennisnet is voor en van het onderwijs. Om deze positie te waarborgen hanteert stichting Kennisnet een aantal richtlijnen. In samenwerking met diverse partners werkt Kennisnet aan een betere inzet van ICT in het onderwijs. Dit zijn organisaties met een publiek karakter die op onderdelen complementair zijn aan de stichting Kennisnet.
De portal van Kennisnet is gericht op drie onderwijssectoren:
primair onderwijs (PO)
voortgezet onderwijs (VO)
beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (BVE)
Per sector rangschikt Kennisnet de informatie voor docenten, leerlingen, ICT-coördinatoren, schoolmanagers en ouders.
Namens de overheid ziet Kennisnet mede toe op een goede infrastructuur. Deze is tot eind 2003 door het ministerie aanbesteed bij een consortium van kabelbedrijven. Na januari 2004 krijgen scholen de mogelijkheid om hun ICT-behoeften zelf in te vullen en daarmee een keuze te maken voor een leverancier van internettoegang en –diensten.
Een grote rijkdom aan goede-praktijkvoorbeelden is te vinden op de webpagina ‘Projectenetalage’: http://projectenetalage.kennisnet.nl/